direct naar inhoud van Artikel 13 Archeologisch waardevol gebied (dubbelbestemming)
Plan: Kern Doornenburg
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.22-OH01

Artikel 13 Archeologisch waardevol gebied (dubbelbestemming)

13.1 Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart voor Archeologisch waardevol gebied aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.

13.2 Voorschriften vanwege samenvallende bestemmingen

Al hetgeen in deze voorschriften omtrent de ondergeschikte bestemmingen binnen het gebied met de bestemming Archeologisch waardevol gebied is toegestaan, is uitsluitend toelaatbaar indien uit onderzoek blijkt, dat één en ander geen aantoonbare negatieve invloed heeft op aanwezige archeologische waarden.

13.3 Bouwvoorschriften
13.3.1

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze bestemming.

13.3.2

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met uitzondering van:
- ver-/nieuwbouw van bestaande gebouwen, waarbij de bestaande oppervlakte van het gebouw niet wordt vergroot of veranderd;
- de bouw van een bijgebouw of de uitbreiding van een bestaand hoofdgebouw met ten hoogste 10 m2;

13.4 Aanlegvoorschriften
13.4.1

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Archeologisch waardevol gebied zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van verhardingen, zulks indien de oppervlakte van de aan te brengen verharding meer bedraagt dan 10 m2;
  • b. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen;
  • c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen;
  • d. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 0,3 m1 ten opzichte van het maaiveld, waartoe ook gerekend wordt woelen, mengen, diepploegen, aanleggen van drainage en ontginnen;
  • e. het aanleggen van kabels en leidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. het uitvoeren van werkzaamheden ter verlaging van de grondwaterstand.
13.4.2

Het verbod als bedoeld in 13.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
  • c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.
13.4.3

De werken of werkzaamheden als bedoeld in 13.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van de in lid 13.1 genoemde doeleinden.

13.4.4

De aanlegvergunning als bedoeld in 13.4.1 wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarden van het terrein waarvoor de aanlegvergunning wordt aangevraagd, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.

13.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin, dat de bestemming 'Archeologisch waardevol gebied' (geheel of gedeeltelijk) van de kaart wordt verwijderd, als op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de normen van de archeologische beroepsgroep, geen archeologische waarden zijn vastgesteld. Alvorens een wijziging wordt uitgevoerd wordt advies ingewonnen bij de provinciaal archeoloog van Gelderland.

13.6 Procedure aanlegvergunning en wijzigingsbevoegdheid

Bij de verlening van de aanlegvergunning als bedoeld in 13.4.1 en bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in 13.5 geldt de procedure zoals vervat in artikel 22.