direct naar inhoud van 4.3 Rust en ruimte
Plan: Structuurvisie ''Moerdijk 2030''
Status: vastgesteld
Plantype: gemeentelijke structuurvisie
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.SVMoerdijk2030-0401

4.3 Rust en ruimte

Onderscheid

Zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven, is de in de Strategische Visie genoemde oost-westverdeling van de gemeente in een oostelijk deel met vooral stedelijke kwaliteiten en een westelijk deel met vooral landelijke kwaliteiten, in de structuurvisie verder uitgewerkt. De gemeente is in 2030 - sterker dan nu - te verdelen in:

  • een gebied waar stedelijke kwaliteiten de boventoon voeren (het 'stedelijk kerngebied');
  • een (aanzienlijk groter) gebied met vooral landelijke kwaliteiten, waar rust en ruimte de boventoon voeren (de 'recreatieve zones langs het water' en 'het agrarisch en landschappelijk kerngebied').

De stedelijke functies worden vooral in het stedelijk kerngebied geconcentreerd, terwijl niet alleen ten westen daarvan, maar ook ten oosten van de stedelijke driehoek de nadruk ligt op landelijke functies. Het oostelijke landelijk gebied lijkt relatief klein, maar het strekt zich in oostelijke richting uit tot ver over de gemeentegrenzen.

Groenblauw raamwerk

In het landelijke gebied wordt een groenblauw raamwerk ontwikkeld. Vooral de dijken met bomenlanen zijn belangrijke en fraaie landschappelijke dragers in het gebied. Door het met bomen (zoals essen) beplanten van de nu nog onbeplante dijken wordt deze functie versterkt. Daarnaast worden oude krekenstructuren hersteld: oude kreeklopen worden verbreed en ze worden begeleid door natuurlijke oevers waarop niet alleen ruimte is voor natuurwaarden (bijvoorbeeld rietvegetaties), maar ook voor extensieve vormen van recreatie zoals wandelen en fietsen. Zo ontstaan ecologisch waardevolle gebieden en verbindingen in het agrarisch landschap, waardoor de ecologische, maar ook de belevingswaarde van het platteland sterk toeneemt. De ontwikkeling van nieuwe woonvormen in het buitengebied kan als middel worden ingezet om met privaat geld natuur te ontwikkelen. Ontwikkeling van nieuwe woonvormen wordt daarom bij voorkeur gekoppeld aan het herstellen van kreekstructuren of het versterken van de recreatieve zones langs het water. Nieuwe woonvormen mogen (de ontwikkeling van) de landbouw echter niet belemmeren. Uitbreidingen naar behoefte van de kernen in het landelijk gebied hebben gedoseerd en gefaseerd plaats en met een dorpse maat en schaal, passend bij het landschap. Lokale bedrijventerreinen mogen uitbreiden conform het Lokaal vestigingsbeleid van de gemeente. Waar sprake is van stedelijke uitbreidingen die ten koste gaan van agrarische gronden wordt zorg gedragen voor de noodzakelijke compenserende maatregelen. Daarbij wordt vanzelfsprekend wel rekening gehouden met de marktwerking bij eventuele functiewijzigingen.

Menging van functies

De landschappelijke verfraaiing gaat samen met het beter beleefbaar en toegankelijk maken van het buitengebied voor burgers, toeristen en recreanten. Daarbij gaat het vooral om fietsroutes en wandelroutes (ommetjes) vanuit de kernen, die goeddeels gekoppeld worden aan het te versterken groenblauwe casco: over/langs de dijken en langs de kreken. Dit gebeurt bij voorkeur in samenwerking met agrariërs, want in het agrarisch en landschappelijk kerngebied ligt het accent op de landbouw, die in belangrijke mate de drager is van het landschap. De landbouw krijgt hier dan ook de ruimte voor ontwikkeling, mits bij de ontwikkelingen oog is voor ruimtelijke kwaliteit en deze worden ingepast in het landschap (bijvoorbeeld erfbeplanting om in het landschap passende schuren en stallen) en mits ontwikkelingen niet ten koste gaan van de leefbaarheid van de in het buitengebied gelegen kernen. Landbouw wordt op een duurzame, innovatieve wijze bedreven (bijvoorbeeld in de vorm van biologische of waterneutrale landbouw, maar ook de traditionele landbouw kan een bijdrage leveren aan duurzaamheid). In de recreatieve zones langs het water (Hollandsch Diep / Volkerak en Mark/Dintel) wordt ruimte geboden voor verbreding en combinaties tussen landbouw, toerisme en recreatie en natuur. Groene en blauwe diensten (onder andere agrarisch natuurbeheer) kunnen bijdragen aan de verweving van landbouw en natuur.

De (nieuw)vestiging van intensieve veehouderij wordt nergens in de gemeente toegestaan. Hervestiging en uitbreiding van een bestaande intensieve veehouderij zijn alleen onder (strenge) voorwaarden op een duurzame locatie mogelijk in de verwevingsgebieden conform de provinciale Verordening ruimte (zie ook deel B: paragrafen 2.2 en 3.12). Een duurzame locatie is een bestaand bouwblok met een zodanige ligging dat het zowel vanuit milieuoogpunt als vanuit ruimtelijk oogpunt verantwoord is om het ter plaatse door te laten groeien.

In het stedelijk kerngebied

De gemeente neemt de twee mogelijke doorgroeigebieden voor glastuinbouw van de Provincie over in de structuurvisie:

  • in de Spiepolder aan de zuidoostzijde van Zevenbergen, langs de oostzijde van de Hazeldonkse Zandweg (N389);
  • ten noorden van De Langeweg (N285) tussen Zevenbergen en Langeweg (net ten oosten van Zevenbergen).

Conform de provinciale Verordening ruimte (zie ook deel B paragrafen 2.2 en 3.12) mogen bestaande bedrijven hier hun bedrijfsactiviteiten voortzetten en onder voorwaarden uitbreiden. De voorwaarden voor uitbreiding houden in dat:

  • rekening wordt gehouden met de ter plaatse van de voorgenomen uitbreiding aanwezige waarden en belangen van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische, water- en bodemhuishoudkundige, milieuhygiënische en recreatieve aard;
  • het bedrijf voordelen op het gebied van duurzaamheid en synergie behaalt.

Nieuwvestiging van en omschakeling naar een glastuinbouwbedrijf zijn alleen toegestaan met een (provinciale) ontheffing, die alleen wordt verleend:

  • in het geval dat het ruimtelijk gezien wenselijk is een glastuinbouwbedrijf (elders in de provincie) te saneren of
  • in het geval van herschikking van bouwblokken binnen het doorgroeigebied zelf.


Ten noorden van Zevenbergen is (in het stedelijk-landschappelijk uitloopgebied) een zoekgebied aangewezen waar intensieve vormen van recreatie een plek kunnen krijgen. Omdat het landschap er minder open is, kunnen hier 'gebiedsvreemde' elementen (zoals bijvoorbeeld een golfbaan of recreatieplas) gerealiseerd worden, zij het met aandacht voor ruimtelijke kwaliteit.

De ontwikkeling van de Roode Vaart tussen Moerdijk en Zevenbergen biedt mogelijkheden als verbindende schakel tussen enerzijds Moerdijk en het Hollandsch Diep en anderzijds het centrumgebied van Zevenbergen.

In de stedelijke driehoek is ook nog voldoende 'vrije groene ruimte' waar natuur, landbouw en recreatie een plaats kunnen behouden.