direct naar inhoud van 6.1 Inspraak
Plan: Kerkenveld-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1690.00500-0401

6.1 Inspraak

Het plan heeft van 13 september 2007 tot 24 oktober 2007 voor inspraak ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn er enkele reactie's ingediend.. Deze reacties zijn onderstaand samengevat weergegeven en van een gemeentelijke reactie voorzien. Tevens is er een informatiebijeenkomst georganiseerd op 25 september 2007. Een verslag van deze avond is als bijlage bij het bestemmingsplan gevoegd.

De heer/ mevrouw B. Bunt, wonende aan de ten Hoevestraat 9a reageert per mail van 23-10 op het voorontwerpbestemmingsplanplan Kerkenveld Noord

De bewoner geeft aan problemen te hebben met de tweede ontsluitingsweg van de woonwijk die zodanig is geprojecteerd dat het aankomend verkeer recht op zijn woning afkomt. Bewoner geeft aan te verwachten dat bij gladheid een auto het huis en/of tuin binnen komt rijden.

Bewoner verwacht daarnaast vanwege de ontsluitende functie gevaar voor de verkeersveiligheid van onder meer spelende kinderen. Bewoner verzoekt om de weg niet op de smallere Ten Hoevestraat aan te sluiten maar eveneens op de doorgaande Albert van Daatselaarstraat.

Ten slotte geeft bewoner aan dat het uitzicht aan de zijkant van de woning verdwijnt en dat dit leidt tot verlies van woongenot en daarmee een waardevermindering van de woning. Bewoner geeft daarnaast aan dat de gemeente in 2000 aan heeft gegeven dat er geen plannen voor woningbouw waren en dat het niet voor de hand lag dat er in de toekomst huizen werden gebouwd.

Reactie gemeente

De haakse aansluiting op de bestaande weg die hier is geprojecteerd is geen ongewone aansluiting voor een woonwijk. Zowel binnen Kerkenveld als binnen andere kernen wordt vaak gebruik gemaakt van hetzelfde principe, wat niet heeft geleid tot gevaarlijke situaties bij vorst. In onderhavige situatie is dit ook niet te verwachten. De toekomstige weg is een woonstraat en niet geschikt voor hoge snelheden, waardoor dergelijke situaties niet waarschijnlijk zijn. Ten slotte acht de gemeente de berm van ruim twee meter tussen de weg en de tuin van inspreker voldoende.

De gemeente verwacht geen onveilige verkeerssituatie door de realisering van onderhavig plan. De Ten Hoevestraat is geen belangrijke wijkontsluitingsweg, maar een woonstraat met een ontsluitingsfunctie. De inrichting van de Ten Hoevestraat blijft hetzelfde evenals het beoogde gebruik als ontsluitingsweg voor de nabijgelegen woningen. Door realisering van het plan zal het aantal verkeersbewegingen slechts minimaal toenemen. De intensiteiten zijn echter passend voor het huidige wegprofiel en zullen daarom naar verwachting niet tot gevaarlijke situaties leiden. De aansluiting op de Ten Hoevestaat is een logische aansluiting gezien de huidige eenzijdige benutting van de weg en de beoogde afronding van het dorp. Een ringweg vanuit de Albert van Daatselaarstraat brengt een scheiding aan in het dorp en is daarom ongewenst.

De gemeente kan dergelijke beloftes nooit doen omdat de gemeente altijd moet reageren op maatschappelijke ontwikkelingen en veranderend beleid. De wetgeving heeft hiervoor ook voorzien in een vangnet. Indien bewoner toch van mening is dat sprake is van een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefmilieu, kan een beroep worden gedaan op een formele schaderegelingsprocedure (artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening). Iemand die meent schade te lijden kan, nadat de bestemmingsplanprocedure is afgerond, een planschadeverzoek bij de gemeenteraad indienen. Er wordt dan een onafhankelijke schadecommissie ingeschakeld.

