direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: Windpark Oud Dintel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1709.155WindpOudDintel-0401

Artikel 2 Wijze van meten

Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.2 afstand tussen bouwwerken, geen windturbines zijnde

de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.

2.3 afstand tussen windturbines

de afstand tussen windturbines onderling wordt gemeten vanuit het hart van de mast van de windturbine.

2.4 breedte, lengte en diepte van een bouwwerk

tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.

 

2.5 oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 de breedte van een gebouw

van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels verspringen of niet evenwijdig lopen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte.

 

2.7 de bouwhoogte van een windturbine

vanaf peil tot aan de (wieken)as van de windturbine.

2.8 tiphoogte van een windturbine

vanaf peil tot aan het bovenste verticaal staande rotorblad.