direct naar inhoud van Artikel 11 Groen - Waterberging
Plan: Kom Bemmel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1705.21-VG01

Artikel 11 Groen - Waterberging

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen - Waterberging' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplanting;
  • c. paden;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. jongerenontmoetingsplaats, uitsluitend na verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 11.3.1;
  • f. hondenuitlaatplaats, uitsluitend na verlening van omgevingsvergunning als opgenomen in 11.5.1;
  • g. kinderboerderij, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij';
  • h. een ondergrondse parkeergarage is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage';
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. kunstwerken;
  • k. waterlopen en waterpartijen;
  • l. duikers.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen en speelvoorzieningen worden gebouwd, alsmede ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 5 m¹;
  • c. de maximale oppervlakte van nutsvoorzieningen bedraagt 25 m²;
  • d. in afwijking van het bepaalde onder b en c geldt ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' de bestaande maatvoering als maximum.
11.2.2 Ondergrondse parkeergarage

In afwijking van het bepaalde in 11.2.1 geldt het volgende:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' is het bouwen van een ondergrondse parkeergarage toegestaan;
  • b. de hoogte van de parkeergarage mag niet meer bedragen dan één gebruikslaag;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' danwel 'nutsvoorziening' mag het gehele vlak worden bebouwd ten behoeve van een ondergrondse parkeergarage.
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 5 m¹ bedragen, met uitzondering van kunstwerken;
  • b. in afwijking van het bepaalde sub a mag de hoogte van lichtmasten maximaal 12 m¹ bedragen.
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Omgevingsvergunning oprichten jongerenontmoetingsplaats

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 11.1 sub e voor het oprichten van een jongerenontmoetingsplaats, met dien verstande dat:

  • a. de minimale afstand tussen een jongerenontmoetingsplaats en woningen 30 m¹ dient te bedragen;
  • b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van het woon- en leefklimaat'
  • c. bij de jongerenontmoetingsplaats is een gebouw toegestaan met een oppervlakte van maximaal 30 m2;
  • d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegestaan met een bouwhoogte van maximaal 3 m1.
11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. opslag van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. parkeervoorzieningen.
11.5 Afwijken van de gebruiksregels
11.5.1 Omgevingsvergunning oprichten hondenuitlaatplaats

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken als bedoeld in 11.1 sub f voor het oprichten van een hondenuitlaatplaats, met dien verstande dat:

  • a. de minimale afstand tussen een hondenuitlaatplaats en woningen 5 m¹ dient te bedragen;
  • b. er mag geen onevenredige aantasting plaatsvinden van het woon- en leefklimaat.
11.6 Wijzigingsbevoegdheid
11.6.1 Algemene wijziging naar wonen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming te wijzigen in de bestemming ‘Wonen’, met dien verstande dat het toevoegen dan wel wijzigen van de aanduiding 'bouwvlak' niet is toegestaan.