direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Technische herziening bestemmingsplan Giethoorn
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.GHNgiethoornTH-ON01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Op 17 oktober 2017 heeft de gemeenteraad van Steenwijkerland het bestemmingsplan Giethoorn vastgesteld. Het doel van dit plan was om een groot aantal verouderde bestemmingsplannen te actualiseren en om een uniforme regeling voor het gehele plangebied vast te stellen. Naar nu blijkt zijn er na vaststelling enkele omissies ontdekt, dan wel zijn enkele gewenste aanpassingen aan de orde. Bovendien heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Giethoorn, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming 'Bedrijf' en de daarbij horende dubbelbestemmingen en aanduidingen voor het perceel Beulakerweg 23, vernietigd. Dit is aanleiding om het bestemmingsplan Giethoorn gedeeltelijk te herzien.

De onderhavige herziening van het plan heeft betrekking op:

  • repareren van percelen die niet zijn voorzien van de juiste bestemming, functieaanduiding of bouwvlak;
  • repareren van Beulakerweg 23 te Giethoorn naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.

1.2 Plangebied

Het plangebied waarop deze technische herziening van toepassing is betreft de gronden die zijn gelegen binnen de woonkern Giethoorn en de lintbebouwing langs de Beulakerweg. Het plangebied is weergegeven in figuur 1.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.1708.GHNgiethoornTH-ON01_0001.jpeg"

Figuur 1.1 Plangebied

1.3 Geldend bestemmingsplan

Op 17 oktober 2017 is het bestemmingsplan Giethoorn vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Steenwijkerland. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft 29 mei 2019 het besluit van de raad van de gemeente Steenwijkerland tot vaststelling van het bestemmingsplan Giethoorn, voor zover het betreft het plandeel met de bestemming 'Bedrijf' en de daarbij horende dubbelbestemmingen en aanduidingen voor het perceel Beulakerweg 23, vernietigd. Voor dit betreffende perceel is de Beheersverordening Buitengebied Steenwijkerland 2014 van toepassing.

1.4 Systematiek herziening

Het geldende bestemmingsplan Giethoorn vormt de basis voor de technische herziening. De wijzigingen worden toegevoegd aan de regels en verwerkt op de verbeelding. Het geldende bestemmingsplan Giethoorn blijft van toepassing op de gronden die niet gewijzigd worden. Nieuwe initiatieven worden niet meegenomen in dit plan.

Deze herziening gaat vergezeld van een toelichting. In deze toelichting wordt aangegeven wat de aanpassingen zijn naar aanleiding van geconstateerde omissies en de ontwikkeling aan Beulakerweg 23.

1.5 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de omissies in het bestemmingsplan Giethoorn die zijn geconstateerd na de vaststelling van het bestemmingsplan Giethoorn. In hoofdstuk 3 komt het beleidskader en de toetsing aan de milieuaspecten aan de orde. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op de wijzigingen ten opzichte van het bestemmingsplan Giethoorn. In hoofdstuk 5 wordt een juridische toelichting gegeven op het voorliggende plan. Hoofdstuk 6 bevat de uitvoerbaarheidsaspecten van het plan.

Hoofdstuk 2 Huidige situatie

Na vaststelling van het bestemmingsplan Giethoorn heeft de gemeente Steenwijkerland in de planregels en op de verbeelding omissies geconstateerd die de gemeente in de technische herziening wil gaan herstellen. Het gaat hierbij enerzijds om tekstuele aanpassingen in de regels en anderzijds om aanpassingen op de verbeelding, zoals het toevoegen van aanduidingen en bestemmingen, bestemmingsaanpassingen en aanpassingen van het bouwvlak. In bijlage 1 is een overzicht weergegeven met de geconstateerde omissies. In deze lijst is het perceel aan Beulakerweg 165 ook opgenomen. Dit komt doordat het gebruik van het perceel aan Beulakerweg 165 niet overeenkomt met de bestemming. In de lijst is ook het perceel Beulakerweg 23 opgenomen, omdat het bestemmingsplan Giethoorn op dit plandeel is vernietigd. De plangebieden zijn weergegeven in figuur 2.1 en 2.2.

afbeelding "i_NL.IMRO.1708.GHNgiethoornTH-ON01_0002.jpeg"

Figuur 2.1 Noordelijk deel van het plangebied met de luchtfoto van de huidige situatie

afbeelding "i_NL.IMRO.1708.GHNgiethoornTH-ON01_0003.jpeg"

Figuur 2.2 Zuidelijk deel van het plangebied met de luchtfoto van de huidige situatie

Hoofdstuk 3 Beleid en milieuaspecten

3.1 Inleiding

In een bestemmingsplan dient aangetoond te worden dat er geen strijd is met het beleid op de verschillende niveaus en met de milieuaspecten. Er moet sprake zijn van een 'goede ruimtelijke ordening'. Voorliggend bestemmingsplan betreft een technische herziening. De aanpassingen in deze technische herziening zijn gedaan naar aanleiding van de geconstateerde omissies, de ruimtelijke ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden en de vernietiging van een deel van het bestemmingsplan Giethoorn na de vaststelling van het bestemmingsplan Giethoorn. Toetsing aan het beleid en de milieuaspecten wordt alleen gedaan ingeval van nieuw beleid en nieuwe ontwikkelingen/gewijzigde inzichten.

3.2 Beleid

Het vigerend beleid is reeds in het geldend bestemmingsplan Giethoorn beschreven. Na de vaststelling van dit bestemmingsplan heeft de gemeente het nieuwe vaar- en verhuurbeleid en de Toekomstvisie Giethoorn vastgesteld. Hierdoor komt dit beleid in paragraaf 3.2.1 en paragraaf 3.2.2 aan de orde. Toetsing aan het beleid vindt wel plaats voor de ontwikkeling aan Beulakerweg 23 en de bestemmingswijziging aan Beulakerweg 165. Deze toetsing is opgenomen in de bijlagen 2 en 3.

3.2.1 Vaar- en verhuurbeleid

Op 15 december 2020 heeft de gemeenteraad van de gemeente Steenwijkerland met het vaststellen van de Vaarverordening het vaar- en verhuurbeleid vastgelegd.

