direct naar inhoud van Regels
Plan: Torendijk 41 Kortgene
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1695.WPTorendijk41Kgn-VA01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

De begripsbepalingen van het moederplan zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het wijzigingsplan 'Torendijk 41 Kortgene’ van de gemeente Noord-Beveland;

1.2 wijzigingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1695.WPTorendijk41Kgn-VA01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);

1.3 moederplan:

het bestemmingsplan Bebouwde kom Kortgene 2014 met identificatienummer NL.IMRO.1695.BPLandelijk2013-VA01 zoals vastgesteld op 26-02-2015 door de raad van de gemeente Noord-Beveland.

Artikel 2 Wijze van meten

De wijze van meten van het moederplan is van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

De bestemmingsregels van het moederplan zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onderstaande aanvullingen in acht genomen worden.

Artikel 3 Wonen - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. permanent wonen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf' is uitsluitend een bedrijfsruimte toegestaan met een bedrijfsvloeroppervlakte van niet meer dan 100 m2 ten behoeve van bedrijfsactiviteiten uit ten hoogste categorie 2, voorzover die voorkomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten, zoals opgenomen in Bijlage 1 bij deze regels".

Deze gronden zijn mede bestemd voor tuinen, erven, paden, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.

3.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

3.2.1 Toelaatbare bebouwing
  • a. woningen, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding "vrijstaand, uitsluitend vrijstaande woningen mogen worden gebouwd;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee aan een' uitsluitend vrijstaande en twee aan een gebouwde woningen mogen worden gebouwd;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd' uitsluitend vrijstaande, twee aan een gebouwde en aaneengebouwde woningen mogen worden gebouwd;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
  • c. andere bouwwerken.
3.2.2 Woningen
  • a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd
  • b. de hoofdgebouwen dienen met de voorgevel te worden gebouwd in de voorgevellijn;
  • c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag maximaal de ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' aangegeven maat bedragen;
  • d. de minimale afstand tussen het hoofdgebouw en de zijdelingse perceelsgrens bedraagt voor vrijstaande woningen tot op de perceelsgrens;
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' bedraagt het aantal woningen niet meer dan het aangegeven aantal woningen;
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'dakhelling' bedraagt de dakhelling niet minder dan de aangegeven dakhelling.
3.2.3 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen
  • a. aan- en uitbouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden uitsluitend op de gronden met de aanduiding 'erf' dan wel binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. de bebouwde oppervlakte van het achtererf bedraagt maximaal 50% met een maximum van 40,00 m2;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt maximaal 3,25 meter en de bouwhoogte maximaal 7,00 meter;
  • d. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen minimaal 3,00 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn te worden gebouwd.
3.2.4 Andere bouwwerken
  • a. de bouwhoogte van andere bouwwerken bedraagt maximaal 2,00 meter;
  • b. in afwijking van het onder sub a bepaalde bedraagt de bouwhoogte van een tuin- of erfafscheiding die gebouwd wordt vóór de voorgevellijn en/of binnen 1,00 meter achter (het verlengde van) de voorgevellijn maximaal 1,00 meter.
3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 3.2.2, sub b voor het plaatsen van een deel van de voorgevel achter de voorgevellijn, mits:
    • 1. tenminste 50% van de totale gevelbreedte van het hoofdgebouw wel in de voorgevellijn wordt gebouwd;
    • 2. dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 3. de gebruikmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast;
  • b. lid 3.2.2, sub c mits deze maat met niet meer dan 2,00 meter zal worden overschreden en dit past in het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. lid 3.2.2, sub d voor het bouwen tot op de perceelsgrens;
  • d. lid 3.2.3, sub b, tot een maximum van 60,00 m², mits de 50% niet wordt overschreden;
  • e. lid 3.2.4, sub a tot een bouwhoogte van maximaal 10,00 meter.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot het verboden gebruik als bedoeld in Artikel 23 van het moederplan wordt niet gerekend, het bieden van logies met ontbijt in de bestaande eet- en slaapvertrekken binnen de woning.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Beroeps- en bedrijfsmatige activiteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.1 ten behoeve van de uitoefening van beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten in de woning of bijgebouwen. Verwezen wordt naar artikel 23.2.4 van het moederplan.

3.5.2 Afwijken van deeltijdwonen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, sub a voor het toestaan van deeltijdwonen, met dien verstande dat:

  • a. de woning niet gebruikt mag worden voor recreatieve verhuur;
  • b. naast de afwijking tevens een vergunning als bedoeld in de Gebruiksverordening tweede woning 2013 noodzakelijk is.
3.5.3 Afwijken voor recreatief wonen

Het bevoegd gezag kan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden', via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 ten behoeve van het realiseren van een extra wooneenheid ten behoeve van recreatieve bewoning.

3.5.4 Afwijking voor het realiseren van een nieuwe Economische Drager
  • a. Het bevoegd gezag kan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' (schuur Kaaioprit 1), via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, sub a ten behoeve van het realiseren van een Nieuwe Economische Drager zoals opgenomen in bijlage 3 van het moederplan of vergelijkbare activiteiten, maximaal tot en met milieucategorie 2. De Nieuwe Economische Drager dient binnen de bestaande bebouwing te worden gerealiseerd;
  • b. Het bevoegd gezag kan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding ‘opslag’, via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1, sub f ten behoeve van het realiseren van een Nieuwe Economische Drager zoals opgenomen in bijlage 3 van het moederplan of vergelijkbare activiteiten, maximaal tot en met milieucategorie 2. De Nieuwe Economische Drager dient binnen de bestaande bebouwing te worden gerealiseerd.
3.5.5 Staat van bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 sub a voor bedrijfsactiviteiten in een hogere categorie van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, mits deze activiteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met een krachtens lid 4.1 ter plaatse toegelaten categorie;
  • b. lid 4.1 sub a voor de uitoefening van een bedrijfsactiviteit die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten is genoemd, mits deze activiteit naar haar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met een krachtens lid 4.1 ter plaatse toegelaten categorie bedrijfsactiviteiten."

Hoofdstuk 3 Algemene regels

De algemene regels van het moederplan zijn van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

De overgangs regels van het moederplan zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Torendijk 41 Kortgene'.