Nieuw Buinen - Het Nije Daip

4.3 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van risico's. Deze risico's kunnen ontstaan door de aanwezigheid van risicovolle inrichtingen en transportroutes voor gevaarlijke stoffen (ondergronds en bovengronds).

Risicovolle inrichtingen

In de omgeving van het plangebied zijn geen risicovolle inrichtingen aanwezig (bron: risicokaart.nl). Wel is sprake van een transportroute van gevaarlijke stoffen over de provinciale weg Stadskanaal-Borger. De risico's worden daarbij onder meer gevormd door calamiteiten met bijvoorbeeld het transport van brandbare of ontplofbare stoffen (bijvoorbeeld LPG).

Rond een dergelijke route is sprake van twee type risicocontouren, namelijk het plaatsgebonden risico1 en het groepsrisico2. Uit de gegevens van deze transportroute blijkt dat de van belang zijnde contour van het plaatsgebonden risico niet buiten de contouren van weg komt. Dit levert voor de ontwikkeling in het plangebied geen belemmeringen op.

Het groepsrisico is geen norm, zoals het plaatsgebonden risico, maar hiervoor geldt wel een verantwoordingsplicht. Daarbij moet gekeken worden naar de overschrijdingsfactor van de oriëntatiewaarde. Bij de transportroute over de provinciale weg is aangetoond dat het transport over deze weg geen belemmeringen voor de woonomgeving oplevert, omdat de overschrijdingsfactor kleiner is dan 0,1 maar de oriënterende waarde.

Gevolgen voor het bestemmingsplan

Het netto aantal woningen binnen de groepsrisicocontour mag alleen toenemen, wanneer aangetoond is (QRA) dat het groepsrisico niet toeneemt. Daarnaast is het van belang dat de woningbouw niet dichter bij de transportroute wordt gebouwd, dan in de huidige juridische regeling mogelijk is.

• 1. Het plaatsgebonden risico wordt gedefinieerd als de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt, overlijdt als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen bij een risicovolle activiteit.
• 2. Het groepsrisico is (in enge zin) de kans per jaar dat een groep personen van een bepaalde grootte (bijvoorbeeld 10, 100 of 1000 personen) tegelijk slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen.