direct naar inhoud van Artikel 9 Bedrijf
Plan: Buitengebied, 3e herziening
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.Buitengebied3eherz-0401

Artikel 9 Bedrijf

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2': bedrijven tot en met categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, alsmede voor:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf': een aannemersbedrijf tot maximaal categorie 2 in de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': een opslagbedrijf tot maximaal categorie 2 in de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen': uitsluitend een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg, behorende tot categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'opslag': uitsluitend een opslagbedrijf behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening': uitsluitend een nutsvoorziening;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voormalig agrarisch bedrijfsbebouwing': bebouwing behorende tot een voormalig agrarisch bedrijfscomplex;
  • f. de in tabel 9.1 genoemde nevenfuncties;
  • g. de volgende rechtstreeks toegestane vervolgfuncties:
    • 1. een agrarisch groothandelsbedrijf in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
    • 2. een agrarisch hulp- en nevenbedrijf in categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
    • 3. opslag en stalling van agrarische producten, goederen, werktuigen en materialen in de bestaande bebouwing;
    • 4. agrarische loonbedrijven in categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
    • 5. ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij);
    • 6. opslag en stalling van niet-agrarische producten, goederen, werktuigen en materialen in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in de bestaande bebouwing ten behoeve van particulieren of het ter plaatse gevestigde bedrijf;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laad- en losvoorzieningen en toegangswegen;

met dien verstande dat:

  • i. er geen bedrijfswoningen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten'.

Tabel 9.1 Rechtstreeks toegestane nevenfuncties

nevenfunctie  
agrarisch groothandelsbedrijf in categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  
agrarisch hulp- en nevenbedrijf in categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  
opslag en stalling van agrarische producten, goederen, werktuigen en materialen in de bestaande bebouwing  
agrarische loonbedrijven in categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  
hoefsmederij  
ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, imkerij, riet- en vlechtwerk, klompenmakerij)  
opslag en stalling van niet-agrarische producten, goederen, werktuigen en materialen in categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten in de bestaande bebouwing ter behoeve van particulieren of het ter plaatse gevestigde bedrijf  
overige bedrijven in de categorie 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten  

9.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

en gelden de volgende regels:

  • c. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van erf- en terreinafscheiding, dienen binnen het bouwvlak en achter de voorgevelrooilijn gebouwd te worden;
  • d. de afstand tussen een bedrijfswoning en een bijbehorend bijgebouw dient ten minste 3,5 m en ten hoogste 10 m te bedragen;
  • e. bijgebouwen bij en aanbouwen aan de bedrijfswoning dienen op een afstand van ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning te worden gebouwd;
  • f. het gehele bouwvlak mag worden bebouwd, tenzij met de maatvoeringaanduiding 'maximum oppervlakte' een maximum te bebouwen oppervlak binnen het bouwvlak is aangegeven;
  • g. ter plaatse van gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - voormalig agrarische bedrijfsbebouwing' mogen aanwezige gebouwen in geen enkel opzicht worden uitgebreid, met dien verstande dat de bedrijfswoning wel mag worden vergroot voor zover de maximale inhoudsmaat niet wordt overschreden;
  • h. overigens geldt het volgende:

  max. aantal per bedrijf/max. aantal   max. oppervlak   max. inhoud   max. goothoogte   max. bouwhoogte  
bedrijfswoningen (exclusief aanbouwen)
 
bestaand     750 m³   5,5 m   10 m  
bedrijfswoning (exclusief aanbouwen) bij dijkbebouwing   bestaand     750 m³     7,5 m  
aanbouwen aan en bijgebouwen bij bedrijfswoning     80 m²     - aanbouwen: begane grondlaag woning
- bijgebouwen: 3 m  
aanbouwen: 1,5 maal de goothoogte van de begane grondlaag van de woning
- bijgebouwen: 5 m  
bedrijfsgebouwen     zie verbeelding     8 m   10 m  
terrein- en erfafscheidingen           2 m  
overkappingen ter plaatse van de aanduiding 'vm'           6 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde           4 m  

