Plan: | TAM-omgevingsplan Pater Sangersbrug |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1711.TAMSangersbrug-OW01 |
Preambule
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie Pater Sangersbrug e.o. en vormt juridisch een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22a) van het omgevingsplan van de gemeente Echt-Susteren. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, tweede lid, van het Besluit elektronische publicaties, bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22a van het omgevingsplan van de gemeente Echt-Susteren. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer 22a gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage 22a gelezen worden.
Voor de toepassing van hoofdstuk 22a gelden de volgende begripsbepalingen:
het omgevingsplan van de gemeente Echt-Susteren.
Het TAM-omgevingsplan Pater Sangersbrug met identificatienummer NL.IMRO.1711.TAMSangersbrug-OW01.
bedrijfsmatige activiteit voorkomend in milieucategorie 1 of 2 van Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten 1 of Bijlage 3 Staat van bedrijfsactiviteiten 2, zoals opgenomen bij de regels van dit TAM-omgevingsplan, dan wel een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woning, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend door de eigenaar(s)/gebruiker(s) van de woning dan wel een persoon met een verwantschap in de eerste graad met de eigenaar(s)/gebruiker(s), met uitzondering van een seksinrichting.
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend door de eigenaar(s)/gebruiker(s) van de woning dan wel een persoon met een verwantschap in de eerste graad met de eigenaar(s)/gebruiker(s), waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals arts, notaris, adviseur, therapeut, accountant of advocaat, evenwel met uitzondering van prostitutie.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
die onderdelen van het landschap die iets vertellen over de natuurlijke ontstaanswijze van het gebied. Deze onderdelen kunnen worden verdeeld in 4 subgroepen:
de achterste grens van een bouwvlak, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd, dan wel indien er geen sprake is van een bouwvlak, de denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het hoofdgebouw, zonder bijbehorende bouwwerken.
een onderdeel van het hoofdgebouw of bijbehorend bouwwerk dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is.
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van:
met dien verstande dat maneges, kennels en dierenasiels niet als agrarische bedrijven worden aangemerkt.
de kans (hoog, middelhoog of laag) op het aantreffen van archeologische waarden (vondsten en/of informatie) in een gebied, gebaseerd op onder andere bodemtypen, relatieve hoogtes en bekende archeologische vindplaatsen.
cultuurhistorische waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, dat als zodanig het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigt.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een percentage, dat de grootte van het bouwvlak en/of bouwperceel aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd, tenzij in de planregels anders is bepaald.
een kleinschalige overnachtings- en verblijfsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid van kortdurend toeristisch verblijf inclusief het serveren van een ontbijt, niet zijnde een hotel, pension of ander bedrijf, waarbij het aanbod zich beperkt tot overnachtingsmogelijkheid voor maximaal vier personen. Een bed & breakfast-voorziening is ondergeschikt aan de woonfunctie (binnen een woonfunctie of een agrarische bedrijfsfunctie), is gevestigd in een woonhuis of bijbehorend bouwwerk en wordt gerund door de eigenaar(s) en tevens hoofdbewoner(s) van de betreffende woning. Onder een bed & breakfast-voorziening wordt niet verstaan het overnachten noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid.
een milieubelastende activiteit of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
één woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor het huishouden van een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op het feitelijk gebruik van het gebouw en/of terrein in overeenstemming met de functie.
bevoegd gezag als bedoeld in de Omgevingswet (als hoofdregel is dit het college van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren).
functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegenaan gebouwd, op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk met een dak.
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten.
de grens van een bouwvlak.
in schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouwgeschiedenis en de bouwhistorische kwaliteit van een monument of beeldbepalend pand, overeenkomstig de door het college te stellen eisen.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van de functie hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending, anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het verlenen van economische, (para-)medische en maatschappelijke diensten aan derden, waarbij een rechtstreekse relatie bestaat met het publiek, zoals reisbureaus, bankinstellingen, postkantoren, verzekerings- en/of administratiekantoren, makelaarskantoren, advocaten- en/of notariskantoren, uitzendbureaus, apotheken, praktijkvestigingen voor tandtechniek, kapsalons, schoonheidssalons, nagelstudio's, schoenmakerijen, kleermakerijen en video-/dvd-verhuurbedrijven, fotostudio's en hondentrimsalons.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en die inrichting niet verboden is ingevolge het omgevingsplan.
het bedrijfsmatig, of in een omvang alsof die bedrijfsmatig is, prostitutie aanbieden door een natuurlijke persoon of rechtspersoon, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend, zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
periodieke en/of incidentele manifestaties, zoals concerten, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen en shows, waarbij sprake is van onversterkte muziek dan wel van mechanisch versterkte muziek met een versterkt geluidniveau van maximaal 70 dB(A) op de gevel van de dichtstbijzijnde woning van derden of van een ander geluidgevoelig gebouw.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan, is toegestaan.
bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
paardenhouderij die is gericht op het africhten en trainen van paarden, het bieden van stalruimte voor paarden, het geven van instructie aan derden, het trainen van paarden en uitbrengen in de sport, verhuur van diensten met behulp van paarden en de in- en verkoop van paarden.
