direct naar inhoud van 3.8 Gemeentelijk beleid
Plan: Gendt, Zandvoort 21
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.37-VG01

3.8 Gemeentelijk beleid

3.8.1 Structuurvisie Lingewaard 2012-2022

Op 31 mei 2012 is de Structuurvisie Lingewaard 2012-2022 vastgesteld. De structuurvisie beschrijft op hoofdlijnen het ruimtelijk beleid van de gemeente en geeft de hoofdlijnen van de voorziene en gewenste ruimtelijke ontwikkelingen in Lingewaard voor de komende tien jaren weer. Daartoe zijn een aantal ruimtelijke opgaven geformuleerd waaraan de komende tien jaren wordt gewerkt, te weten:

  • verder ontwikkelen natuur en recratie Lingezegen en uiterwaarden
  • upgraden HOV-as Arnhem-Nijmegen
  • HOV-as Zevernaar-Tiel
  • passende ontwikkeling van de knooppunten bij Bemmel
  • toekomstbestendige woningbouw
  • verder versterken leefbaarheid en identiteit woonkernen
  • op peil houden voorzieningenniveau
  • behouden/vergroten werkgelegenheid

De structuurvisie geeft inzicht in de wijze waarop die ruimtelijke ontwikkelingen kunnen worden gerealiseerd.

Voor voorliggend bestemmingsplan is met name het gemeentelijke beleid ten aanzien van de woonomgeving alsmede de groene omgeving relevant.

  • Woonomgeving: De gemeente richt zowel bij bij herstructurering als bij nieuwbouw meer richten op een toekomstbestendige woon- en leefomgeving. Dat betekent niet alleen dat we moeten focussen op materiaalgebruik, oriëntatie van woningen ten opzichte van de zon, duurzame energielevering of levensbestendige woningen. Ook een klimaatbestendige omgeving met een degelijke groenstructuur is een belangrijk thema voor de komende jaren. Tot slot moeten ontwikkelingen passen in het landschap en bij de cultuur van de gemeente.
  • Groene omgeving: Het gemeentelijke beleid is erop gericht dat veranderingen moeten voldoen aan de kwaliteiten die de groene omgeving zo aantrekkelijk maakt. Het historisch gegroeide landschap en de herkenbaarheid daarvan vormen de basis voor die toetsing. Dat betekent dat gelet wordt op de mate waarin een verandering bijdraagt aan de herkenbaarheid van bijvoorbeeld het dijkzonelandschap, de open polder, het typisch Betuwse boomgaarden-landschap. Daarnaast zijn toegankelijkheid en recreatieve mogelijkheden van belang, maar wel zonder dat nieuwe bebouwing of autoverkeer de kwaliteit van het landschap aantast in plaats van verbeterd.

Conclusie

Bij onderhavig planvoornemen is sprake van functieverandering van vrijkomende agrarische bebouwing, waarbij tevens sprake is van behoud van een deel van het agrarisch grondgebruik. Door sloop van de bestaande bebouwing en door de positionering van de nieuwe woning is sprake van behoud en versterking van het open achterliggende groene landschap. Derhalve is het planvoornemen niet in strijd met de gemeentelijke structuurvisie.

3.8.2 Notitie ‘Toepassing regionaal beleid voor functieverandering in het buitengebied’

Het regionale beleid voor functieverandering, zoals beschreven in paragraaf 3.7.1, geeft de maximale mogelijkheden weer van het regionale beleid en stelt nadrukkelijk dat het aan de gemeenten zelf is om deze verzoeken per locatie te beoordelen. Op basis van deze notitie kunnen gemeenten vervolgens zelf bepalen op welke plaatsen en in welke mate gebruik gemaakt kan worden van de mogelijkheden die het regionale beleid biedt. Hiertoe is door de gemeente Lingewaard de notitie 'Toepassing regionaal beleid voor functieverandering in het buitengebied' opgesteld.

Het gemeentelijk beleid sluit aan op de kaders van het provinciale en regionale beleid en geeft hieraan nadere invulling. Het begrip woongebouw vormt mogelijk een discussie. Het gemeentelijk beleid schrijft ten aanzien van nieuwe woongebouwen voor dat appartementencomplexen niet gewenst zijn. Het begrip woongebouw dient derhalve te worden gezien als aaneengesloten woningen die als geheel de uitstraling van een boerderij hebben.

De realisatie van een woning is ook mogelijk. Hieraan wordt medewerking verleent om bedrijfsbeëindiging te kunnen financieren. Vanuit landschappelijk oogpunt wordt ernaar gestreefd zo min mogelijk nieuwe woningen toe te staan in het buitengebied. De voorkeur gaat daarom uit naar vrijstaande, duurdere woningen.

Om de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling optimaal in het landschap in te passen kunnen eisen worden gesteld aan:

  • 1. landschap: de ligging van het complex in het landschap;
  • 2. kavel: richting van de positionering van de gebouwen en de beplanting;
  • 3. gebouwen: vormen, materiaalgebruik en kleurstelling.

In het stedenbouwkundig plan is waar van toepassing rekening gehouden met de gemeentelijke eisen.

In het beleid worden bepaalde gebieden in de gemeente uitgesloten van deelname aan het functie veranderingsbeleid. Onderhavig plangebied valt hier niet binnen.

Conclusie

Ten aanzien van onderhavige ontwikkeling is er ruim 5000 m2 aan glastuinbouw gesloopt. Dit geeft het recht tot het terugbouwen van een woning of woongebouw van maximaal 1200m3. Hiermee voldoet voorgenomen ontwikkeling aan het gemeentelijk beleid.

3.8.3 Waterplan Lingewaard

Lingewaard heeft door zijn ligging langs de Waal en het Pannerdens kanaal van oudsher een sterke band met water. Om te komen tot een duurzaam waterbeheer en betere afstemming tussen het waterbeheer en ruimtelijke ontwikkelingen, heeft de gemeente Lingewaard samen met Waterschap Rivierenland in 2008 een waterplan opgesteld. De nadruk van dit waterplan ligt op het aanpakken van knelpunten en het pakken van kansen, met name in de kernen van Lingewaard. Het waterplan Lingewaard bevat een aantal maatregelen die tussen 2009 en 2015 worden uitgevoerd. Belangrijke maatregelen zijn onder andere:

  • in Gendt West wordt extra waterberging gerealiseerd. Dit wordt gecombineerd met natuurontwikkeling;
  • bij de verplaatsing van de sportvelden in Angeren wordt extra waterberging gerealiseerd;
  • in bepaalde wijken van Bemmel wordt het regenwater los gekoppeld van het riool. Daardoor komt schoon regenwater niet meer in het riool terecht, maar rechtstreeks in sloten en plassen;
  • in Bemmel wordt ruimte ingericht om meer water tijdelijk op te kunnen slaan, bijv. na heftige regenval;
  • de directe omgeving van het gemeentehuis Bemmel wordt afgekoppeld van het riool, zodat schoon regenwater niet meer in het riool terechtkomt;
  • de historische gracht bij het gemeentehuis Bemmel wordt hersteld.

Conclusie

Aangezien sprake is van een relatief beperkte ruimtelijke ingreep, is geen sprake van noemenswaardige gevolgen voor de waterhuishouding. Kortheidshalve wordt verwezen naar paragraaf 5.9.