direct naar inhoud van 4.2 Beleidsaspecten
Plan: Beheersverordening Cadzand-Bad
Status: vastgesteld
Plantype: beheersverordening
IMRO-idn: NL.IMRO.1714.bvcadzandbad13-VG01

4.2 Beleidsaspecten

In het kader van deze beheersverordening is getoetst welke beleidstukken op rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau relevant zijn. Gelet op de uitgangspunten van deze beheersverordening, is uitsluitend stil gestaan bij beleid dat eventuele consequenties voor de beheersverordening kan of dient te hebben. Omdat de beheersverordening ziet op het beheer van de bestaande situaties is een uitgebreidere toetsing niet noodzakelijk.

4.2.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur & ruimte

Algemeen

De Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte (SVIR) bevat het ruimtelijke beleid van het rijk als opvolger van de Nota Ruimte (2004). Het ontwerp van de SVIR is op 13 maart 2012 vastgesteld.

  • In de SVIR is geen specifiek ruimtelijk beleid voor Cadzand-Bad geformuleerd.
  • Wel zijn in de SVIR de dertien onderwerpen aangegeven die het rijk als 'nationaal belang' beschermingswaardig acht. Voor een aantal van deze onderwerpen is reeds een (beschermende) regeling opgenomen in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro, zie hierna).

Nationaal Landschap

In de SVIR zijn gebieden aangewezen die internationaal zeldzaam/uniek zijn, of die kenmerkend zijn voor Nederland.

  • Geheel West Zeeuws-Vlaanderen - dus ook het plangebied - is als Nationaal Landschap aangeduid. In de SVIR is aangegeven welke kernkwaliteiten West Zeeuws-Vlaanderen als gebied bezit. Deze kwaliteiten zijn verder uitgewerkt in het Omgevingsplan Zeeland (zie paragraaf 3.2).
  • Binnen Nationale Landschappen geldt behoud door ontwikkeling als uitgangspunt. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn mogelijk, mits de kernkwaliteiten van het landschap worden behouden of worden versterkt.
  • De kuststrook Breskens-Cadzand is aangegeven als prioritair aandachtsgebied. Versterking van de kust in combinatie met de verdere ontwikkeling van het landschap, natuur, recreatie en economische ontwikkelingen worden als kansen benoemd.

Nota Belvedère

Achtergrond van deze nota is dat cultuurhistorische waarden sterker richtinggevend dienen te zijn bij de ruimtelijke inrichting van Nederland.

  • Geheel West Zeeuws-Vlaanderen, waaronder ook het plangebied, is aangewezen als Belvedèregebied.
  • De provincie en gemeente dienen, door de cultuurhistorische waarden in een vroegtijdig stadium te betrekken bij de ruimtelijke planvorming, zelf invulling te geven aan de beleidslijnen die het rijk door middel van de Nota Belvedère heeft uitgezet. De provincie Zeeland heeft dit vertaald in het Omgevingsplan Zeeland.

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Algemeen

Voor de ruimtelijke onderwerpen die de rijksoverheid van 'nationaal belang' acht, heeft de Minister van Infrastructuur & Milieu een beschermende regeling opgenomen in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient een gemeentebestuur bij het vaststellen van een ruimtelijk plan de algemene regels van het Barro in acht te nemen.

Het Kustfundament

Titel 2.3 van het Barro bevat algemene regels aangaande bestemmingsplannen die betrekking hebben op het kustfundament. Een deel van het plangebied maakt deel uit van het kustfundament.

Op grond van het Barro dient in dit bestemmingsplan daarom rekening te worden gehouden met de volgende aspecten.

  • Artikel 2.3.2. In een bestemmingsplan dat een wijziging inhoudt ten opzichte van het daaraan voorafgaande bestemmingsplan worden geen activiteiten mogelijk gemaakt die een belemmering vormen voor het uitzicht op de vrije horizon vanaf de gemiddelde hoogwaterlijn met de blik op zee.
  • Artikel 2.3.3. Een bestemmingsplan geeft de bestemming «waterkering» aan gronden waarop een primaire waterkering ligt of die de functie van primaire waterkering hebben.
  • Artikel 2.3.4. Met betrekking tot gronden waarop een primaire waterkering ligt of die de functie van primaire waterkering hebben, of beschermingszones, kan een bestemmingsplan worden vastgesteld dat een wijziging inhoudt ten opzichte van het daaraan voorafgaande bestemmingsplan voor zover bij de verwezenlijking daarvan geen belemmeringen kunnen ontstaan voor:
    • 1. de instandhouding of versterking van het zandige deel van het kustfundament,
    • 2. het onderhoud, de veiligheid of mogelijkheden voor versterking van de primaire waterkering.
  • Artikel 2.3.5. Een bestemmingsplan dat betrekking heeft op gronden buiten het stedelijk gebied maakt ten opzichte van het daaraan voorafgaande geldende bestemmingsplan geen nieuwe bebouwing mogelijk. In de beheersverordening worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.