(gebouwde) voorziening ten behoeve van de wering van het geluid, zoals een geluidswal of geluidscherm.
de onder- en bovengrond op verschillende niveaus, alsmede water, de territoriale zee en de exclusieve economische zone daaronder begrepen.
een agrarisch bedrijf waarbij voor de bedrijfsvoering hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond.
een begrensd en als zodanig aangeduid deel van een openbare groenvoorziening waar honden uitgelaten kunnen worden en waar de uitwerpselen van honden niet opgeruimd hoeven te worden door degene die de hond uitlaat.
een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige functie van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die functie het belangrijkst is.
het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse. Voor dit omgevingsplan is als horecavoorziening toegestaan een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt, een en ander met dien verstande dat seksinrichtingen niet onder horeca worden begrepen.
zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend;
een persoon of een groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan. Bedrijfsmatige kamerverhuur en verhuur ten behoeve van arbeidsmigranten wordt daaronder niet begrepen.
Een internetwinkel is een specifieke vorm van detailhandel, waarbij verkoop van goederen plaatsvindt na bestelling op internet. Er zijn vier verschillende categorieën internetwinkels (webwinkels) te onderscheiden, waarvan twee zonder fysieke bezoekmogelijkheid en twee met fysieke bezoekmogelijkheid:
Internetwinkels zonder fysieke bezoekmogelijkheid
Internetwinkels met fysieke bezoekmogelijkheid:
het bewonen van een woonruimte die deel uitmaakt van een woonruimte die door een ander huishouden in gebruik is, met dien verstande dat dit slechts toegestaan is in het hoofdgebouw, dan wel in met het hoofdgebouw verbonden bijbehorende bouwwerken.
het verhuren van (een) kamer(s) in een woning, waarbij de eigenaar het hoofdverblijf heeft in dezelfde woning als waar de kamerverhuur plaatsvindt. Kenmerkend voor kamerverhuur is dat de bewoner/huurder van een wooneenheid de toiletruimte, badruimte en de keuken deelt met de eigenaar/hoofdgebruiker van de woning.
één en ander voorzover de onder a en b bedoelde onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn in- of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebuikt voor (niet-permanent) recreatief nachtverblijf.
bijzondere landschappelijk kenmerken van een gebied of object in de zin van aantrekkelijkheid, herkenbaarheid/identiteit en diversiteit bestaande uit aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke waarden, afzonderlijk of in onderlinge samenhang.
beplanting die om esthetische, cultuurhistorische of ecologische redenen van waarde en algemeen belang wordt geacht in zijn ruimtelijke context.
het gebied waar de regel werking heeft.
het grensvlak tussen de ondergrond en de lucht.
maatwerkregels als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet;
een bedrijf, dat is gericht op het verzorgen en dresseren en trainen van paarden voor de ruitersport alsmede het geven van paardrijlessen.
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond. Huisvesting ten behoeve van mantelzorg vindt in of bij een woning plaats en is toegestaan voor één huishouden van maximaal twee personen, van wie ten minste één persoon mantelzorg verleent aan of ontvangt van een bewoner van de woning.
brandstoffen die geschikt zijn voor de aandrijving van verbrandingsmotoren; binnen deze regels valt elektriciteit, als aandrijving van vervoersmiddelen, onder het begrip motorbrandstoffen.
het Natuurnetwerk Nederland is sinds 2013 de naam van de ecologische hoofdstructuur van Nederland: een samenhangend netwerk van bestaande en toekomstige natuurgebieden.
omgevingsvergunning als bedoeld in afdeling 5.1 van de Omgevingswet.
detailhandel welke dient ter ondersteuning van de hoofdfunctie en daar onderdeel van uitmaakt, waarbij de detailhandelsfunctie qua oppervlak, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.
een functie die qua omvang en uitstraling ondergeschikt is aan een op dezelfde plaats voorkomende (hoofd)functie en daarvan ten dienste staat c.q. daar functioneel mee verbonden is.
horeca welke dient ter ondersteuning van de hoofdfunctie en daar onderdeel van uitmaakt, waarbij de horecafunctie qua oppervlak, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdfunctie.
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 m beneden peil.
het in zodanige conditie houden of brengen van objecten dat het voortbestaan van deze objecten op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt en de detaillering, profilering en vormgeving gelijk blijft.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
een niet overdekt terrein ingericht ten behoeve van het paardrijden, met daarbij behorende voorzieningen.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.
een grenslijn tussen bouwpercelen onderling.
detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke stoffen en detailhandel in ABC-goederen (auto's, boten en caravans), tuincentra, bouwmarkten, grove bouwmaterialen, keukens en sanitair alsmede woninginrichting waaronder meubels, die vanwege de omvang en aard van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig hebben voor de uitstalling (en uit dien hoofde niet binnen de aangewezen winkelconcentratiegebieden gevestigd kunnen worden).
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
vorm van recreatie waarvoor geen specifieke inrichting van het gebied noodzakelijk is, maar waarvoor kan worden volstaan met de voorzieningen die reeds ten behoeve van de hoofdfunctie aanwezig zijn en ondergeschikte voorzieningen zoals bewegwijzeringsbordjes, picknickbanken en draaihekjes.
een in het buitengebied gelegen overdekte ruimte, die maximaal aan 3 zijden is omsloten door wanden, waarvan het/de betreffende dier(en) gebruik moet(en) kunnen maken in geval van weidegang, met als doel bescherming tegen extreme weersomstandigheden in zowel zomer als winter uit oogpunt van dierwelzijn en waarbij nabij de schuilgelegenheden geen opslag is toegestaan.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen.
het huisvesten van legale werknemers van bedrijven, die tijdelijk in Nederland verblijven.
een speelplek die met één of meerdere speeltoestellen is ingericht voor de leeftijdscategorie tot circa 12 jaar.
