direct naar inhoud van 4.3 Omgevingsaspecten
Plan: Beheersverordening Cadzand-Bad
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.bvcadzandbad13-VG01

4.3 Omgevingsaspecten

In het kader van de beheersverordening heeft voor het verordeninggebied een scan plaatsgevonden van relevante omgevingsaspecten in het gebied. Dit onderzoek is beperkt van aard, omdat de beheersverordening gericht is op instandhouding van de bestaande situatie met de bestaande kwaliteit. Het onderzoek richt zich erop te bepalen of in het gebied vanuit het oogpunt van milieu, natuur, verkeer of water aanleiding bestaat tot het treffen van maatregelen. Hiervoor is een toets uitgevoerd op het voldoen aan wet- en regelgeving.

4.3.1 Archeologie en cultuurhistorie

Toetsingskader

Archeologie

In aansluiting op het Verdrag van Valletta (Malta, 1992) en het provinciaal archeologiebeleid moet in bestemmingsplannen rekening worden gehouden met archeologische waarden in planvormingsprocessen. Concreet betekent dit dat de bescherming van het archeologisch erfgoed vastgelegd dient te worden en dat bij ruimtelijke afwegingen rekening gehouden moet worden met eventueel aanwezige archeologische waarden.

Cultuurhistorie

De Nota Belvedère (zie hoofdstuk 3) beschrijft de cultuurhistorische kernkwaliteiten van het landschap West Zeeuws-Vlaanderen.

Toetsing

Archeologie

Op basis van de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) geldt voor het plangebied een lage tot zeer lage trefkans op het aantreffen van archeologische waarden. De gemeente Sluis heeft nog geen vastgesteld archeologiebeleid, dus is het provinciale beleid in deze leidend. Vooruitlopende op de vaststelling van het gemeentelijk beleid heeft de gemeente de Verordening interimbeleid archeologie Sluis vastgesteld. Voor gebieden die ingevolge de IKAW een lage tot zeer lage verwachtingswaarde hebben geldt een vrijstelling tot een oppervlakte, kleiner of gelijk dan 2.500 m². Daarboven geldt een onderzoeksplicht.

In het ontwerp-archeologiebeleid, dat in maart 2013 is gepubliceerd, wordt de kern Cadzand-Bad beschouwd als archeologisch niet relevant. Hiervoor geldt geen onderzoeksplicht. Buiten de kern geldt een lage verwachting met een vrijstelling tot 2.500 m².

Cultuurhistorie

De beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Aantasting van de landschappelijke kwaliteiten zoals deze zijn vastgelegd in de Nota Belvedère is dan ook niet aan de orde.

Conclusie

De aspecten archeologie en cultuurhistorie staan de uitvoering van de voorliggende beheersverordening niet in de weg.

4.3.2 Bodem

Toetsingskader

Wet bodembescherming.

Onderzoek en conclusie

In de Wet bodembescherming is bepaald dat bij functiewijzigingen onderzocht dient te worden of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Binnen het verordeningsgebied worden er geen functiewijzigingen mogelijk gemaakt waarbij rekening moet worden gehouden met de bodemkwaliteit ter plaatse. Hierdoor is geen bodemonderzoek noodzakelijk. Het aspect bodem staat de vaststelling van de beheersverordening niet in de weg.

4.3.3 Ecologie

Toetsingskader

Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet 1998.

Onderzoek en conclusie

Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van het plan niet in de weg staan.

In de nabije omgeving van het verordeningsgebied is een Natura 2000 gebied en EHS-gebieden gelegen. Het betreft het Natura 2000 gebied: “Het Zwin en de Kievittepolder” en de EHS-gebieden:

  • Poeltjes Cadzand-Bad
  • Dijken West-Zeeuwsch-Vlaanderen
  • Oudelandsepolder

De EHS-gebieden betreffen bestaande natuur- en bosgebieden in eigendom bij een terreinbeherende organisatie, particulier of met aankooptitel en agrarische (bloem)dijken. De Natura 2000- en de EHSgebieden zijn weergegeven in figuur 4.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.1714.bvcadzandbad13-VG01_0004.jpg"

Figuur 4.1. Natura2000- en EHS gebieden nabij het verordeningsgebied Cadzand-Bad

4.3.4 Externe veiligheid

Toetsingskader

  • Besluit externe veiligheid inrichtingen;
  • Besluit externe veiligheid buisleidingen;
  • Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen.