Het beleid is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:

  • Behouden en versterken van het unieke karakter van Giethoorn;
  • Reguleren van de vaardrukte op de Dorpsgracht in Giethoorn;
  • Proactief inspelen op de verwachte groei van het aantal bezoekers;
  • Uitbreiding van handhaving en gastheerschap door middel van crowd-control;
  • Bezoekers dragen financieel bij.

In hoofdlijnen komt het beleid op het volgende neer:

  • De maximale afmetingen van rondvaart- en verhuurboten vervallen;
  • Het maximaal aantal verhuur- en rondvaartboten vervalt;
  • Alle verhuur- en rondvaartboten moeten op termijn elektrisch aangedreven worden;
  • De bezoeker draagt bij doordat verhuur- en rondvaartboten gaan betalen voor het varen in de Dorpsgracht in Giethoorn. Afhankelijk van de grootte van de boot geldt een ander tarief;
  • Boten die door vakantieparken en B&B’s aan klanten worden uitgeleend vallen ook onder de verhuurboten. Zij mogen hun boten alleen verhuren aan eigen gasten;
  • Voor de Dorpsgracht in Giethoorn geldt een maximale breedte voor verhuurboten; Verhuur- en rondvaartboten mogen geen nieuwe ligplaats in de Dorpsgracht, Jan Hozengracht, Jan Bolsvaart, Smitsvaart en de Cornelisgracht in Giethoorn innemen.

Na het vaarseizoen wordt met de gebiedspartners het nieuwe vaar- en verhuurbeleid geëvalueerd.

3.2.2 Toekomstvisie Giethoorn

De gemeente Steenwijkerland heeft de Toekomstvisie Giethoorn vastgesteld. De visie is een toetsingskader en richtinggevend document voor nieuwe initiatieven en verdere uitwerking van opgaven in Giethoorn.

De toekomstvisie gaat in op de volgende thema's:

  • 1. De lokale gemeenschap op 1
  • 2. Water verbindt
  • 3. “Het is eigenlijk een vreemd dorp”
  • 4. Balans tussen economie, ecologie en leefbaarheid

De huidige en toekomstige ontwikkelingen worden afgestemd op de ambities uit de toekomstvisie.

Met dit plan wordt aangesloten op en het plan is in overeenstemming met het gestelde in de visie.

3.2.3 Conclusie beleid

Voor wat betreft de percelen Beulakerweg 23 en 165 is er geen strijd met het vigerend beleid. De wijzigingen voor alle andere locaties passen binnen het vaar- en verhuurbeleid en het gestelde in de Toekomstvisie Giethoorn.

3.3 Milieuaspecten

De aanpassingen van de technische herziening worden niet getoetst aan milieuaspecten. Toetsing vindt wel plaats voor de ontwikkeling aan Beulakerweg 23 en de bestemmingswijziging aan Beulakerweg 165. Deze toetsing is opgenomen in de bijlagen 2 en 3.

3.3.1 Conclusie milieuaspecten

Uit de toetsing aan de milieu- en omgevingsaspecten voor de bedrijfsbestemming aan de Beulakerweg 23 en de woonbestemming aan de Beulakerweg 165 blijkt dat de onderzochte aspecten de gewenste situatie niet in de weg staan.

Hoofdstuk 4 Inhoud herziening

4.1 Inleiding

Dit hoofdstuk betreft de aanpassingen naar aanleiding van de geconstateerde omissies van het vastgestelde bestemmingsplan Giethoorn en de verwerking van de diverse herzieningen van het bestemmingsplan Giethoorn.

In verband met de vernietiging van het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan Giethoorn voor het perceel aan Beulakerweg 23 door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, is de bestemming van dit perceel getoetst in hoofdstuk 3. Dit perceel heeft in het verleden de bestemming 'Ambachtelijke bedrijvigheid' gekend. In de beheersverordening Buitengebied Steenwijkerland 2014 is voor het perceel de woonbestemming opgenomen, terwijl het perceel in gebruik was ten behoeve van een bedrijf. In het bestemmingsplan Giethoorn is het perceel voorzien van de bedrijfsbestemming conform het gebruik. In verband met de uitspraak van de Afdeling bestuurrechtspraak van de Raad van State is nu voor het perceel Beulakerweg 23 de bestemming 'Wonen - Buitengebied'van toepassing. De gemeente wil de bedrijfsbestemming wel weer opnemen op dit perceel, maar wel met maximaal milieucategorie 1. De huidige bedrijfsvoering is passend binnen deze milieucategorie. Het betreft een bedrijf gericht op grond-, weg- en waterbouw en groenvoorziening, maar de feitelijke werkzaamheden worden elders uitgevoerd. Deze milieucategorie biedt wel mogelijkheden voor het bedrijf, maar de invloed op de omgeving wordt hierdoor beperkt. In de regels is een overzicht van bedrijfsactiviteiten opgenomen die op dit perceel zijn toegestaan.

4.2 Verwerken wijzigingen in bestemmingsplan

In onderstaande tabel zijn de adressen weergegeven waarop een wijziging van het bestemmingsplan betrekking heeft. In bijlage 4 is een overzicht weergegeven met de aanpassingen die in de regels en/of verbeelding per perceel zijn gedaan.

Adres  
Beulakerweg 23  
Beulakerweg 48  
Beulakerweg 50b  
Beulakerweg 55  
Beulakerweg 165  
Beulakerweg 167  
Beulakerweg 169  
Beulakerweg 169 b  
Binnenpad 15  
Binnenpad 16  
Binnenpad 28  
Binnenpad 46  
Binnenpad 47  
Binnenpad 54  
Binnenpad 66  
Binnenpad 82  
Binnenpad 88 tot en met Binnenpad 96  
Binnenpad 103/105  
Binnenpad 137  
Ds. T.O. Hylkemaweg 1  
Ds. T.O. Hylkemaweg 3  
Ds. T.O. Hylkemaweg 4  
Ds. T.O. Hylkemaweg 5  
Ds. T.O. Hylkemaweg 7  
Ds. T.O. Hylkemaweg 10  
Ds. T.O. Hylkemaweg 13  
Ds. T.O. Hylkemaweg 15  
Ds. T.O. Hylkemaweg 27  
Ds. T.O. Hylkemaweg 31  
Ds. T.O. Hylkemaweg 38  
Ds. T.O. Hylkemaweg 42  
Ds. T.O. Hylkemaweg 43  
Langesteeg 12  
Maaiensteeg 1  
Molenweg 35a  
Zuiderpad 16a  
Zuiderpad 46  

Hoofdstuk 5 Juridische planopzet

5.1 Algemeen

Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2012 (SVBP 2012).