de gronden die bij extreem hoge afvoer van de rivier de Maas onder water staan en die een stroomvoerende functie moeten kunnen vervullen en die worden begrensd door het zomerbed en het gebied dat voorzien is van de functie 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed'.
de Structuurvisie Wonen Midden-Limburg 2022 t/m 2025 die op 7 juli 2022 is vastgesteld door de gemeenteraad van Echt-Susteren, of diens rechtsopvolger.
voorzieningen/constructies met als doel het gewas te forceren tot meer groei en of de oogst te spreiden. Het gaat daarbij om zowel het vervroegen als het verlaten van de teelt ten opzichte van de normale open teelt en/of het beschermen van het gewas tegen weersinvloeden, ziekten en plagen hetgeen leidt tot een beter kwaliteit van het product. De teeltondersteunende voorzieningen dienen ter ondersteuning van de vollegrondsteelt.
een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt.
het huisvesten van werknemers, die in een periode van grote arbeidsbehoefte gedurende enkele maanden op een agrarisch bedrijf werkzaam zijn om naar de aard kortdurend werk te verrichten.
teeltondersteunende voorzieningen die korter dan 6 maanden, al dan niet aaneengesloten in het jaar aanwezig zijn.
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke overdekte winkelruimte ten behoeve van de detailhandel; dit is het netto vloeroppervlak.
verwantschap in de eerste graad, zijnde ouders en kinderen, waaronder tevens adoptie- of pleegouders en/of -kinderen worden verstaan.
de naar de openbare weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, die gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan.
denkbeeldige lijn getrokken langs de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan danwel ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn'.
voorzieningen ten behoeve van het op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
het vermogen tot opvang en/of transport van water.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., worden de regelingen bedoeld zoals deze luidden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van dit TAM-omgevingsplan, tenzij anders bepaald.
het wonen in een woning; hieronder wordt ook inwoning verstaan.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.
de oppervlakte die bij regulier hoog zomerwater door de rivier wordt ingenomen.
De meet- en rekenbepalingen uit artikel 22.24 van het omgevingsplan zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in m, m2 of m3 zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in het bepaalde in 3.1 tot en met 3.10.
de loodrechte afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat perceel voorkomend bouwwerk.
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de locatie, of binnen een in de planregels nader aan te duiden gedeelte van die locatie.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van 'ondergeschikte bouwonderdelen', zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Bij een zogenaamd lessenaarsdak geldt het hoogste snijpunt tussen dakvlak en gevel als goothoogte.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
loodrecht vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. functiegrenzen niet meer dan 1,50 meter bedraagt. Tevens worden hieronder gevelisolerende of andere duurzaamheidsmaatregelen verstaan, mits de overschrijding niet meer dan 0,50 meter bedraagt.
Het is verboden zonder omgevingsvergunning gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locatie toegedeelde functies.
De aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van het omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Agrarisch.
Een als Agrarisch aangewezen locatie mag gebruikt worden voor de volgende functies:
met de daarbij behorende:
Voor zover de locaties van dit artikel samenvallen met de locaties van artikel 12, artikel 13, artikel 14, artikel 15 en artikel 16, dan gelden primair de regels van de artikelen 12, 13, 14, 15 en 16,
Het onderstaande bouwwerk mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd:
De onderstaande bouwwerken mogen uitsluitend binnen de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd:
De onderstaande bouwwerken mogen uitsluitend zowel binnen de aanduiding 'bouwvlak' als binnen de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd:
Binnen deze locatie mogen voorts uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in lid 6.4 gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 |
Bedrijfsgebouwen | 7,7 | 13,3 | Geen beperking | Geen beperking |
Bedrijfswoning | 6 | 10 | Geen beperking | 750 |
Bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning | 3,5 | 5,5 | 70, met dien verstande dat indien de oppervlakte van het bouwperceel meer dan 500 m² bedraagt de maximale oppervlakte van bijbehorende bouwwerken niet meer mag bedragen dan 100 m². | Geen beperking |
Teeltondersteunende voorzieningen | n.v.t. | 4 | Geen beperking | n.v.t. |
Teeltondersteunende voorzieningen in de vorm van afdekfolie en minitunnels | n.v.t. | 0,5 | Geen beperking | n.v.t. |
Sleufsilo's en mestopslagplaatsen e.d. | n.v.t. | 6 | Geen beperking | Geen beperking |
Hooibergen, voedersilo's e.d. | n.v.t. | 15 | Geen beperking | Geen beperking |
Erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak en de aanduiding 'bijgebouwen' | n.v.t. | 2 | n.v.t. | n.v.t. |
Erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak en de aanduiding 'bijgebouwen' | n.v.t. | 1,5 | n.v.t. | n.v.t. |
Gebouwen van openbaar nut, zoals trafo's, schakelstations, metet- en regelstations | 2,7 | 3,5 | 15 | n.v.t. |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van deze functie zoals bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het recreatief medegebruik (o.a. zitbanken en wegwijzers), openbaar nut en verkeersgeleiding | n.v.t. | 2, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de openbare verkeersverlichting niet meer dan 6 mag bedragen. | Geen beperking | Geen beperking |
Overkappingen buiten het bouwvlak en buiten de aanduiding 'bijgebouwen' | n.v.t. | 2 | 40 per ha | n.v.t. |
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | n.v.t. | 2 | n.v.t. | n.v.t. |
