Plan: | Buitengebied, herziening 2005, partiële herziening Lindrot 10 |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1700.BPBG2010PH0002-ont2 |
Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing mag worden opgericht. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar worden mogelijk gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.
Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is.
In deze paragraaf worden de gemaakte keuzes nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.
De bestemming 'Agrarisch' is toegekend aan het grootste deel van het perceel Lindrot 10. Binnen deze bestemming zijn er geen mogelijkheden voor het oprichten van gebouwen. Er mogen louter bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht. Het deel bestemd als 'Agrarisch' wordt omzoomd door struweel.
De woning aan Lindrot 3a/3b is bestemd als 'Wonen'. Op de verbeelding is een aanduiding 'maximum aantal woonheden' opgenomen. In de regels is bepaald dat het aantal woonheden binnen een hoofdgebouw, en per bestemmingsvlak, niet meer mag bedragen dan op de verbeelding is aangegeven. In het voorliggende geval zijn binnen het hoofdgebouw 2 wooneenheden toegestaan. Tevens zijn binnen deze bestemming zijn aan huis verbonden beroepen toegestaan.
In de regels is een onderscheid gemaakt in bouwregels voor hoofdgebouwen, ondergeschikte gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De nieuwe woning op het perceel Lindrot 10 is in het plangebied bestemd als 'Wonen - Landhuis'. Binnen deze bestemming past de bouw van één woning per bouwvlak. De uitoefening van een aan huis verbonden beroep is binnen deze bestemming toegestaan.
In de bouwregels is geen onderscheid gemaakt in bouwregels tussen hoofdgebouwen en ondergeschikte gebouwen. Wel is er onderscheid gemaakt tussen gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. De gezamenlijke inhoud van de gebouwen binnen de bestemming ´Wonen´ mag maximaal 2000 m³ bedragen.