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

Tot slot maakt een eventuele bijlage onlosmakelijk deel uit van het bestemmingsplan.

5.2 Toelichting op de planregels

In deze paragraaf wordt de systematiek van de regels en de wijze waarop de regels gehanteerd dienen te worden, uiteengezet.

De planregels van het bestemmingsplan bestaan uit vier hoofdstukken, waarin achtereenvolgens de inleidende regels, de bestemmingsregels, de algemene regels en de overgangs- en slotregels aan de orde komen. Voor de systematiek is aangesloten op de Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen 2012 en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

5.2.1 Inleidende regels

In deze bepaling zijn omschrijvingen gegeven van de in het bestemmingsplan gebruikte begrippen. Deze worden opgenomen om interpretatieverschillen te voorkomen. Begripsbepalingen zijn alleen nodig voor begrippen die gebruikt worden in de regels en die tot verwarring kunnen leiden of voor meerdere uitleg vatbaar zijn.

Om op een eenduidige manier afstanden en oppervlakten te bepalen wordt in de wijze van meten uitleg gegeven wat onder de diverse begrippen wordt verstaan. Hiervoor is aangesloten bij de SVBP 2012.

5.2.2 Bestemmingen

De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bouwwerken.

In hoofdstuk 2 Bestemmingsregels zijn de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld. In ieder artikel is per bestemming bepaald welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke bouwregels er gelden. Onderstaand worden de voorkomende bestemmingen nader toegelicht.

Agrarisch

De bestemming ‘Agrarisch’ is gegeven aan het perceel bij de Beulakerweg 48 dat gebruikt wordt als parkeerterrein. Hobbymatig gebruik en recreatief medegebruik van cultuurgronden is daarnaast toegestaan op dit perceel. Met het oog op dit gebruik mogen, omheiningen en/of erfafscheidingen, voederruiven, drinkbakken en/of picknickplaatsen worden gebouwd. Voor het overige mag er binnen de voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden niet worden gebouwd.

Bedrijf

Bestaande bedrijven zijn bestemd tot 'Bedrijf'. Per bedrijf is maximaal één bedrijfswoning toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning'. Binnen de bestemming 'Bedrijf' is alleen een bouwvlak opgenomen. Hierbinnen mogen de gebouwen opgericht worden. De bestaande bebouwing is binnen het bouwvlak opgenomen. Gezien de fysieke ruimte is voor de meeste bedrijven de mogelijkheden voor uitbreiding beperkt. Bestaande rechten zijn gerespecteerd. In de regels zijn nadere bebouwingsregels gegeven

Centrum

Voor diverse panden in het dorpscentrum langs de Ds. T.O. Hylkemaweg is de bestemming 'Centrum' opgenomen. De gemeente Steenwijkerland wenst geen onderscheid meer te maken in de wijze van exploitatie en het doel waartoe (dorps)voorzieningen worden gerealiseerd en in stand gehouden. Als bijvoorbeeld ergens de detailhandelfunctie van een pand wordt beëindigd, bestaan er geen bezwaren hier bijvoorbeeld een dienstverlenende functie te vestigen. Echter niet elke functie is zondermeer uitwisselbaar. Zo is de detailhandel en horeca alleen toegestaan op de bestaande locaties. Het beleid is gericht op een grote flexibiliteit in gebruik. Naast wonen mag de bebouwing tevens gebruikt worden voor detailhandel, dienstverlening en horeca (alleen ter plaatse van de aanduiding). Alle bovenstaande functies zijn toegestaan op de begane grond. Op de verdieping(en) is alleen de functie wonen toegestaan, met dien verstande dat voor sommige horecafuncties ook op de verdiepingen (bepaalde) horeca activiteiten zijn toegestaan.

De op grond van de vorige bestemmingsplanregeling geldende binnenplanse afwijkingsmogelijkheden voor het vestigen van nieuwe horecafuncties is in deze bestemming gehandhaafd. Hiervoor gelden wel enkele ruimtelijke randvoorwaarden. Tevens is een afwijkregeling opgenomen voor het uitoefenen van detailhandelsactiviteiten op een verdieping van een gebouw.

De fysiek geboden ruimte (bouwgrenzen) is zodanig dat revitalisering en bouwkundige vernieuwing mogelijk is. De ontwikkelingen worden steeds in relatie met de verkeersafwikkeling en parkeerbehoefte beoordeeld. Aan huis verbonden bedrijven en mantelzorg is slechts toegestaan na een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan.

Binnen het bouwvlak mogen de hoofdgebouwen en bijgebouwen opgericht worden. De bestaande bebouwing is binnen dit bouwvlak opgenomen. In de regels zijn nadere bebouwingsregels gegeven

Gemengd - 1

De gemeente Steenwijkerland maakt geen onderscheid in de manier van exploitatie en het doel waartoe solitaire voorzieningen buiten de centrumgebieden worden gerealiseerd en in stand gehouden. Als bijvoorbeeld ergens een detailhandelsfunctie van een pand wordt beëindigd, bestaan er geen bezwaren om hier bijvoorbeeld een dienstverlenende functie te vestigen. Niet alle functies zijn echter zonder meer uitwisselbaar. Zo is detailhandel en horeca alleen toegestaan op de bestaande locaties.

Het beleid is gericht op een grote flexibiliteit in gebruik. Naast wonen mag de bebouwing tevens gebruikt worden voor culturele voorzieningen, (zakelijke) dienstverlening, horeca (indien aangeduid op de verbeelding), kantoren en maatschappelijke voorzieningen. Deze functies zijn toegestaan op de begane grond. Op de verdieping(en) is alleen de functie wonen toegestaan.

De fysiek geboden ruimte (bouwvlakken) is zodanig dat revitalisering en bouwkundige vernieuwing gemakkelijk mogelijk is. Binnen het bouwvlak mogen de hoofdgebouwen en bijgebouwen worden gerealiseerd. In de regels zijn nadere bebouwingsregels gegeven.

Groen

De structuurgevende groenelementen en landschappelijke inpassing zijn onder de bestemming ‘Groen’ gebracht. Deze bestemming is vooral gericht op structurele beplantingen en afscherming. Hiermee wordt bereikt dat deze gronden niet voor buitenactiviteiten van het hotel, zoals terrassen en andere buitenvoorzieningen of anderszins intensief worden gebruikt. Wel is ruimte voor licht recreatief medegebruik.

Horeca

Voor de diverse aanwezige horecavoorzieningen in Giethoorn is de bestemming ‘Horeca’ opgenomen. Binnen deze bestemming is horeca van categorie 1, 2, 3, 4 en 5 zoals weergegeven in de begripsbepalingen in artikel 1 toegestaan. Daarbij geldt dat lichtere horeca (categorie 1, 2 en 3) binnen deze bestemming overal mogelijk is. Omdat de vestiging van nieuwe, zwaardere horecafuncties ruimtelijk niet zonder meer wenselijk is, zijn deze functies (horeca vanaf categorie 4) via een functieaanduiding alleen toegestaan op de bestaande locaties.

In deze bestemming is een afwijkingsregeling opgenomen om de vestiging van nieuwe horecabedrijven van categorie 3 toch toe te staan als aan bepaalde ruimtelijke voorwaarden is voldaan. Met deze afwijkingsbevoegdheid kan ruimtelijk worden gestuurd op een goede ruimtelijke inpasbaarheid van de nieuwvestiging van deze bedrijvigheid.

Binnen het bouwvlak mogen binnen deze bestemming gebouwen, geen woning zijnde worden opgericht met dien verstande dat voor bestaande bedrijfswoningen is voorzien in een aparte bouwaanduiding. De bestaande bebouwing is binnen het bouwvlak opgenomen. Gezien de beperkte fysieke ruimte is uitbreiding nauwelijks nog mogelijk. De bestaande bouwmogelijkheden zijn behouden. In de regels zijn nadere bebouwingsregels gegeven.

Horeca - 1

Het hotel De Harmonie is onder de bestemming ‘Horeca’ gebracht. Binnen deze bestemming is horeca in hoofdzaak gericht op logiesverstrekking (horeca van categorie 4) en ondergeschikt c.q. gerelateerd daaraan een restaurantfunctie (horeca 2). Daarnaast biedt de horecabestemming ruimte voor de gebruikelijke vermaaksfuncties die gerelateerd zijn aan een hotel-restaurant. Tevens mag door een aanduiding hier een rondvaartboot aanmeren en is bootverhuur toegestaan.

De gebouwen zijn vastgelegd binnen het bouwvlak. Dit bouwvlak is afgestemd op de bestaande bebouwing en op de inrichting die is opgenomen als Bijlage 9 bij de regels. De voorgeschreven goot- en bouwhoogte zijn hier ook op afgestemd. De bedrijfswoning is ter plaatse vastgelegd binnen de aanduiding ‘bedrijfswoning’. Bij de bedrijfswoning is ruimte voor maximaal 50 m2 aan bijgebouwen. De bedrijfsvloeroppervlakte van het restaurant, de openstelling (in de wintermaanden gesloten), alsmede het totaal aantal hotelkamers (43) is afgestemd op de voor het plan gehanteerde uitgangspunten die zijn gebruikt voor het berekenen van de verkeersbewegingen, het aantal parkeerplaatsen en de stikstofberekeningen.

Natuur

De gronden die deel uitmaken van het Natura-2000 gebied De Wieden hebben de bestemming ‘Natuur’ gekregen. Deze gronden kennen een zeer hoge natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarde. Gestreefd wordt naar behoud, herstel, ontwikkeling en versterking van de betreffende waarden in het natuurgebied. Het gemeentelijk beleid is daarbij afgestemd op de ter beschikking staande instrumentarium in het kader van de ecologische hoofdstructuur van rijk en provincie. Tevens is het beleid gericht op duurzaam bodem- en waterbeheer, zoals zuinig gebruik van grondstoffen en het voorkomen van een te snelle afvoer van oppervlaktewater. Bouwwerken en werkzaamheden die ten dienste staan van een duurzaam bodem- en waterbeheer zijn binnen de bestemming toegestaan.

Dit betreft onder meer:

  • het werken met een gesloten grondbalans;
  • voorkomen dat er afstromend water ontstaat door minder verhard oppervlak te creëren en zoveel mogelijk open verhardingen toe te passen;
  • hemelwater gescheiden opvangen en infiltreren in de bodem, voor zover van voldoende kwaliteit dan wel bergen en (vertraagd) afvoeren naar het oppervlaktewater, voor zover van voldoende kwaliteit;
  • bodemfilters.

Ten aanzien van extensief recreatief medegebruik wordt binnen de bestemming ‘Natuur‘ gestreefd naar handhaving van de bestaande recreatieve voorzieningen. Routes zijn toegestaan voor zover natuurlijke en landschappelijke waarden en belangen daardoor niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Daarnaast is bestaand agrarisch gebruik binnen de bestemming toegestaan. In de regels zijn nadere gebruiksregels opgenomen.

Recreatie

De gronden met de bestemming ‘Recreatie’ zijn in hoofdzaak bestemd voor bestaande dagrecreatieve voorzieningen. Daarnaast zijn (in combinatie met dagrecreatie) op sommige locaties ook andere functies toegestaan, zoals verblijfsrecreatie in recreatieappartementen. Het gaat ook hier om al bestaande activiteiten. Binnen de bestemming ‘Recreatie’ zijn gebouwen uitsluitend binnen het bouwvlak toegestaan. In de regels zijn nadere bebouwingsregels gegeven.

