Plan: | Buitengebied - Landinrichting Wetering-West |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1708.BGBWeteringWest-VA01 |
De raad van de gemeente Steenwijkerland heeft in zijn vergadering van 25 januari 2005 het Landschapsontwikkelingsplan Steenwijkerland vastgesteld. In het Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Steenwijkerland wordt het landschapsbeleid voor het buitengebied van de gemeente voor de komende jaren vastgelegd. Daarnaast worden in het plan concrete en uitvoerbare projecten benoemd en uitgewerkt. Het LOP vormt een bouwsteen voor de structuurvisie van de gemeente en zal dienen als toetsingskader voor het toekennen van subsidies in het kader van de plattelandsvernieuwing. Het doel van het LOP is:
Bij de beschrijving van ontwikkelingen, knelpunten en kansen ten aanzien van het thema natuur wordt in het LOP opgemerkt, dat de huidige inspanningen erop zijn gericht om de achteruitgang in Wieden en Weerribben te keren. Deze gebieden dienen te worden vergroot onder andere door ecologische verbindingen. De nieuwe natuurgebieden dienen nat te zijn. Uitbreiding van de natuur en het omhoog brengen van het waterpeil in de omliggende nieuwe natuur zal de wegzijging van water uit de Wieden en Weerribben verminderen. Kansen worden gezien in het aaneensluiten van natuurkerngebieden en het creëren van, onder meer, watergangen en bermen voor het versterken van de ecologische structuur.
Met betrekking tot recreatie en toerisme wordt de belangrijke rol in de lokale economie van Steenwijkerland onderkend. Belangrijk zijn de moerasgebieden (jachthavens, varen, fietsen et cetera) als de , campings) als de bosgebieden en agrarische cultuurlandschappen (wandelen, fietsen) en watergangen (hengelsport). De rijke cultuurhistorie maakt Steenwijkerland zeer aantrekkelijk voor extensieve openluchtrecreatie. Er is een uitgebreid netwerk van landelijke, regionale en lokale vaar-, fiets- en wandelroutes. Knelpunten zijn, onder meer, de behoefte aan nieuwe wandelroutes en het niet goed verbonden zijn van bestaande routestructuren. Kansen worden gezien in, onder andere, het verbeteren en versterken hiervan.
Ten aanzien van het thema water wordt extra ruimte gezocht voor vergroting van de berging van gebiedseigen water in de lage delen (gebieden langs waterlopen) en mogelijk ook voor berging in de polders. Hierbij kunnen natuurwaarden worden versterkt.
Afbeelding 7. Landschappelijke hoofdstructuur en ruimtelijke kwaliteiten (Landschapsontwikkelingsplan Steenwijkerland).
De landschapsvisie is gebaseerd op de landschappelijke hoofdstructuur. De hoofdstructuur geeft inzicht in de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied. Hierop is een zonering in 'parels' en 'ontwikkelingsgebieden' gebaseerd. Deze zonering geeft richting aan het behouden en versterken of ontwikkelen van nieuwe landschappelijke structuren. Bij parels gaat het om behouden, versterken en ontwikkelen binnen bepaalde grenzen en bij landschapsontwikkelingsgebieden gaat het om mogelijke functieveranderingen met behoud van de karakteristieken van de deelgebieden.
De landschapsvisie op hoofdlijnen gaat uit van behoud van de kernkwaliteiten en behoud en versterking van de landschappelijke kwaliteit. De natuur- en landschapswaarden en de cultuurhistorische en de recreatieve waarden in Steenwijkerland worden gezien als de dragers voor de bestaande landschappelijke kwaliteit en dienen duurzaam te worden behouden. Dit betreft zowel het behoud van individuele objecten als het behoud van waardevolle landschappelijke patronen en gebieden (bijvoorbeeld verkavelingspatronen). Hiernaast gaat het om het behoud van visueel-ruimtelijke waarden, zoals de openheid van de komgebieden en waardevolle ruimtelijke relaties (zichtlijnen, uitzichtpunten). In de visie wordt dit verder uitgewerkt in thema's:
De waterhuishouding in Steenwijkerland mag geen nadelige gevolgen ondervinden van nieuwe en toekomstige ontwikkelingen, zoals vergroting van verhard oppervlak. Ontwikkelingen die een negatieve invloed hebben op de waterkwaliteit dienen zoveel mogelijk te worden voorkomen. In Steenwijkerland wordt ruimte gezocht voor vergroting van de capaciteit voor berging van water, ter voorkoming van regionale wateroverlast. Ecologische duurzaamheid dient te worden versterkt.
