Plan: | Bedrijventerrein Dintelmond |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1709.BTDintelmond-BP20 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Bedrijventerrein Dintelmond met identificatienummer NL.IMRO.1709.BTDintelmond-BP20 van de gemeente Moerdijk.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een geometrisch bepaald vlak waarop een aanduiding betrekking heeft.
de gemiddelde hoogte van de gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde, omringende grond: bij hellende terreinen: het hoogste punt van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, omringende grond.
de van de weg afgekeerde kadastrale grens van een bouwperceel. Indien meerdere zijden van het bouwperceel van de weg afgekeerd zijn, wijzen burgemeester en wethouders een achterste bouwperceelsgrens aan.
het verrichten van handelingen, waardoor de hoogteligging van een terrein of de bodem van een water (al dan niet tijdelijk) wordt verlaagd. Hieronder wordt niet begrepen:
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van het bouwperceel c.q. bouwvlak of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
een onderneming waarbij de bedrijfsactiviteiten gericht zijn op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen, opslaan en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen.
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.
de totale oppervlakte van de voor bedrijfsuitoefening benodigde bedrijfsruimte, inclusief de verkoopvloeroppervlakte, opslag- en kantoorruimten en dergelijke.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk en/of gewenst is.
bedrijven die direct agrarische producten bewerken of verwerken uit de sectoren akkerbouw, bollenteelt, tuinbouw, glastuinbouw en veeteelt en bedrijven die (mede) de logistiek daarvan verzorgen en bedrijven die een ondersteunende functie vervullen voor de bedrijven op het industrieterrein.
beperkt kwetsbaar object zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 sub b van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
groepen personen die door jeugdige leeftijd of een permanente beperking in geval van een calamiteit niet in staat zijn zonder hulp van buitenaf persoonlijk letsel te voorkomen door zichzelf in veiligheid te brengen (vluchten) en bescherming te zoeken (schuilen).
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling c.q. een aan-huis-verbonden beroep, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
bebouwing legaal aanwezig ten tijde van de ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, tenzij anders bepaald in de bestemmingsregels.
gebruik dat legaal bestaat ten tijde van de ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, tenzij anders bepaald in de bestemmingsregels.
afstand-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/Woningwet.
een inrichting die ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig was dan wel waarvoor ten tijde van het tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan een vergunning was verleend.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bedrijven zoals aangegeven bij of krachtens het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
het Bouwbesluit, zoals dat luidde ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen en/of het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren (of horizontale balklagen) is begrensd en waarvan de lagen een nagenoeg gelijk omvang hebben, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, dakopbouw en/of zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
ondergrondse of bovengrondse buis of stelsel van buizen gebruikt voor het transport van vloeistoffen, gassen, electriciteit en andere producten ten algemeen nut of voor industriele doeleinden, met de daarbij behorende voorzieningen.
het brutovloeroppervlakte zoals omschreven in NEN 2580.
iedere bovenbeëindiging van een gebouw.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
bedrijf waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen zoals bijvoorbeeld een kantoor, uitzendbureau, reisbureau, kapper, schoonheidssalon, fysiotherapeut, belwinkel en internetcafé, etc..
kleinschalige nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes en schakelkastjes, ondergrondse lokale leidingen, tele- en datacommunicatieleidingen, riolering, telefooncellen en wachthuisjes, straatvoorzieningen (o.a. voor afvalstoffen).
installaties voor het opwekken van duurzame energie uit zon en biomassa.
(buis)leidingen ten behoeve van duurzame koppelingen voor de uitwisseling van energie, water en reststromen.
die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen, fietsen en vissen.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
woningen en andere geluidgevoelige gebouwen of geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder en artikel 1.2 van het Besluit geluidhinder.
inrichtingen als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken en waarvoor op grond van die wet de verplichting geldt tot vaststelling van een geluidszone rond het betrokken terrein.
grens van het terrein waarvoor een zone industrielawaai geldt, zoals bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder.
grens van de zone, zoals bedoeld in artikel 40 en artikel 41, leden 1 en 2, van de Wet geluidhinder.
cumulatieve kans op overlijden per jaar van een groep personen zoals gedefinieerd in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, Besluit externe veiligheid transportroutes of Besluit externe veiligheid buisleidingen.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder medebegrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/ of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.
een gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
een doorgaande weg die de ontsluitingen van één of meerdere bedrijfspercelen met elkaar verbindt en die aansluit op een andere doorgaande weg van het bedrijventerrein Dintelmond.
een persoon of groep personen die een (duurzame) gemeenschappelijke huishouding voert. Indien het huishouden uit twee of meer personen bestaat, betreft het een leefvorm of samenlevingsvorm met een continuïteit in de samenstelling en een onderlinge verbondenheid.
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat die goederen vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
een 'door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht' zoals beschreven in artikel 1.1, derde lid, Wet milieubeheer, en waarop een categorie uit bijlage I van het Besluit omgevingsrecht (Bor) van toepassing is.
een grens van een inrichting zoals bedoeld onder 1.59.
inrichting voor activiteiten met ontplofbare stoffen zoals bedoeld in artikel 2.6.6, eerste lid van Besluit algemene regels ruimtelijke ordening.
alle installaties voor de productie van duurzame energie, CO2 (koolstofdioxide) en stroom, hoofdzakelijk ten behoeve van de klimatisering (verwarming, koeling en CO2-dosering) van bedrijfsruimten, inclusief de bijbehorende behuizing.
een anker- of ligplaats voor recreatieve vaartuigen en schepen; in dit plan wordt hieronder mede begrepen:
een geheel van geleiders welke voorzien is van één ommanteling en bestemd is voor transport van energie of data.
een ruimte welke door haar indeling en inrichting is bestemd om uitsluitend te worden gebruikt voor administratieve en daarmee gelijk te stellen werkzaamheden, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
een bedrijf met een perceeloppervlakte van maximaal 2 hectare.
kwetsbaar object zoals bedoeld in artikel 1, lid 1 sub l van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
de gemiddelde hoogte van het terrein ten tijde van de ter inzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
het geometrisch bepaald vlak, dat goothoogtes, bebouwingspercentages en/of andere aanduidingen scheidt.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
een inrichting die ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan niet legaal aanwezig was dan wel waarvoor ten tijde van het tervisie leggen van het ontwerpbestemmingsplan nog een vergunning was verleend.
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van openbaar vervoer, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een activiteit van beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken woonwagens, woonschepen, caravans, stacaravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en keten, al dan niet ingericht ten behoeve van recreatief buitenverblijf, voor zover deze al niet als bouwwerken zijn aan te merken.
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen gebouw zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
een kadastrale grens van een perceel.
risico op een plaats buiten een inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting.
wachthuisje ten behoeve van het faciliteren van portiersdiensten.
beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een bedrijf dat die goederen vervaardigt/produceert, bewerkt en/of toepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.
een gebouw of object dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatief gebruik en waarvan de gebruikers elders hun woonverblijf hebben.
Bevi-bedrijf en in Activiteitenbesluit aangewezen bedrijf met veiligheidscontour groter dan 10 meter vanaf de risicobron. Een veiligheidscontour is hierbij gelijkgesteld met een 10-6-contour.
een van de omgeving afgescheiden terrein of perceel met daarop meerdere bedrijven en voorzien van een eigen toegang en interne wegenstructuur.
bouwwerken behorende bij een windturbine ten behoeve van het transporteren van opgewekte elektriciteit en het op spanning houden van de interne parkbekabeling van het windturbinepark als geheel.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt en is opgenomen in Bijlage 1.
een in een gebouw gelegen ruimte, bestemd voor het verblijven van mensen.
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond.
het aanwezig zijn van voldoende parkeerplaatsen betekent dat wordt voldaan aan de normen in de beleidsregels die zijn neergelegd in de "Nota parkeernormen" van de gemeente Moerdijk, en dat indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, rekening wordt gehouden met deze wijziging.
de naar de weg (eventueel voetpad) gekeerde gevel, vanwaar het gebouw hoofdzakelijk toegankelijk is; indien een gebouw met meerdere zijden aan de weg grenst, geldt de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel(-s).
de kadastrale grens aan de wegzijde of openbaar gebiedzijde bij een bouwperceel die de zijkanten van een bouwperceel verbindt. Indien meerdere zijden van het bouwperceel naar de weg gekeerd zijn, wijzen burgemeester en wethouders een voorste bouwperceelsgrens aan.
een werk al of niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren, de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan.
een voorziening om water tegen te houden, zoals een dijk en een dam.
alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de wegen of paden behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de wegen liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen.
verblijven dan wel ruimten waar werknemers gedurende langere aaneengesloten tijd kunnen verblijven.
een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
Het houden van verblijf, het huren of het gehuisvest zijn in een woning.
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
een object bestemd voor personen die bij een calamiteit niet in staat zijn zichzelf zonder hulp van buitenaf in veiligheid te brengen. Voorbeelden zijn zorgcomplexen, ziekenhuizen, cellencomplexen, kinderdagverblijven, basisscholen, begeleid wonen met 24-uurszorg en bejaardenhuizen.
de kadastrale grens tussen twee bouwpercelen ,die voor- en achterzijde van een bouwperceel verbindt.
2.1 afstanden:
afstanden tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
vanaf het peil tot aan de as van de windturbine.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de van de bovenkant goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de diameter van de cirkel die de rotorbaden (wieken) van de windturbine beslaan.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van het rotorblad in verticale positie.
de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Een kantoor is uitsluitend toegestaan ten dienste van en ondergeschikt aan een ter plaatse gevestigd bedrijf, met dien verstande dat niet meer dan 25% van de bedrijfsvloeroppervlakte voor kantoordoeleinden mag worden gebruikt.
Detailhandel is (buiten de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - jachthaven') uitsluitend toegestaan voor zover het detailhandel betreft in goederen die ter plaatse zijn vervaardigd, die in het kader van de normale bedrijfsuitoefening worden verkocht of geleverd en die geen wezenlijk bestanddeel uitmaken van de totale bedrijfsuitoefening; deze detailhandelsfunctie dient ondergeschikt te zijn aan het ter plaatse gevestigde bedrijf.
Horeca is buiten de aanduiding 'horeca' niet toegestaan.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend bouwwerken en voorzieningen worden gebouwd ten dienste van de bestemming.
Gebouwen mogen alleen worden gebouwd ten dienste van nutsvoorzieningen, mits:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
De voor 'Water - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - waterstaatsdoeleinden' gelden, in afwijking van het vorengaande, de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' gelden voor een bedrijfswoning, de volgende regels:
Ter plaatse van de aanduiding 'windturbine' gelden voor een windturbine de volgende regels:
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor ‘Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische (verwachtings)waarden.
Alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, moet door de aanvrager een archeologisch onderzoeksrapport worden overgelegd waarin is aangetoond dat:
Het bepaalde in lid 7.2.1 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Indien uit het in lid 7.2.1 genoemde archeologisch onderzoeksrapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 7.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De voor ‘Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische (verwachtings)waarden.
Alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, moet door de aanvrager een archeologisch onderzoeksrapport worden overgelegd waarin is aangetoond dat:
Het bepaalde in lid 8.2.1 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Indien uit het in lid 8.2.1 genoemde archeologisch onderzoeksrapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 8.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De voor ‘Waarde - Archeologie 8' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming en veiligstelling van archeologische (verwachtings)waarden.
Alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, moet door de aanvrager een archeologisch onderzoeksrapport worden overgelegd waarin is aangetoond dat:
Het bepaalde in lid 9.2.1 is niet van toepassing indien de aanvraag betrekking heeft op:
Indien uit het in lid 9.2.1 genoemde archeologisch onderzoeksrapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 9.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De voor 'Waterstaat - Waterbergingsgebied' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - mede bestemd voor waterberging bij een verwachte overschrijding van het waterpeil van NAP +2,6 m op het Hollandsch Diep (Rak Noord), met de bijbehorende voorzieningen.
Op deze gronden mag ten behoeve van de bestemming worden gebouwd en gelden de volgende regels:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterkering en de waterhuishoudelijke voorzieningen.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 11.2 onder c, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder 11.4.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt slechts verleend, indien door de werken en werkzaamheden geen schade kan ontstaan aan de waterkering.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Bij het wijzigen van het bestaande gebruik en/of bouwen op grond van de in Hoofdstuk 2 genoemde bestemmingen geldt dat:
het bepaalde onder sub a en b geldt niet voor het vergunde bestaande gebruik van gronden en bouwwerken op het moment van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.
Bij het wijzigen van het bestaande gebruik en/of bouwen op grond van de in Hoofdstuk 2 genoemde bestemmingen geldt dat:
het bepaalde onder sub a en b geldt niet voor het vergunde bestaande gebruik van gronden en bouwwerken op het moment van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.
Ten aanzien van externe veiligheid gelden de volgende regels voor Bedrijventerrein Dintelmond:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid van personen, het plan wijzigen in die zin dat, de omvang en situering van de 10-5 en/of 10-6-contouren wordt gewijzigd dan wel het toestaan van nieuwe 10-5 en/of 10-6-contouren, mits dit door aangepaste wet- en regelgeving dan wel nieuwe rekenmethoden noodzakelijk is; hierbij geldt een inspanningsverplichting om te komen tot zo klein mogelijke contouren, waarbij een evenredige belangenafweging gemaakt moet worden.
Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' is de zone industrielawaai Industrieterrein Bedrijventerrein Dintelmond gelegen. Ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - industrie' is de bouw van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen, zoals woningen (waaronder begrepen de splitsing van panden in meerdere woningen) niet toegestaan.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - aardkundig waardevol' zijn de gronden tevens bestemd voor het behoud van de aardkundige waarden vanwege hun landschappelijke, ecologische, wetenschappelijke, educatieve en cultuurhistorische betekenis.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - behoud en herstel watersystemen' zijn de gronden tevens bestemd voor de verwezenlijking en het behoud, beheer en herstel van watersystemen.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - groenblauwe mantel' zijn de gronden tevens bestemd voor behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van het watersysteem en de ecologische en landschappelijke waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden.
Ter plaatse van de aanduiding 'Overige zone - natuur netwerk brabant - ecologische verbindingzone' zijn de gronden tevens aangewezen voor de instandhouding en realisering van waarden ten behoeve van ecologische verbindingszones.
De voor 'Vrijwaringszone - dijk 1' aangewezen gronden zijn - behalve voor de daar voorkomende bestemmingen - mede aangeduid voor bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkeringen.
De voor 'Vrijwaringszone - dijk 2' aangewezen gronden zijn - behalve voor voor de daar voorkomende bestemmingen - mede aangeduid voor bescherming, onderhoud en instandhouding van de primaire waterkeringen.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor overschrijding van bouwgrenzen ten behoeve van het bouwen met een geringe mate van afwijking van de plaats en richting van de bouwgrenzen, indien dit noodzakelijk is in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden waar een rationele verkaveling van de gronden een geringe afwijking vergt van de geometrisch bepaalde bestemmingen en aanduidingen ten opzichte van de feitelijke situatie of in die gevallen mits daardoor geen belangen van derden onevenredig worden geschaad.
Het bevoegd gezag kan de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen om overschrijding van bestemmingsgrenzen toe te staan indien de aanpassing nodig is voor de realisering van de betreffende bestemming in verband met de terreinindeling, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van artikel 18.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 18.1 met maximaal 10%.
Artikel 18.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 18.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 18.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 18.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Bedrijventerrein Dintelmond'.