direct naar inhoud van Artikel 16 dijk
Plan: Buitendijks gebied 2005
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.97-OH01

Artikel 16 dijk

16.1 doeleinden
16.1.1

De gronden op de plankaart aangegeven met de bestemming "dijk" zijn mede bestemd voor:

  • a. de waterhuishouding;
  • b. de aanleg, instandhouding, het onderhoud en de verbetering van de dijk;
  • c. verkeersdoeleinden;
  • d. de bescherming van archeologische waarden;

met bijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, onbebouwde gronden en voorzieningen.

16.1.2

Binnen gebieden met de bestemmingen "dijk" en "zone ter bescherming van de dijk" zijn de overige bestemmingen ondergeschikt aan deze bestemmingen.

16.2 bouwen

Uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegestaan met een maximale hoogte van:

  • a. lichtmasten en verwijsborden 10 m;
  • b. overige bouwwerken, geen gebouw zijnde 2 m.
16.3 aanlegvergunning
16.3.1

Het is verboden op de in artikel 16.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders de volgende andere-werken uit te voeren:

  • het vellen en rooien van houtgewas;
  • het afgraven, vergraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • het aanleggen van ondergrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
  • het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van vijvers, poelen, kolken en waterlopen;
  • het aanplanten van hoogopgaande beplanting (bomen, heesters e.d.);
  • het aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen.
16.3.2

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien:

  • a. door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bestaande afvoercapaciteit voor water, sediment en ijs, alsmede de toekomstige vergroting van die capaciteit en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of niet afdoende tegemoet kan worden gekomen;
  • b. door de uitvoering van het ander-werk, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of niet afdoende tegemoet kan worden gekomen.
16.3.3

Alvorens te besluiten over de aanvraag om een aanlegvergunning winnen burgemeester en wethouders advies in bij Rijkswaterstaat.

16.3.4

Een aanlegvergunning is niet vereist voor:

  • a. andere-werken, behorende bij het normale onderhoud, gebruik en beheer;
  • b. andere-werken, die op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip verleende dan wel aangevraagde aanlegvergunning.