Plan: | Paraplubestemmingsplan begripsbepaling bedrijfs- of dienstwoning |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1705.221-VG01 |
Vanaf 23 februari 2017 heeft het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen, Veegplan' (hierna te noemen 'Veegplan') 6 weken als voorontwerp ter inzage gelegen. Naar aanleiding van inspraakreacties op het voorontwerp en zienswijzen op het ontwerp is de begripsbepaling voor 'bedrijfs- of dienstwoning' in dit bestemmingsplan aangepast.
De nieuwe begripsbepaling is in samenspraak met de ODRA geformuleerd en heeft betrekking op de (arbeids)relatie van de persoon die de woning bewoond met een omliggend bedrijf en de wijze waarop deze wordt gekwalificeerd.
Het Veegplan heeft slechts betrekking op enkele percelen die onderdeel uitmaken van de bestemmingsplannen voor de bedrijventerreinen Agropark I - Pannenhuis I en Gendt - Bemmel. De nieuwe begripsbepaling dient uit het oogpunt van gelijkheid voor alle bedrijfs- of dienstwoningen binnen de gemeente Lingewaard te gelden. Hieraan wordt uitvoering gegeven door middel van dit bestemmingsplan. Omdat de regeling overkoepelend geldt voor percelen in verschillende bestemmingsplannen, wordt dit een paraplubestemmingsplan genoemd.
De ligging en begrenzing van het plangebied van dit paraplubestemmingsplan betreft meerdere bedrijventerreinen op het grondgebied van de gemeente Lingewaard inclusief enkele percelen met de bedrijfsbestemming aan de Polseweg. Een omschrijving van de begrenzing van het plangebied is opgenomen in tabel 1.1. Ter verduidelijking van de ligging van het plangebied is figuur 1.1 opgenomen.
Tabel 1.1 Plangebied paraplubestemmingsplan 'begripsbepaling bedrijfs- of dienstwoning'
Gebied | Omschrijving begrenzing plangebied |
Looveer | Bedrijventerrein Looveer voor zover het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Actualisatie 2013' van toepassing is. Voor het overige deel geldt het analoge bestemmingsplan 'Looveer' uit 1995. Het is niet mogelijk een analoog plan ter herzien. |
Bedrijvigheid Polseweg | Bedrijfspercelen Polseweg 7-13 (oostzijde Polseweg) en Polseweg 20-24 (westzijde Polseweg). |
Pannenhuis | Bedrijventerrein Pannenhuis I met uitzondering van de percelen waarop het Veegplan van toepassing is. Het veilingterrein en bedrijventerrein Pannenhuis II zijn niet meegenomen in deze herziening omdat hier geen bedrijfswoningen zijn toegestaan. |
Agropark | Bedrijventerreinen Agropark I en Agropark II met uitzondering van de percelen waarop het Veegplan en het inpassingsplan 'N839 Bemmel - Huissen' van toepassing is. |
Houtakker | Bedrijventerreinen Houtakker I en Houtakker II met uitzondering van de percelen waarop het inpassingsplan 'N839 Bemmel - Huissen' van toepassing is. Ook de noordrand van Houtakker II is niet meegenomen in deze herziening omdat hier geen bedrijfswoningen zijn toegestaan. |
Gendt/Bemmel | Bedrijventerrein Gendt/Bemmel met uitzondering van de percelen waarop het Veegplan van toepassing is. |
De bedrijvigheid langs de Lingewal maakt wel onderdeel uit van de bedrijvigheid zoals weergegeven in figuur 1.1, maar is niet meegenomen in voorliggend bestemmingsplan omdat ter plaatse van de bedrijven in dit gebied geen bedrijfswoningen aanwezig zijn.
Figuur 1.1 Overzicht bedrijventerreinen gemeente Lingewaard
De exacte begrenzing van het plangebied is opgenomen op de bij dit plan behorende verbeelding. Deze begrenzing betreft een 'lege' plancontour aangezien het paraplubestemmingsplan alleen betrekking heeft op de begripsbepaling 'bedrijfs- of dienstwoning' in de regels.