Recreatie - Verblijfsrecreatie

Binnen de bestemming ‘Recreatie - Verblijfsrecreatie’ is sprake van handhaving van de bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van kampeerterreinen waar alleen verblijfsrecreatie in kampeermiddelen is toegestaan. Het aangeduide ruimtebeslag wordt als het maximaal daarvoor benodigde ruimtebeslag beschouwd. Horeca activiteiten zijn alleen toegestaan voor zover ze ondergeschikt en inherent zijn aan de verblijfsrecreatieve functie. Voor deze bestemming zijn de bouwmogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan gerespecteerd. Het bouwvlak is dan ook overeenkomstig ingetekend. In de regels zijn nadere bebouwingsregels gegeven.

Sport

De sportvelden van SV Giethoorn hebben de bestemming ‘Sport’ gekregen. Binnen deze bestemming is sprake van handhaving van de bestaande sportaccommodatie, zoals de sportvelden inclusief kleedruimtes en kantine. Het huidige ruimtebeslag wordt als het maximaal daarvoor benodigde ruimtebeslag beschouwd.

Voor deze bestemming zijn de bouwmogelijkheden uit het vigerende bestemmingsplan gerespecteerd. Het bouwvlak is dan ook overeenkomstig ingetekend. In de regels zijn nadere bebouwingsregels gegeven.

Tuin

De gronden binnen deze bestemmingen zijn bedoeld voor onbebouwde tuinen. De bestemming ‘Tuin’ betreft (delen van) percelen behorende bij een woning, maar waarop bebouwing niet gewenst is.

Binnen de bestemming Tuin is wel enige bebouwing mogelijk en mogen in hoofdzaak uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, afgezien van botenhuizen.

Verkeer

De ontsluitingswegen en bepalende voet- en fietspaden, alsmede de parkeervoorzieningen in Giethoorn zijn bestemd tot ‘Verkeer’. Binnen deze bestemming staat het beheerskarakter voorop. Gewijzigde inzichten, die leiden tot herinrichting, zijn binnen de begrenzing van de bestemming, zonder meer en zonder bestemmingsplanprocedure mogelijk. Naast wegverkeer en voet- en fietspaden, zijn onder meer groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en parkeervoorzieningen toegestaan

Water

Structurerende watergangen zijn voorzien van de bestemming ‘Water’ en bestemd voor de aanleg en/of instandhouding van waterhuishoudkundige voorzieningen, zoals watergangen, waterbergingen met de bijbehorende bermen en taluds, watersportvoorzieningen, extensieve vormen van waterrecreatie, bruggen, behoud, bescherming en herstel van natuurlijke en landschappelijke waarden en behoud en ontwikkeling van ecologische waarden in relatie tot de waterhuishoudkundige voorzieningen.

Binnen de bestemming ‘Water’ mogen in beginsel geen gebouwen worden gebouwd.

Omdat botenhuizen in Giethoorn regelmatig voorkomende bouwwerken zijn en - onder bepaalde randvoorwaarden - ook als bij Giethoorn passende bouwwerken kunnen worden aangemerkt, is in binnen de bestemming Water voorzien in een afwijkbevoegdheid op grond waarvan de bouw van nieuwe botenhuizen kan worden toegestaan. Aan deze afwijkbevoegdheid is daartoe wel een aantal ruimtelijke criteria verbonden waaraan het botenhuis moet voldoen. Deze criteria hebben onder meer te maken met maatvoering en positionering ten opzichte van het hoofdgebouw waartoe het botenhuis behoort. Uitgangspunt is en blijft verder dat er per bouwperceel maximaal één botenhuis mag worden opgericht. Verder mogen er alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van bruggen, verkeerstekens e.d. worden gebouwd.

Wonen - 1 en Wonen - 2

De bestaande woningen zijn, afhankelijk van de goot- en bouwhoogte, opgenomen in de bestemmingen ‘Wonen - 1’ of ‘Wonen - 2’. Voor het overige is de inhoud van deze twee bestemmingen hetzelfde. Bestaande rechten zijn binnen deze bestemmingen gerespecteerd.

Onder de verschillende woonbestemmingen valt ook het uitoefenen van een kleinschalig aan huis gebonden beroep. Een aan huis gebonden beroep is rechtstreeks toegestaan onder de voorwaarde dat maximaal 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte van de woning en de bijgebouwen wordt gebruikt voor een aan huis gebonden beroep. Aan huis gebonden beroepen zijn dus vrij, voor zover de woonfunctie volledig gehandhaafd blijft. In bijlage 2 bij de regels is een overzicht met aan huis gebonden beroepen opgenomen. Een aan huis verbonden bedrijf is alleen na afwijking toegestaan onder de voorwaarde dat maximaal 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte van de woning en de bijgebouwen wordt gebruikt voor een aan huis verbonden bedrijf. In bijlage 2 bij de regels is tevens een overzicht met aan huis verbonden bedrijven opgenomen.

Binnen de woonbestemming zijn een aantal specifieke functies expliciet aangeduid op de verbeelding, gezien het feit dat het hier gaat om bestaande nevenfuncties welke niet binnen de aan huis verbonden bedrijfsregeling gevat kunnen worden. Het gaat bijvoorbeeld om een specifieke aanduiding voor rondvaart- en botenverhuur, een atelier of bijvoorbeeld appartementen die zijn toegestaan.

Detailhandel als ondergeschikte activiteit is niet rechtstreeks toegestaan, maar slechts via een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan. Het uitoefenen van een bed & breakfast van maximaal 10 slaapplaatsen per bouwperceel ten behoeve van een gelijktijdig nachtverblijf van maximaal 10 personen is eveneens slechts toegestaan via een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan, mits de slaapplaatsen worden gerealiseerd in de woning. maximaal 35% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw voor bed- en breakfastactiviteiten wordt gebruikt en geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeersveiligheid, het woon- en leefklimaat, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. Als extra voorwaarde geldt dat niet meer dan 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte wordt gebruikt ten behoeve van de verschillende nevenactiviteiten tezamen.

Het realiseren van een nieuwe woning door middel van inpandig bouwen (woningsplitsing) is binnen de bestemmingen onder voorwaarden toegestaan. Daarbij gelden de voorwaarden dat het oorspronkelijke gebouw een inhoud van ten minste 600 m3 dient te hebben, dat de afzonderlijke woningen na splitsing een inhoud van tenminste 250 m3 dienen te bezitten en dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder. Met een omgevingsvergunning is het samenvoegen van woningen onder voorwaarden toegestaan.

