direct naar inhoud van Artikel 8 Maatschappelijk
Plan: Reparatieplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1706.BPBG3014-VAST

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke doeleinden in de vorm van openbaar bestuur, openbare dienstverlening, religie, verenigingsleven, onderwijs, opvoeding, cultuur, lichamelijke en geestelijke volksgezondheid;

een en ander met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, waaronder een kantine.

8.2 Nadere detaillering van de bestemming
8.2.1 Toegestane voorzieningen

Op de gronden met deze bestemming zijn overeenkomstig de aanduiding uitsluitend toegestaan de voorzieningen genoemd in de navolgende Staat van maatschappelijke doeleinden:

Aanduiding   Adres   Beb. opp.  
specifieke vorm van maatschappelijk - schutterij   Groenstraat 3a   140 m2  
8.2.2 Paardenbakken

Binnen de bestemming zijn paardenbakken toegestaan. De oppervlakte van een nieuw op te richten paardenbak mag maximaal 1200 m2 bedragen.

8.3 Bouwregels
8.3.1 Toegestane bebouwing

Uitsluitend mogen worden opgericht bouwwerken ten behoeve van voorzieningen passende bij de in de Staat van maatschappelijke doeleinden opgenomen specifieke aanduidingen, alsmede ten behoeve van een paardenbak als bedoeld in 8.2.2.

8.3.2 Gebouwen

Gebouwen dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:

  • a. De in de Staat van maatschappelijke doeleinden voor een bestemmingsvlak aangegeven bebouwde oppervlakte van gebouwen mag niet worden overschreden.
  • b. De goothoogte van gebouwen mag maximaal 4 m bedragen, de bouwhoogte maximaal 7 m.
8.3.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 3 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten maximaal 6 m mag bedragen, en de bouwhoogte van schietbomen maximaal 20 m mag bedragen.

8.4 Afwijken van de bouwregels
8.4.1 Omgevingsvergunning oppervlakte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de in 8.2.1. opgenomen maximale oppervlakte, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. de in 8.2.1. opgenomen bebouwde oppervlakte mag met maximaal 15% worden vergroot;
  • b. de belangen van de omliggende (niet) agrarische bedrijven en andere functies worden niet onevenredig aangetast;
  • c. er vindt geen toename van de milieubelasting plaats;
  • d. er vindt geen opslag buiten de gebouwen plaats;
  • e. er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing;
  • f. de verkeersaantrekkende werking dient te zijn afgestemd op de feitelijke ontsluitingssituatie;
  • g. het woon- en leefklimaat mogen niet onevenredig worden aangetast;
  • h. het watersysteem ter plaatse mag niet onevenredig worden aangetast; hieromtrent dient aan de waterbeheerder advies te worden gevraagd.
8.5 Specifieke gebruiksregels
8.5.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of opstallen voor:

  • a. het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik;
  • b. woondoeleinden;
  • c. een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie.
  • d. horeca, met uitzondering van kantines in ondergeschikte vorm en dienstbaar aan de ter plaatse toegestane maatschappelijke voorziening.