Voorliggend paraplubestemmingsplan voorziet in een partiële herziening van de bestemmingsplannen voor meerdere bedrijventerreinen op het grondgebied van de gemeente Lingewaard en enkele percelen met de bedrijfsbestemming aan de Polseweg. De betreffende bestemmingsplannen zijn opgenomen in tabel 1.2.
Tabel 1.2 Bestemmingsplannen waar voorliggende herziening betrekking op heeft
Gebied | Bestemmingsplan | Vastgesteld |
Looveer | Bedrijventerreinen Actualisatie 2013 | 27-06-2013 |
Bedrijvigheid Polseweg | Kom Huissen | 27-06-2013 |
Pannenhuis | Bedrijventerreinen Actualisatie 2013 | 27-06-2013 |
Agropark | Bedrijventerreinen Actualisatie 2013 (Agropark I) | 27-06-2013 |
Agropark II (Agropark II) | 25-06-2008 | |
Houtakker | Bedrijventerreinen Actualisatie 2013 (Houtakker I) | 27-06-2013 |
Bedrijventerrein Houtakker (Houtakker II) | 29-09-2011 | |
Houtakker II, de Houtakker 10 en omgeving (Houtakker II) | 01-02-2018 | |
Bedrijventerreinen Veegplan, Houtakker | 13-12-2017 | |
Gendt/Bemmel | Bedrijventerreinen Actualisatie 2013 | 27-06-2013 |
Dit paraplubestemmingsplan voorziet in de aanpassing van de begripsbepaling voor 'bedrijfs- of dienstwoning'. Deze parapluherziening maakt geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. Toetsing aan de Ladder voor duurzame verstedelijking is dan ook niet nodig. Ook is het niet nodig om alle milieuaspecten die normaliter terugkomen in de toelichting van een bestemmingsplan, te behandelen. In de toelichting wordt wel ingegaan op de achtergrond van de aanpassing (hoofdstuk 2), de juridische planbeschrijving (hoofdstuk 3) en de uitvoerbaarheid (hoofdstuk 4).
Aanleiding wijziging
In de verschillende bestemmingsplannen in de gemeente Lingewaard is de begripsbepaling voor bedrijfswoning als volgt geformuleerd:
'een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, vanwege de bestemming van het gebouw of het terrein.'
In het Veegplan is een gewijzigde begripsbepaling opgenomen. Naar aanleiding van inspraakreacties en zienswijzen op het voorontwerp en ontwerp Veegplan bleek dat de gehanteerde begripsbepaling niet goed meer aansloot bij de actuele feitelijke situatie.
Gebleken is dat bij veel bewoners van als zodanig bestemde bedrijfswoningen wel sprake is van een band met een nabij gelegen bedrijf, maar dat bewoning zelden als 'noodzakelijk' is te kwalificeren. Hierbij speelt een rol dat de gehanteerde definitie voor bedrijfswoning vooral ingegeven is vanuit situaties in het verleden waarbij vaker sprake was van een noodzaak voor huisvesting naast of in de nabijheid van het bedrijf. Als gevolg van nieuwe technieken en automatisering is tegenwoordig minder vaak sprake van een dergelijke 'noodzaak' voor bewoning in de nabijheid van een bedrijf. Als gevolg daarvan blijkt er een grote groep te zijn die enerzijds geen aanspraak kan maken op een woonbestemming op basis van gebruiksovergangsrecht, maar waarbij het gebruik anderzijds ook niet kwalificeert als 'bedrijfswoning' volgens de huidige begripsbepaling.
Gevolgen wijziging
In het Veegplan is een ruimere begripsbepaling voor bedrijfs- of dienstwoning opgenomen. Deze begripsbepaling luidt als volgt:
'een woning die:
De wijziging van de begripsbepaling voor bedrijfswoning' enkel in het Veegplan zou mogelijk tot ongelijkheid kunnen leiden bij handhaving van bedrijfswoningen die vallen onder het bestemmingsplan 'Bedrijventerreinen Actualisatie 2013' of percelen die onder een ander bestemmingsplan vallen waarin nog de 'oude' begripsbepaling voor bedrijfswoning is gebruikt.