Onderzoek en conclusie

Inrichtingen

Ten oosten van het verordeningsgebied is een risicovolle inrichting gelegen. Het betreft de camping "Welgelegen". Op de camping is een propaantank in gebruik. Het invloedsgebied van deze propaantank valt net over een deel van het verordeningsgebied. In de huidige situatie is dit een grasveld en zijn hier geen personen aanwezig. De beheersverordening maakt hier geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk en dus zal het risico niet toenemen ten opzichte van de huidige situatie. Dit zorgt dan ook niet voor een belemmering voor de beheersverordening.

Transport gevaarlijke stoffen

Ten noorden van het plangebied is de Westerschelde gelegen. Over de Westerschelde worden gevaarlijke stoffen vervoerd. Voor de gehele Westerschelde is een QRA opgesteld. De resultaten hiervan zijn weergegeven in het rapport: “Actualisatiestudie 2011 risico's transport gevaarlijke stoffen Westerschelde en prognoses 2015-2030”. Uit deze rapportage blijkt dat het groepsrisico ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Westerschelde de oriëntatiewaarde nergens overschrijdt. Dit betekent dat ter hoogte van het verordeningsgebied geen sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde. De beheersverordening is volledig consoliderend en maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Derhalve zal het groepsrisico niet toenemen ten gevolge van de vaststelling van de beheersverordening. Een verantwoording van het groepsrisico is derhalve niet noodzakelijk.

Conclusie

Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor de vaststelling van de beheersverordening.

4.3.5 Luchtkwaliteit

Toetsingskader

  • Grenswaarden uit de Wet milieubeheer;
  • Besluit niet in betekenende mate (nibm).

Onderzoek en conclusie

De beheersverordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk die van invloed zijn op de concentraties luchtverontreinigende stoffen. Formele toetsing aan de grenswaarden uit de Wet luchtkwaliteit kan daarom achterwege blijven.

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is een indicatie van de luchtkwaliteit ter plaatse van het verordeningsgebied gegeven. (zie figuur 4.2) Dit is gedaan aan de hand van de monitoringstool (www.nsl-monitoring.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. De dichtstbijzijnde maatgevende wegen betreffen de Lange Heerenstraat (N253) en de Dorpsstraat (N676). Hieruit blijkt dat de concentratie NO2 maximaal 21,1 µg/m3 en de concentratie PM10 maximaal 24,2 µg/m3 bedraagt. Het aantal overschrijdingsdagen van het 24 uurs gemiddelde bedraagt 14. Daarmee wordt op alle fronten voldaan aan de Wet Milieubeheer. Daarom is ter plaatse van het hele verordeningsgebied sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

afbeelding "i_NL.IMRO.1714.bvcadzandbad13-VG01_0005.jpg"

Figuur 4.2. Luchtkwaliteit ter plaatse van het verordeningsgebied.

4.3.6 Bedrijven en milieuhinder

Toetsingskader

Richtafstanden uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (editie 2009).

Onderzoek en conclusie

In het verordeningsgebied bevinden zich diverse functies, zowel milieubelastende als milieugevoelige functies. Dit betreffen voornamelijk woningen en recreatieve functies. Dit zijn allemaal reeds bestaande functies. Vanuit het milieuspoor vindt hier afbakening ten opzichte van de omliggende functies plaats. In het verordeningsgebied vinden verder geen nieuwe ontwikkelingen plaats. Er worden dan ook geen hinder veroorzakende of hinder gevoelige functies mogelijk gemaakt. Een nader onderzoek naar milieuhinder van bedrijvigheid en horeca is niet noodzakelijk.

4.3.7 Water

Toetsingskader

  • Waterwet;
  • Watertoets;
  • Besluit ruimtelijke ordening.