De heer/ mevrouw B.J. Lovink, wonende aan de Albert van Daatselaarstraat 13 te Kerkenveld reageert per brief van 19 oktober 2007 op het voorontwerpbestemmingsplanplan Kerkenveld Noord.

In de brief wordt het volgende gemeld;

  • a. Bewoner geeft aan dat de gemeente in 1997 aan heeft gegeven dat het huidige plangebied aan de ten Hoevestraat, wat voorheen beschikbaar was voor woonwagenbewoners, gebruikt zou worden voor de bouw van vrijstaande woningen. Tegenover de woning van bewoner niet gebouwd zou worden vanwege de slechte bodemgesteldheid.
  • b. Door de toegangsweg schuin tegenover het huis wordt gevreesd voor verkeersdrukte en een minder fraai aanzicht van de woning.
  • c. Het geplande aantal van drie vrijstaande woningen tegenover de woning vindt inspreker het absolute maximum. Tevens wordt gepleit voor veel groen in het wegprofiel.
  • d. De bewoner geeft aan dat het uitzicht vanuit de woning door onderhavig plan verdwijnt en dat dit leidt tot verlies van woongenot en daarmee een waardevermindering van de woning. Bewoner dient in het kader hiervan een schadeclaim bij de gemeente in.

Reactie gemeente

De gemeente is niet op de hoogte van deze uitspraken en neemt de opmerking ter kennisgeving aan. In het algemeen geldt dat gemeente kan dergelijke beloftes nooit doet omdat de gemeente altijd moet reageren op maatschappelijke ontwikkelingen en veranderend beleid.

Door de toegangsweg zal het aantal verkeersbewegingen naar verwachting licht toenemen. De gemeente verwacht geen ernstige hinder voor de bewoners aan de Albert van Daatselaarstraat.

Op de verkaveling zijn drie vrijstaande woningen geprojecteerd. Omdat het plan een lange looptijd kent en de woonwensen in de toekomst net bekend zijn is er binnen het plan een flexibele bestemming op deze gronden gelegd. Dit houdt in dat hier eveneens dubbele woningen kunnen worden gerealiseerd. De gemeente is van mening dat vanuit ruimtelijk oogpunt de realisatie van vrijstaande woningen op deze locatie het meest wenselijk is. Het groenprofiel met een breedte van circa 5 meter berm zoals dat aanwezig is in het overige deel van de Albert van Daatselaarstraat wordt ook in het plangebied doorgetrokken. Daarnaast zijn in het plan ruime voortuinen vastgelegd met een diepte van 7 tot 9 meter, wat bijdraagt aan een groen profiel.

De gemeente heeft de bewoner inmiddels per brief van 29 oktober 2007 meegedeeld dat de bewoner de mogelijkheid heeft om een beroep te doen op een formele schaderegelingsprocedure (artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening). Iemand die meent schade te lijden kan, nadat de bestemmingsplanprocedure is afgerond, een planschadeverzoek bij de gemeenteraad indienen. Er wordt dan een onafhankelijke schadecommissie ingeschakeld.

Bewoners van de Ten Hoevestraat 8-10-12-14, dienen per brief van ..(P.M.?) en 15 oktober 2007 gezamenlijk bezwaar in tegen de bouwplannen .Daarnaast heeft de heer Fik, bewoner van de Ten Hoevestraat 12 namens de gezamenlijke bewoners een aanvullende brief geschreven d.d. 24 oktober 2007, nadat een gesprek met de bewoners en gemeente heeft plaatsgevonden

De bewoners maken bezwaar tegen het plan op een aantal punten;

