direct naar inhoud van Artikel 6 Recreatie
Plan: Industrieterrein Haven Cuijk, Plas 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1684.13BPplas1-VA01

Artikel 6 Recreatie

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven': een jachthaven met:
    • 1. 200 ligplaatsen voor pleziervaartuigen;
    • 2. gebouwen en terreinen, waaronder een havenkantoor, sanitaire voorzieningen en havencafé;
    • 3. één bedrijfswoonboot;
    • 4. steigers en een botenkraan;
    • 5. water;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1': een roeivereniging;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 2': scoutingactiviteiten, inclusief een kampvuurplaats;

met de daarbij behorende:

  • bouwwerken;
  • erven en terreinen;
  • parkeervoorzieningen;
  • groenvoorzieningen, watergangen en waterpartijen;
  • ontsluitingswegen en paden;
  • niet-overdekte sport- en spelterreinen;
  • nutsvoorzieningen;
  • andere bijbehorende voorzieningen.

6.2 Bouwregels

Ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven'

6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. De gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 500 m², waarvan ten hoogste 100 m² buiten de aanduiding 'bouwvlak' mag worden gebouwd.
  • b. De inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 750 m³.
  • c. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 meter.
  • d. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6,5 meter.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De hoogte van steigers mag niet meer bedragen dan 12 m +NAP.
  • b. De bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter.
  • c. De bouwhoogte van overkappingen met een open constructie mag niet meer bedragen dan 6,5 meter.
  • d. De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 7 meter.
  • e. De bouwhoogte van speeltoestellen mag niet meer bedragen dan 7 meter.
  • f. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter;

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 1'

6.2.3 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. Gebouwen worden uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' gebouwd.
  • b. De gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 1000 m².
  • c. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 meter.
  • d. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 7,5 meter.
6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De hoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter.
  • b. De hoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 7 meter.
  • c. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - 2'

6.2.5 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. De gezamenlijke oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 150 m².
  • b. De goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 meter.
  • c. De bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 meter.
6.2.6 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. De hoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 meter.
  • b. De hoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 7 meter.
  • c. De hoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 9 meter.
  • d. De bouwhoogte van speeltoestellen mag niet meer bedragen dan 7 meter.
  • e. De hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. een samenhangend stedenbouwkundig en landschappelijk beeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. het voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • d. de milieusituatie;
  • e. de archeologische waarden.

6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken voor iedere vorm van (detail)handel, horeca of bedrijf, anders dan voor zover dat onderdeel vormt van de jachthavenactiviteiten;
  • b. het gebruik van gronden, bouwwerken en vaartuigen voor woondoeleinden, behoudens het wonen in de bedrijfswoning.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.1 onder a, onder 1, en worden toegestaan dat het aantal ligplaatsen ten hoogste 250 bedraagt, mits aangetoond wordt dat:

  • a. deze ligplaatsen noodzakelijk zijn voor de opvang van de eigen leden;
  • b. de doorvaartfunctie van de plas niet wordt beperkt.