direct naar inhoud van Artikel 8 Wonen - 1
Plan: Sint Jansklooster - Molenkampen III
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.STJMolenkIIIBP-VA01

Artikel 8 Wonen - 1

8.1 Bestemmingsomschrijving
8.1.1 Algemeen

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;

met daaraan ondergeschikt:

    • 1. tuinen;
    • 2. parkeervoorzieningen op eigen terrein;
    • 3. groenvoorzieningen;
    • 4. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
8.1.2 Dubbelbestemmingen en aanduidingen

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtneming van de voorrangsregels uit artikel 16.2.

8.2 Bouwregels
8.2.1 Algemeen
  • a. Op de voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
    • 1. woningen;
    • 2. de daarbij behorende bijgebouwen;
    • 3. de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • b. er geldt een parkeernorm van 2 parkeerplaatsen per woning te realiseren in het plangebied;

met inachtneming van de volgende regels (8.2.2 tot en met 8.2.4). .

8.2.2 Regels ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'

Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende regels:

  • a. binnen het bouwvlak mogen zowel woningen als bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag tot maximaal 100% worden bebouwd;
  • c. per bouwvlak is maximaal het ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" aangegeven aantal toegestaan;
  • d. de woningen worden vrijstaand gebouwd;
  • e. in afwijking van het gestelde onder d mogen woningen aaneen worden gebouwd tot maximaal het aantal zoals ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal aaneen te bouwen wooneenheden" is aangegeven;
  • f. de afstand van een vrijstaande woning tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 3,00 m;
  • g. de voorgevels van de woning worden geplaatst in de naar de weg gekeerde bouwgrens;
  • h. de goot- en bouwhoogte van de woning bedraagt maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' aangeduide hoogte;
  • i. de nokrichting van de woning is haaks op de Molenstraat, ter plaatse van de aanduiding "nokrichting a";
  • j. de nokrichting van de woning is evenwijdig aan de Molenstraat, ter plaatse van de aanduiding "nokrichting b";
  • k. gebouwen zullen met een kap van minimaal 30° en maximaal 60° worden afgedekt;
  • l. voor de maatvoering van bijgebouwen wordt verwezen naar artikel 8.2.3;
  • m. voor de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt verwezen naar artikel 8.2.4
8.2.3 Regels bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd, worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. vrijstaande bijgebouwen zijn niet toegestaan;
  • c. gebouwen zullen met een kap van maximaal 60° worden afgedekt;
  • d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
  • e. de bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 80% van de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • f. voor de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde wordt verwezen naar artikel 8.2.4.
8.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
  • a. Binnen de bestemming mogen bouwwerken, geen gebouw zijnde worden gebouwd;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen uitsluitend achter de naar de weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd, met uitzondering van erfafscheidingen en vlaggenmasten;
  • c. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde mag maximaal 4,00 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 1,00 meter en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens maximaal 2,00 meter mag bedragen.
8.3 Nadere eisen
8.3.1 Onderwerpen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering, de oppervlakte en de hoogte van bebouwing;
  • b. het aantal parkeerplaatsen en de situering daarvan.
  • c. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
  • d. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
8.3.2 Toepassingscriteria

De in artikel 8.3.1 genoemde onderwerpen voor het stellen van nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:

  • a. het stedenbouwkundig beeld;
  • b. de verkeerssituatie;
  • c. een goede parkeerbalans;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de ruimtelijke kwaliteit;
  • f. de sociale veiligheid;
  • g. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • h. instandhouding van omliggende waarden.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:

  • a. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte wagens en/of voer- en vaartuigen van derden, anders dan bedoeld in artikel 8.1.1;
  • b. buitenopslag, behalve als dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte tijdelijke gebruik;
  • c. een aan huis verbonden beroep of bedrijf in de woning en/of in de vrijstaande bijgebouwen, anders dan bedoeld in artikel 8.4.2 en Bijlage 2 Overzicht aan huis verbonden bedrijven en -beroepen;
  • d. woningsplitsing;
  • e. gebouwen voor recreatieve bewoning;
  • f. detailhandel.
8.4.2 Aan huis verbonden beroepen

Een aan huis verbonden beroep, als opgenomen in het overzicht aan huis verbonden beroepen (Bijlage 2 bij deze regels), is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. een aan huis verbonden beroep uitsluitend wordt uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. maximaal in totaal 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte van de woning en de bijgebouwen wordt gebruikt voor aan huis verbonden beroep(en);
  • c. de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning niet wezenlijk wordt aangetast;
  • d. er mogen maximaal 2 personen werkzaam zijn, waarbij minstens één persoon tevens de bewoner van de woning is;
  • e. er is ten hoogste één reclame-uiting toegestaan met een maximale afmeting van 20 x 30 centimeter;
  • f. het gebruik mag geen (ernstige of onevenredige) hinder opleveren voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving;
  • g. in de parkeerbehoefte wordt in voldoende mate voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast;
  • h. er vindt geen detailhandel plaats, met uitzondering van detailhandel in aan het betreffende beroep gerelateerde producten, waarvoor maximaal 10% van de voor het aan huis verbonden beroep gebruikte oppervlakte mag worden gebruikt.
8.5 Afwijken van de gebruiksregels
8.5.1 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van aan huis verbonden bedrijven

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in artikel 8.4, ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf als opgenomen in het overzicht aan huis gebonden bedrijven (Bijlage 2 bij deze regels), met dien verstande dat:

  • a. een aan huis verbonden bedrijf uitsluitend wordt uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. de bestaande bouwmogelijkheden niet mogen worden verruimd;
  • c. maximaal in totaal 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte wordt gebruikt voor een aan huis verbonden bedrijf, tot een maximum van 25 m², met dien verstande dat niet meer dan 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte wordt gebruikt ten behoeve van de in het onderhavige artikel genoemde nevenactiviteiten tezamen;
  • d. de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en de verschijningsvorm als woning niet wezenlijk wordt aangetast;
  • e. er maximaal 2 personen werkzaam mogen zijn, waarbij minstens één persoon tevens de bewoner van de woning is;
  • f. het onbebouwde gedeelte van het perceel niet mag worden gebruikt voor beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten, met uitzondering van parkeren;
  • g. er ten hoogste één reclame-uiting is toegestaan met een maximale afmeting van 20 x 30 centimeter;
  • h. in de parkeerbehoefte in voldoende mate wordt voorzien op eigen terrein, waarbij als uitgangspunt geldt dat de bestaande parkeervoorzieningen niet onevenredig mogen worden belast;
  • i. er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van detailhandel in aan het betreffende bedrijf gerelateerde producten, waarvoor maximaal 10% van de voor het aan huis verbonden bedrijf gebruikte oppervlakte mag worden gebruikt.
8.5.2 Afwijken van de gebruiksregels ten behoeve van mantelzorg in vrijstaande bijgebouwen

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 8.4, ten behoeve van mantelzorg in de woning of in bestaande vrijstaande bijgebouwen, met dien verstande dat:

  • a. voor mantelzorg in de woning de volgende regels gelden:
    • 1. het oppervlak van de mantelzorgvoorziening in de woning bedraagt maximaal 75 m²;
    • 2. de tijdelijkheid in voldoende mate vaststaat.