Onderzoek en conclusie

Het verordeningsgebied ligt binnen het beheersgebied van het waterschap Scheldestromen, het waterschap hanteert een watertabel bij ruimtelijke plannen. Ook voor deze beheersverordening is deze opgesteld.

thema en water(beheer)doelstelling   uitwerking  
Waterveiligheid
Waarborgen van het veiligheidsniveau en rekening houden met de daarvoor benodigde ruimte.  
In het verordeningsgebied zijn waterkeringen aanwezig. De beheersverordening maakt echter geen ontwikkelingen mogelijk. Derhalve zal het veiligheidsniveau niet beïnvloedt worden door de beheersverordening.  
Wateroverlast (vanuit oppervlaktewater) Het plan biedt voldoende ruimte voor het
vasthouden, bergen en afvoeren van water.
Waarborgen van voldoende hoog bouwpeil om
inundatie vanuit oppervlaktewater in
maatgevende situaties te voorkomen. Rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering en de kans op extreme weersituaties.  
De verordening maakt geen ontwikkelingen mogelijk. Het verhard oppervlak zal eveneens niet toenemen ten opzichte van de huidige situatie. Water compenserende maatregelen zijn derhalve niet noodzakelijk.  
Grondwaterkwantiteit en verdroging
Tegengaan / verhelpen van grondwateroverlast en -tekort. Rekening houden met de gevolgen
van klimaatverandering. Beschermen van infiltratiegebieden en benutten van infiltratiemogelijkheden.  
Niet van toepassing.  
Hemel- en afvalwater
(inclusief water op straat / overlast)
Waarborgen optimale werking van de zuiveringen/ RWZI's en van de (gemeentelijke) rioleringen.
Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken in verband met de reductie van hydraulische belasting van de RWZI, het transportsysteem en het beperken van overstorten.  
De beheersverordening zorgt niet voor een verandering in de afvoer van hemel- en afvalwater. De huidige situatie blijft gehandhaafd.  
Volksgezondheid
(water gerelateerd)
Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van verdrinkingsgevaar/-risico's via o.a. de daarvoor benodigde ruimte.  
De huidige situatie wordt vastgelegd. De beheersverordening heeft geen effect op de hoogte van het risico van watergerelateerde plagen of verdrinkingsrisico's.  
Bodemdaling
Voorkomen van maatregelen die (extra)
maaivelddalingen in zettinggevoelige gebieden kunnen veroorzaken.  
De beheersverordening heeft geen effect op eventuele bodemdaling.  
Oppervlaktewaterkwaliteit
Behoud / realisatie van goede
oppervlaktewaterkwaliteit. Vergroten van de veerkracht van het watersysteem. Toepassing van de trits schoonhouden, scheiden en zuiveren.  
De beheersverordening heeft geen effect op de kwaliteit van het oppervlaktewater, de kwaliteit zal niet verslechteren ten opzichte van de huidige situatie.  
Grondwaterkwaliteit
Behoud / realisatie van een goede
grondwaterkwaliteit.
Denk aan grondwaterbeschermingsgebieden.  
Geen negatieve beïnvloeding.  
Natte natuur
Ontwikkeling/bescherming van een rijke gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur.  
De aanwezige natuurwaarden binnen/naast het verordeningsgebied zullen niet (negatief) beïnvloed worden door de beheersverordening.  
Onderhoud oppervlaktewater
Oppervlaktewater moet adequaat onderhouden worden. Rekening houden met obstakelvrije
onderhoudsstroken vrij van bebouwing en opgaande (hout)beplanting.  
De beheersverordening zorgt niet voor een belemmering van de onderhoudsstroken, daar de beheersverordening geen nieuw ontwikkelingen mogelijk maakt.  
Andere belangen waterbeheerder(s)  
Relatie met eigendom waterbeheerder
Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de
werking van objecten (terreinen, milieuzonering) van de waterbeheerder niet belemmeren.  
De beheersverordening voorziet geen ruimtelijke ontwikkeling in de directe nabijheid van objecten in eigendom van het waterschap.  
Scheepvaart en/of wegbeheer
Goede bereikbaarheid en in stand houden van veilige vaarwegen en wegen in beheer en onderhoud bij Rijkswaterstaat, de provincie en/of het waterschap.  
De beheersverordening heeft geen invloed op de (vaar)wegen van het waterschap en of Rijkswaterstaat.  