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.4.2 ten behoeve van het overschrijden van de aanduiding 'bijgebouwen' en het veranderen van de vorm van deze aanduiding voor het bouwen van bouwwerken, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.4.2 ten behoeve van het bouwen van veestallen binnen de aanduidin 'bijgebouwen', mits is aangetoond dat geen sprake is van een toename van de ammoniakdepositie in een Natura 2000-gebied, dan wel dat de depositie geen gevolgen heeft voor de instandhoudingsdoelstelling van het Natura 2000-gebied en mits dit aantoonbaar noodzakelijk is in het kader van een doelmatige bedrijfsvoering.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.4.2 ten behoeve van het realiseren van schuilgelegenheden, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.4.2 ten behoeve van het oprichten van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het de aanduiding 'bijgebouwen', mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.4.2 ten behoeve van het oprichten van hagelnetten, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.4.5 ten behoeve van het uitbreiden van de omvang van de woning en de bijbehorende bouwwerken met ten hoogste 75 m³ ten behoeve van mantelzorg, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.4.5 ten behoeve van het vergroten van de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak en de aanduiding 'bijgebouwen' tot ten hoogste 2 m., mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in dit TAM-omgevingsplan ten behoeve van het overschrijden van de aanduiding 'bijgebouwen', mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in dit TAM-omgevingsplan teneinde de functie 'Agrarisch' ter plaatse van het bouwvlak en de tuinen, erven en inritten behorende bij de bedrijfswoning om te zetten in de functie 'Wonen', mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in dit TAM-omgevingsplan ten behoeve van het omschakelen van een agrarisch bedrijf naar een gebruiksgerichte paardenhouderij, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met dit TAM-omgevingsplan als bedoeld in artikel 4 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het uitoefenen van een aan huis verbonden beroep is toegestaan binnen de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Het uitoefenen van een aan huis verbonden bedrijf is toegestaan binnen de bedrijfswoning, met dien verstande dat:
Mantelzorg is toegestaan in bestaande bebouwing binnen de bedrijfswoning.
Arbeidsmigrantenhuisvesting is niet toegestaan, behoudens waar dit expliciet is toegestaan en/of hiervoor een rechtsgeldige omgevingsvergunning is verleend.
Kamerverhuur is niet toegestaan.
Het uitoefenen van een bed & breakfast is toegestaan binnen de bedrijfswoning, onder de volgende voorwaarden:
Het uitoefenen van een internetwinkel van categorie A is toegestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.7.3 ten behoeve van het toestaan van aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten die niet zijn opgenomen in de 'Lijst van aan huis verbonden bedrijven', zoals opgenomen in Bijlage 2 bij deze regels in de bedrijfswoning, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.7.5 voor de uitoefening van een Bed & Breakfast onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.7.6 ten behoeve van het toestaan van een internetwinkel van categorie B in de bedrijfswoning, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.7.7 ten behoeve van het toestaan van een internetwinkel van categorie B en/of C binnen de bedrijfsfunctie, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.7.4 sub c ten behoeve van het toestaan van kamerverhuur, onder de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.2 ten behoeve van het toestaan van kleinschalig kamperen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.2 ten behoeve het toestaan van nevenactiviteiten zoals zijn opgenomen in Bijlage 4 'Nevenactiviteiten/functieveranderingen' mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 6.2 ten behoeve van het toestaan van de tijdelijke huisvesting van seizoenarbeiders, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Aanvullend is het, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - natuur- en landschapswaarden' verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 6.9.1 is niet van toepassing:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.9.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden en/of functies die het omgevingsplan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen en, wanneer mogelijk, een positieve bijdrage wordt geleverd aan de aanwezige cultuurhistorisch-landschappelijke waarden.
Het staat het bevoegd gezag vrij om advies in te winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 6.9.1 bij de in de gemeente operationele en ter zake deskundige commissie op het vlak van monumenten, welstand, landschap, archeologie en cultuurhistorie.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Groen.
Een als Groen aangewezen locatie mag gebruikt worden voor de volgende functies:
Voor zover de locaties van dit artikel samenvallen met de locaties van artikel 12, artikel 13, artikel 14, artikel 15 en artikel 16, dan gelden primair de regels van de artikelen 12, 13, 14, 15 en 16,
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met dit TAM-omgevingsplan als bedoeld in artikel 4 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Horeca.
Een als Horeca aangewezen locatie mag gebruikt worden voor de volgende functies:
met de daarbij behorende:
Voor zover de locaties van dit artikel samenvallen met de locaties van artikel 12, artikel 13, artikel 14, artikel 15 en artikel 16, dan gelden primair de regels van de artikelen 12, 13, 14, 15 en 16,
Voor het bouwen van bebouwing gelden de volgende regels:
Bouwwerken | Maximale goothoogte in m | Maximale bouwhoogte in m | Maximale oppervlakte in m2 | Maximale inhoud in m3 | Minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens in m |
Bedrijfgebouwen | 6,6 | 11 | De bestaande oppervlakte, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht | Geen beperking | 5 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Indien de bestaande bebouwing afwijkt van het bepaalde onder a dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht.
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 8.4 ten behoeve van het vergroten van gezamenlijke bebouwingsoppervlakte van bedrijfsgebouwen tot een maximum van 10% van de bestaande gezamenlijke bebouwingsoppervlakte van bedrijfsgebouwen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Arbeidsmigrantenhuisvesting is niet toegestaan, behoudens waar hiervoor een rechtsgeldige omgevingsvergunning is verleend.