De cultuurhistorische waarden in Steenwijkerland zijn de 'dragers' van de culturele identiteit van het gebied en dienen duurzaam te worden behouden. Hiervoor is een ontwikkelingsgerichte aanpak noodzakelijk.
Witte gebieden zijn gebieden die buiten het Landschapsgebiedsplan vallen en waarvoor het niet mogelijk is om landschapsubsidie in het kader van Programma Beheer aan te vragen. Landschapsherstel, behoud en ontwikkeling is hier evenwel wenselijk.
Behoud en herstel van waardevolle dorpsgezichten en behoud en versterking van kenmerkende ruimtelijke opbouw en karakteristiek van dorpen staat centraal. Evenals behoud van visuele relaties vanuit de dorpen met de omgeving en bescherming van waardevolle dorpsgezichten in hun landschappelijke context.
Onder meer gaat het hier om het stimuleren van aanplant van streekeigen erfbeplanting en het vroegtijdig betrekken van het landschapspatroon bij de planvorming rondom nieuwe woon- en werkgebieden.
Realiseren van recreatieve verbindingen, onder meer een uitgebreid fiets- en wandelpadennetwerk en het net van gemeentelijke en provinciale wegen in het gebied welke zich voegen in het landschap.
Op basis van de ontwikkelingen die op Steenwijkerland af komen wordt in het LOP geconstateerd, dat meerdere ontwikkelingsrichtingen gekozen kunnen worden. De belangrijkste thema’s zijn water en wonen en recreëren. Op basis van deze thema’s zijn in het LOP twee basisvisies opgesteld welke een bijdrage kunnen leveren aan het debat over de toekomst van het landschap van Steenwijkerland, namelijk 'meebewegen met water' en 'residentie voor wonen en recreatie'. Deze twee basisvisies zijn verder ontwikkeld tot een landschapsvisie welke per deelgebied is uitgewerkt. Voor het deelgebied Polders, waar Wetering West deel van uitmaakt, zijn de volgende uitgangspunten vastgesteld:
Afbeelding 8. Uitsnede Visiekaart Landschapsontwikkelingsplan Steenwijkerland met daarop aangegeven het toekomstige natuurgebied Wetering West (groen gearceerd).
In zijn vergadering van 26 juni 2007 heeft de raad van de gemeente Steenwijkerland de Strategische Toekomstvisie Steenwijkerland vastgesteld. De gemeente spreekt in de visie de ambitie uit om kansrijke ontwikkelingen op het gebied van voorzieningen, de woningmarkt, natuur en recreatie et cetera te stimuleren. Hierbij sluit de visie aan op de gemeentelijke missie 'sterke stad en krachtig platteland'. Voor de toekomstvisie zijn een aantal relevante uitgangspunten uit het gemeentelijke beleid van belang. Dit zijn:
De visie is opgebouwd vanuit een 'lagenbenadering'. De 'onvervangbare laag' gaat over de waarden van het landschap ontstaan door natuurlijke (stuwwallen) en cultuurlijke (door mensen ontstaan, bijvoorbeeld veenontginning en bewoningstypen) processen en de natuurwaarden (met bijbehorende 'wet- en regelgevinglaag'). Op de 'sturende laag' is de infrastructuur aangegeven, die er meestal voor jaren ligt en vaak ook sturend is voor ruimtelijke ontwikkelingen. De 'afstemmingslaag' beschrijft op hoofdlijnen het huidige gebruik van dit gebied per hoofdfunctie en de ontwikkelingen die daarin plaatsvinden.
In de analyse in de visie wordt ten aanzien van natuur, recreatie en landbouw geconstateerd, dat recreatie en toerisme een belangrijke functie in Steenwijkerland vervullen. Onder meer de natuurgebieden trekken jaarlijks veel bezoekers. Het betreft veelal dagrecreatie. Het bestaande beleid is erop gericht om de grote potentie van het gebied beter te benutten. Onder meer uitbreiding van dagrecreatie en het verbinden van routes en paden zijn wenselijke ontwikkelingen.
Recreatie wordt beschouwd als een van de dragers van landelijk gebied, zeker in combinatie met herstel van natuurwaarden. Recreatie kan geleid worden door een goede integratie met landschap en natuur en kan zelfs leiden tot een afname van de druk op de 'echte' natuur. Steenwijkerland beschikt over mooie natuurgebieden welke zich goed lenen voor een integraal concept van natuurbeleving, informatie en verblijfsrecreatie. Natuur en landschap worden steeds meer intrinsieke waarde herkend maar worden ook geconfronteerd met oplopende beheerkosten. De aanwezigheid van natuurgebieden betekent kansen voor het ontwikkelen van recreatienatuur waarbij het beheer voor rekening komt van de landbouwsector. Verder liggen er kansen voor het ontwikkelen van robuuste ecologische systemen, bijvoorbeeld De Wieden - Weerribben - Rottige Meenthe.
