Kerkenveld-Noord

2.9 Flora en fauna

Wanneer plannen ontwikkeld worden voor ruimtelijke ingrepen of voor uitvoeren van werkzaamheden is het nodig om te beoordelen of er mogelijk nadelige consequenties voor beschermde plant- of diersoorten zijn. In beginsel is de initiatiefnemer (in deze situatie de gemeente De Wolden) daarvoor verantwoordelijk. Om de plannen te kunnen uitvoeren is mogelijk een ontheffing (ex artikel 75 van de Flora- en faunawet) van overtredingen van de verbodsbepalingen noodzakelijk.

De gemeente heeft daarom in februari 2006 door Tauw een natuurtoets op de locatie uit laten voeren. De conclusies van dit onderzoek zijn onderstaand samengevat weergegeven.

Gebiedsbescherming

Op 150 meter ten noorden van het plangebied ligt een gebied bestaande uit bos en eilanden dat binnen de Provinciale ecologische hoofdstructuur (PEHS) valt. Aantasting van de natuurwaarden van de PEHS wordt niet verwacht.

Soortenbescherming

Verstorende werkzaamheden zoals het bouwrijp maken van de grond dient buiten het broedseizoen van vogels plaats te vinden. Wat betreft andere soortgroepen geldt dat negatieven effecten kunnen worden verwacht voor enkele algemeen voorkomende, beschermde diersoorten (tabel 1). Voor het verstoren van tabel-1-soorten geldt een vrijstellingsregeling. Tot slot kan bebouwing van het gebied eventueel leiden tot de aantasting van vliegroutes en/of foerageer-gebied van vleermuizen. Aanvullend onderzoek naar dit aspect dient plaats te vinden in de periode mei-augustus. Dit onderzoek zal in deze periode plaatsvinden en worden in het ontwerpbestemmingsplan in de onderhavige paragraaf verwerkt.

Aanvullend onderzoek

Buro Bakker heeft in juli 2007 een aanvullend ecologisch onderzoek naar vleermuizen uitgevoerd. In dit onderzoek wordt geconcludeerd dat nader onderzoek niet noodzakelijk is omdat de aanwezige bomenrijen in het plangebied gehandhaafd blijven en de verwachte effecten door extra verlichting verwaarloosbaar klein zijn.