Conclusie

De beheersverordening legt alleen de bestaande bouwmogelijkheden en het bestaande gebruik vast. Het kustfundament is geregeld in de beheersverordening op de verbeelding en in artikel 4 en artikel 5 van de regels.

4.2.2 Provinciaal beleid

Omgevingsplan Zeeland 2012-2018

Analyse

De voorliggende beheersverordening legt de bestaande situatie vast.

Conclusie

In de beheersverordening wordt uitsluitend het bestaande gebruik en het planologische toegestane gebruik vastgelegd. De beheersverordening past daarmee binnen het provinciaal omgevingsbeleid.

Verordening ruimte provincie Zeeland (2012)

Analyse

Van belang is dat sprake is van een actualisering. Er worden geen nieuwe functies gerealiseerd. Uitgangspunt van de Verordening ruimte provincie Zeeland is dat bestaande juridisch-planologische rechten worden gerespecteerd. Met de voorliggende beheersverordening is daaraan invulling gegeven. Van belang zijn de volgende artikelen.

  • 2.1 Algemene regels voor duurzame verstedelijking. Hieraan wordt voldaan; er worden met de beheersverordening géén nieuwe functies mogelijk gemaakt.
  • 2.2 Bedrijven en detailshandelsvoorzieningen. Het gebruik van de bestaande bedrijfs- en detailhandelspercelen is als zodanig bevestigd. Nieuwe bedrijfsfuncties en detailshandelsvoorzieningen worden niet mogelijk gemaakt. Voldaan wordt aan de Verordening Ruimte.
  • 2.3 Wonen. Er worden geen nieuwe woningen toegestaan in de beheersverordening.
  • 2.5 Recreatie. In de beheersverordening worden geen nieuwe recreatiewoningen of verblijven mogelijk gemaakt. Voor bestaande recreatiewoningen en recreatieve verblijven is in de geldende bestemmingsplannen geen bepaling opgenomen om permanente bewoning tegen te gaan of bedrijfsmatig exploitatie te verplichten. In de beheersverordening is een dergelijke regeling daarom ook niet opgenomen.
  • 2.11 Regionale waterkeringen. De dijken langs het kanaal door Cadzand en de Noorddijk zijn aangewezen als regionale waterkering. In de voorliggende beheersverordening worden deze voorzien van een passende functie.
  • 2.12 Bestaande natuur. Binnen het verordeningsgebied is op de Noorddijk bestaande natuur aanwezig. In de voorliggende beheersverordening is deze voorzien van een passende functie.
  • 2.17 Landschap en Erfgoed. De Noorddijk, het kanaal door Cadzand-Bad en de kustlijn is in de verordening Ruimte aangeduid als landschappelijk waardevol. In de voorliggende beheersverordening worden deze voorzien van een passende functie.

Conclusie

De Verordening Ruimte Zeeland is in de voorliggende verordening uitsluitend op het onderdeel regionale waterkering vertaald.

4.2.3 Gemeentelijk beleid

De Structuurvisie Sluis "Goed leven"

De Structuurvisie Sluis "Goed leven" is opgesteld binnen de kaders van de Wro. De structuurvisie heeft aan de hand van zeven bakens de koers uitgestippeld voor behoud van leefbaarheid, welvaart en welzijn. Deze zeven bakens zijn:

  • 1. Toerisme als economische motor.
  • 2. Het buitengebied is pure beleving.
  • 3. De kracht van karakteristieke kernen.
  • 4. Wonen naar wens.
  • 5. Onderwijs legt stevige basis.
  • 6. Sociale en maatschappelijke voorzieningen samen goed voor elkaar.
  • 7. Krachtig en dienstbaar bestuur.