De Uitwerking Strategische Toekomstvisie Buitengebied 2008 bevat een verdere verfijning en detaillering van de Toekomstvisie en is vastgesteld door de raad van Steenwijkerland in zijn vergadering van 30 juni 2009. In het strategiedeel van de uitwerking wordt, op basis van een analyse van de bestaande waarden en uitgangspunten, een strategie ontvouwt voor de toekomst.
Ten aanzien van natuur, landschap en cultuurhistorie wil de gemeente zich blijven onderscheiden. Met de kwaliteit van de natuur in het Nationaal Park Wieden-Weerribben heeft de gemeente een trekker van formaat in huis. Deze sterke positie zal verder ontwikkeld worden. Hierbij moet worden voorkomen dat natuur en recreatie elkaar in de weg gaan zitten. Met de realisatie van de EHS is een robuust natuurgebied van formaat ontstaan. Hiervan kan ook de recreatiesector profiteren en liggen kansen in het optimaal kunnen beleven en genieten van de natuur. Die belevingsnatuur is steeds meer gericht op recreatie en educatie, zo blijkt uit de trends. Met een waterbergingsopgave voor de toekomst liggen er kansen in de combinatie met recreatieontwikkeling.
Zorgvuldig omgaan met landschap en cultuur en waar mogelijk te versterken is nodig voor het behoud van die kwaliteiten voor de toekomst. Er wordt ingezet op het vergroten van de contrasten in de landschappen. Dit kan door de open landschappen zoveel mogelijk te behouden (grote polders voor landbouw) en versterken en door herstel van verloren gegane landschapstypen (gebied van de voormalige Zuiderzeekust). Dit voegt kwaliteit toe en maakt de aantrekkelijkheid en beleving van het buitengebied voor inwoners en gasten groter.
Ten aanzien van recreatie en toerisme gaat de uitwerking ervan uit, dat de basiskwaliteiten van landschap, natuur en cultuurhistorie worden gerespecteerd als unieke waarden, waaraan ze haar recht aan ontleend.
Afbeelding 9. Eindbeeld 2030 Uitwerking Strategische Toekomstvisie Buitengebied 2008.
De raad van steenwijkerland heeft in zijn vergadering van 31 maart 2009 de visie Toerisme en Recreatie; kwaliteit in samenwerking vastgesteld. Deze visie beschrijft het beleid op het gebied van recreatie en toerisme; een van de belangrijkste lokale economische dragers binnen de gemeente Steenwijkerland. Binnen het terrein van recreatie en toerisme worden drie thema's onderscheiden: verblijf (verblijfsrecreatie), vermaak (nader onderscheiden in natuur, cultuur en beleving) en vervoer (toeristisch-recreatieve ontsluitingsstructuur, zoals het fietspadennetwerk, toeristische overstappunten, kanoroutes et cetera).
In de visie wordt een tendens naar rust, kwaliteit en duurzaamheid bij de recreant gesignaleerd. In de visie wordt een verbindende opgave geformuleerd, die inhoudt dat de recreatiesector, de ondernemers en de gemeente gezamenlijk hierop dienen in te spelen. Regie en samenwerking staan hierin centraal.
Bij ontwikkeling van de mogelijkheden voor beleving en vermaak streeft de gemeente naar meer diversiteit die, niet alleen in de zomerperiode, een langduriger verblijf in de gemeente aantrekkelijker maakt. Een divers aanbod dus zowel t.a.v. cultuurhistorie, natuur én het vermarkten van de gemeentelijke unique selling points.
Ten aanzien van natuur wordt geconstateerd, dat het Nationaal Park Weerribben-Wieden een extra impuls aan de regionale economie geeft. Het is met name de sector recreatie en toerisme die in dit verband kansrijk is o.a. tot uiting komend in een groei van het aantal arbeidsplaatsen. Ook andere sectoren profiteren hiervan mee. Naast het behoud van de kwaliteiten en de schoonheid van het natuurgebied is de economische potentie voor de gemeente aanleiding om verder te investeren in het gebied. Het is de kunst om de natuur avontuurlijker te maken, zodat daarmee ook meer doelgroepen verleid kunnen worden voor een langer bezoek.
