Plan: | Chw-bestemmingsplan 'Baronie van Cranendonck' |
---|---|
Status: | voorontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1706.BPBG3092-VO01 |
In dit plan wordt verstaan onder:
Het 'Chw-bestemmingsplan Baronie van Cranendonck' met identificatienummer NL.IMRO.1706.BPBG3092-VO01 van de gemeente Cranendonck.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik of het bebouwen van deze gronden.
Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
De uitoefening van een bedrijf als ondergeschikte nevenactiviteit bij de woonfunctie, in de vorm van het op ambachtelijke wijze vervaardigen, herstellen, onderhouden of bewerken van producten en/of het verlenen van diensten, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt.
De uitoefening van een beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen terrein, alsmede kapperszaken, schoonheidspecialisten en gastouderopvang, als ondergeschikte nevenactiviteit bij de woonfunctie, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt.
Ieder menselijk handelen waarbij, of ieder menselijk nalaten waardoor een verandering of effect in de fysieke leefomgeving wordt of kan worden bewerkstelligd.
afscheiding in de vorm van een open hekwerk of draadwerk.
Een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van landbouwdieren; onder agrarische bedrijven worden tevens begrepen boomteeltbedrijven, sierteeltbedrijven en paardenhouderijen.
Een (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf.
Bouwvlak voor de bedrijfsbebouwing van een agrarisch bedrijf.
Gebruik van grond dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, al dan niet met het gebruik van tijdelijk afdekmateriaal, en/of door middel van het al dan niet bedrijfsmatig houden van dieren.
Extensief grondgebonden agrarisch medegebruik van natuurgronden ten dienste van het natuurbeheer.
Een op een agrarisch bedrijf uitgeoefende vorm van agrarisch verwante bedrijvigheid in de omvang van een nevenactiviteit.
Het te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen, dan wel het aanbieden van diensten, op een openbare en in de open lucht gelegen locatie, al dan niet gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.
Installatie bestaande uit een antenne, een antenne-drager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkasten opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
De aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit in het verleden, tenminste ouder dan 50 jaar.
Onderzoek verricht door of namens de gemeente of door een dienst, bedrijf of instelling, beschikkend over een archeologie-certificaat conform paragraaf 5.1, artikel 5.1 tot en met 5.6 van de Erfgoedwet en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA).
Eén of meer gebouwen e/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van het bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd.
Een nevenactiviteit met als doel het verstrekken van logies en ontbijt aan logerende gasten.
Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen. Internethandel wordt aangemerkt als een bedrijf indien ter plaatse geen sprake is van fysiek klantcontact.
Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de uitoefening van één of meer bedrijfsactiviteiten.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bestemd voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
Bomen, gewassen, struiken en vaste planten.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bestemd voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
De grens van een bestemmingsvlak.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Een uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel een functioneel met een zich op hetzelfde bouwperceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
Een met bomen beplant stuk grond waar vruchten of noten bedrijfsmatig geteeld worden, zowel voor de sier als voor productie.
Elk terrein waarop bosbouw wordt uitgeoefend, zijnde het geheel van bedrijfsmatig handelen en activiteiten gericht op de duurzame instandhouding en ontwikkeling van bestaande en nieuwe bossen ten behoeve van (een of meerdere van de functies) houtproductie, landschap, milieu (waaronder begrepen waterhuishouding) en recreatie.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
De grens van een bouwvlak.
Het doorlopende geheel van op gelijke of nagenoeg gelijke vloerhoogte gelegen ruimten in een gebouw met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van kelder, onderbouw, zolder en vliering.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond
Een kampeerauto, kampeerwagen, mobilehome, zwerfwagen, motorhome of ander motorvoertuig dat bedoeld en/of uitgerust is om recreatief in te verblijven.
Een overkapping bij een woning die bedoeld is als stallingsruimte voor personenauto's.
Vrijetijdsbesteding door middel van diensten, voorzieningen en/ of activiteit(en) met een creatieve, culturele, educatieve, toeristische, sociale of sociaal-culturele inslag.
De aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, het reliëf, de verkaveling, het sloten- of wegenpatroon en/of de architectuur.
Activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Internethandel wordt aangemerkt als detailhandel indien ter plaatse sprake is van fysiek klantcontact.
Het verlenen van diensten aan derden, waarvan de uitoefening geschiedt in een rechtstreeks contact met het publiek (al dan niet door middel van een baliefunctie), met uitzondering van een seksinrichting.
Al dan niet bebouwd perceel of een gedeelte daarvan dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover deze inrichting volgens het plan niet verboden is.
Die vormen van recreatie welke in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, zoals wandelen en fietsen.
Dag-en/of verblijfsrecreatieve voorzieningen die aansluiten bij de natuur- en landschapsbeleving van het landelijk gebied, zoals vlonders, folies, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden, bewegwijzering, banken en andere soortgelijke voorzieningen.
Al of niet periodiek terugkerende publieke gebeurtenis op het gebied van sport, cultuur, folklore, handel, recreatie, liefdadigheid, religie, gezondheid, wetenschap, amusement en vergelijkbare gebeurtenissen.
Gebruiksdoel met daarbij behorende activiteiten op een bepaalde locatie.
Een weggedeelte of vrijliggend pad dat is gereserveerd voor het fietsverkeer.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Een monument opgenomen op gemeentelijke monumentenlijst van de gemeente Cranendonck en aangeduid in het plan als 'specifiek vorm van waarde - monument gemeente'.
Buitenmuur van een gebouw, waarbij geldt:
Een agrarisch bedrijf waarvan de productie geheel of in overwegende mate afhankelijk is van het voortbrengend vermogen van onbebouwde grond in de directe omgeving van het bedrijf.
