Plan: | NAM-Locatie De Wijk-100 en bijhorende gasleiding |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1690.BP00255-0401 |
het bestemmingsplan NAM-Locatie De Wijk-100 en bijhorende gasleiding van de gemeente De Wolden;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1690.BP00255-0401 met de bijbehorende regels;
waarden die bestaan uit de aanwezigheid van een bodemarchief met sporen van vroegere menselijke bewoning en/of grondgebruik daarin, en zodanig van wetenschappelijk belang zijn en het cultuurhistorisch erfgoed vertegenwoordigen;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de visuele waarden van het totaal aan bebouwing en de bebouwing in het landschap;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw of ander bouwwerk met een dak;
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop, ingevolge de regels, een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarden, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden binnen andere bestemmingen, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed;
het gebouw, of gedeelte daarvan, op een perceel dat gelet op de bestemming en de uiterlijke verschijningsvorm het belangrijkste is;
een terrein ter beschikking gesteld voor het plaaten dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen;
daarmee vergelijkbaar bouwwerk, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van groenten, vruchten, bloemen of planten;
de cultuurhistorische en de visuele waarden van het landschap. Ten aanzien van de plaats en de afmetingen van bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. het tot stand brengen van de landschappelijke waarden van het buitengebied;
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieu-aspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking. In het bijzonder dient bij de situering en omvang van milieubelastende functies erop te worden gelet dat de mogelijke uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies zo weinig mogelijk wordt beperkt. Omgekeerd dient er bij uitbreiding of nieuwvestiging van milieugevoelige functies er op te worden gelet dat bestaande milieubelastende functies zo weinig mogelijk in hun functioneren worden beperkt.
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming horen;
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met een doelmatig en veilig functioneren van nutsleidingen;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding;
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijsmatig was, prostitutie wordt verricht. Onder een prostitutiebedrijf worden in elk geval verstaan: een erotische massagesalon, een sekstheater, een bordeel of een parenclub, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar;
ondergeschikte doeleinden mogen geen ernstige afbreuk doen aan bovengeschikte doeleinden. Onder- en nevengeschikte doeleinden mogen geen onevenredige afbreuk aan elkaar doen;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
elke constructie van hout, metaal of ander materiaal, welke met plastic of in gebruik daarmee overeenstemmend materiaal is afgedekt en dient als teeltondersteuning voor bedekte teelten;
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. totstandbrengen van een verkeersveilige
situatie;
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten bouwwerken, werken en andere gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. garanderen van een redelijke lichttoetreding en een redelijk uitzicht, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur en landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing in het belang van:
Bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming worden gerekend:
Bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan wijzigen in die zin dat:
De voor 'Bedrijf - Delfstofwinning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve
van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de
bebouwing in het belang van:
De gebouwen en gronden ten behoeve van de onder lid 4.1 genoemde doeleinden mogen niet in gebruik worden genomen indien niet aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijf - Delfstofwinning' te wijzigen met
inachtneming van de volgende regels:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn primair bestemd als hoofdgasleiding en als veiligheidszone vanwege de op of in deze gronden voorkomende hoofdgasleiding(en).
Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:
Bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 5.2.2, onder b, met inachtneming van de volgende regels:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is
gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten
beschouwing.
Als een verboden gebruik van de gronden als bedoeld in artikel 7:10 Wro wordt in ieder geval
beschouwd:
Bevoegd gezag is bevoegd af te wijken van:
Een afwijking als bedoeld in artikel 8.1 kan niet worden toegestaan, indien (bijvoorbeeld) de bouw- en
gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen percelen in onevenredige mate worden beperkt en/of indien ter
plaatse aanwezige waarden op onevenredige wijze worden of kunnen worden aangetast.
Burgemeester en wethouders zijn op grond van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening bevoegd het
plan te wijzigen in die zin dat:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar een wet, een algemene maatregel van bestuur,
een verordening, een richtlijn of een andere (wettelijke) regeling, dan geldt deze wet, algemene
maatregel van bestuur, verordening, richtlijn of andere (wettelijke) regeling zoals die luidt dan wel van
kracht is op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Bedrijfs- en dienstwoningen worden gerekend te blijven behoren tot het bedrijf of tot de instelling waartoe
zij behoorden op de eerste dag dat het bestemmingsplan in werking treedt.
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het bestemmingsplan NAM-locatie De Wijk-100 van de gemeente De Wolden”.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente De Wolden in de openbare vergadering van <datum vaststelling>.
0.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en de landschappelijke waarden;
b. waterhuishoudkundige doeleinden;
c. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
met daaraan ondergeschikt:
d. agrarisch medegebruik;
e. recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
f. bestaande infrastructurele voorzieningen;
g. openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende:
h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
0.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
0.2.1 Gebouwen
Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:
a. gebouwen zijn niet toegestaan.
0.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 5 meter bedragen.
0.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing in het belang van:
a. rangorde;
b. bebouwingsbeeld;
c. woonsituatie;
d. verkeersveiligheid;
e. sociale veiligheid;
f. milieusituatie;
g. openbare nutsleidingen;
h. gebruiksmogelijkheden;
i. landschappelijke waarden;
j. natuurlijke waarden;
k. cultuurhistorische waarden;
l. archeologische waarden.
0.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt gerekend:
a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten.
0.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
1. het ontgronden (voorzover niet geregeld bij of krachtens de Ontgrondingenwet), afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
2. het aanplanten van bomen en/of houtgewas over een oppervlakte van meer dan 100 m²;
3. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m²;
4. het aanleggen van fiets-, voet- en/of ruiterpaden;
5. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en het educatief medegebruik;
6. het aanleggen van ligplaatsen voor vaartuigen;
7. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen;
8. het verharden van perceel-, kavelontsluitings- en/of onderhoudswegen.
b. Het in lid a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
1. het normale onderhoud betreffen;
2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
c. De werken en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de natuur- en landschapsfunctie.
0.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. bosbouw;
b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische, natuurlijke en landschappelijke waarden van het bosgebied;
met daaraan ondergeschikt:
c. recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
d. bestaande infrastructurele voorzieningen;
e. openbare nutsvoorzieningen;
f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
g. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
met de daarbij behorende:
h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
0.2 Bouwregels
Ter plaatse van de in deze bestemming bedoelde gronden mag uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van de bestemming met inachtneming van de volgende regels:
0.2.1 Gebouwen
Ten aanzien van gebouwen gelden de volgende regels:
a. gebouwen zijn niet toegestaan.
0.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 5 meter bedragen.
0.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing in het belang van:
a. rangorde;
b. bebouwingsbeeld;
c. woonsituatie;
d. verkeersveiligheid;
e. sociale veiligheid;
f. milieusituatie;
g. openbare nutsleidingen;
h. gebruiksmogelijkheden;
i. landschappelijke waarden;
j. natuurlijke waarden;
k. cultuurhistorische waarden;
l. archeologische waarden.
0.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt gerekend:
a. het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten.
0.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen met een oppervlakte van meer dan 100 m²;
2. het aanleggen van fiets-, voet- en/of ruiterpaden;
3. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief en/of educatief medegebruik;
4. het ontgronden (voorzover niet geregeld bij of krachtens de Ontgrondingenwet), afgraven, ophogen en/of egaliseren van de gronden;
5. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatieleidingen;
6. het verharden van perceel-, kavelontsluitings- en/of onderhoudswegen.
b. Het in lid a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
1. het normale onderhoud betreffen;
2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
c. De werken en werkzaamheden als bedoeld onder a zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de cultuurhistorische, bos-, natuur- en landschapsfunctie.