  • a. Bewoners geven aan dat de gemeente in 1997 aan heeft gegeven dat er geen plannen voor woningbouw waren en dat het niet voor de hand lag dat er in de toekomst huizen werden gebouwd, vanwege de slechte bodemgesteldheid.
  • b. Bewoners geven aan dat daarnaast in 2004 toezeggingen zijn gedaan over een blijvende groenstrook achter de woningen.
  • c. De bewoners willen de groenstrook ongeschonden laten. Wanneer het toch noodzakelijk is om een achtererfontsluiting te realiseren voor de nieuwe bewoners vragen ze de groenstrook te behouden.
  • d. Bewoners vinden rijenwoningen niet passen in het bouwplan. Ook de goothoogte van 6 meter vinden ze te hoog. Bewoners hebben geen bezwaar tegen twee onder een kap woningen omdat er dan geen achtererfontsluiting noodzakelijk is.
  • e. Bewoners halen punten aan vanuit de waterparagraaf met betrekking tot de lage ligging van het plangebied en de bodemgesteldheid en het overstromingsrisico. Bewoners zijn van mening dat het creëren van extra waterberging geen goede oplossing hiervoor is. Bewoners geven aan dat het waterschap op andere locaties juist meer afwatering creëert.
  • f. Bewoners zijn van mening dat het bouwen op deze locatie zal, vanwege het uitzichtsverlies, leiden tot waardevermindering van de woningen.

Reactie gemeente

Ad a.

De gemeente is niet op de hoogte van deze uitspraken en neemt de opmerking ter kennisgeving aan. In het algemeen geldt dat gemeente kan dergelijke beloftes nooit doet omdat de gemeente altijd moet reageren op maatschappelijke ontwikkelingen en veranderend beleid.

Ad b.

In het voorontwerpbestemmingsplan wat ter inzage heeft gelegen, is al een groenstrook van 10 meter aan de achterzijde van de tuinen van de bewoners gereserveerd.. In deze brede groenstrook is een bomenrij aanwezig. In deze groenstrook is tevens een voetpad geprojecteerd die dienst doet als achtererfontsluiting voor de toekomstige rijenwoningen. De bewoners hebben een deel van de bestaande groenstrook bij de privétuin getrokken, zonder toestemming van de gemeente. Hierdoor valt de groenstrook kleiner uit dan op de kaart staat. Naar aanleiding van de inspraakreactie van de bewoners heeft de gemeente overleg gehad met de bewoners van de Ten Hoevestraat 8-14, waarbij is overeengekomen dat de bewoners het deel tot de bomenrij kopen van de gemeente. Deze vergoeding staat gelijk aan de eventueel geleden planschade door de realisatie van het onderhavige plan. De groenstrook wordt daarom als tuinbestemming in het onderhavige plan opgenomen.

Ad c.

Het verkavelingsplan is aangepast naar aanleiding van de inspraakreactie. Er is geen sprake meer van een voetpad achter de woningen. Achter de woningen zijn twee onder één kap woningen opgenomen. De rijenwoningen komen elders in het plan terug. De goothoogte is in het hele plan aangepast naar 4 meter.

Ad d.

Het hele dorp Kerkenveld ligt in een laag gelegen veenlandschap. Extra afwatering is hier niet aan de orde omdat dit bij veengrond leid tot een verdere inklinking van de bodem waardoor de bodem lager komt te liggen, het overstromingsrisico toeneemt en er kans bestaat op schade aan bestaande woningen. Omdat er toch behoefte is aan nieuwe woningen in Kerkenveld, is voor een oplossing gekozen die vanuit het wateraspect geen optimale oplossing is. Daarom is aan dit aspect veel aandacht besteed om overlast te voorkomen. De gekozen waterhuishoudkundige oplossing is in een proces waarbij het waterschap meerdere malen betrokken is tot stand gekomen. Het waterschap heeft een positief advies hierover verleend. Daarnaast is een waterhuishoudkundig plan opgesteld, waar nog meer waterberging in wordt gerealiseerd om eventuele overlast te voorkomen.

Ad e.

Bewoners zijn met de gemeente een regeling overeengekomen, waarin zij in ruil voor de planschade vergoeding eigenaar worden van een deel van de groenstrook. Deze grond hebben de bewoners reeds in gebruik genomen.