Het uitoefenen van een internetwinkel van categorie A is toegestaan binnen deze locatie, met dien verstande dat:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met dit TAM-omgevingsplan als bedoeld in artikel 4 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 8.7.2 ten behoeve van het toestaan van een internetwinkel van categorie B en/of C binnen de bedrijfsfunctie, onder de volgende voorwaarden:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Natuur.
Een als Natuur aangewezen locatie mag gebruikt worden voor de volgende functies:
met de daarbij behorende:
Binnen een als 'Natuur' aangewezen locatie is het beleid primair gericht op behoud en versterking van de ecologische en landschappelijke kwaliteiten. Het bieden van mogelijkheden voor recreatief medegebruik mag geen afbreuk doen aan deze primaire doelstelling. Het hele gebied binnen deze functie mag in beginsel worden gebruikt voor extensief recreatief medegebruik. Ter ondersteuning van het recreatief medegebruik zijn beperkte recreatieve voorzieningen toegestaan, zoals picknicktafels, bankjes, bewegwijzering e.d.
Voor zover de locaties van dit artikel samenvallen met de locaties van artikel 12, artikel 13, artikel 14, artikel 15 en artikel 16, dan gelden primair de regels van de artikelen 12, 13, 14, 15 en 16,
Op of in deze gronden is het bouwen van gebouwen niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 9.4.1 ten behoeve van het realiseren van een beheerschuur ten behoeve van het beheer van het onderhoud van de gronden voor doeleinden als beschreven in lid 9.2, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 9.4.2 ten behoeve van het oprichten van een brandtoren/uitzichttoren, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 9.4.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken ten behoeve van recreatief medegebruik, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 9.4.2 ten behoeve van het oprichten van erf- en terreinafscheidingen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met dit TAM-omgevingsplan als bedoeld in artikel 4 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 9.7.1 is niet van toepassing:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.7.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden en/of functies die het omgevingsplan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen en, wanneer mogelijk, een positieve bijdrage wordt geleverd aan de aanwezige cultuurhistorisch-landschappelijke waarden.
Het staat het bevoegd gezag vrij om advies in te winnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in lid 9.7.1 bij de in de gemeente operationele en ter zake deskundige commissie op het vlak van monumenten, welstand, landschap, archeologie en cultuurhistorie.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Verkeer.
Een als Verkeer aangewezen locatie mag gebruikt worden voor de volgende functies:
Het aantal rijstroken mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal.
Voor zover de locaties van dit artikel samenvallen met de locaties van artikel 12, artikel 13, artikel 14, artikel 15 en artikel 16, dan gelden primair de regels van de artikelen 12, 13, 14, 15 en 16,
Op of in deze gronden is het bouwen van gebouwen niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met dit TAM-omgevingsplan als bedoeld in artikel 4 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Water.
Een als Water aangewezen locatie mag gebruikt worden voor de volgende functies:
Voor zover de locaties van dit artikel samenvallen met de locaties van artikel 12, artikel 13, artikel 14, artikel 15 en artikel 16, dan gelden primair de regels van de artikelen 12, 13, 14, 15 en 16,
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met dit TAM-omgevingsplan als bedoeld in artikel 4 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur, steigers inbegrepen, voor zover niet aan te merken als een bouwwerk, met uitzondering van oever- en bodembeschoeiing.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.5.1 ten behoeve van een goed waterstaatkundig beheer, met dien verstande dat:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Leiding - Ondergronds.
Een als Leiding - Ondergronds aangewezen locatie mag gebruikt worden voor bescherming en onderhoud van een ondergrondse rioolwatertransportleiding met een vrijwaringstrook ter breedte van 2,50 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool'.
Uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) mogen worden opgericht.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken van het bepaalde in lid 12.3 ten behoeve van het bouwen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van andere, voor deze locaties geldende functies, met dien verstande dat:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in lid 12.5.1 is niet van toepassing:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.5.1 mag alleen worden verleend indien door de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waarden en/of functies die het omgevingsplan beoogt te beschermen, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen. Alvorens te beslissen omtrent de omgevingsvergunning wordt de betreffende leidingbeheerder gehoord.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Waarde - Archeologie 3.
Een als Waarde - Archeologie 3 aangewezen locatie heeft als functie het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen in droge en natte landschappen met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde; danwel een provinciaal aandachtsgebied met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde.
Gebouwd mogen worden bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Voor het bouwen ten behoeve van de overige op deze locatie aanwezige functies zijn de desbetreffende regels behorende bij die functies van toepassing, met dien verstande, dat indien de bodemverstoring als gevolg van het bouwen dieper is dan 0,40 meter onder maaiveld én de omvang van de bodemingreep groter is dan 500 m² de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport dient te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen of zullen worden verstoord naar oordeel het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld of waaruit blijkt dat:
Het indienen van een ingevolge lid 13.3.2 vereist archeologisch onderzoek kan achterwege blijven indien de archeologische waarde of verwachtingswaarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
Indien uit het in lid 13.3.2 genoemde rapport blijkt dat archeologische waarden van de gronden door de beoogde bouwwerkzaamheden kunnen of zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd maatwerkvoorschriften te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in lid 13.3.2 of artikel 13.5.3 gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren:
Het bepaalde in lid 13.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
Indien een omgevingsvergunning vereist is, de bodemverstoring als gevolg van de werken/werkzaamheden dieper is dan 0,40 meter onder maaiveld én de omvang van de bodemingreep groter is dan 500 m² dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen of zullen worden verstoord naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld of waaruit blijkt dat:
Het indienen van een ingevolge lid 13.5.3 vereist archeologisch onderzoek kan achterwege blijven, indien de archeologische waarde of verwachtingswaarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
Indien uit het in lid 13.5.3 genoemde rapport blijkt dat archeologische waarden van de gronden door de beoogde werken/werkzaamheden kunnen of zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden verbinden:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Waarde - Archeologie 5.