In deze structuurvisie "Goed leven" wordt op hoofdlijnen het ruimtelijk-economisch beleid van de gemeente Sluis voor de komende jaren uit-een gezet.

In de structuurvisie is aangegeven dat de kern Cadzand-Bad is aangewezen als toeristische plaats met een mondain karakter. Daarnaast is het nog steeds een woonkern waarin ook deeltijd wonen mogelijk is. Qua voorzieningen is lokaal gerichte detailhandel gewenst.

Ontwikkelingsplan Cadzand-Bad Natuurlijk Stijlvol (inclusief Bijlage 10 Ruimtelijke visie en beeldkwaliteit)

Toerisme en recreatie vormen nu en in de toekomst de grootste economische pijler van Cadzand-Bad. De veranderingen in deze sector vragen om een kwaliteitsverbetering. Cadzand-Bad kenmerkt zich momenteel door een te eenzijdige en weinig onderscheidende branchering in het toeristische aanbod.

De benodigde kwaliteitsslag wordt gestimuleerd en gefaciliteerd door ondermeer een samenhangend beleidskader te bieden voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De strategische benadering, aanpak en ruimtelijke hoofdlijnen zijn vastgelegd in dit Ontwikkelingsplan en Bijlage 10. Ingezet wordt op een versterking van het profiel van Cadzand-Bad als een familiale badplaats met allure.

De te volgen ruimtelijke koers behelst zowel een ingrijpende vernieuwing van (delen van) het bestaande dorp als een aanzienlijke uitbreiding van de badplaats aan de zuidzijde. Cruciaal daarbij is dat beide ontwikkelingen onlosmakelijk en in nauwe onderlinge samenhang beschouwd worden.

Enkele projecten zijn op deze basis reeds tot stand gekomen, in de bouwfase of in ontwikkeling. Gerealiseerd zijn onder meer de projecten Zonnekind (Scheldestraat 6), Duinhof Zuid (Stijn Albrechtsstraat), Boulevard de Wielingen 52 en de Dunes (Boulevard de Wielingen 26). Op de percelen Scheldestraat 4 en 5 zijn op dit moment de verblijfsrecreatiecomplexen Ad Infinitum en Et Ultra in aanbouw. Voor de vernieuwing van de Branding en het Strandhotel (Boulevard de Wielingen 49 en 51) zijn separaat aan deze beheersverordening twee bestemmingsplannen in procedure.

Schilvisie Cadzand-Bad

Dit rapport geeft een stedenbouwkundige visie op de toekomstige ontwikkeling van de flanken van Cadzand-Bad. Het gaat daarbij zowel om de uitbreiding van de badplaats aan de zuidzijde als om herontwikkelingen aan de oost- en westzijde van het bestaande dorp.

Deze visie borduurt voort op het Ontwikkelingsplan Cadzand-Bad, waarin de basis is gelegd voor een verdere doorgroei en opwaardering van de badplaats. Behalve de concretisering van de in dat plan aangekondigde uitwerkingen en uitbreidingen blijft in de Schilvisie ook de aandacht bestaan voor de ruimtelijke en functionele samenhangen met de rest van het dorp.

Deze stedenbouwkundige visie biedt een (tweede) ruimtelijk beleidskader om zowel nieuwe als lopende ontwikkelingen en initiatieven in de flanken

Uitwerkingen van deze visie zijn onder meer het verblijfsrecreatieve gebied ten zuiden van de Noorddijk, bestaande uit de recreatiewoningen Noordzee Résidence Cadzand-Bad en het pitch en putt golfterrein langs de Lange Strinkweg. Hierbij is tevens een nieuw parkeerterrein aangelegd. Ook de ontwikkeling van een jachthaven voor pleziervaartuigen binnen het project van de kustversterking, Zwakke Schakels, is hier een onderdeel van.

Conclusie

De beheersverordening legt alleen de bestaande bouwmogelijkheden en het bestaande gebruik vast. Het in de structuurvisie, het Ontwikkelingsplan en de Schilvisie vastgelegde beleidskader vormt een toetsingskader voor passende nieuwe ontwikkelingen. Deze zullen, gelet op het benodigde maatwerk, door middel van separate juridisch planologische procedures mogelijk kunnen worden gemaakt (zie paragraaf 2.3).