Plan: | Kloosterlaan 2 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1709.Kloosterlaan2-0401 |
De Structuurvisie RO (SVRO) van de provincie Noord-Brabant is op 1 oktober 2010 vastgesteld. Deze structuurvisie geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie ondersteunt daarnaast het beleid op andere provinciale beleidsterreinen.
De structuurvisie geeft de samenhang weer tussen het beleid op het gebied van milieu, verkeer en vervoer en water. Het gedachtegoed uit het Integraal Strategisch Milieubeleid (2006), het Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (2006) en het Provinciaal Waterplan (2009) zijn in de Structuurvisie RO opgenomen en verwerkt. Echter, in de Structuurvisie zijn alleen de ruimtelijk relevante hoofdlijnen uit deze strategische plannen opgenomen. Een verdere detaillering van het beleid staat in de plannen zelf. Dit komt ook tot uitdrukking op de (abstracte) structurenkaart van de Structuurvisie.
Daarnaast houdt de Structuurvisie RO rekening met het provinciaal beleid op economisch, sociaal-cultureel en ecologisch vlak; zoals het advies voor de opstelling van een Ruimtelijk Economische Visie, de Cultuurhistorische Waardenkaart en het Natuur- en landschapsoffensief. De provinciale ruimtelijke belangen die voortkomen uit het vastgestelde Provinciaal Waterplan zijn opgenomen in de Verordening Ruimte, fase 1 en 2.
De kwaliteiten binnen de provincie Noord-Brabant zijn sturend bij de te maken ruimtelijke keuzes. Deze ruimtelijke keuzes zijn van provinciaal belang en zijn geformuleerd als:
De structuurvisie is opgebouwd uit twee onderdelen. In onderdeel A wordt de kern van de visie verwoord op ruimtelijke ontwikkelingen van Brabant. Het landschap en de wijze waarop dit moet worden versterkt, staan in dit onderdeel voorop. Deel B van de structuurvisie beschrijft de wijze waarop de provincie de visie uitwerkt in vier robuuste ruimtelijke structuren: Groenblauwe structuur, Landelijk gebied, Stedelijke structuur en Infrastructuur.
De navolgende afbeelding toont een uitsnede van de structurenkaart bij de Structuurvisie RO. Hierin is het voorliggend plangebied aangeduid als 'kern in het landelijk gebied'.
Uitsnede 'Structurenkaart', Structuurvisie RO, provincie Noord-Brabant.
Voor de gebieden met de aanduiding 'kernen in landelijk gebied' geldt in hoofdlijnen dat binnen deze kernen uitsluitend gebouwd kan worden voor de eigen woningbehoefte volgens het principe van ‘migratiesaldo-nul’. Wel is er ruimte beschikbaar voor specifieke verbeterprojecten van enige omvang. Het gaat hierbij om kwalitatieve verbeteringen in bestaand stedelijk gebied, zoals het saneren van milieuhinderlijke bedrijvigheid in de kern en het behouden van vrijkomende cultuurhistorisch waardevolle complexen. De nadere invulling van de ontwikkelingsmogelijkheden binnen deze gebieden vindt plaats binnen de provinciale verordening, welke in de navolgende paragrafen wordt beschreven.
Op 1 maart 2011 is de Verordening Ruimte Noord-Brabant 2011 in werking is getreden. In deze verordening worden de kaderstellende elementen uit het provinciale beleid vertaald in regels die direct van toepassing zijn op (gemeentelijke) bestemmingsplannen. Belangrijke onderwerpen in de Verordening ruimte 2011 zijn:
De onderwerpen die in de verordening staan komen uit de provinciale structuurvisie. Daarin staat beschreven welke belangen de provincie behartigd binnen de gestelde regels en kaders. De verordening is daarbij één van de manieren om die provinciale belangen veilig te stellen. Het onderstaand kaartbeeld toont dat het voorliggend plangebied is gelegen binnen het bestaand stedelijk gebied aangeduid als 'Kernen in stedelijk gebied'.
De verordening stelt dat stedelijke ontwikkelingen dienen plaats te vinden binnen het hier voor aangeduide gebied. Daarnaast vereist deze verordening dat in de gemeentelijke planvorming wordt verantwoord dat de ruimtelijke mogelijkheden binnen het bestaand stedelijk gebied zo goed mogelijk worden benut.