Het realiseren van mantelzorgvoorzieningen binnen de woonbestemmingen is onder voorwaarden mogelijk, mits gerealiseerd in de woning of binnen bestaande vrijstaande bijgebouwen.

De woonbestemmingen verschillen van elkaar vanwege de maximale goot- en bouwhoogte. De maximale goot- en bouwhoogte voor 'Wonen - 1' is respectievelijk 4 en 7,5 meter en voor 'Wonen - 2' 6 en 9 meter. Eventueel afwijkende bouwhoogten zijn nader aangeduid op de verbeelding.

Ondergeschikte bouwdelen in de vorm van erkers (aangebouwd bijgebouw), luifels en balkons zijn binnen de bestemmingen ‘Wonen – 1’ en ‘Wonen – 2’ toegestaan voor de voor- of zijgevel, mits ze niet meer dan 1 meter voor de voorgevel uitsteken. Buiten het bouwvlak is een vlak voor bijgebouwen aangeduid waarbinnen bijgebouwen in één bouwlaag mogen worden gebouwd, de aanduiding ‘bijgebouwen’. De positie en omvang van het vlak voor bijgebouwen worden toegekend op grond van de volgende uitgangspunten:

  • de bestaande regelingen in de vigerende bestemmingsplannen;
  • herkenbaarheid van de stedenbouwkundige identiteit.

De aanduiding ‘bijgebouwen’ is op de verbeelding binnen de bestemmingen ‘Wonen – 1’ en ‘Wonen - 2’ ingetekend op 3 meter achter de voorgevel, tenzij deze afstand van het bijbouwvlak tot de aan de weg gelegen perceelsgrens ontoereikend is voor parkeren op eigen terrein. Een minimale afstand van circa 6 meter tussen de aanduiding ‘bijgebouwen’ en de aan de weg gelegen perceelsgrens is steeds gehanteerd als garantie voor parkeren op eigen terrein.

Aan de hand van een in de regels opgenomen tabel wordt bepaald welke oppervlakte aan bijgebouwen mag worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding ‘bijgebouwen’. Dit is gerelateerd aan de oppervlakte van het bouwperceel. De goothoogte van bijgebouwen mag binnen de verschillende woonbestemmingen maximaal 3,50 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte maximaal 80% bedraagt van de bouwhoogte van het hoofdgebouw, tenzij dit in de bestaande situatie (bijvoorbeeld bij kapschuren) al hoger is. Naast het bestemmingsplan is het ook mogelijk om vergunningsvrij nog vrijstaande of aangebouwde bijgebouwen op te richten op basis van het Besluit omgevingsrecht. Binnen bijgebouwen mogen ook aan huis verbonden beroepen uitgeoefend worden (praktijkvestiging).

5.2.3 Dubbelbestemmingen

Dubbelbestemmingen zijn veelal een toevoeging op de onderliggende bestemming. Een dubbelbestemming is primair. Dit houdt in dat indien het bepaalde in de dubbelbestemming op gespannen voet staat met de regels van de onderliggende bestemming, het bepaalde in de dubbelbestemming voor gaat. Onderstaand worden de voorkomende dubbelbestemmingen nader toegelicht.

Leiding - Riool

De bestemming ‘Leiding - Riool’ is opgenomen ter bescherming van de rioolleiding en de daarbij behorende voorzieningen. Op deze gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde die noodzakelijk zijn voor de aanleg en instandhouding van de bestaande rioolleiding(en), mogen worden gebouwd.

Waarde - Archeologie 2

De bestemming ‘Waarde - Archeologie 2’ is gericht op bescherming van gebieden met een hoge archeologische verwachting. In deze gebieden geldt op basis van geologische en bodemkundige opbouw en aangetroffen archeologische vondsten en relicten een hoge archeologische verwachting. Zones waar, op historische en archeologische gronden archeologische resten vermoed worden zonder dat de exacte begrenzing daarvan kan worden aangewezen, zijn eveneens als ‘met hoge verwachting’ aangemerkt. Op de binnen deze bestemmingen gelegen archeologische monumenten is tevens het dienaangaande uit de Erfgoedwet van toepassing.

Ter bescherming van de waarden kunnen aan de omgevingsvergunning voor het bouwen nadere voorwaarden worden gekoppeld, zoals de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden, of de verplichting tot het doen van opgravingen, of de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.

Waarde - Cultuurhistorie Beulakerweg

Voor het cultuurhistorisch waardevolle lint van de Beulakerweg is een beschermende dubbelbestemming opgenomen, waarmee de cultuurhistorische essenties van het lint worden geborgd. Op grond van deze dubbelbestemming gelden voor dit gebied enkele extra regels voor wat betreft de inhoud van (bedrijfswoningen) en de situering van hoofdgebouwen. Ook is in deze dubbelbestemming een kappenkaart opgenomen en een aanduiding ‘karakteristiek’. Voor een toelichting op deze instrumenten kan kortheidshalve worden verwezen naar de onderstaande toelichting op dubbelbestemmingen ter bescherming van het beschermde dorpsgezicht van Giethoorn

Waarde - Noordeinde Molenweg, Waarde - Zuideinde Binnenpad en Waarde - Zuideinde Zuiderpad.

Ten behoeve van bescherming van de cultuurhistorisch en oudheidkundig waardevolle elementen en structuren van het beschermd dorpsgezicht is een drietal specifieke dubbelbestemmingen opgesteld, waarbij per deelgebied binnen het beschermd dorpsgezicht de specifieke ruimtelijke kwaliteiten zijn beschreven die de identiteit van Giethoorn bepalen. Er wordt gestreefd naar behoud, herstel en versterking van deze cultuurhistorische en oudheidkundige waarden door het tegengaan van verdere versnippering van historische patronen. Het is mogelijk om incidentele objecten zonder enig verband met de oorspronkelijke situatie verwijderen en er dient voorkomen te worden om nieuwe elementen toe te voegen, anders dan bedoeld ter reconstructie van de oorspronkelijke situatie of het versterken van de bestaande identiteit zoals beschreven in de Identiteitskaarten welke als bijlage 5 zijn toegevoegd aan deze toelichting.