De nieuwe begripsbepaling doet recht aan de feitelijke situatie maar is nog altijd onderscheidend van een woonbestemming. Er moet sprake zijn van duurzame betrokkenheid bij de dagelijkse bedrijfsvoering van een nabij gelegen bedrijf. Hieruit volgt dat het verrichten van incidentele werkzaamheden voor een bedrijf onvoldoende is. Anderzijds is een dienstverband dat kwalificeert als arbeidsovereenkomst in de zin van het burgerlijk wetboek geen vereiste. Een 'noodzaak' voor bewoning in de buurt van het bedrijf is niet langer vereist. Uit de bewoordingen 'dagelijkse bedrijfsvoering' blijkt wel dat het moet gaan om een substantiële betrokkenheid bij het bedrijf. Welke mate van betrokkenheid substantieel is, is afhankelijk van de feitelijke bedrijfsactiviteiten.
De kring van gerechtigden betreft niet enkel de persoon zelf die duurzaam betrokken is bij de dagelijkse bedrijfsvoering, maar ook diens huishouden. Onder 'huishouden' wordt verstaan de definitie zoals deze door het CBS wordt gehanteerd: “Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf niet-bedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften.”
De kring van gerechtigden wordt tot slot beperkt doordat een persoon of diens huishouden een duurzame betrokkenheid bij de dagelijkse bedrijfsvoering van een bedrijf moet hebben dat gelegen is naast de woning of op hetzelfde bedrijventerrein. Daarmee wordt ook een geografische verbondenheid tot uiting gebracht.
De nieuwe regeling voorziet in een aanpassing van de begripsbepaling bedrijfswoning in bestemmingsplannen voor meerdere bedrijventerreinen op het grondgebied van de gemeente Lingewaard en enkele percelen met de bedrijfsbestemming aan de Polseweg. Hierdoor zijn bedrijfswoningen niet alleen bestemd voor personen wiens huisvestiging noodzakelijk is maar ook voor personen die een arbeidsrelatie hebben met het bedrijf. De wijzigingen zijn weergegeven in tabel 2.1.
Tabel 2.1 Wijzigingen naar aanleiding van parapluherziening
Bestemmingsplan | Artikel | Wijziging |
Bedrijventerreinen Actualisatie 2013 | 1.11 | Vervangen begripsbepaling 'bedrijfs- of dienstwoning' door nieuwe begripsbepaling 'bedrijfs- of dienstwoning' |
Kom Huissen | 1 | Toevoegen nieuwe begripsbepaling 'bedrijfs- of dienstwoning' aan artikel 1 |
Agropark II | 1.g | Vervangen begripsbepaling 'bedrijfswoning' door nieuwe begripsbepaling 'bedrijfs- of dienstwoning' |
Bedrijventerrein Houtakker | 1 | Vervangen begripsbepaling 'bedrijfswoning/dienstwoning' door nieuwe begripsbepaling 'bedrijfs- of dienstwoning' |
Houtakker II, de Houtakker 10 en omgeving | 1 | Vervangen begripsbepaling 'bedrijfswoning' door nieuwe begripsbepaling 'bedrijfs- of dienstwoning' |
Bedrijventerreinen Veegplan, Houtakker | 1.10 | Vervangen begripsbepaling 'bedrijfs- of dienstwoning' door nieuwe begripsbepaling 'bedrijfs- of dienstwoning' |
Dit paraplubestemmingsplan voorziet uitsluitend in een aangepaste begripsbepaling voor 'bedrijfs- of dienstwoning'. De aan te passen begripsbepaling is niet in strijd met rijks- of provinciaal beleid. Ook hoeven de omgevingsaspecten niet te worden onderzocht omdat de aangepaste begripsbepaling geen consequenties heeft voor deze aspecten. De gebruikelijke regeling voor bedrijfs- of dienstwoningen blijft van toepassing zodat de aangepaste begripsbepaling geen consequenties heeft voor bedrijven gevestigd rond bedrijfswoningen op bedrijventerreinen.
