direct naar inhoud van Artikel 5: Wonen
Plan: Giethoorn - Cornelisgracht 34 en 32a
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1708.GHNCornelisg34BP01-VG01

Artikel 5: Wonen

5.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden-beroep;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;

met de daarbijbehorende:

  • c. tuinen en erven;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2. Bouwregels
5.2.1. Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouw zullen uitsluitend woonhuizen worden gebouwd;
  • b. een hoofdgebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. het aantal hoofdgebouwen per bouwvlak zal ten hoogste 1 bedragen;
  • d. de inhoud van een hoofdgebouw zal ten hoogste 600 m³ bedragen, met uitzondering van een hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende regeling", in welk geval de inhoud van een hoofdgebouw ten hoogste 975 m³ zal bedragen;
  • e. de goothoogte van een hoofdgebouw zal ten hoogste 3,50 m bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkend regeling" de goothoogte van een gebouw over ten hoogste 20% van de gootlengte ten hoogste 6,00 m mag bedragen, mits dit niet leidt tot het realiseren van een extra bouwlaag;
  • f. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten minste 30° zal bedragen, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkend regeling" een gebouw over ten hoogste 25% van de oppervlakte van het gebouw mag worden voorzien van een platte afdekking;
  • g. de dakhelling van een hoofdgebouw zal ten hoogste zal 60° bedragen.

5.2.2. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende regeling" zullen geen aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste 75 m² per bestemmingsvlak bedragen, tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de bestaande oppervlakte geldt;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste 3,50 m bedragen;
  • d. aan- en uitbouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd op een afstand van ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van de woning en dienen een ruimtelijke eenheid met de woning te vormen;
  • e. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen op ten minste 3 meter achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw dan wel in het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  • f. de dakhelling van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten minste 30° zal bedragen;
  • g. de dakhelling van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal ten hoogste zal 60° bedragen.

5.2.3. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan, ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

5.3. Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een goede woonsituatie;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

5.4. Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 5.2.2 sub b in die zin dat de oppervlakte van bijgebouwen mag worden vergroot, met dien verstande dat:
    • 1. er sprake dient te zijn van sloop van aan- en/of uitbouwen en/of bijgebouwen, waarbij geldt dat 50% van de gesloopte oppervlakte aan bijgebouwen mag worden terug gebouwd, tot een maximum oppervlakte van 250 m².

5.5. Specifieke gebruiksregels
5.5.1. Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van een hoofdgebouw voor meer dan één woning;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan huis verbonden bedrijf;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor recreatieve bewoning;
  • e. het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor een paardenbak.
5.5.2. Aan huis verbonden beroepen

Een aan huis verbonden beroep is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. een aan huis verbonden beroep mag uitsluitend worden uitgeoefend in de woning of in de bijgebouwen;
  • b. ten hoogste 35% van de toegestane bebouwde oppervlakte van de woning en de bijgebouwen mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroep, met een maximum van 150 m²;
  • c. er mag geen detailhandel plaatsvinden;
  • d. de woonfunctie dient in overwegende mate te worden gehandhaafd en de verschijningsvorm van de woning mag niet wezenlijk worden aangetast;
  • e. degene die het aan huis verbonden beroep uitoefent dient de bewoner van de woning te zijn.