Ter bescherming van het beschermde dorpsgezicht worden in deze dubbelbestemmingen ten opzichte van de enkelbestemmingen aanvullende bouw- en gebruiksregels gesteld waar bouw- en gebruiksactiviteiten binnen het beschermde dorpsgezicht van Giethoorn (ook) aan moeten voldoen. Voor de bouwregels van de dubbelbestemmingen geldt dat daarmee ook kan worden afgeweken van de bouwregels en –mogelijkheden van de (onderliggende) enkelbestemming. In het geval een strijdigheid tussen een bouwregel van de enkelbestemming en die van deze dubbelbestemmingen, gaat de bouwregel van de dubbelbestemming voor. Het gevolg hiervan kan zijn dat er, ter bescherming van de cultuurhistorische waarden van het beschermde dorpsgezicht, op locaties binnen deze dubbelbestemmingen ten opzichte van de regeling in de onderliggende enkelbestemming voor bouw- en gebruiksactiviteiten bepaalde beperkingen gelden.

De bouwregels van de dubbelbestemmingen houden ten eerste in dat cultuurhistorisch waardevolle kapvormen, waaronder de zogenaamde kamelenruggen, en nokrichtingen van gebouwen behouden moeten blijven. Daartoe zijn in de dubbelbestemmingen kappenkaarten opgenomen waarop deze kapvormen en nokken staan aangegeven. Bouwactiviteiten moeten in overeenstemming zijn met deze kaarten. Tevens gelden er binnen het beschermde dorpsgezicht op grond van de dubbelbestemmingen gevellijnen waarin de voorgevels van gebouwen geplaatst moeten worden. Verder gelden er gebouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde specifieke(re) maatvoerings- of situeringseisen ter behoud van de aanwezige cultuurhistorische waarden. Zo zijn er bijvoorbeeld regels opgenomen voor de inhoud van een (bedrijfs)woning en is de maximaal toegestane oppervlakte aan bijgebouwen begrensd op 50 m2 en dienen bijgebouwen achter de achtergevel van het hoofgebouw te worden geplaatst. Dit laatste geldt ook voor overkappingen waarvoor tevens geldt dat per bouwperceel maximaal één overkapping is toegestaan. De voor het gebied zeer karakteristieke stook-/bakhuisjes en kapschuren, zijn nader aangeduid als ‘karakteristiek’. Voor deze karakteristieke gebouwen is in de dubbelbestemmingen als bouwregel opgenomen dat deze bouwwerken ten opzichte van de bestaande situatie qua situering, oppervlakte, bouwvolume en maatvoering niet mogen worden gewijzigd. In de dubbelbestemmingen is voor bouwactiviteiten tenslotte ook een adviesregeling op genomen op basis waarvan voor deze activiteiten vooraf advies moet worden ingewonnen bij de Monumentencommissie.

De dubbelbestemmingen voorzien in een afwijkregeling waarmee van deze bouwregels kan worden afgeweken. Afwijking is mogelijk indien een bepaalde bouwactiviteit niet leidt tot een verandering of onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden en kwaliteiten van het beschermde dorpsgezicht en overigens stedenbouwkundig aanvaardbaar is. Er kan dan worden afgeweken ten behoeve van het bouwen van een bouwwerk conform de bouwregels van de onderliggende bestemming. Bouwactiviteiten die zonder meer afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarden van het beschermde dorpsgezicht zijn buiten de reikwijdte van de afwijkregeling gehouden.

Ten aanzien van het gebruik van gronden en gebouwen is in de dubbelbestemmingen een aanlegstelstel opgenomen. Door dit stelsel is voor diverse werkzaamheden en werken een omgevingsvergunning noodzakelijk. Dit geldt onder meer voor het aanleggen van wegen en verhardingen, het dempen of graven van water, het aanbrengen of verwijderen van beplanting en het wijzigen van kleur of materiaal gebruik van bouwwerken. Deze vergunning wordt verleend als de betreffende activiteit geen (onevenredig) nadelige gevolgen heeft voor de cultuurhistorische waarden van het beschermde dorpsgezicht. Voor wat betreft het aanbrengen van beplanting geldt daarbij als voorwaarde dat het moet gaan om gebiedseigen beplanting, tenzij daar op grond van een advies van de Monumentencommissie van kan worden afgezien. In een bijlage bij de regels van het bestemmingsplan is aangegeven wat onder gebiedseigen beplanting wordt verstaan. Voor het verwijderen van beplanting geldt als voorwaarde dat daarvoor alleen een omgevingsvergunning kan worden verleend als ter compensatie gebiedseigen beplanting wordt terug geplant. Ook van deze laatste voorwaarde kan met een (positief) advies van de Monumentencommissie worden afgeweken.

Om te voorkomen dat door sloopactiviteiten (belangrijke) cultuurhistorische waarden kunnen verdwijnen geldt op grond van de dubbelbestemmingen voor het beschermde dorpsgezicht een vergunningsplicht voor het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken. Deze omgevingsvergunning voor sloopactiviteiten kan worden verleend als de cultuurhistorische waarden niet (onevenredig) worden aangetast of de cultuurhistorische waarde of karakteristieke hoofdvorm van betreffende bouwwerk redelijke wijze niet meer aanwezig is (en niet kan worden hersteld) of redelijkerwijze niet langer te handhaven is.

5.2.4 Algemene regels

Anti-dubbeltelregel

Overeenkomstig het Besluit ruimtelijke ordening is de anti-dubbeltelregel opgenomen. Deze regel wordt opgenomen om bijvoorbeeld te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel of een bepaalde oppervlakte van een bouwperceel mogen beslaan, het resterende onbebouwde terrein ook nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Algemene bouwregels

Bij de algemene bouwregels is een parkeerregeling opgenomen. Uitgangspunt van deze regeling is dat bij bouwactiviteiten moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op het eigen terrein om de parkeerbehoefte die als gevolg van het gebruik van deze bouwwerken ontstaat op te vangen. Voor de invulling van het criterium van voldoende parkeerregels wordt in deze bouwregeling verwezen naar de door burgemeester en wethouders vastgestelde beleidsregels (de Notitie parkeernormen 2015 gemeente Steenwijkerland of de opvolger daarvan). Deze regeling geldt met behulp van een aanduiding niet voor die delen van Giethoorn die niet via autoverkeer kunnen worden ontsloten. Van de regel dat de voldoende parkeergelegenheid op het eigen bouwperceel moet worden gerealiseerd kan via een omgevingsvergunning worden afgeweken. Dit is mogelijk als het voldoen aan deze bepaling op grond van bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit of op een andere wijze in voldoende parkeergelegenheid kan worden voorzien.

Algemene gebruiksregels

In de algemene gebruiksregels is een algemeen gebruiksverbod voor gebruik van gronden en bouwwerken in strijd met de gegeven bestemmingen opgenomen, alsmede specifieke vormen van strijdig gebruik.

Algemene aanduidingsregels

Binnen dit artikel zijn voor de aanduidingen ‘overige zone - beschermd dorpsgezicht Giethoorn’ en ‘overige zone - cultuurhistorie Beulakerweg’ bepalingen opgenomen die regelen dat de gronden binnen het beschermde dorpsgezicht en een gedeelte van de oude Beulakerweg zijn bedoeld voor behoud, herstel en ontwikkeling van het beschermd dorpsgezicht, zoals dit nader tot uitdrukking komt in het aanwijzingsbesluit tot beschermd dorpsgezicht (opgenomen in bijlagen bij de regels) en voor behoud, herstel en ontwikkeling van het cultuurhistorisch waardevolle gedeelte langs de oude Beulakerweg.

Conform de SVBP2012 worden gebiedsaanduidingen ondergebracht in hoofdgroepen, te weten ‘geluidzone’, ‘luchtvaartverkeerzone’, ‘vrijwaringszone’, ‘veiligheidszone‘, ‘milieuzone’, ‘wetgevingszone’ en ‘reconstructiewetzone’. Om nieuwe, niet genoemde gebiedsaanduidingen, die niet onder te brengen zijn onder de bestaande groepen mogelijk te maken, is aan de lijst een groep ‘overige zone’ toegevoegd. De naam van de gebiedsaanduiding kan dan de gewenste naam krijgen. In de gevallen dat gebruik wordt gemaakt van de groep overig dient dit in de plantoelichting te worden gemotiveerd. De regeling voor het beschermde dorpsgezicht en het cultuurhistorisch waardevolle gedeelte van de Beulakerweg, is niet onder te brengen binnen één van de in de SVBP2012 genoemde hoofdgroepen. Derhalve dat in dit geval gebruik wordt gemaakt van de groep ‘overige zone’.

Algemene afwijkingsregels

In deze regels wordt aangegeven in welke gevallen burgemeester en wethouders bevoegd zijn om af te wijken van bepaalde, in het bestemmingsplan geregelde, onderwerpen. Hierbij gaat het, tenzij anders vermeld, om afwijkingsregels die gelden voor alle bestemmingen in het plan.

Algemene procedureregels

In deze bepaling wordt aangegeven welke procedure moeten worden doorlopen bij het stellen van nadere eisen. De procedure voor het wijzigen of het afwijken van het bestemmingsplan is al bij wet geregeld.

Overige regels

In dit artikel zijn voorrangsbepalingen opgenomen, die de volgorde van prioriteit tussen de diverse bestemmingen en dubbelbestemmingen regelen.

5.2.5 Overgangs- en slotregels

Overgangsrecht

In deze regels wordt het overgangsrecht, zoals voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening, overgenomen.

Slotregel

Als laatste wordt de slotregel opgenomen, ook als omschreven in het Besluit ruimtelijke ordening. Deze regel schrijft voor hoe het plan kan worden aangehaald.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Ontwerp Technische herziening

De ontwerp Technische herziening zal gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. Tijdens deze periode wordt een ieder in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen (artikel 3.8 Wro).

Vaststelling

De Technische herziening wordt vervolgens vastgesteld door de gemeenteraad. Het besluit tot vaststelling wordt gepubliceerd en de Technische herziening ligt zes weken ter inzage. Tijdens die periode bestaat voor belanghebbenden de mogelijkheid beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in te dienen tegen het besluit en het plan.

6.2 Economische uitvoerbaarheid

In de Wet ruimtelijke ordening (artikel 6.12) wordt voorgeschreven dat tegelijk met het vaststellen van een bestemmingsplan een exploitatieplan vastgesteld moet worden voor het plangebied of delen ervan, tenzij:

• het kostenverhaal anderszins verzekerd is;

• er geen noodzaak tot het stellen van locatie-eisen of eisen aan type woningbouw is;

• er geen noodzaak is voor het bepalen van een tijdvak of fasering.

In artikel 6.2.1 Bro worden de bouwplannen aangewezen waarvoor de gemeenteraad een exploitatieplan moet vaststellen. Onder een bouwplan wordt onder andere verstaan de bouw van één of meerdere woningen. Wijziging van het gebruik van een bestaand gebouw kan dan ook niet worden aangemerkt als een bouwplan.

Een exploitatieplan wordt gelijktijdig vastgesteld met het ruimtelijk plan of besluit waarop het betrekking heeft. Dat kan een bestemmingsplan, een wijzigingsplan, een projectbesluit en een buiten toepassingverklaring van een beheersverordening zijn.

De aanpassingen die in deze herziening worden gedaan op het bestemmingsplan Giethoorn betreffen geen ontwikkelingen en hebben alle betrekking op het vastleggen van feitelijk bestaande situaties en beleid en is niet aan te merken als een 'bouwplan' in de zin van artikel 6.2.1 Bro. Hierdoor is een exploitaieverplichting niet aan de orde. Dit is ook van toepassing op de situatie van Beulakerweg 23 en 165. Hier is geen sprake van een bouwplan, maar een wijziging van het gebruik of het vastleggen van het bestaand gebruik.

Op grond van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het plan economisch uitvoerbaar is. Er hoeft geen overeenkomst te worden gesloten.