Conform de watertoetstabel blijkt dat het aspect water binnen de beheersverordening geen belemmering vormt voor de beheersverordening.

4.3.8 Geluid

Woningen en appartementen worden door de Wet geluidhinder (hierna Wgh) als geluidsgevoelige functie aangemerkt. Een nieuwe geluidsgevoelige functie dient te voldoen aan bepaalde wettelijke normen uit de Wgh. Voorliggende beheersverordening voorziet niet in nieuwe ontwikkelingen. Akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai is binnen dit kader daarom achterwege gelaten.

4.3.9 Verkeer en parkeren

Externe ontsluiting gemotoriseerd verkeer

De belangrijkste invalsweg naar het plangebied is de Ringdijk Noord (N674). Deze loopt vanuit het gebied naar de kern Cadzand, de N675 (richting Breskens) en de kern Oostburg. Op de Ringdijk Noord geldt, buiten de bebouwde kom, een maximum snelheid van 60 km/uur. Aan de westzijde van het gebied zorgt de Kanaalweg voor de ontsluiting vanuit de bebouwde kom van Cadzand-Bad naar een aantal recreatieterreinen gelegen ten zuidwesten van het gebied. Aan de oostzijde verzorgt de Tienhonderdsedijk eenzelfde ontsluiting naar recreatieterreinen ten oosten van de kern. Ook op de Kanaalweg en de Tienhonderdsedijk geldt een maximum snelheid van 60 km/uur.

Interne ontsluiting gemotoriseerd verkeer

Binnen de bebouwde kom gaat de Ringdijk Noord over in de Boulevard de Wielingen/Wielingendijk. Deze weg vormt binnen de kom de belangrijkste ontsluitingsweg. Deze weg sluit aan de westzijde van de kern via de Scheldestraat aan op de Kanaalweg. Op de Boulevard de Wielingen/Wielingendijk geldt een maximum snelheid van 30 km/uur.

Langzaam verkeer

Ook voor het langzaam verkeer vormt de streng Ringdijk Noord - Boulevard de Wielingen/Wielingendijk de belangrijkste ontsluitingsroute. De Ringdijk Noord is voorzien van een vrijliggend (brom)fietspad. Ook langs  De Boulevard de Wielingen/Wielingendijk is een parallelvoorziening voor langzaam verkeer aanwezig. Tussen de Ringdijk Noord en de Sterntjeslaan bestaat deze parallelvoorziening uit vrijliggende fietspaden. Tussen de Sterntjeslaan en de Leeuwerikenlaan is aan de noordzijde een vrijliggend fietspad aanwezig en aan de zuidzijde een parallelweg die tevens de ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer van aanliggende woningen verzorgt. Vervolgens is De Boulevard de Wielingen/Wielingendijk tussen de Leeuwerikenlaan en de Scheldestraat voorzien van fietsstroken aan beide zijden van de weg.

Parkeren

Binnen de kern Cadzand-Bad geldt op de belangrijkste ontsluitingsroute De Boulevard de Wielingen/Wielingendijk een parkeerverbod. Hier mag niet op de rijbaan worden geparkeerd. Dagrecreanten, strandbezoekers en personeel worden verwezen naar parkeerterreinen aan de rand van de kern. Langs De Boulevard de Wielingen/Wielingendijk zijn de beschikbare parkeerplaatsen bedoeld voor kortparkeerders (bezoekers horeca, winkels en verhuurkantoren). Het parkeren op de grote parkeerterreinen aan de randen van de kern en langs De Boulevard de Wielingen/Wielingendijk is geregeld door middel van betaald parkeren. Deze parkeerregulering geldt alleen in de periode tussen 1 april en 1 oktober en binnen de op de bebording aangeduide venstertijden. In de woonstraten zijn de parkeerplaatsen bestemd voor de bewoners van permanente woningen en gebruikers (verblijfstoeristen) van recreatieve woningen.

