direct naar inhoud van 6.3 Juridische planopzet
Plan: Gendt, Zandvoort 21
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.37-VG01

6.3 Juridische planopzet

Het juridisch bindend gedeelte van het bestemmingsplan bestaat uit de regels en bijbehorend GML-bestand waarin de geometrisch bepaalde planobjecten zijn vervat. Het GML-bestand en de regels dienen in samenhang te worden bekeken.

De regels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken:

1. Inleidende regels;

2. Bestemmingsregels;

3. Algemene regels;

4. Overgangs- en slotregels.

Navolgend worden de regels per hoofdstuk toegelicht. Aangezien in de voorgaande hoofdstukken de keuzen om te komen tot bepaalde bestemmingen en regels uitvoerig zijn beschreven, wordt onderstaand volstaan met (enkel) de juridische toelichting op de regels.

6.3.1 Inleidende regels

Hoofdstuk I bevat de inleidende regels. Deze regels gelden voor het gehele plangebied.

6.3.2 Begrippen

Dit artikel bevat de definities van de in de regels gebruikte begrippen, waarmee een eenduidige interpretatie van deze begrippen is vastgelegd.

6.3.3 Wijze van meten

De "wijze van meten" geeft onder meer regels waar mag worden gebouwd en hoe voorkomende eisen betreffende de maatvoering begrepen moeten worden.

6.3.4 Bestemmingsregels

Hoofdstuk II van de regels bevat de juridische vertaling van de bestemming die voorkomt in het plangebied. Op de verbeelding is de bestemming voor het plangebied aangegeven. In de regels is onder andere aangegeven welk gebruik is toegestaan, wat er gebouwd mag worden en wat verboden is. Hieronder worden de verschillende regels toegelicht.

Artikel: 3 Agrarisch

Gronden met de bestemming “Agrarisch” zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf met daaraan ondergeschikt nutsvoorzieningen, recreatief medegebruik, infrastructurele voorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen en duikers.

Voor deze gronden is geen agrarisch bouwperceel opgenomen. Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan. Aan de bebouwing zijn in de regels maatvoeringseisen gekoppeld. Zo bedraagt de hoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 2 m¹, tenzij de oprichting plaatsvindt voor de naar de weg gekeerde gevel van de woning. Alsdan geldt een hoogte van 1 meter. De hoogte van overige bouwwerken is begrensd op 2,5 meter. Door het opnemen van specifieke gebruiksbepalingen wordt ruimtelijk ongewenst gebruik, zoals het gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichtingen en diverse soorten opslag, uitgesloten.

Artikel 4 Wonen

De nieuwe woning met bijbehorend bouwwerk alsmede het bijbehorende erf krijgt de bestemming Wonen. Deze gronden zijn bestemd voor het wonen al dan niet in combinatie met de uitoefening van een beroep aan huis, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de begane grond van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van het beroep aan huis, met een maximum van 45 m². Daarnaast zijn de gronden bestemd voor onder andere bij de woonfunctie behorende tuinen, parkeervoorzieningen, waterlopen en waterpartijen. Binnen het bestemmingsvlak is één vrijstaande woning toegestaan. Aan het hoofdgebouw zijn in de regels maatvoeringseisen gekoppeld. De goot- en bouwhoogte bedragen niet meer dan op de verbeelding is aangegeven. Daarnaast zijn in de regels bepalingen opgenomen omtrent de situering van de woning. Voorts bevat de bestemming een regeling omtrent bijgebouwen. De gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 130m². Diverse afwijkingsbevoegdheden, die met name betrekking hebben op maatvoeringseisen, zorgen tenslotte voor de nodige flexibiliteit in de bestemming. Door het opnemen van specifieke gebruiksbepalingen wordt ruimtelijk ongewenst gebruik, zoals bijvoorbeeld het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor wonen, uitgesloten.

6.3.5 Algemene regels

Hoofdstuk III bevat de algemene regels. Deze gelden voor het gehele plangebied.

Artikel 5 Antidubbeltelbepaling

De anti-dubbeltelregel is opgenomen om ervoor te zorgen dat grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing wordt gelaten.

Artikel 6 Algemene bouwregels

Dit artikel regelt enkele algemene aspecten met betrekking tot het bebouwen van gronden.

Artikel 7 Algemene wijzigingsregels

In dit artikel is opgenomen dat het mogelijk is het bestemmingsplan te wijzigen indien wettelijke regelingen worden gewijzigd en deze wijzigingen van invloed zijn op de bestemmingsregels.

6.3.6 Overgangs- en slotregels

Hoofdstuk IV bevat de overgangs- en slotregels.

Artikel 8 Overgangsrecht

Dit artikel regelt ten aanzien van bouwen en gebruik dat bestaande bouwwerken of bestaand gebruik dat afwijkt van het plan, onder voorwaarden mag worden voortgezet.

Artikel 9 Slotregel

In dit artikel staat de naam van het bestemmingsplan.