9.3 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan;
  • d. opslag van goederen met een totale stapelhoogte van meer dan 8 m is op onbebouwde gronden niet toegestaan;
  • e. opslag van goederen op onbebouwde gronden gelegen voor de naar de openbare weg toe gekeerde gevel is niet toegestaan;
  • f. voor locaties met de aanduiding 'opslag' zonder de aanduiding 'bedrijf t/m categorie 2' geldt dat opslag in bestaande bebouwing dient plaats te vinden en er ten hoogste 1.000 m² van deze bebouwing in gebruik mag worden genomen voor opslag, tenzij met de maatvoeringaanduiding 'maximum oppervlakte' is aangegeven dat een groter oppervlak van de bebouwing in gebruik mag worden genomen voor opslag;
  • g. ten behoeve van de in tabel 9.1 genoemde nevenfuncties gelden de volgende regels:
    • 1. het oprichten van lichtmasten, lichtbakken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van reclameborden en/of neonreclame is niet toegestaan;
    • 2. parkeren dient op eigen terrein te geschieden;
    • 3. voor de nevenfunctie opslag mogen geen nieuwe gebouwen worden gebouwd of bestaande gebouwen worden uitgebreid;
    • 4. permanente buitenopslag is niet toegestaan.

9.3.1 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 9.1:

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 9.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 9.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 9.1 genoemd.

9.4 Wijzigingsbevoegdheid
9.4.1 Vervolgfuncties

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming Bedrijf zodanig te wijzigen dat – indien sprake is van een algehele beëindiging van het bedrijf – de in tabel 9.2 genoemde vervolgfuncties toegestaan zijn, met inachtneming van het volgende:

  • a. de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend wordt toegepast indien het bedrijfsmatige gebruik beëindigd is;
  • b. vervolgfuncties dienen milieuhygiënisch inpasbaar te zijn; er mogen geen beperkingen voor omliggende, bestaande burgerwoningen en (agrarische) bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
  • c. de vervolgfunctie mag niet leiden tot een onevenredige vergroting van de publieks- en/of verkeersaantrekkende werking, dit in relatie tot de functie van de weg waaraan het bedrijf is gelegen;
  • d. uitbreiding van bestaande bebouwing in zowel oppervlak als hoogte is niet toegestaan;
  • e. ten behoeve van de vervolgfunctie mag ten hoogste 1.000 m² aan bedrijfsbebouwing worden gebruikt, het overtollige oppervlak dient gesloopt te worden;
  • f. indien op de betreffende locatie sprake is van één voormalig bedrijfsgebouw dat een bouwkundig geheel vormt, in goede bouwkundige staat verkeert en ruimtelijk past bij de (te handhaven) voormalige bedrijfswoning, geen sloop hoeft plaats te vinden;
  • g. na de bestemmingswijziging dient een specifieke aanduiding te worden opgenomen waaruit blijkt dat het hier een vervolgfunctie betreft;
  • h. de afstand van paardenbakken en paardenstallen tot woningen van derden dient ten minste 50 m te bedragen;
  • i. het oprichten van lichtmasten, lichtbakken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van reclameborden en/of neonreclame is niet toegestaan;
  • j. parkeren dient op eigen terrein te geschieden;
  • k. permanente buitenopslag is niet toegestaan;
  • l. ten behoeve van de vervolgfuncties 'grondgebonden veehouderij', 'akker- en vollegrondstuinbouw', 'fruitteelt', 'sierteelt' en 'boomkwekerij' gelden de volgende regels:
    • 1. planwijziging wordt uitsluitend toegepast indien er sprake is van het oprichten van een volwaardig, duurzaam agrarisch bedrijf;
    • 2. er mogen geen beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische en niet-agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
    • 3. het verzoek tot wijziging wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder a wordt voldaan.

Tabel 9.2 Toegestane vervolgfuncties

vervolgfunctie  
grondgebonden veehouderij  
akker- en vollegrondstuinbouw  
fruitteelt, sierteelt, boomkwekerij  
wonen  
veearts  
hoefsmederij  
dierenpension/hondenfokkerij