Een als Waarde - Archeologie 5 aangewezen locatie heeft als functie het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden gelegen in droge en natte landschappen met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde; danwel een provinciaal aandachtsgebied met hoge en/of middelhoge archeologische verwachtingswaarde.
Gebouwd mogen worden bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Voor het bouwen ten behoeve van de overige op deze locatie aanwezige functies zijn de desbetreffende regels behorende bij die functies van toepassing, met dien verstande, dat indien de bodemverstoring als gevolg van het bouwen dieper is dan 0,40 meter onder maaiveld én de omvang van de bodemingreep groter is dan 30 m² de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport dient te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen of zullen worden verstoord naar oordeel het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld of waaruit blijkt dat:
Het indienen van een ingevolge lid 14.3.2 vereist archeologisch onderzoek kan achterwege blijven indien de archeologische waarde of verwachtingswaarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
Indien uit het in lid 14.3.2 genoemde rapport blijkt dat archeologische waarden van de gronden door de beoogde bouwwerkzaamheden kunnen of zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd maatwerkvoorschriften te stellen aan de situering, de inrichting en het gebruik van de gronden, indien uit het onderzoek als bedoeld in lid 14.3.2 of lid 14.5.3 gebleken, dat ter plaatse beschermingswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren:
Het bepaalde in lid 14.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
Indien een omgevingsvergunning vereist is, de bodemverstoring als gevolg van de werken/werkzaamheden dieper is dan 0,40 meter onder maaiveld én de omvang van de bodemingreep groter is dan 30 m² dient de aanvrager een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag kunnen of zullen worden verstoord naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld of waaruit blijkt dat:
Het indienen van een ingevolge lid 14.5.3 vereist archeologisch onderzoek kan achterwege blijven, indien de archeologische waarde of verwachtingswaarde van de gronden in andere beschikbare informatie afdoende is vastgesteld. Deze informatie wordt dan als een rapport beschouwd.
Indien uit het in lid 14.5.3 genoemde rapport blijkt dat archeologische waarden van de gronden door de beoogde werken/werkzaamheden kunnen of zullen worden verstoord, kan het bevoegd gezag aan de omgevingsvergunning de volgende voorwaarden verbinden:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Waarde - Cultuurhistorie.
Een als 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen locatie heeft als functie:
Ter plaatse van de aanduiding: | dienen bij nieuwe ontwikkelingen de karakteristieken en waarden gerespecteerd te worden zoals nader bepaald in: |
'specifieke vorm van waarde - cultuurhistorisch ensemble De Pas en Oevereind' | Bijlage 8 Cultuurhistorisch ensemble De Pas en Oevereind |
Ten behoeve van de overige op deze locatie aanwezige functies mag uitslutiend worden gebouwd indien daarbij rekening wordt gehouden met de waarden zoals genoemd in lid 15.2.2.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd maatwerkvoorschriften te stellen aan de situering, de vorm en de kwaliteit van de bouwwerken ter voorkoming van onevenredige aantasting van de cultuurhistorische landschapswaarden.
Toepassing van deze bevoegdheid mag niet leiden tot een onevenredige beperking van het meest doelmatige gebruik.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren,:
Het bepaalde in lid 15.5.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.5.1 kan alleen worden verleend indien:
Het bevoegd gezag kan advies inwinnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld lid 15.5.1 bij de in de gemeente operationele en ter zake deskundige commissie op het vlak van monumenten, welstand, landschap, archeologie en cultuurhistorie.
Het is verboden op of in lid 15.2 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning cultuurhistorisch waardevolle objecten geheel of gedeeltelijk te slopen indien het bebouwing betreft van vóór 1940 (op basis van referentiedatabase BAG) en het ingrijpende verbouwingen aan muurwerk of kapconstructies betreft of gehele of substantiële sloop.
Het in lid 15.6.1 bepaalde is niet van toepassing voor:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 15.6.1 kan alleen worden verleend indien:
Het bevoegd gezag kan advies inwinnen ten behoeve van de beoordeling van een aanvraag om een vergunning als bedoeld lid 15.6.1 bij de in de gemeente operationele en ter zake deskundige commissie op het vlak van monumenten, welstand, landschap, archeologie en cultuurhistorie.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed.
Een als 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' aangewezen locatie heeft als functie bescherming en behoud van de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed.
Op de voor 'Waterstaat - Stroomvoerend rivierbed' bestemde gronden mag niet worden gebouwd.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 16.3 ten behoeve van het toestaan van de volgende activiteiten:
mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Activiteiten, niet zijnde bouwactiviteiten, zijn niet toegestaan, behoudens riviergebonden activiteiten zoals benoemd in lid 16.5.2.
