IMRO-idn: | NL.IMRO.1709.1HZITMOERDIJK-BP30 |
---|
Deze versie (NL.IMRO.1709.1HZITMOERDIJK-BP30) van het bestemmingsplan Partiële 1e herziening 'Zeehaven- en Industrieterrein Moerdijk' is opgesteld ter uitvoering van enkele wijzigingen ten opzichte van bestemmingsplan 'Zeehaven- en industrieterrein Moerdijk', waarbij enkele planonderdelen zijn gewijzigd. Behoudens de aanpassingen in de regels blijven de bepalingen van het bestemmingsplan Zeehaven- en Industrieterrein Moerdijk met identificatienummer NL.IMRO.1709.indterrmoerdijk-BP40 onverminderd van toepassing.
Aan de begripsbepalingen van het moederplan worden enkele begrippen toegevoegd. De overige regels uit het moederplan van de Inleidende regels blijven onverminderd van toepassing.
De begrippen uit het moederplan blijven onverminderd van toepassing met uitzondering van leden 1.28, 1.65, 1.87 en 1.100 van het moederplan die overeenkomstig onderstaande leden gewijzigd worden, dan wel worden toegevoegd.
het bestemmingsplan Partiële 1e herziening 'Zeehaven- en Industrieterrein Moerdijk' met identificatienummer NL.IMRO.1709.1HZITMOERDIJK-BP30 van de gemeente Moerdijk.
het bestemmingsplan Zeehaven- en Industrieterrein Moerdijk, vastgesteld op 18 januari 2018, met identificatienummer NL.IMRO.1709.indterrmoerdijk-BP40 van de gemeente Moerdijk.
Lid 1.28 van het moederplan luidt:
1.28 bestaande risicovolle inrichting:
een inrichting die ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig was dan wel waarvoor ten tijde van het tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan een vergunning was verleend.
Lid 1.28 van het moederplan wordt vervangen door:
1.28 bestaande risicovolle inrichting
een risicovolle inrichting die ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan legaal aanwezig was dan wel waarvoor ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan een vergunning was verleend.
Lid 1.65 van het moederplan luidt:
1.65 hogepopulatieobject:
Lid 1.65 van het moederplan wordt vervangen door:
1.65 hogepopulatieobject:
Lid 1.87 van het moederplan luidt:
1.87 nieuwe risicovolle inrichting:
een inrichting die ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan niet legaal aanwezig was dan wel waarvoor ten tijde van het tervisie leggen van het ontwerpbestemmingsplan nog geen vergunning was verleend.
Lid 1.87 van het moederplan wordt vervangen door:
1.87 nieuwe risicovolle inrichting
een risicovolle inrichting die ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan niet legaal aanwezig was dan wel waarvoor ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan nog geen vergunning was verleend.
Lid 1.100 van het moederplan luidt:
1.100 risicovolle inrichting:
Bevi-bedrijf en in Activiteitenbesluit aangewezen bedrijf met veiligheidscontour groter dan 10 meter vanaf de risicobron. Een veiligheidscontour is hierbij gelijkgesteld met een 10-6-contour.
Lid 1.100 van het moederplan wordt vervangen door:
1.100 risicovolle inrichting
Bevi-bedrijf en een in het Activiteitenbesluit aangewezen bedrijf met een veiligheidscontour groter dan 10 meter vanaf de risicobron. Een veiligheidscontour is hierbij gelijkgesteld met een PR 10-6 contour. Een Bevi-bedrijf zonder een PR 10-6 contour wordt niet als een risicovolle inrichting beschouwd.
De bestemmingsregels uit het moederplan blijven onverminderd van toepassing.
De algemene regels uit hoofdstuk 3 van het moederplan blijven onverminderd van toepassing met uitzondering van artikelen over de 'geluidzone - industrie' (moederplan artikel 38 lid 1), 'veiligheidszone - EV' (moederplan artikel 38.5), 'veiligheidszone munitie' (moederplan artikel 38 lid 8), de wijzigingsregels voor de veiligheidszone - munitie (moederplan artikel 40 lid 2) en de overige regels; werking wettelijke regelingen (artikel 41 van het moederplan). Aan deze artikelen worden de volgende bepalingen toegevoegd en aangepast.
De algemene aanduidingsregels uit het moederplan blijven onverminderd van toepassing met uitzondering van artikel 38.1, 38.5 en 38.8 van het moederplan dat overeenkomstig onderstaande leden gewijzigd wordt.
