direct naar inhoud van 4.4 Ecologie
Plan: Speel- en IJsboerderij De Drentse Koe
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1690.BP00275-0401

4.4 Ecologie

Bij elke ruimtelijke inrichting is de initiatiefnemer namelijk verplicht op de hoogte te zijn van de in het plangebied mogelijk voorkomende beschermde natuurwaarden, met als doel dat deze waarden zo min mogelijk schade worden toegebracht.

Ingenieursbureau Oranjewoud B.V. heeft in maart 2011 in opdracht van De Drentse Koe een ecologische quickscan uitgevoerd (zie Bijlage 3 Quickscan Ecologie). De ecologische quickscan bestaat uit twee onderdelen: een bureaustudie en een veldbezoek. Daarna wordt kort ingegaan op eventuele effecten en benodigde vervolgstappen. Hieruit komt het volgende naar voren:

Natuurbeschermingswet / EHS

De planlocatie ligt niet in een gebied dat behoort tot de Ecologische Hoofdstructuur en het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied de Wieden ligt op circa 9 kilometer afstand. Een toetsing op de effecten van de uitbreiding op de doelen van dit Natura 2000-gebied en op EHS gebieden is niet nodig,

Flora- en faunawet
Effecten door graafwerkzaamheden, aan- en afvoer van materiaal, bouwwerkzaamheden blijven beperkt tot het verstoren van broedende vogels als deze aanwezig zijn. Wanneer broedende vogels afwezig zijn ter plekke van de uitbreiding en in de te kappen bomen dan zijn effecten op de flora fauna niet te verwachten. Andere effecten op beschermde soorten van de flora en faunawet (tabel 2 en 3 soorten) zijn niet te verwachten.

Effecten na de uitbreiding zijn uit te sluiten. De recreatiedruk neemt toe, maar door de afwezigheid van beschermde soorten (op vogels na) zijn effecten afwezig. De vogels die broeden in de struwelen, bomen en naastliggende percelen storen zich niet aan de toenemende recreatiedruk aangezien dit niet verstoringsgevoelige soorten zijn.

Bovendien worden meer broedgelegenheden aangelegd door het planten van elzensingels, een struikensingel, een beukenhaag en een boomgroepje met lindes. Langs de verschillende singels kunnen kleine zoogdieren gaan foerageren, waar nu geen geschikte gelegenheid voor is.

Conclusies

  • op broedvogels na zijn beschermde soorten niet te verwachten in of in de omgeving van het plangebied;
  • broedende vogels zijn beschermd en mogen niet worden gestoord tijdens het broeden;
  • werkzaamheden, zoals het kappen van bomen, dienen daarom buiten het broedseizoen plaats te vinden. Dit houdt in dat wanneer een broedende vogel wordt aangetroffen, de werkzaamheden uitgesteld dienen te worden totdat de jonge vogels zijn uitgevlogen;
  • andere beschermde soorten worden niet verwacht en daarom is een ontheffing in het kader van de flora- en faunawet niet nodig;


Men dient zich altijd te houden aan de zorgplicht. Dit houdt in dat te allen tijde zorgvuldig wordt omgegaan met flora- en fauna. Een voorbeeld van zorgvuldig handelen is het werken in één richting, zodat diersoorten (zoals muizen) kunnen vluchten in de richting waar geen werkzaamheden worden uitgevoerd.