Voor de navolgende riviergebonden activiteiten in het gedeelte van het rivierbed waarop het stroomvoerend regime van toepassing is, wordt, onverminderd het bepaalde in lid 16.5.4 sub b toestemming gegeven voor:
Voor niet-riviergebonden activiteiten in het gedeelte van het rivierbed waarop het stroomvoerend regime van toepassing is, wordt geen toestemming gegeven, tenzij, onverminderd het bepaalde in lid 16.5.4 sub b sprake is van:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Geen bouwwerk of complex van bouwwerken mag worden opgericht indien daardoor een bestaand bouwwerk of complex van bouwwerken met daarbij behorende perceel, hetzij niet langer zou blijven voldoen aan het omgevingsplan, hetzij in grotere mate zou gaan afwijken van het omgevingsplan.
Geluidsgevoelige gebouwen en geluidgevoelige ruimten als bedoeld in artikel 3.21 respectievelijk artikel 3.22 van mogen, onverminderd het bepaalde in de bouwregels per functie, slechts worden opgericht indien en voor zover wordt voldaan aan de wettelijke standaardwaarde als bedoeld in het Besluit kwaliteit leefomgeving, dan wel een vastgestelde hogere grenswaarde.
Daar waar geen specifieke parkeernormen bij de afzonderlijke functies zijn opgenomen geldt ten aanzien van het parkeren de volgende bepaling:
De in lid 18.2.1 bedoelde parkeerplaatsen moeten afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan indien de afmetingen minimaal 1,80 m. bij 5,00 m. en maximaal 3,25 m bij 6,00 m. bedragen.
Indien de functie van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 18.2.1 en lid 18.2.3 indien indien aangetoond is dat in de directe omgeving (een straal van circa 250 meter) voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd maatwerkvoorschriften te stellen ten aanzien van het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan ten behoeve van een goede parkeerbalans, de verkeerssituatie en/of het stedenbouwkundig beeld.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze planregels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze planregels opgenomen afwijkingen, de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in lid 18.3.2 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10,00 meter onder peil onder de voorwaarden dat:
Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die legaal gebouwd zijn, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 van dit TAM-omgevingsplan is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die legaal gebouwd zijn, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 van dit TAM-omgevingsplan is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan, het gebruiken, te doen of laten gebruiken van bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het TAM-omgevingsplan ten behoeve van het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein.
Binnen de gebiedsaanduiding 'overige zone - natuurnetwerk nederland' zijn de gronden tevens aangewezen voor bescherming, behoud, herstel of de duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van de gebieden.
Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - werkterreinen' zijn de gronden mede aangewezen voor tijdelijke werkterreinen ten behoeve van de realisatie van het project Pater Sangersbrug, zijnde de nieuwbouw van een nieuwe brug met de bijbehorende infrastructuur en de afbraak van de oude brug.
Ter plaatse van de aanduiding vrijwaringszone - reserveringszone provinciale weg 15 meter mogen, ongeacht het overige in dit plan bepaalde, geen bouwwerken worden opgericht, met uitzondering van:
Het verbod in lid 20.3.1 geldt niet voor:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 20.3.1 sub a nadat advies is ingewonnen bij de wegbeheerder.
Het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning toestemming verlenen af te wijken:
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de artikelen 12 tot en met 16 geldt dat de functies gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven functies met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de functie:
Het TAM-omgevingsplan maakt nieuwe ontwikkelingen binnen het wijzigingsgebied mogelijk. Deze ontwikkelingen dienen gecombineerd te worden met een kwaliteitsverbetering. Om deze kwaliteitsverbeteringen te kunnen bereiken worden twee instrumenten ingezet:
Agrarische ontwikkelingen: 'Landschappelijke inpassing'
Het instrument ruimtelijke kwaliteit agrarisch: 'Landschappelijke inpassing' is van toepassing op agrarische bedrijven. Ten behoeve van de uitbreiding van bebouwing binnen het agrarische bouwvlak is het instrument van toepassing via de nadere eisen. Wanneer er sprake is van een uitbreiding van het agrarische bouwvlak en het oprichten van teeltondersteunende voorzieningen buiten het agrarische bouwvlak is het instrument van toepassing via de afwijkings- dan wel wijzigingsbevoegdheid.
Overige ontwikkelingen: 'Kwaliteitsbijdrage'
Het instrument ruimtelijke kwaliteit: 'Kwaliteitsbijdrage' is van toepassing voor overige ontwikkelingen in het buitengebied. Op hoofdlijnen betreft het:
Het instrument is van toepassing via de vergunningplicht voor afwijken.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd medewerking te verlenen aan de in dit TAM-omgevingsplan opgenomen afwijkingsregels ten behoeve van de ontwikkeling van agrarische bedrijven, onder de voorwaarde dat naast de reeds in de betreffende regels opgenomen voorwaarden, tevens wordt voldaan aan de van toepassing zijnde onderstaande 'Landschappelijke inpassing':
Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen een viertal kwaliteitspakketten:
Basiskwaliteit | = nieuwe bebouwing en verharding en/of plek waar functiewijziging plaatsvindt, moet goed worden ingepast. |
Basiskwaliteit Plus | = 10% van de totale oppervlakte van de bouwvlak na uitbreiding. Wanneer nieuwe verharding (deels) buiten het bouwvlak is gelegen dan dient deze oppervlakte meegerekend te worden. |
Basiskwaliteit Plus met aanvullende kwaliteitsverbetering | = 10% van de totale oppervlakte van het bouwvlak na uitbreiding x 1,5. Wanneer nieuwe verharding (deels) buiten het bouwvlak is gelegen dan dient deze oppervlakte meegerekend te worden. |
Basiskwaliteit Plus met aanvullende kwaliteitsverbetering Plus | = 10% van de totale oppervlakte van het bouwvlak na uitbreiding x 2. Wanneer nieuwe verharding (deels) buiten het bouwvlak is gelegen dan dient deze oppervlakte meegerekend te worden. |
In onderstaande tabel is aangegeven bij welke uitbreidingssituatie welk pakket van toepassing is (aangeduid met een 'X'). Tevens is aangegeven of advies gevraagd moet worden bij de regionale kwaliteitscommissie.