Grondgebonden bedrijven zijn in ieder geval: grondgebonden veehouderijen, akkerbouw-, fruitteelt- en vollegrondstuinbouwbedrijven, paardenhouderijen en boomteeltbedrijven, waarvan de bomen rechtstreeks in de grond zijn geplant. Grondgebonden agrarische bedrijven hebben een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate niet in gebouwen plaatsvindt.
Veehouderij waarvan het voer en de mest voor het overgrote deel gewonnen respectievelijk aangewend worden op gronden die in gebruik zijn van de veehouderij en die in de directe omgeving liggen van de bedrijfslocatie.
Een gebouw, of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste (gedeelte van een) gebouw op een bouwperceel is aan te merken.
Een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van of het ter plaatse nuttigen van voedsel en dranken of het exploiteren van zaalaccommodatie of nachtverblijf, een en ander gepaard gaande met dienstverlening. Tot de hieronder genoemde begrippen Horeca 1 tot en met Horeca 5 worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling op het woon- en leefmilieu vergelijkbare horecasoorten:
Horeca 1 (daghoreca):
vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen en waarvan de activiteiten primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren of alcoholische en niet-alcoholische dranken voor nuttiging al dan niet ter plaatse en waarvan de exploitatie doorgaans geen of slechts in lichte mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals broodjeszaken, ijssalons, eethuisjes en lunchrooms;
Horeca 2 (maaltijd- en logiesverstrekkers):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse alsmede daaraan ondergeschikt het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken of het bedrijfsmatig verstrekken van logies en waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt, zoals restaurants, bistro's, grand cafés, hotels en pensions;
Horeca 3 (spijsverstrekkers):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren voor nuttiging al dan niet ter plaatse alsmede daaraan ondergeschikt het verstrekken van licht-alcoholische dranken en niet-alcoholische dranken voor nuttiging ter plaatse en waarvan de exploitatie doorgaans in enige mate een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals cafetaria's, automatieken en afhaalhoreca;
Horeca 4 (drankverstrekkers):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken voor gebruik ter plaatse van alcoholische en niet-alcoholische dranken en waarvan de exploitatie doorgaans een lichte aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken, zoals cafés en bars, al dan niet in combinatie met zaalverhuur;
Horeca 5 (zware horeca):
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig gelegenheid bieden van dansen op elektrisch versterkte muziek alsmede op het ter plaatse nuttigen van alcoholische en niet-alcoholische dranken en etenswaren, en waarvan de exploitatie een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals discotheken, nachtclubs en dancings.
Een activiteit die zodanig in of in de directe nabijheid van een horeca-inrichting plaatsvindt waardoor het Activiteitenbesluit van toepassing is. Deze activiteit dient gerelateerd te zijn aan voornoemde horeca-inrichting.
Hakhout, een houtwal of een of meer bomen.
Het voortbrengen van hout op bedrijfsmatige wijze door een mede daarop afgestemd duurzaam beheer van bos.
Een verzameling van één of meer personen die een huishouding voeren, waarbij sprake is van continuïteit in samenstelling en onderlinge verbondenheid.
Elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht.
Een niet-grondgebonden agrarisch bedrijf waarin het houden van vee of pluimvee de hoofdzaak is en waarbij dientengevolge sprake is van specifieke belasting van de leefomgeving en het natuurlijk milieu door stankoverlast, mestoverschotten en ammoniak.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden van goederen via internet, waarbij onderscheid wordt gemaakt in:
Het al dan niet bedrijfsmatig gebruiken of laten gebruiken van één of meer niet-zelfstandige woonruimten binnen een gebouw voor bewoning, niet zijnde logies voor recreatief verblijf.
een stacaravan valt hier niet onder.
Standplaats voor één kampeermiddel of een aantal bij elkaar behorende kampeermiddelen;
Een terrein tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en trekkershutten.
Een gebouw dat dient voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij afnemers niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord worden gestaan en geholpen.
Een agrarisch bedrijfsgebouw waarvan de wanden en het dak voornamelijk bestaan uit glas of een ander lichtdoorlatend materiaal en dienend voor de productie van gewassen onder geconditioneerde klimaatomstandigheden waaronder mede begrepen een schuurkas of een permanente tunnel- of boogkas hoger dan 1,5 meter.
Opvang en verzorging van kinderen door anderen dan de ouders.
Een bouwwerk of onderdeel van een bouwwerk dat is aan te merken als uiting van beeldende kunst.
Een bouwwerk, geen gebouw zijnde van weg- en waterbouwkundige aard, zoals een brug, viaduct, sluis, duiker, keerwand, beschoeiing of kademuur.
Inpassing in het omringende landschap door bij de situering van bouwwerken in te spelen op de landschappelijke kenmerken en/of door het gebruik van beplanting die past bij het landschapstype ter plaatse, om de bebouwing minder nadrukkelijk in het landschap te plaatsen.
De aan een gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
Niet-motorvoertuigen, fietsers, voetgangers, en geleiders/berijders van een dier.
Bovenkant van het terrein dat een gebouw/bouwwerk omgeeft.
Educatieve, (sociaal-)medische, (sociaal-)culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, waaronder tevens begrepen kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en zorginstellingen, alsmede voorzieningen ten behoeve van sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, waaronder tevens begrepen paracommerciële horeca en/of ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorzieningen.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge een maatvoeringssymbool in het betreffende vlak bepaalde afmetingen, percentages, oppervlakten, hellingshoeken of aantallen, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn toegelaten.
Overkoepelend begrip voor relevante milieuaspecten zoals bodem, geluid, geurhinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid, etc. aan welke bijbehorende wettelijke kaders getoetst dient te worden, zodat omliggende bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden belemmerd en een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse is geborgd.
De aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologisch, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
Een bedrijfs- of beroepsmatige activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de op de ingevolge dit bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie op een bouwperceel of bouwvlak.
Een woonruimte die dient voor de huisvesting van een huishouden maar die, in tegenstelling tot een woning:
Het voeren van overleg over (de voorbereiding van) een initiatief met omwonenden en/of direct betrokkenen door de initiatiefnemer of de gemeente.
Omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 Wabo.
Beperkte op de eindgebruiker gerichte verkoop van goederen vanuit een agrarisch bedrijf waarbij het gaat om detailhandel dat niet zelfstandig functioneert maar als een ondergeschikte aanvulling en ondersteuning van de bedrijfsfunctie dient, niet zijnde een supermarkt.
Beneden het peil.
Een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen onder peil.
Een horeca-activiteit die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de toegestane hoofdactiviteit ter plaatse.
Plaats ingericht ten behoeve van het samenkomen van mensen met gelijke leeftijd, gezindheid of interesse, zoals jongeren en ouderen.
Weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer
Een bouwwerk met een dak en ten hoogste twee wanden.
Al dan niet omheinde gronden, voorzien van bewerkte/aangepaste bodem waar training en africhting van paarden alsmede het recreatief berijden van paarden plaatsvindt.
Een uit bedrijfseconomisch oogmerk opgezette houderij voor paarden die uitsluitend of in hoofdzaak is gericht op het fokken, trainen, africhten en verhandelen van paarden, alsmede het stallen en verzorgen van paarden, waarbij tevens als ondergeschikte nevenactiviteit is toegestaan het geven van instructie aan ruiter en paard; hierbij zijn publieks- en/of verkeersaantrekkende activiteiten niet toegestaan; een manege is geen paardenhouderij.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegestaan.
Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Raamprostitutie is hieronder mede begrepen.
De bewoning die plaatsvindt in het kader van de verblijfsrecreatie.
Een permanent ter plaatse aanwezig gebouw, bestemd om uitsluitend door gebruikers, die hun hoofdverblijf elders hebben, te worden bewoond voor recreatieve doeleinden.
Een inrichting die valt onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
Een hoge gebruikswaarde voor meerdere functies, belevingswaarde voor bewoners en bezoekers en de waarde voor de toekomst in de zin van duurzaam, veilig, gezond.
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen, dat mede gelet op de afmetingen kennelijk niet bestemd is om (in zijn geheel) regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstanden als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen.
Het beeld dat wordt bepaald door de bouwmassa's, de gevelindelingen, en de dakvormen van de bebouwing, alsmede de situering en de verschijningsvormen in zijn omgeving.
Een detailhandelsbedrijf in de vorm van een zelfbedieningswinkel waar een breed assortiment aan dagelijkse artikelen, hoofdzakelijk bestaande uit levensmiddelen, voedingsmiddelen - inclusief versartikelen zoals groente, brood, vlees en zuivel - en huishoudelijke artikelen, wordt verkocht.
Teeltondersteunende voorziening, bestaande uit een kas, voor een vollegrondstuinbouwbedrijf of boomteeltbedrijf. Hieronder worden ook schuurkassen en permanente tunnel- of boogkassen hoger dan 1,5 meter begrepen.
Voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om weersinvloeden te matigen, arbeidsomstandigheden te verbeteren, de toepassing van gewasbeschermingsmiddelen te verbeteren of de kwaliteit van de producten te verbeteren.
Een permanent bouwwerk met beperkte inhoud en oppervlakte bestaande uit één ruimte, bestemd voor recreatief nachtverblijf voor personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
Een stuk grond behorende bij een woning ingericht als tuin.
Rooien, met inbegrip van verplanten, alsmede het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging of ontsiering van houtopstand ten gevolge kunnen hebben.
De digitale plankaart met aanduidingen die deel uitmaakt van het plan en als zodanig is gewaarmerkt (identificatienummer NL.IMRO.1706.BPBG3092-VO01).
Recreatie in ruimten welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie/logeergebouw, pension, hotel, bed & breakfast, kampeermiddel of trekkershut door personen die hun hoofdwoonverblijf elders hebben.
Alle ondersteunende, verkeerregulerende en bijkomende voorzieningen en kunstwerken ten dienste van het (openbaar) wegverkeers- en wegvervoersgebied voor gemotoriseerd en langzaam verkeer.
Alle ondersteunende voorzieningen , verkeersregulerende en bijkomende voorzieningen en kunstwerken ten dienste van het (openbaar) wegverkeergebied voor gemotoriseerd en langzaam verkeer en/of de verblijfsfunctie voor voetgangers.
Een plek voor het organiseren van workshops, trainingen en activiteiten die bijdragen aan de algehele vitaliteit (voeding, yoga, ademhaling, massages).
De totale oppervlakte van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken op de begane grond.
Een deel van de verkeersinfrastructuur dat uitsluitend bedoeld is voor voetgangers.
De gevel van een gebouw die is gericht naar de weg of het openbaar gebied waarop het bouwperceel overwegend is georiënteerd, met dien verstande dat bij een hoekperceel slechts sprake is van één voorgevel.
De denkbeeldige lijn die getrokken kan worden door, én samenvalt met, de voorgevel van een gebouw en het verlengde daarvan.
De grens van het bouwvlak die is gericht naar de weg waarop de bebouwing op het bouwperceel overwegend is is georiënteerd en het verlengde daarvan.
Voorzieningen ten behoeve van een op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen, alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer en waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten et cetera.
Boven- en ondergrondse voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, infiltratie en waterkwaliteit.
Een voor het openbaar verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeervoorzieningen.
Het gehuisvest zijn in een woning.
Een complex van ruimten, dienend voor de huisvesting van één huishouden waarbij de volgende onderverdeling van toepassing is:
Het bouwkundig en functioneel splitsen van een bestaande woning in twee of meer wooneenheden ten behoeve van de vestiging van meer dan één huishouden.