De volgende tien speerpunten van beleid worden in de visie onderscheiden:
In 2005 heeft de raad van de gemeente Steenwijkerland de Beleidsvisie vaarrecreatie gemeente Steenwijkerland vastgesteld. In deze notitie wordt het gemeentelijk beleid voor de vaarrecreatie uiteengezet. Concreet gaat het om:
De visie is erop gericht om vaarrecreatie, als onderdeel van het integrale gemeentelijke beleid op het gebied van toerisme en recreatie, verder uit te bouwen en te verstevigen. Bij het maken van keuzes om dit beleid te realiseren staan twee doelen centraal:
Specifiek voor de vaarrecreatie gaat het beleid uit van gerichte aandacht voor:
Belangrijk is dat de notitie uitgaat van een zorgvuldige afstemming tussen het bevorderen van vaarrecreatie, als onderdeel van het recreatie- en toerismebeleid enerzijds, en het behoud van natuur en landschap anderzijds. Hierbij staan steeds de hierboven genoemde doelen centraal: werkgelegenheid en kwaliteit.
De raad van de gemeente Steenwijkerland heeft in zijn vergadering van 30 juni 2009 het Duurzaamheidplan Steenwijkerland 2009-2012 vastgesteld. De gemeente Steenwijkerland geeft hoge prioriteit aan duurzaamheid en wil duurzaamheid gebiedsgericht benaderen. In het Duurzaamheidplan wordt ten aanzien van verschillende thema's duurzaamheidsbeleid geformuleerd, te weten - duurzaamheid in - intern gemeentelijk functioneren, ruimtelijke ontwikkeling, economische ontwikkeling, energie en afvalverwerking.
Ten aanzien van recreatie en toerisme wordt aangegeven, dat de verdere groei en ontwikkeling van het toeristisch-recreatieve product op een zo duurzaam mogelijke wijze dient plaats te vinden, met name in de natuurgebieden.
De gemeente Steenwijkerland heeft voor het gehele grondgebied een archeologische inventarisatie uitgevoerd en de resultaten daarvan doorvertaald naar een archeologische verwachtingen- en beleidskaart, waarin de beschikbare informatie over de ligging en aard van bekende archeologische vindplaatsen, opgravingsterreinen, vondstlocaties en cultuurhistorische objecten zijn samengebracht. De raad heeft de verwachtingen- en beleidskaart en het bijbehorende beleidsdocument 'Archeologische verwachtingen- en beleidskaart voor het grondgebied van Steenwijkerland - een aanzet tot het ontwikkelen van ruimtelijk archeologiebeleid' vastgesteld in zijn vergadering van 22 januari 2008. Het beleid schrijft onder meer voor dat in ieder nieuw bestemmingsplan een beschermende regeling voor archeologische waarden dient te worden opgenomen. Op de beleidskaart wordt onderscheid gemaakt tussen:
Afbeelding 10. Archeologische waarden- en beleidskaart 2008 gemeente Steenwijkerland.
Het beleid binnen deze gebieden is als volgt:
Archeologisch monument (arcering)
Archeologische resten die vanuit nationaal oogpunt behouden dienen te blijven en derhalve als monument beschermd zijn ingevolge artikel 3 van de Monumentenwet 1988 of waar deze wordt voorbereid. De wettelijke bescherming verbiedt hier de meeste bodemverstorende activiteiten, tenzij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) hiervoor vooraf vergunning verleent.
Gebied of terrein van archeologische waarde (rood)
In eerdere onderzoeken is reeds aangetoond dat in deze zones hoge concentraties archeologische resten voorkomen, die als behoudenswaardig gekarakteriseerd kunnen worden.
Gebied met een hoge archeologische verwachting (oranje)
In deze gebieden geldt op basis van geologische en bodemkundige opbouw en aangetroffen archeologische vondsten en relicten een hoge archeologische verwachting. Zones waar, op historische en archeologische gronden archeologische resten vermoed worden zonder dat de exacte begrenzing daarvan kan worden aangewezen, zijn eveneens als ‘met hoge verwachting’ aangemerkt.
Gebied met een lage archeologische verwachting (groen)
In deze gebieden geldt op basis van geologische en bodemkundige opbouw en het ontbreken van archeologische vondsten een lage archeologische verwachting.
Gebied of terrein zonder archeologische verwachting (wit)
Het gaat hierbij om gebieden waar het bodemprofiel als gevolg van saneringen, ontgrondingen, onderkelderingen en zware funderingen zodanig verstoord is, dat eventuele archeologische resten als verloren beschouwd mogen worden, of in ieder geval zodanig zijn aangetast dat zij niet meer voor onderzoek of bescherming in aanmerking komen. Het gaat hier om gebieden waar al door middel van archeologisch onderzoek is aangetoond dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn.
Gebied met onbekende archeologische verwachting (grijs en blauw)
Bij gebrek aan gegevens kan voor bepaalde delen van de bebouwde kom en voor grotere wateroppervlakken geen archeologische verwachting worden vastgesteld.