Voorliggend bestemmingsplan betreft een paraplubestemmingsplan. Met dit paraplubestemmingsplan worden de regels van enkele bestemmingsplannen voor meerdere bedrijventerreinen op het grondgebied van de gemeente Lingewaard en enkele percelen met de bedrijfsbestemming aan de Polseweg in één keer op uniforme wijze gedeeltelijk herzien voor wat betreft de begripsbepaling 'bedrijfs- of dienstwoning'. Voor het overige blijven de regels uit alle onderliggende plannen in stand.
De regels van het paraplubestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
Dit paraplubestemmingsplan bevat geen bestemmingsregels. Het paraplubestemmingsplan dient als aanvulling op de bestaande bestemmingsplannen. Alle bestemmingsregels uit de onderliggende bestemmingsplannen blijven dus van kracht.
Inleidende regels
Het begrip 'bedrijfs- of dienstwoning' wordt met dit paraplubestemmingsplan gewijzigd in verschillende bestemmingsplannen binnen de gemeente Lingewaard voor enkele bedrijventerreinen en enkele percelen met de bedrijfsbestemming aan de Polseweg.
Algemene regels
In dit hoofdstuk zijn twee artikelen opgenomen waarin is vastgelegd dat de begripsbepaling 'bedrijfs- of dienstwoning' in de genoemde bestemmingsplannen wordt vervangen. Daarnaast is vastgelegd dat de overige regels uit deze bestemmingsplannen ongewijzigd blijven.
Overgangs- en slotregels
Hier is het wettelijk vastgestelde overgangsrecht geregeld. De regeling is alleen van toepassing op het
paraplubestemmingsplan. Daarnaast wordt in de slotregel aangegeven op welke wijze de regels van het bestemmingsplan kunnen worden aangehaald.
Het paraplubestemmingsplan kent geen verbeelding zoals reguliere bestemmingsplannen. Er is uitsluitend een begrenzing (plancontour) opgenomen van het gebied waarop dit plan betrekking heeft. Alleen op de percelen binnen de aangegeven plancontour is de nieuwe begripsbepaling voor 'bedrijfs- of dienstwoning' van toepassing.
Bij het opstellen van een bestemmingsplan dient op grond van artikel 3.1.6, eerste lid, sub f van het Besluit ruimtelijke ordening onderzoek plaats te vinden naar de economische uitvoerbaarheid van het
plan.
Aan dit plan zijn, behoudens de kosten van het opstellen en in procedure brengen van het plan, geen kosten verbonden voor de gemeente Lingewaard. Ook voorziet dit paraplubestemmingsplan niet in een bouwplan, waardoor het niet noodzakelijk is een exploitatieplan op te stellen. Het plan wordt daarom economisch uitvoerbaar geacht.
Dit bestemmingsplan doorloopt de in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) vastgelegde bestemmingsplanprocedure. Tijdens deze procedure zijn er verschillende momenten waarop inwoners en andere belanghebbenden hun zienswijze op het plan kenbaar kunnen maken.
Omdat geen sprake is van een nieuw beleidsvoornemen, is het paraplubestemmingsplan direct als ontwerpbestemmingsplan zes weken ter inzage gelegd. Met ingang van 6 december 2018 is een ieder gedurende zes weken in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze kenbaar maken. Gedurende de termijn van terinzagelegging zijn 2 zienswijzen ingediend. De ingediende zienswijzen zijn in de Reactienota Zienswijzen samengevat en voorzien van een reactie. De zienswijzen hebben niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Ook zijn er geen ambtshalve wijzigingen die in het bestemmingsplan worden doorgevoerd. De Reactienota Zienswijzen is opgenomen in bijlage 1.