direct naar inhoud van Artikel 4: Recreatie - 5
Plan: De Alberthoeve Wateren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1701.0000BP000000000529-0004

Artikel 4: Recreatie - 5

4.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - 5' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen, waaronder overkappingen, ten behoeve van de verblijfsrecreatie in de vorm van groepsaccommodaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen verblijfsrecreatieve voorzieningen al dan niet in combinatie met sociaal en culturele doeleinden en/of een ondergeschikte lichte vorm van horeca, ten dienste van de groepsaccommodatie;
  • b. bedrijfswoningen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit en/of bed and breakfast;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. kleinschalige duurzame energiewinning;
  • d. wegen en paden;
  • e. water;

met de daarbijbehorende:

  • f. tuinen, erven en terreinen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2. Bouwregels
4.2.1. Gebouwen en overkappingen in lid 4.1 onder a en b

Voor het bouwen van de in lid 4.1 onder a en b genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van de ter plaatse gevestigde groepsaccommodatie of naar de aard daarmee gelijk te stellen voorziening worden gebouwd;
  • c. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per bestemmingsvlak bedragen;
  • d. de bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen, en de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning zullen tenminste 2,00 m achter de voorgevel van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
  • e. de maatvoering van een gebouw of een overkapping zal voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:

Functie van een bouwwerk   Maximale
oppervlakte  
Goot-
hoogte in m  
Dakhelling
in °  
Hoogte in m  
  per
gebouw of over-
kapping  
gezamen- lijk   max.   min.   max.   max.  
bedrijfs-
gebouw, waaronder een overkapping  
-   -   5,00   20   60   12,00  
bedrijfswoning   150 m²*   -   3,50   30   60   9,00  
aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkap-
pingen bij de bedrijfswoning  
-   100 m²   3,50   -   60   -**  

* tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen

** de bouwhoogte van een aan-, uit- of bijgebouw of overkapping zal ten minste 1,00 m lager zijn dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning;

4.2.2. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de voorgevel van de bedrijfswoning(en) of bedrijfsgebouw(en) ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
4.3. Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning, een aan- of uitbouw of een bijgebouw voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep, een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit of bed and breakfast, indien:
    • 1. het beroep, bedrijf of de logiesverstrekking niet wordt uitgeoefend door één van de bewoners van de bedrijfswoning, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
    • 2. de beroeps-, bedrijfs- of logiesvloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van het gezamenlijke oppervlakte van de bedrijfswoning, de aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van 50 m²;
    • 3. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
    • 4. detailhandel plaatsvindt anders dan productiegebonden detailhandel;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • c. het splitsen van een bedrijfswoning zodanig dat er meer dan één woning ontstaat;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van het kamperen;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden, indien de gezamenlijke horecavloeroppervlakte groter is dan 100 m² en de horecavoorziening niet ten dienste staat van de groepsaccommodatie of de naar de aard daarmee gelijk te stellen voorziening.