AGRARISCHE ONTWIKKELING | BASISKWA- LITEIT |
BASISKWA- LITEIT PLUS |
BASISKWALI- TEIT PLUS EN AANVULLENDE KWALITEITS- VERBETERING |
BASISKWALI- TEIT PLUS EN AANVULLENDE KWALITEITS- VERBETERING PLUS |
ADVIES KWALITEITS- COMMISSIE |
Uitbreiding bebouwing binnen bestaand agrarisch bouwvlak. |
X |
- |
- |
- |
Nee |
Uitbreiding bebouwing binnen bestaand agrarisch bouwvlak alsmede vergroten agrarisch bouwvlak. Onder referentiemaat (1,5 ha). |
- |
X |
- |
- |
Ja |
Uitbreiding bebouwing binnen bestaand agrarisch bouwvlak alsmede vergroten agrarisch bouwvlak. Onder referentiemaat (1,5 ha). Gelegen binnen Landduinen, Beekdalen en bufferzones in Oude Ontginningen, zoals aangeduid op de kaart in Bijlage 3: Kenmerken landschapstype 'Maasdal' |
- |
- |
X |
- |
Ja |
Wanneer het pakket 'Basiskwaliteit' van toepassing is, dient de volgende kwaliteit gerealiseerd te worden:
Verdiscontering kan plaatsvinden met eerder gerealiseerde landschappelijke en ruimtelijke inpassingen.
Wanneer het pakket 'Basiskwaliteit Plus' van toepassing is, dient de volgende kwaliteit gerealiseerd te worden:
Verdiscontering kan plaatsvinden met eerder gerealiseerde landschappelijke en ruimtelijke inpassingen.
Wanneer het pakket 'Basiskwaliteit Plus met aanvullende kwaliteitsverbetering' van toepassing is, dient de volgende kwaliteit gerealiseerd te worden:
Verdiscontering kan plaatsvinden met eerder gerealiseerde landschappelijke en ruimtelijk inpassingen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd medewerking te verlenen aan de in dit TAM-omgevingsplan opgenomen afwijkingsregels, onder de voorwaarde dat naast de reeds in de betreffende regels opgenomen voorwaarden, tevens wordt voldaan aan de van toepassing zijnde onderstaande 'Kwaliteitsbijdrage':
Overige ontwikkelingen | Kwaliteitsbijdrage | Advies kwaliteitscommissie |
Gebiedseigen recreatie en toerisme | ||
Nieuwvestiging binnen VAB | Basiskwaliteit Plus, zoals bedoeld in artikel 22.2.2 sub c, waarbij 80% van de omtrek van de totale functieoppervlakte landschappelijk ingepast dient te worden. |
Nee |
Uitbreiding bestaande situatie | Aanleg groen (5x verhard en bebouwd oppervlak). Hierbij dient rekening te worden gehouden met de specifieke kenmerken van het landschap, zoals omschreven in Bijlage 9: Kenmerken landschapstype 'Maasdal'. |
Ja |
Kleinschalig kampeerterrein | Basiskwaliteit Plus, zoals bedoeld in artikel 22.2.2 sub c, waarbij de landschappelijke inpassing van het kampeerterrein een omvang heeft van 10% van de totale oppervlakte van het kampeerterrein. |
Nee, wanneer binnen agrarisch bouwvlak Ja, wanneer buiten agrarisch bouwvlak |
Uitbreiding in buitengebied van (niet-aan-) buitengebied-gebonden bedrijven | ||
Nieuwvestiging binnen VAB | Basiskwaliteit, zoals bedoeld in artikel 22.2.2 sub b. | Nee |
Uitbreiding bestaande situatie binnen bestaand bouwvlak | Landschappelijke en ruimtelijke inpassing van de uitbreiding. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de specifieke kenmerken van het landschap, zoals omschreven in Bijlage 9: Kenmerken landschapstype 'Maasdal'. |
Nee |
Uitbreiding bestaande situatie buiten bestaand bouwvlak | Basiskwaliteit Plus, zoals bedoeld in artikel 22.2.2 sub c. | Ja |
Overige gebouwde functies |
||
Schuilgelegenheden |
Landschappelijke en ruimtelijke inpassing van de schuilgelegenheid. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de specifieke kenmerken van het landschap, zoals omschreven in Bijlage 9: Kenmerken landschapstype 'Maasdal'. |
Nee |
Nevenactiviteiten |
Landschappelijke en ruimtelijke inpassing van de nevenactiviteit. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de specifieke kenmerken van het landschap, zoals omschreven in Bijlage 9: Kenmerken landschapstype 'Maasdal'. |
Nee |
Huisvesting arbeidsmigranten |
Landschappelijke en ruimtelijke inpassing van de huisvesting. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de specifieke kenmerken van het landschap, zoals omschreven in Bijlage 9: Kenmerken landschapstype 'Maasdal'. |
Nee |
Functiewijziging | Basiskwaliteit zoals bedoeld in artikel 22.2.2 sub b. | Nee |
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen.
Hiervoor gelden de volgende regels: