direct naar inhoud van Artikel 6 Verkeer
Plan: Sint Jansklooster - Molenkampen III
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.STJMolenkIIIBP-VA01

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Algemeen

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verkeersdoeleinden;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. paden, wegen en straten;

met daaraan ondergeschikt:

    • 1. groenvoorzieningen;
    • 2. straatmeubilair;
    • 3. kunstwerken;
    • 4. afvalinzameling;
    • 5. nutsvoorzieningen;
    • 6. water en waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen.
6.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 16.2.2.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen worden gebouwd ten behoeve van nutsvoorzieningen, met dien verstande dat;

  • a. de bouwhoogte van deze gebouwen bedraagt maximaal 3,00 meter;
  • b. de oppervlakte maximaal 15 m2 bedraagt;

met inachtneming van de volgende regels (6.2.2 tot en met 6.2.3).

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Op de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouw zijnde:

  • a. noodzakelijk met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer;
  • b. ten behoeve van de verlichting van wegen, rijwiel- en voetpaden;
  • c. behorende tot het straatmeubilair;
  • d. ten behoeve van speelvoorzieningen;
  • e. ten behoeve van afvalinzameling;
  • f. kunstwerken, zoals bruggen en duikers;
  • g. voorwerpen betreffende de beeldende kunsten;
  • h. ten behoeve van onder- en/of bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water.
6.2.3 Overige regels
  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt maximaal 10,00 meter.
6.3 Wijzigingsbevoegdheid
6.3.1 Wijziging in de bestemming 'Wonen - 1'

Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming Wonen - 1 ten behoeve van:

  • a. de vergroting van een aan de bestemming 'Verkeer' grenzende tuin;

met dien verstande dat:

    • 1. er geen nieuwe bebouwing wordt opgericht;
    • 2. de totstandkoming van een aanvaardbaar woonmilieu in te realiseren woningen gegarandeerd kan worden;
    • 3. de effecten op de omgeving niet zullen toenemen;
    • 4. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
    • 5. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets), waarbij geldt dat de bestaande waterhuishouding niet mag verslechteren als gevolg van de ontwikkeling;
    • 6. deze passen binnen het stedenbouwkundige en landschappelijk beeld ter plaatse;
    • 7. bij het wijzigen in de bestemming Wonen - 1 voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 8.