Lid 38.1 van het moederplan luidt:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'Geluidzone - industrie' mogen, ongeacht het bepaalde in de afzonderlijke bestemmingen, geen geluidgevoelige objecten worden opgericht dan wel aangelegd.
Lid 38.1 van het moederplan wordt vervangen door:
Lid 38.5 van het moederplan luidt:
38.5.1 Algemeen
Naast de regels die aan de gronden zijn gegeven met de bestemmingen 'Bedrijf', 'Bedrijventerrein - 1 'Bedrijventerrein - 2' en 'Bedrijventerrein - 3' gelden de volgende regels.
38.5.2 Veiligheidszone - EV1
a. Algemeen
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - EV1' gelden de volgende regels:
b. Afwijking
38.5.3 Veiligheidszone - EV2
a. Algemeen
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - EV2' gelden de volgende regels:
b. Afwijking
38.5.4 Veiligheidszone - EV3
a. Algemeen
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - EV3' gelden de volgende regels:
b. Afwijking
38.5.5 Veiligheidszone - Bevi artikel 14 veiligheidszone
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - Bevi artikel 14 veiligheidszone' is de cumulatieve PR 10-6 contour toegestaan van de risicovolle inrichtingen gelegen in het plangebied. Hogepopulatieobjecten zijn in deze zone uitgesloten, behoudens als onderdeel van Bevi-bedrijven.
In lid 38.5 van het moederplan worden sublid 38.5.3, 38.5.4 en 38.5.5 op onderdelen aangepast, waarna de subleden luiden:
38.5.3 Veiligheidszone - EV2
a. Algemeen
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - EV2' gelden de volgende regels:
b. Afwijking
38.5.4 Veiligheidszone - EV3
a. Algemeen
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - EV3' gelden de volgende regels:
b. Afwijking
38.5.4 Veiligheidszone - Bevi artikel 14 veiligheidszone
Kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten zijn in het gebied waarvoor een veiligheidscontour als bedoeld in artikel 14 Bevi is vastgesteld en ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - Bevi artikel 14 veiligheidszone' slechts toegelaten voor zover het gaat om objecten met een functionele binding met een Bevi-bedrijf dan wel met een functionele binding met de zeehaven of het industrieterrein. Beperkt kwetsbare objecten zijn tevens toegelaten voor zover ze op het tijdstip van vaststelling van dit bestemmingsplan legaal aanwezig waren. Hogepopulatieobjecten zijn ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - Bevi artikel 14 veiligheidszone' niet toegestaan, behoudens als onderdeel van Bevi-bedrijven.
Lid 38.8 van het moederplan luidt:
38.8.1 veiligheidszone - munitie - B
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - munitie - B' zijn kwetsbare objecten uitgesloten en zijn geen nieuwe beperkt kwetsbare objecten toegestaan met uitzondering van beperkt kwetsbare objecten op het eigen perceel.
38.8.2 veiligheidszone - munitie - C
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - munitie - C' is het niet toegestaan gebouwen te bouwen met vlies- of gordijngevelconstructies alsmede gebouwen te bouwen met zeer grote glasoppervlakten waarin zich als regel een groot aantal personen bevindt.
In lid 38.8 van het moederplan wordt een nieuw sublid 38.8.1 toegevoegd waarna de overige subleden worden vernummerd naar 38.8.2 en 38.8.3:
38.8.1 veiligheidszone - munitie - A
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - munitie - A':
De algemene wijzigingsregels uit het moederplan blijven onverminderd van toepassing met uitzondering van artikel 40.4 van het moederplan dat overeenkomstig onderstaand lid gewijzigd wordt.
Lid 40.4 van het moederplan luidt:
In lid 40.4 van het moederplan wordt een nieuw sub a toegevoegd, waarna de overige subleden worden vernummerd naar b en c:
Artikel 41 van het moederplan luidt:
Artikel 41 Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen alsmede de berekeningsprotocollen externe veiligheid waarnaar in de regels van dit bestemmingsplan wordt verwezen, dan wel waarop de vergunningverlening van omgevingsvergunningen is gebaseerd, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan.
In artikel 41 van het moederplan wordt een nieuw lid b toegevoegd, waarna het overige lid wordt vernummerd naar a:
Artikel 41 Werking wettelijke regelingen
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig bij omgevingsvergunning afwijken van artikel 5.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 5.1 met maximaal 10%.
artikel 5.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder omgevingsvergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 5.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 5.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
artikel 5.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Partiële 1e herziening 'Zeehaven- en Industrieterrein Moerdijk''.