Op deze gronden mogen uitsluitend erkers worden gebouwd ten behoeve van de aangrenzende hoofdgebouwen. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
- de horizontale diepte van een erker mag niet meer bedragen dan 1,5 meter;
- de erker mag over ten hoogste 50% van de breedte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw gebouwd;
- de diepte van de erker mag ten hoogste 50% van de diepte van de tuin bedragen, gemeten ten opzichte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw;
- de bouwhoogte van de erker mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 meter;
- de bouwhoogte van vlaggenmasten en palen mag niet meer bedragen dan 3 meter.