direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Bestemmingsplan Recreatiepark d'Olde Kamp te Ansen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1690.BP00248-0405

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Provinciaal Omgevingsplan (POP II)

De provincie Drenthe heeft het streekplan, verkeer- en vervoerplan, milieubeleidsplan en waterhuishoudingsplan samengevoegd tot één Omgevingsplan. Op 7 juli 2004 is het Omgevingsplan en de bijbehorende Provinciale omgevingsverordening vastgesteld door Provinciale Staten van de provincie Drenthe.

Met het POP II schetst de provincie Drenthe haar visie op de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving van Drenthe. Het vizier is daarbij gericht op 2030. In de visie zijn de ambities en doelstellingen van provinciaal belang geformuleerd en de wijze waarop Gedeputeerde Staten is opgedragen deze te realiseren.

Recreatie en toerisme

Op het gebied van recreatie en toerisme is opgenomen dat de positie van Drenthe op de Nederlandse vakantiemarkt verbeterd moet worden: 'Toerisme en recreatie spelen een steeds grotere rol in de Drentse economie. Naast de inkomsten die uit de activiteiten voortkomen, vormt deze sector een belangrijke werkgever.

Daarnaast lever de sector een bijdrage aan de vitaliteit van het platteland. In het algemeen wordt het beleid ten aanzien van recreatie en toerisme gecontinueerd. Het recreatieve medegebruik van het landelijk gebied wordt bevorderd. De kwaliteit en de kwantiteit van het landelijk gebied zijn in samenhang met de kernenstructuur en de recreatieve motor.

Kwaliteitsverbetering, schaalvergroting en kostenbeheersing zijn nodig om de verblijfsrecreatie concurrerend te houden. Dit heeft veelal een extra ruimtevraag tot gevolg. In verband met het behoud van de basiskwaliteit van het landschap zullen uitbreidingen gepaard moeten gaan met een zorgvuldige landschappelijke inpassing. Als er zich qua aanbod van toeristische voorzieningen ontwikkelingen voordoen – en de gewenste voorzieningen passen binnen de kern – dan zal de provincie meewerken aan de realisering van nieuwe activiteiten die de toeristische betekenis van een kern kunnen vergroten. Het provinciaal toeristisch beleid richt zich op selectieve groei van toerisme, waarbij kwaliteitsverbetering, productvernieuwing en promotie de belangrijkste begrippen zijn.

Zorg

De provincie Drenthe heeft het doel om woonmilieus te ontwikkelen die uitgaan van de vraag. De gemeenten hebben de taak om deze opgave verder vorm te geven. Naast de gemeente ligt de uitvoering in handen van onder andere zorginstellingen en marktpartijen. Voor wat betreft doelgroepen en vormen van huisvesting, ligt voor de provincie het accent vooral op woonzorgprojecten. Een woonplan, in de gemeente De Wolden de Woonvisie genaamd, moet hiervoor de onderbouwing geven, zie paragraaf 3.3.5.

Zones landelijk gebied

In het POP II is het landelijk gebied integraal gezoneerd. De mogelijkheden voor ontwikkelingen in een gebied hangen samen met de zonering. Relevant voor de onderhavige ontwikkeling is dat vanaf de functiekaart 1 te herkennen is dat het plangebied in het POP II deels is ingedeeld in Landelijk gebied zone II (westelijk deel plangebied) en III (oostelijk).

afbeelding "i_NL.IMRO.1690.BP00248-0405_0011.png"

Afbeelding 13: POP II, functiekaart 1

Binnen zone II staat uitoefening van grondgebonden landbouw met mogelijkheden voor recreatie binnen de landschappelijke en cultuurhistorische hoofdstructuur voorop. Recreatief medegebruik en de ontwikkeling van toeristisch/recreatieve bedrijven wordt bevorderd. De landschappelijke hoofdfunctie mag niet worden aangetast en wordt gestreefd naar instandhouding van cultuurhistorie, landschap en natuur. Vestiging van (nieuwe) recreatieparken is alleen toegestaan indien deze aansluiten op de (sub)streekcentra, in de nabijheid liggen van de hoofdinfrastructuur en de OV-voorzieningen.

Binnen de zone III zijn landbouw, recreatief gebruik en de waarden natuur, landschap en cultuurhistorie gelijkwaardig. De vestiging van nieuwe recreatiebedrijven wordt toegestaan, voorzover geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de aanwezige waarden en er voldoende landschappelijke inpassing mogelijk is. Ook uitbreiding van bestaande recreatiebedrijven is in het algemeen mogelijk.

Toetsing aan thema's

In het onderstaande overzicht zijn de thema's uit het POP II die betrekking hebben op de ontwikkeling van een recreatiebedrijf in de landelijke gebieden II en III limitatief behandeld.

afbeelding "i_NL.IMRO.1690.BP00248-0405_0012.png"

Recreatiepark d'Olde Kamp streeft na om een park zijn dat sterk rekening houdt met zijn omgeving en de aanwezige omgevingskwaliteiten worden versterkt. Het recreatiepark is goed bereikbaar. De uitbreiding van d'Olde Kamp past in het POP II van de provincie Drenthe.

3.2.2 Provinciale omgevingsverordening (POV)

De Provinciale omgevingsverordening is eveneens op 7 juli 2004 vastgesteld. De Provinciale omgevingsverordening is een uitvoeringsinstrument van het huidige POP II.

Op de bijbehorende kaart van de POV staat het onderhavige plangebied alleen aangeduid als 'Gebied met beperkte gebruiksmogelijkheden'. Aangezien deze aanduiding betrekking heeft op grondwateronttrekking, staat het POV de onderhavige ontwikkeling toe.

3.2.3 Omgevingsvisie Drenthe

De Omgevingsvisie Drenthe is vanaf 2010 het belangrijkste document waarop de provincie keuzes gaat maken voor de toekomst. Gedeputeerde staten hebben in februari 2010 de Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld. Deze visie vervangt het POP II. In de paragraven 3.2.1 en 3.2.2 is het 'oude beleid' van de provincie nog wel opgenomen, omdat de planvorming van dit plan grotendeels onder dit regiem heeft plaatsvonden.

Recreatie

Drenthe wil een topspeler zijn op de binnenlandse toeristische markt en vind het hiervoor van belang dat er in haar diversiteit een totaalproduct aangeboden wordt dat onderscheidend en van hoogwaardig niveau is. Een totaalproduct met veel variatie, aansluitend op de behoeften van de hedendaagse toerist en leidend tot een bruisend Drenthe. In dat toeristische totaalproduct Drenthe moet volgens de provincie geïnvesteerd worden. Het bestaande aanbod van verblijfs- en dagrecreatie en de huidige toeristisch-recreatieve infrastructuur moet kwalitatief verbeterd en vernieuwd worden. De focus moet komen te liggen op de diversiteit en de kwaliteit van het toeristische product. Er moet vooral niet meer van hetzelfde komen. Ten opzichte van het bestaande toeristische product moet een (nieuwe) toegevoegde waarde gecreëerd worden. Niet per definitie meer, maar beter. De markt wordt uitgedaagd om nieuwe, aansprekende concepten te ontwikkelen die passen bij de kernkwaliteiten van Drenthe.

Recreatiepark d'Olde Kamp ligt in een gebied dat als versterkingsgebied voor grootschalige verblijfsrecreatie beschouwd wordt (zie afbeelding 14). Hier wil de provincie inzetten op het versterken en eventueel uitbreiden van bestaande recreatiebedrijven.

afbeelding "i_NL.IMRO.1690.BP00248-0405_0013.png"

Afbeelding 14: Omgevingsvisiekaart 7, Recreatie en toerisme

De provincie Drenthe wil de aanpak van het project 'Natuurlijke recreatie Drenthe' voortzetten. Het ontwikkelingsperspectief Natuurlijke Recreatie voor de gemeente De Wolden, maakt deel uit van dit project, een samenvatting van dit rapport is te vinden in paragraaf 3.3.4.

Visiekaart

Op de Omgevingsvisiekaart 2020 (zie afbeelding 15) is het westelijk uitbreidingsgedeelte van d'Olde Kamp gedeeltelijk aangemerkt als 'Mulitifunctioneel' en gedeeltelijk als 'Landbouw'. Daaroverheen ligt, over een deel van het plangebied, de aanduiding 'Beekdalen'.

In de landbouwgebieden wordt de landbouw maximale speelruimte geboden, binnen de kaders van de kernkwaliteiten natuur, landschap, duisternis, stilte, cultuurhistorie en aardkundige waarden. Dat betekent dat ontwikkelingen anders dan de functie landbouw in deze gebieden geen negatief effect mogen hebben op de landbouw. In deze gebieden wordt de waterhuishouding afgestemd op de functie landbouw.

De uitbreidingsplannen van recreatiepark d'Olde Kamp houden rekening met de bedrijfsvoering van omliggende boerderijen (zie paragraaf 4.5.2). Het plan is expliciet afgestemd op de waterhuishouding van omliggende agrarische percelen. Voorzover van toepassing wordt er rekening gehouden met de kernkwaliteiten en worden deze versterkt op het gebied van landschap.

afbeelding "i_NL.IMRO.1690.BP00248-0405_0014.png"

Afbeelding 15: Omgevingsvisiekaart 1. Functionele indeling

Het multifunctionele gebied kenmerkt zich door het naast elkaar voorkomen van meerdere functies, bijvoorbeeld landbouw, natuur, recreatie en soms wonen. In deze gebieden is geen sprake van een hoofdfunctie die leidend is in de ordening. In deze gebieden zijn meerdere functies van belang. Naast water, landbouw en natuur gaat het in de meeste gevallen om recreatie, mede vanwege de aanwezigheid van de kernkwaliteiten. Er is in deze gebieden een duidelijke samenhang tussen de genoemde functies en de aanwezige kernkwaliteiten. Behoud en ontwikkeling van functies en kernkwaliteiten moeten hier gebiedsgericht en met maatwerk worden ingevuld. In deze gebieden is geen sprake van onderscheid in hoofdfunctie en ondergeschikte functie.

De uitbreidingsplannen van recreatiepark d'Olde Kamp houden rekening met omliggende functies. Voorzover van toepassing wordt er rekening gehouden met de kernkwaliteiten en worden deze versterkt op het gebied van landschap.

De aanduiding beekdalen betekent een verbijzondering van de onderliggende functies landbouw en natuur. In de beekdalen met een landbouwfunctie wordt gestreefd naar een betere waterkwaliteit en naar een waterhuishoudkundige inrichting die op de landbouw is afgestemd. In perioden van intensieve neerslag kan vanwege de natuurlijke lage ligging wateroverlast in het beekdal worden verwacht. De verwachting is dat dit door klimaatverandering in de toekomst vaker zal voorkomen. Bij de inrichting en het beheer van het beekdal geldt dat wateroverlast niet mag worden afgewenteld op benedenstrooms gelegen gebieden en dat de grondwatervoorraad onder het Drents plateau in ieder geval behouden moet blijven. Ook moet er aandacht zijn voor de aanpak van maaivelddaling als gevolg van veenoxidatie. Voor een beekdal met een natuurfunctie wordt gestreefd naar het combineren van de natuur- en wateropgave.

In perioden van intensieve neerslag kan over de gehele lengte van het beekdal wateroverlast worden verwacht. In de beekdalen mogen geen werken worden uitgevoerd die de afvoer van water versnellen. Voor de beekdalen wordt een 'Nee, tenzij' beleid gevoerd. Nieuwe kapitaalintensieve functies zijn alleen toegestaan als er sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang en er geen alternatieven zijn en de functie op de locatie geen feitelijke belemmering vormt om in de toekomst de afvoer- en bergingscapaciteit van het regionale watersysteem te vergroten en compensatie van het negatieve effect op het watersysteem deel uitmaakt van het plan.

Door de grote waterpartij in de plannen wordt veel water vastgehouden in de bovenloop van een beekdal, waarmee wateroverlast in de lager gelegen gebieden wordt voorkomen. Dit bovenstrooms vasthouden van water vermindert tevens de verdroging, verbetert de waterkwaliteit en leidt tot een toename van de grondwatervoorraad. Het voorgestelde watersysteem draagt daarmee bij aan een goede waterhuishouding in de omgeving van het plangebied. Voor de uitbreiding van recreatiepark d'Olde Kamp is een waterparagraaf opgesteld, die na overleg met het waterschap is opgesteld, zie paragraaf 4.7.

Conclusie

De uitbreiding van d'Olde Kamp past in de Omgevingsvisie van de provincie Drenthe.

3.2.4 Verordening Ruimtelijk Omgevingsbeleid

De Provinciale Staten hebben 9 maart 2011 de Verordening Ruimtelijk Omgevingsbeleid vastgesteld.

Artikel 3.10.1 van de verordening bepaalt dat een ruimtelijk plan niet mag voorzien in nieuwe verblijfsrecreatie voor zover gelegen binnen de begrenzing van de Kaart Concretisering Ecologische Hoofdstructuur of in gebied dat op de bij de Omgevingsvisie behorende 'kaart 5. Landbouw' als robuuste landbouw is aangeduid. Daarvan is geen sprake.

In artikel 3.10.3 is bepaald dat een ruimtelijk plan niet mag voorzien niet in permanente bewoning van recreatieverblijven. Dat is in dit plan geregeld; permanente bewoning van recreatiewoningen is niet toegestaan.

Het plan is niet in strijd met de Verordening Ruimtelijke Omgevingsbeleid.