Bij toepassing van de regels wordt als volgt gemeten:
De kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de zijdelingse grens van het bouwperceel.
De gezamenlijke oppervlakten van de gebouwen en overkappingen die op hetzelfde bouwperceel zijn of mogen worden opgericht op grond van verleende vergunning of zijn opgericht op grond van artikel 2.3, lid 1 Bor juncto artikel 3 van bijlage 2 Bor, met inbegrip van de oppervlakten van (gedeelten van) gebouwen die volledig onder peil zijn gelegen.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken of de harten van scheidsmuren.
Vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De som van de netto-vloeroppervlakten van alle vertrekken geschikt voor bewoningsdoeleinden groter dan 4 meter.
De voor 'Agrarisch - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
alsmede voor:
Op de tot 'Agrarisch - Landschap' bestemde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten ten dienste van de bestemming 'Agrarisch - Landschap'.
Binnen het agarische bouwvlak mogen uitsluitend worden gebouwd:
'tabel maatvoeringen' | ||
Bouwwerken algemeen | minimum | maximum |
Afstand tot de zijdelingse perceelsgrens | 5 meter | n.v.t. |
Bedrijfsgebouwen per bouwvlak | minimum | maximum |
Goothoogte | n.v.t. | 5,5 meter |
Bouwhoogte | n.v.t. | 10 meter |
Afstand kassen tot woningen van derden | 25 meter | - |
Dakhelling | 12° | 45° |
Hoofdgebouw van de bedrijfswoning | minimum | maximum |
Goothoogte | n.v.t. | 5,5 meter |
Bouwhoogte | n.v.t. | 8 meter |
Inhoud | Maximaal 750 m3; voor zover de inhoud ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan meer bedraagt, geldt de bestaande inhoud als maximum. | |
Bijgebouwen en aanbouwen bij bedrijfswoning en overkappingen | minimum | maximum |
Gezamenlijk oppervlakte per woning (=inclusief bouwwerken, geen gebouwen zijnde) | n.v.t. | 90 m2 |
Goothoogte | n.v.t. | 3 meter |
Bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 meter |
Afstand vrijstaande bijgebouwen tot achtergevel van bedrijfswoning of verlengde daarvan | n.v.t. | 15 meter |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde | maximum | |
Bouwhoogte erfafscheidingen | - vóór voorgevelrooilijn 1 ,5 meter - overige 2 meter |
|
Bouwhoogte mestsilo's | 8,5 meter | |
Bouwhoogte overige silo's | 12 meter | |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde | 2 meter | |
Gezamenlijk oppervlakte per woning (=inclusief bijgebouwen en aanbouwen) | 30 m2 |
Voor het oprichten van bouwwerken buiten het bouwvlak geldt het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 3.2.2 teneinde een grotere bouwhoogte van bedrijfsgebouwen toe te staan in verband met het treffen van milieutechnische voorzieningen, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1, alsmede het gebruik of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Agrarisch - Landschap' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in artikel 3.5.2 opgenomen werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren.
Vergunningplichtige werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden | Toetsingscriteria | |
a. | het aanbrengen van (infrastructurele) ondergrondse leidingen | 1. het aanbrengen van de leidingen mag niet leiden tot onevenredige aantasting van de agrarische belangen 2. er mag geen onherstelbare schade plaatsvinden aan natuurwaarden als bedoeld in artikel 3.1. |
b. | het aanbrengen van oppervlakte- verhardingen groter dan 200 m2 | 1. het aanbrengen van verhardingen dient noodzakelijk te zijn in het kader van de agrarische bedrijfsvoering dan wel het recreatief medegebruik 2. er mag geen onherstelbare schade plaatsvinden aan natuurwaarden als bedoeld in artikel 3.1. |
c. | het vellen of rooien van houtgewas | er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van het cultuurhistorisch landschap als bedoeld in artikel 3.1. Dit houdt in dat de aanwezige landschaps- elementen niet onevenredig mogen worden aangetast. Dit betekent dat er geen onherstelbare schade mag plaatsvinden aan de waardevolle landschapselementen, kwetsbare houtsingels en houtopstanden. |
d. | - het dempen van poelen, sloten en greppels; - het diepwoelen en diepploegen van de grond |
1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfs- voering; 2. er mag geen onherstelbare schade plaatsvinden aan natuurwaarden als bedoeld in n artikel 3.1. 3. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden en het cultuurhistorisch landschap als bedoeld in n artikel 3.1. |
e. | het aanbrengen van lage en hoge (voor zover het geen bouwwerken betreft) tijdelijke teeltondersteunende voor- zieningen uitsluitend zolang de teelt het vereist met een maximum van 6 maanden | 1. de activiteiten zijn noodzakelijk voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering en/of de ontwikkeling van het agrarisch bedrijf; 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische waarden en het cultuurhistorisch landschap als bedoeld in n artikel 3.1. |
De in artikel 3.5.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien er een belangenafweging heeft plaatsgevonden, waarbij rekening is gehouden met de in artikel 3.5.2 opgenomen toetsingscriteria.
Het in artikel 3.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
alsmede voor:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Bos'.
Op of in deze gronden zijn géén gebouwen toegestaan.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1, alsmede het gebruik of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Bos' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 4.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:
De in artikel 4.4.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke waarden en de natuurwaarden van de gronden.
De voor 'Gemengd - Baronie 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
alsmede voor:
Het is niet toegestaan binnen de bestemming 'Gemengd - Baronie 1' gebouwen te bouwen.
In afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.1 zijn gebouwen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - monument gemeente', met inachtneming van de de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van voorzieningen van algemeen nut gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels:
In afwijking van het bepaalde in artikel 5.2.4 zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - archeologisch rijksmonument' toegestaan die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1, alsmede het gebruik of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor:
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - archeologisch rijksmonument' werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren die een archeologisch rijksmonument (kunnen) wijzigen, aantasten of verstoren, zoals:
Het in artikel 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.4.1 kan slechts worden verleend:
Het is verboden op de in gronden met de bestemming 'Gemengd - Baronie 1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in artikel 5.4.7 opgenomen werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren.
S
Het in artikel 5.4.4 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De in artikel 5.4.4 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien:
Vergunningplichtige werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden | Toetsingscriteria | |
a. | het verwijderen van houtopstanden | 1. deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bosbeheer 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden als bedoeld in artikel 5.1. Dit betekent dat er geen onherstelbare schade mag plaatsvinden aan de waardevolle landschapselementen |
b. | het aanbrengen van oppervlakte- verhardingen en half verhardingen | 1. de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van het terrein dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik 2. de verhardingen mogen geen onevenredige aantasting betekenen van de aanwezige ecologische waarden 3. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden als bedoeld in artikel 5.1. |
c. | het aanbrengen van ondergrondse leidingen | 1. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige biotopen 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden als bedoeld in artikel 5.1. |
d. | - het wijzigen van de perceelsindeling zoals die door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven; - het graven en dempen van waterpartijen en watergangen |
er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden als bedoeld in artikel 5.1 |
De voor 'Gemengd - Baronie 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
alsmede voor:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Gemengd - Baronie 2'.
8.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1, alsmede het gebruik of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
alsmede voor:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Groen'.
Voor het bouwen van gebouwen, gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1, alsmede:
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
alsmede voor:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1, alsmede het gebruik of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor:
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
alsmede voor;
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Natuur'.
Op of in deze gronden zijn géén gebouwen toegestaan.
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1, alsmede het gebruik of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Natuur' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de in artikel 9.4.2 opgenomen werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden uit te voeren.
Vergunningplichtige werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden | Toetsingscriteria | |
a. | het verwijderen van houtopstanden | 1. deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van de hout- singels en verspreide kwetsbare hout- opstanden. Dit betekent dat er geen onherstelbare schade mag plaatsvinden aan de waardevolle landschapselementen |
b. | het diepploegen en diepwoelen van de bodem | deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer |
c. | het graven, ophogen en egaliseren van de bodem | 1. deze werkzaamheden vinden plaats in het kader van het bos- of natuurbeheer 2. de werkzaamheden mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van het reliëf 3. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van de hout- singels en verspreide kwetsbare hout- opstanden. Dit betekent dat er geen onherstelbare schade mag plaatsvinden aan de waardevolle landschapselementen |
d. | het aanbrengen van oppervlakte- verhardingen en half verhardingen | 1. de verhardingen zijn noodzakelijk voor het beheren dan wel verbeteren van bos dan wel voor het mogelijk maken van extensief recreatief medegebruik 2. de verhardingen mogen geen oneven- redige aantasting betekenen van de aanwezige natuurwaarden 3. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van de hout- singels en verspreide kwetsbare hout- opstanden. Dit betekent dat er geen onherstelbare schade mag plaatsvinden aan de waardevolle landschapselementen |
e. | het aanbrengen van ondergrondse leidingen | 1. er mag geen blijvende aantasting plaatsvinden van de aanwezige natuur- waarden 2. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van de hout- singels en verspreide kwetsbare hout- opstanden. Dit betekent dat er geen onherstelbare schade mag plaatsvinden aan de waardevolle landschapselementen; |
f. | - het wijzigen van de perceelsindeling zoals die door sloten, greppels en beplantingselementen is aangegeven; - het graven en dempen van waterpartijen en watergangen |
er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden |
3.5.3 Toelaatbaarheid
De in artikel 9.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien er een belangenafweging heeft plaatsgevonden, waarbij rekening is gehouden met de in artikel 9.4.2 opgenomen toetsingscriteria.
De in artikel 9.4.1 bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien er een belangenafweging heeft plaatsgevonden, waarbij rekening is gehouden met de in artikel 9.4.2 opgenomen toetsingscriteria.
Het in artikel 9.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
alsmede voor:
Voor het bouwen van het hoofdgebouw gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1, alsmede het gebruik of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de bestemming van de gronden te wijzigen in de bestemming 'Natuur' ten behoeve van het behoud en versterking van de natuur- en landschapswaarden.
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Tuin'.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen erkers, entreeportalen, balkons, luifels en vergelijkbare bouwwerken worden gebouwd, mits:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde gelden de volgende regels:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.2.3 sub a. en toegestaan worden dat erkers, entreeportalen en luifels mogen worden gebouwd achter de voorgevellijn, mits:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende;
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Verkeer'.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 15 meter bedragen.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1.
De voor 'Verkeer - Parkeren' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
alsmede voor:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, ten dienste van de bestemming 'Verkeer - Parkeren'.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1.
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbijbehorende:
alsmede voor:
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten dienste van de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Overstekende bouwonderdelen van bebouwing in de aangrenzende bestemming(en) in de vorm van luifels, zijn toegestaan met inachtneming van de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1, alsmede:
De voor 'Water - Beek' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende
Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken, ten dienste van de bestemming 'Water - Beek'.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Water - Beek' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het waterschap van toepassing.
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
alsmede voor:
Met betrekking tot de maatvoering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dient te worden voldaan aan het bepaalde in 'tabel maatvoeringen':
'tabel maatvoeringen' | ||
Woning | afstand tot zijdelingse perceelsgrens | |
vrijstaand | 3 meter aan beide zijden | |
twee-aaneen gebouwd | 3 meter aan één zijde | |
aaneengebouwd | n.v.t. | |
Hoofdgebouw | minimum | maximum |
Goothoogte | n.v.t. | 7 meter |
Bouwhoogte | n.v.t. | 10 meter |
Inhoud | n.v.t. | 600 m3 voorzover de bestaande inhoud meer bedraagt, geldt de bestaande inhoud als maximum |
Dakhelling | 12° | 45° |
Bijbehorende bouwwerken | minimum | maximum |
Gezamenlijke oppervlakte per woning | n.v.t. | 90 m2 (*) (*) de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde tezamen, mag maximaal 90 m2 bedragen |
Goothoogte | n.v.t. | 3 meter |
Bouwhoogte | n.v.t. | 5,5 meter |
Afstand vrijstaande gebouwen tot achtergevel woning of het verlengde daarvan | n.v.t. | 15 meter |
Dakhelling | 12° | 45° |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde | maximum | |
Hoogte erfafscheidingen | - vóór voorgevel woning 1 meter - overige 2 meter |
|
Hoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2,5 meter | |
Gezamenlijke oppervlakte per woning | 30 m2 (*) (*) de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde en geen overkappingen zijnde tezamen, mag maximaal 90 m2 bedragen. |
Herbouw van bestaande woningen is, voorzover het de situering van de woning betreft, uitsluitend toegestaan indien en voorzover:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 16.2.3, sub a. en/of sub b. en/of sub c. teneinde herbouw van bestaande woningen op hetzelfde perceel als de te slopen woning te kunnen toestaan buiten de bestaande fundamenten en de voorgevel te kunnen plaatsen buiten de (voormalige) voorgevelrooilijn. Een en ander mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het bepaalde in artikel 40.1, alsmede het gebruik of laten gebruiken van gronden en/of bouwwerken voor:
Aan-huis-verbonden beroepen zijn toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende regels gelden:
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - monument gemeente' staat bij het gebruik van de gronden en de bebouwing de bescherming van de cultuurhistorische waarden voorop en zijn de bepalingen van de Erfgoedwet en de gemeentelijke monumentenverordening van toepassing.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.4.1, sub a. voor het toestaan van een aan-huis-verbonden bedrijf in of bij een woning, mits:
De voor 'Leiding - Olie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een olietransportleiding.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de bestemming 'Leiding - Olie'.
Op of in deze gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3,00 meter.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2 en toestaan dat ten behoeve van de andere bestemming(en) bouwwerken worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Olie' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 17.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 17.4.1 kan slechts worden verleend indien:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolwatertransportleiding.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de bestemming 'Leiding - Riool'.
Op of in deze gronden mogen géén gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 3,00 meter.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 18.2 en toestaan dat ten behoeve van de andere bestemming(en) bouwwerken worden gebouwd, mits:
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Leiding - Riool' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 18.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 18.4.1 kan slechts worden verleend indien:
De voor 'Waarde - Archeologie 3' (gebied met een hoge archeologische verwachting, historische kern) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken en de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 19.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Om ter plaatse aanwezige archeologische waarden te beschermen, kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
Indien uit het rapport blijkt dat door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 19.4.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.4.1 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden is het verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 19.5.1 is niet van toepassing:
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 19.5.3 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het is verboden binnen de voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de aanwezige bouwwerken te slopen indien:
De omgevingsvergunning kan niet worden verleend indien blijkt dat de sloop een onevenredige aantasting van de archeologische waarden van de gronden tot gevolg heeft.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:
voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
Alvorens de wijziging als bedoeld in artikel 19.7.1 worden uitgevoerd, wordt archeologisch advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
De voor 'Waarde - Archeologie 4' (gebied met een hoge archeologische verwachting) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken en de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 20.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Om ter plaatse aanwezige archeologische waarden te beschermen, kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
Indien uit het rapport blijkt dat door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 20.4.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.4.1 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden is het verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in artikel 20.5.1 is niet van toepassing:
Het is verboden binnen de voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de aanwezige bouwwerken te slopen indien:
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 20.5.3 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Aan de omgevingsvergunning kan in ieder geval de voorwaarde worden gesteld dat de sloop wordt begeleid door een erkende archeologisch partij.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij burgemeester en wethouders die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende voorschriften kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning
Het is verboden binnen de voor 'Waarde - Archeologie 4' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de aanwezige bouwwerken te slopen indien:
De omgevingsvergunning kan niet worden verleend indien blijkt dat de sloop een onevenredige aantasting van de archeologische waarden van de gronden tot gevolg heeft.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:
Alvorens de wijziging als bedoeld in artikel 20.7.1 worden uitgevoerd, wordt archeologisch advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
De voor 'Waarde - Archeologie 5' (gebied met een middelhoge archeologische verwachting) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en situering van bouwwerken en de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 21.2 voor het oprichten van bouwwerken ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Om ter plaatse aanwezige archeologische waarden te beschermen, kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
Indien uit het rapport blijkt dat door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 21.4.2 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.4.1 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden is het verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het bepaalde in 26.5.1 is niet van toepassing:
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 21.5.3 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het is verboden binnen de voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de aanwezige bouwwerken te slopen indien:
De omgevingsvergunning kan niet worden verleend indien blijkt dat de sloop een onevenredige aantasting van de archeologische waarden van de gronden tot gevolg heeft.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:
Alvorens de wijziging als bedoeld in artikel 21.7.1 worden uitgevoerd, wordt archeologisch advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
De gronden aangeduid als 'Water - Beschermingszone beek' zijn mede aangewezen voor het behoud, de bescherming en de veiligstelling van een monumentale of beschermenswaardige boom.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mogen op of in de gronden geen bouwwerken worden gebouwd.