4.3.10 Ruimtelijk kader

Cadzand-Bad, gelegen aan de kust van Zeeuws-Vlaanderen in de gemeente Sluis, is de meest zuidelijk gelegen badplaats in Nederland. Het karakter van badplaats en duindorp is manifest aanwezig en wordt vooral bepaald door:

  • de ligging direct achter en evenwijdig aan het strand;
  • de aanwezige smalle duinstrook;
  • de vooral in het grensvlak van dorp en duin aanwezige ruimtelijke en functionele karakteristiek (afwisselend beeld bebouwing - duin, wisselend beeld in aard en omvang bebouwing, inrichting van de Boulevard de Wielingen en aanwezige diversiteit aan toeristisch-recreatieve functies);
  • de vele verspreid over het dorp gelegen verblijfsrecreatieve accommodaties.

In de omgeving van Cadzand-Bad zijn drie landschappelijke eenheden (schillen) met een geheel eigen identiteit te onderscheiden.

  • Zee en strand: groots en open.
  • Het duinlandschap met daarin opgenomen het duindorp Cadzand-Bad: stijlvol en natuurlijk.
  • Het agrarische polderlandschap: cultuurhistorisch waardevol.

De grenzen tussen deze schillen hebben het karakter van een natuurlijke (en dynamische) overgangszone.

In Cadzand-Bad zijn ruimtelijk-functioneel de volgende deelgebieden te onderscheiden.

Boulevard De Wielingen en duinstrook
De langgerekte Boulevard de Wielingen is de belangrijkste stedenbouwkundige hoofdstructuur en daardoor dé identiteitsdrager van de badplaats. Het is een ruimtelijk en functioneel duidelijk herkenbaar gemengd gebied op grensvlak van dorp en duin.

Verspreid over het gehele gebied zijn permanent en recreatief bewoonde woningen en appartementen aanwezig.

Daarnaast zijn in vooral in de westelijk (van de Kievitenlaan) gelegen deelgebieden "De Rode Wielingen" en het "Duinplein" en in het meest oostelijk deel, nabij en aan het "Duinhof" relatief veel en een diversiteit aan voorzieningen (niet-woonfuncties) aanwezig, zoals bijvoorbeeld detailhandel, horecabedrijven, enkele kantoorfuncties en een tankstation. "De Rode Wielingen" en het "Duinplein" vormen het feitelijke centrum van Cadzand-Bad. Het "Duinhof" markeert als plein nabij aan het knooppunt met de Ringdijk Noord de oostelijke hoofdentree van het dorp.

In de gebiedsdelen "De Rode Wielingen" en het "Duinplein" zijn aan de noordzijde van de weg in en tegen de duinstrook enkele stevige en relatief hoge (oplopend tot circa 25 m) bebouwingsmassa's. Dit geldt ook voor een hoog op het duingelegen hotel in het oostelijk gelegen "Duinhof". Deze domineren het dorpssilhouet. De overige in deze gebiedsdelen aanwezige bebouwing is beduidend lager.

De Boulevard is in het deelgebied "De Groene Wielingen" (gelegen tussen het "Duinplein" en het "Duinhof") breed en groen van opzet. Het wordt aan de noordzijde van de weg geflankeerd door een natuurlijk duinstrook. Het natuurlijke karakter van deze hier nagenoeg onbebouwde duinstrook is vanuit het dorp-zelf bezien vooral hier goed beleefbaar. De aan de zuidzijde van de weg aanwezige bebouwingsstrook bestaat overwegend uit bebouwing met één of twee bouwlagen met kap.

De Boulevard de Wielingen vormt naast een belangrijke verbinding in/door het dorp vooral ook een scherpe grens: de flanken aan beide zijden hebben een geheel eigen identiteit. Het daartussen waarneembare samenspel bepaald in grote mate het geheel eigen badplaatskarakter van dit dorp.

