direct naar inhoud van 6.2 De nieuwbouwkavel
Plan: Buitengebied herziening 2005, partiële herziening 4e Blokweg 18
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0030-vas1

6.2 De nieuwbouwkavel

6.2.1 Ontwerpuitgangspunten

Het erf aan de 4e Blokweg ligt in een veldontginning in de nabijheid van een dekzandrug, waarop de Zandstuve is ontstaan. Het landschap kenmerkt zich tegenwoordig door rechte wegen, rechthoekige verkavelingen en de vele houtwallen langs de perceelsgrenzen. De gebouwen liggen aan en haaks op de wegen, zoals de 4e Blokweg.

Aan de 4e Blokweg ligt op de plek van het toekomstige erf nu een weide. Door de opbouw van de bodem en de karakteristieken van het landschap zijn er concrete uitgangspunten voor de landschappelijke inpassing te benoemen. Hieronder zijn ze opgesomd:

  • de landschappelijke inpassing van het erf aan de 4e Blokweg dient binnen het sobere karakter van erven in een ontginningslandschap en de rationele verkaveling plaats te vinden;
  • er is sprake van een visuele relatie tussen het huis en de weg;
  • de vorm van het erf is recht;
  • er is sprake van een traditionele indeling in voor-, zij- en achtererf;
  • de heldere scheiding in gebouwen en gebruik van voorerf en achtererf;
  • de detaillering: sober met een beperkte toepassing van verhardingen, greppels en gras;
  • een bescheiden tuin;
  • de woning niet verstoppen achter de tuin;
  • de grote dakvlakken blijven zichtbaar vanuit landschap.

6.2.2 Het plan

Een situatietekening van de locatie van het toekomstige erf is weergegeven in figuur 6.1.

afbeelding "i_NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0030-vas1_0014.png"

Figuur 6.1. Situatietekening

Met inachtneming van de in 6.2.1 genoemde uitgangspunten, is door Ontwerpburo Herbert Oldehinkel een inrichtingsplan opgesteld.

Bij het ontwerp is ervan uitgegaan dat de bestaande woning 4e Blokweg 18 aan de zuidkant is gesloopt en het erf is getransformeerd naar grasland.

afbeelding "i_NL.IMRO.1700.BPBG2009PH0030-vas1_0015.png"

Figuur 6.2 Tekening inrichtingsplan (Bron: Ontwerpburo Herbert Oldehinkel)

In het inrichtingsplan is ervoor gekozen de inrit aan de noordkant van het perceel te realiseren. Langs de oprit wordt een bomenrij geplant. Dit om het erf aan de belangrijke hoofdstructuur van de 4e Blokweg te 'hangen'. De nabijgelegen bebouwing is afgeschermd met een singel. Deze singel bestaat uit streekeigen beplanting en moet binnen enkele jaren een stevige groene jas worden. Aan de zuidkant komt eveneens een houtwal, welke het zicht op de naburige bebouwing ontneemt. Een ander belangrijk voordeel is dat het zicht met name in oost-westrichting georiënteerd is. Passanten op de 4e Blokweg ervaren dat als 'lamellen' in het landschap. Dit accentueert het open landschap dat achter de erven ligt. Daarnaast leidt de aanleg van de singels tot een ecologische impuls voor het gebied.

Bij het betreden van het erf wordt de openheid geaccentueerd door de zichtlijn via de oprit naar het achterliggende landschap. De ervenstructuur in het gebied is van oorsprong op te delen in twee functies: 'sier' op het voorerf, 'nuts' op het achtererf. Dit wordt in het inrichtingsplan gerealiseerd door vruchtbomen op het achtererf, en een al dan niet sobere voortuin. Op het voorerf is ruimte voor loofbomen met een extra landschappelijke waarde. Voor in de weide langs de 4e Blokweg wordt een poel gegraven. Hierdoor stijgt de natuurwaarde in het gebied. De poel dient als paar- en leefgebied van amfibieën. Ook is het een drinkplaats voor kleine zoogdieren.

Op het erf zelf is voldoende ruimte om te parkeren en eventueel in een later stadium een bijgebouw te realiseren.

Het totale inrichtingsplan is opgenomen in Bijlage 2.

6.2.3 Verkeersaspecten-parkeren

De woning wordt ontsloten via de 4e Blokweg. Gelet op de functie van deze weg levert dat vanuit verkeerskundig oogpunt geen bezwaren op. Parkeren ten behoeve van de woningen vindt plaats op eigen grond. Er wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen.

Resumerend wort gesteld dat met een goed inrichtingsplan kan worden aangesloten bij het huidige landschap terwijl de uitgangspunten van de gemeente Twenterand op adequate wijze in het plan kunnen worden opgenomen. Tegen de wijziging van de bestemming perceel bestaat vanuit ruimtelijk en planologisch oogpunt geen overwegende bezwaren.