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 22.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 22.3.1 kan slechts worden verleend indien:
De voor 'Water - Beschermingszone beek' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming, beheer en onderhoud van primaire wateren overeenkomstig de Keur van het waterschap.
Boven of op de tot 'Water - Beschermingszone beek' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde van geringe omvang, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van primaire wateren, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 1,5 meter mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 23.2, ten behoeve van het oprichten van andere bebouwing, mits:
Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Water - Beschermingszone beek' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het waterschap van toepassing.
De voor 'Waterstaat - Waterberging' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de tijdelijke opvang van water.
Op de tot 'Waterstaat - Waterberging' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de doeleinden omschreven in artikel 24.1,met een bouwhoogte van maximaal 2 meter.
Het is verboden op de voor 'Waterstaat - Waterberging' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken en werkzaamheden uit te (doen) voeren:
Het in artikel 24.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:
De voor 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Boven of op de tot 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde van geringe omvang, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de watergang, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 1,5 meter mag bedragen.
Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat - Beschermingszone watergang' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het waterschap van toepassing.
Voor de gebiedsontwikkeling binnen het plangebied gelden de regels in onderhavig artikel 26 in samenhang met de specifieke regels ten aanzien van de diverse ontwikkelgebieden als genoemd in artikel 27 tot en met artikel 37.
Ten behoeve van de omgevingsvergunning bestemmingsplanactiviteit geldt dat:
Aangetoond moet worden dat:
Bij een aanvraag voor omgevingsvergunning maakt een verslag over een omgevingsdialoog deel uit evenals een toelichting hierop. De toelichting op dit verslag bevat in ieder geval:
Bij het stellen van maatwerkvoorschriften zoals opgenomen in de artikelen 27 tot en met 37, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - agrarisch / natuurbeheer' is het plan gericht op een duurzame ontwikkeling van het gebied passend in het concept 'Vitaliteit' volgens de 'Visie Baronie van Cranendonck', met de invulling van bouwwerken passend in een agrarische en natuurlijke landschapsbeleving, zijnde:
Voor zover de in artikel 27.4 genoemde bouwactiviteiten strijdig zijn met de bouwregels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze bouwregels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 27.4.1.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - agrarisch / natuurbeheer' gelden de volgende regels voor bouwen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - agrarisch / productie' is het plan gericht op een duurzame ontwikkeling van het gebied passend in het concept 'Vitaliteit' volgens de gebiedsvisie Baronie van Cranendonck, met de invulling van bouwwerken passend in een agrarisch productielandschap, zijnde:
Voor zover de in artikel 27.4 genoemde bouwactiviteiten strijdig zijn met de bouwregels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze bouwregels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 28.4.1.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - agrarisch / productie' gelden de volgende regels voor bouwen:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - de baronie 1' wordt voorzien in een duurzame ontwikkeling van een gebied passend in het concept 'Vitaliteit' volgens de gebiedsvisie Baronie van Cranendonck, met functies, activiteiten bouwwerken, en/of voorzieningen, zijnde:
met dien verstande dat:
Voor zover de in artikel 29.4 genoemde bouwactiviteiten strijdig zijn met de bouwregels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze bouwregels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 29.4.1 en artikel 29.4.2.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - de baronie 1' gelden de volgende regels voor bebouwing:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding ''overige zone - ontwikkelgebied - de baronie 2', wordt voorzien in een duurzame ontwikkeling van een gebied, met de volgende functies, activiteiten, bouwwerken en/of voorzieningen, zijnde:
met dien verstande dat:
Voor zover de in artikel genoemde bouwactiviteiten strijdig zijn met de bouwregels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze bouwregels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 30.4.1.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - de baronie 2' gelden de volgende regels voor bebouwing:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:
als dit nodig is in verband met:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - de baronie 3' ter hoogte van Cranendonk 10, 10a en 11, wordt voorzien in een duurzame ontwikkeling van een gebied passend in het concept 'Vitaliteit' volgens de gebiedvisie Baronie van Cranendonck, met de invulling functies, activiteiten, en bouwwerken en/of voorzieningen, zijnde:
met dien verstande dat:
Voor zover de in artikel genoemde bouwactiviteiten strijdig zijn met de bouwregels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze bouwregels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 31.4.1 en artikel 31.4.3.
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:
als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - de baronie 4' is het plan gericht op een duurzame ontwikkeling van het gebied passend in het concept 'Vitaliteit' volgens de gebiedvisie Baronie van Cranendonck', met de invulling van functies, activiteiten, en bouwwerken en/of voorzieningen, zijnde:
met dien verstande dat:
Voor zover de in artikel 32.4 genoemde bouwactiviteiten strijdig zijn met de bouwregels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze bouwregels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 32.4.1.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - de baronie 4' gelden de volgende regels voor bebouwing:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:
als dit nodig is in verband met:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - de baronie 5' is het plan gericht op een duurzame ontwikkeling van het gebied passend in het concept 'Vitaliteit' volgens de gebiedsvisie Baronie van Cranendonck'. met de invulling van functies, activiteiten, en bouwwerken en/of voorzieningen, zijnde:
met dien verstande dat:
Voor zover de in artikel 33.4 genoemde bouwactiviteiten strijdig zijn met de bouwregels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze bouwregels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 33.4.1 en artikel 33.4.2.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - de baronie 5' gelden de volgende regels voor bebouwing:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:
als dit nodig is in verband met:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - de baronie 6' ter hoogte van Cranendonk 3 en 4, wordt voorzien in een duurzame ontwikkeling van een gebied passend in het concept 'Vitaliteit' volgens de gebiedvisie Baronie van Cranendonck, met de invulling functies, activiteiten, en bouwwerken en/of voorzieningen, zijnde:
met dien verstande dat:
Voor zover de bouwactiviteiten verbonden aan de in artikel 34.4 genoemde bestemmingsplanactiviteit strijdig zijn met de bouwregels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 34.4.1 en artikel 34.4.2.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - de baronie 7' ter hoogte van het open gebied achter Cranendonk 2, 3 en 4, wordt voorzien in een duurzame ontwikkeling van een gebied passend in het concept 'Vitaliteit' volgens de gebiedvisie Baronie van Cranendonck, met de invulling van functies, activiteiten, en bouwwerken en/of voorzieningen, zijnde:
met dien verstande dat:
Voor zover de bouwactiviteiten strijdig zijn met de bouwregels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze bouwregels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 35.4.1.