Omgeving Vlamingpolderweg
De Vlamingpolderweg ligt in het verlengde van de Boulevard, oostelijk van de Ringdijk Noord. Dit gebied ontleent haar identiteit vooral aan het duin, aangrenzende waardevolle graslandgronden met enkele kikkerputten. In dit gebied bevinden zich noordoostelijk van de weg in en tegen het duin enkele recreatiewoningen, bestaande uit één bouwlaag met kap. Zuidelijk en oostelijk van het plangebied wordt dit deelgebied begrensd door verblijfsrecreatieve accommodaties en complexen.

Ringdijk Noord
De Ringdijk Noord is de zuidoostelijke toegang en belangrijkste entree van Cadzand-Bad. Deze weg is dé hoofdontsluiting van de badplaats: het merendeel van het externe verkeer van en naar het dorp vindt plaats via deze weg.

Oostzijde Blauwe Laan - Maritiem Balkon
Het gebied langs de Kanaalweg aan de oostzijde van het uitwateringskanaal is de westelijke toegang tot het dorp. De Kanaalweg verbindt het dorp via Retranchement met Sluis en het Belgische achterland.
Evenals voor de Boulevard de Wielingen ademt ook dit gebied de sfeer van een kustplaats. Dit gebied wordt langs de Kanaalweg en Noordzeestraat gedomineerd door twee op en tegen het duin aangelegen hotelgebouwen met een hoogte oplopend tot ongeveer 19 meter. De beide hotels vormen een markant bebouwingscluster aan de westzijde van de badplaats. Ze accentueren de ruimtelijke overgang van het duin- en Zwingebied naar het dorp. Het beeld zuidelijk daarvan wordt bepaald door permanent en recreatief bewoonde woningen en appartementen met een bouwhoogte van één en twee bouwlagen met kap. Enkele daarvan hebben een in de kap ingebedde terug liggende derde bouwlaag. Achter de woningen ligt een parkeerterrein, dat vooral een functie vervult voor het achterliggende duin- en Zwingebied. Er is sprake van een waardevol natuurlijk overgangsgebied met aangrenzend duingronden.
Een uit één bouwlaag met kap bestaand gemaalgebouw markeert de noordkop van het uitwateringskanaal en daarmee samen met het tegenover gelegen dijklichaam de overgang tussen dit deelgebied en het dorp.

Het Duindorp

Dit deelgebied is gelegen tussen de Boulevard de Wielingen, het uitwateringskanaal en de Noorddijk. Het kenmerkt zich door een menging van overwegend permanent en recreatief bewoonde bebouwing. Daarnaast zijn verspreid gelegen ook enkele niet woonfuncties aanwezig, zoals pension en een verhuurburo. Sprake is van lage bebouwing, overwegend niet hoger dan 10 meter (één en twee bouwlagen met kap en op een enkele plaats met een extra bouwlaag). De westelijk in dit deelgebied gelegen buurten Blommaart en de Lopinge vormen met hun gestapelde bouw twee autonome entiteiten. Grenzend aan de Lopinge en Blommaart ligt een woongebied met een compacte opzet van grondgebonden woningbouw. Het oostelijke gedeelte kenmerkt zich door vrijstaande woningen.

De Kievitenlaan verzorgt een belangrijke verbindingsroute voor langzaam verkeer tussen het "Duinplein" aan de noordzijde en een zuidelijk van de Noorddijk gelegen verblijfsrecreatiepark.

Noorddijk

De Noorddijk aan de zuidzijde van het dorp is een cultuurhistorisch waardevol lijnelement. Deze dijk vormt een prominent aanwezige zelfstandig landschapselement dat enerzijds de overgang markeert tussen het dorp en het verblijfsrecreatiepark “Noordzee Résidence Cadzand-Bad” en deze anderzijds verbindt. Naast de ligging wordt dit ook bepaald en versterkt door op en bij de dijk aanwezige boomplanting en een route voor langzaam verkeer alsmede door daarop aansluitende dwarsverbindingen Kievitenlaan en Duinlaan. De dijk vervult een functie als migratieroute voor amfibieën.