Voor zover de in dit artikel genoemde werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden strijdig zijn met regels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze regels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 35.5.1 juncto artikel 35.5.2.
Het is toegestaan met een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:
als dit nodig is in verband met één van de volgende aspecten:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - verblijfsrecreatie 1' is het plan gericht op een duurzame ontwikkeling van het gebied passend in het concept 'Vitaliteit' volgens de gebiedsvisie Baronie van Cranendonck', met de volgende functies, activiteiten en/of voorzieningen, zijnde:
met dien verstande dat:
Voor zover de in artikel 36.4 genoemde bouwactiviteiten strijdig zijn met de bouwregels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze bouwregels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 36.4.1.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - verblijfsrecreatie 1' gelden de volgende regels voor bouwen:
Voor zover de in dit artikel genoemde werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden strijdig zijn met de regels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze regels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 36.5.1 juncto artikel 36.5.2.
Ten behoeve van de inrichting van het gebied met verblijfsrecreatie is het toegestaan met een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
De in artikel 37.5.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:
als dit nodig is in verband met:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - verblijfsrecreatie 2' is het plan gericht op een duurzame ontwikkeling van het gebied passend in het concept 'Vitaliteit' volgens de gebiedsvisie Baronie van Cranendonck', met de volgende functies, activiteiten en/of voorzieningen, zijnde:
met dien verstande dat:
Voor zover de in artikel 37.4 genoemde bouwactiviteiten strijdig zijn met de bouwregels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze bouwregels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 37.4.1.
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - ontwikkelgebied - verblijfsrecreatie 2' gelden de volgende regels voor bouwen:
Voor zover de in dit artikel genoemde werken, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden strijdig zijn met de regels van de ter plaatse voorkomende bestemming als bedoeld in hoofdstuk 2 kunnen burgemeester en wethouders afwijken van deze regels, met inachtneming van de regels als bedoeld in artikel 37.5.1 juncto artikel 37.5.2.
Ten behoeve van de inrichting van het gebied met verblijfsrecreatie is het toegestaan met een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
De in artikel 37.5.1 bedoelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning voor een bestemmingsplanactiviteit maatwerkvoorschriften stellen ten aanzien van:
als dit nodig is in verband:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Indien afstanden tot, goot- en bouwhoogten, oppervlakte en inhoud van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet dan wel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 en hoofdstuk 4 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden.
In die gevallen dat afstanden tot, goot- en bouwhoogten, oppervlakte en inhoud van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet dan wel de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 en hoofdstuk 4 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
In geval van heroprichting van bouwwerken is het bepaalde in artikel 39.1 en artikel 39.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van een nieuw gebouw, de uitbreiding van een bestaand gebouw of de verbouw van een bestaand gebouw, wordt uitsluitend verleend indien voor de aanwezige functie op eigen terrein wordt voorzien in infiltratie van hemelwater.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 39.5.1:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de bebouwing ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - monument gemeente' geheel of gedeeltelijk te slopen.
Het bepaalde in artikel 41.1.1 is niet van toepassing:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorisch landschap' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren die het ter plaatse aanwezige cultuurhistorisch landschap aantasten.
Het bepaalde in artikel 41.2.1 is niet van toepassing:
41.1.3 Toelaatbaarheid
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorische lanen en brink' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren die de ter plaatse aanwezige cultuurhistorische lanen en brink aantasten.
Het bepaalde in artikel 41.4.1 is niet van toepassing:
Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - cultuurhistorisch waarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren die de ter plaatse aanwezige cultuurhistorisch waarden in het gebied aantasten.
Het bepaalde in artikel 41.4.1 is niet van toepassing:
Indien niet op grond van een andere bepaling in deze planregels kan worden afgeweken van de regels kan het bevoegd gezag door middel van een omgevingsvergunning afwijken van:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsregels en kan toestaan dat op een locatie die niet is aangeduid als 'overige zone - evenementen' evenementen of festiviteiten worden gehouden met een maximum van 3 evenementen of festiviteiten per locatie per jaar, rekeninghoudend met de aard van de activiteit en de te verwachten belasting voor de directe omgeving, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsregels ten behoeve van het gebruik van ruimten binnen de (bedrijfs)woning en/of bijbehorende bouwwerken bij de woning voor een bed & breakfast, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsregels voor het gebruik van een deel van een gebouw dan wel het oprichten van een gebouw voor een ontmoetingsplaats, mits:
Een omgevingsverguning als bedoeld in artikel 42.1 tot en met artikel 42.4 kan uitsluitend worden verleend, indien hierdoor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan.
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouw- of gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Een omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien wordt voldaan aan de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 44.3.1 en toestaan dat niet op eigen terrein wordt voorzien in berging van hemelwater of dat de berging van hemelwater een kleinere capaciteit heeft, mits buiten het eigen terrein of op andere wijze is voorzien in voldoende berging voor hemelwater overeenkomstig het verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2021-2025 of diens rechtsopvolger.
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming, gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat dubbelbestemmingen gericht op het het voorkomen van bebouwing en instandhouden van archeologische waarden of het groene karakter voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het Chw-plan 'Baronie van Cranendonck'.