Plan: | Helleweg 8, Noordwelle Uitbreiden strandpark de Zeeuwse Kust |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1676.00361BphNW959389-VA01 |
het bestemmingsplan Helleweg 8, Noordwelle Uitbreiden strandpark de Zeeuwse Kust met identificatienummer NL.IMRO.1676.00361BphNW959389-VA01 van de gemeente Schouwen-Duiveland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een uit de gevel springend, in architectonisch opzicht ondergeschikt deel van een woning dat door haar indeling en inrichting is bestemd hoofdzakelijk te worden gebruikt ten behoeve van de woning.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens.
gedeelte van het erf tussen de achtergevellijn en de aan de achterzijde van het hoofdgebouw gelegen erfgrens.
het meest achterwaarts gelegen deel van een gebouw.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs het achtererf bij een hoofdgebouw tot aan de bouwperceelsgrenzen.
de Rijksarcheoloog van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed of een ander deskundig archeologisch adviesbureau.
de in het kader van dit plan aan het gebied toegekende waarde gekenmerkt door voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen direct onder het aardoppervlak.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een maatvoeringsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
een nevenactiviteit in een bestaande woning waar logies wordt verstrekt en waar eventueel afzonderlijke maaltijden worden verstrekt aan gasten.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.
het gebruik van (een gedeelte van) een woning en/of daarbij behorende aanbouw of bijgebouw voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid in tegenstelling tot een aan-huis-gebonden-beroep gericht op consumentenverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk, waarvan de omvang zodanig is dat de woonfunctie behouden blijft en waarvoor geen meldings- of vergunningsplicht op grond van het Inrichtingen- en of Vergunningenbesluit milieubeheer geldt.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, of waarvan het hoofdinkomen afkomstig is van een bedrijf waarvan de bedrijfsactiviteiten gelet op de bestemming van de grond ter plaatse structureel worden uitgeoefend.
een plan dat gericht is op het beheer, het onderhoud, instandhouding en herstel dan wel versterking van de gewenste landschaps- en/of natuurwaarden in een gebied.
het gebruik van (een gedeelte van) een woning en/of daarbij behorende aanbouw of bijgebouw voor een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, haarverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende aan- of bijgebouw met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend.
ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
een met het hoofdgebouw verbonden of daarvan vrijstaand gebouw dat functioneel en architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
verhoogd platform met afdak en maximaal 2 wanden voor de ingang van een (sta)caravan bereikbaar via een aantal treden of een trap.
verhoogd platform voor de ingang van een gebouw bereikbaar via een aantal treden of een trap.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct, hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een gezamenlijk beheer en exploitatie van recreatiewoningen, kampeerterreinen en kampeermiddelen, gericht op het bieden van (permanent wisselende) recreatieve (nacht)verblijfsmogelijkheden.
een sanitaire unit (voorzien van douche, toilet en wastafel) voor gebruik door meerdere huurders van standplaatsen, waarbij de unit voor eenieder toegankelijk is.
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting uitdrukkelijk is uitgesloten.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder begrepen de uitstalling ten verkoop (bijvoorbeeld een showroom), het verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen waaronder zijn begrepen reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, bankfilialen, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en seksinrichting.
al dan niet omheind stuk grond dat in ruimtelijk opzicht direct behoort bij, in functioneel opzicht ten dienste staat van, en in feitelijk opzicht direct aansluit aan een gebouw en dat, blijkens de kadastrale gegevens, behoort tot het bouwperceel waarop dat gebouw is geplaatst.
de grens van het erf.
stoffen behorende tot klasse 1 van het Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route (ADR), met uitzondering van consumentenvuurwerk zoals gedefinieerd in artikel 1.1.1 van het Vuurwerkbesluit.
kleinschalige extensieve recreatieve activiteiten gericht op de beleving van de Kop van Schouwen, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, kanoën, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
een vrijstaand of aan een woning aangebouwd gebouw, die niet direct vanuit de woning toegankelijk is en die gebruikt wordt om niet-commercieel logies te bieden aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
een bedrijf gericht op het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide en al dan niet ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaren en/of het verstrekken van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodaties.
een terrasoverkapping bestaande uit een frame met twee of meer staanders en een ligger waaraan aan weerszijden een zogenaamd uitval- of knikarmscherm is bevestigd.
een logiesgebouw ten behoeve van recreatief nachtverblijf aan (grotere) gezinnen per kamer, zonder receptie, eigen keukenvoorziening, restaurant, of andere horecavoorzieningen ten dienste van het logiesgebouw en zonder zwembad.
een op een standplaats gelegen gebouw bestemd voor recreatief nachtverblijf voor personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
tenten, tentwagens, campers, (sta)caravans of hiermee gelijk te stellen mobiele onderkomens op kampeerterreinen bestemd voor recreatief nachtverblijf, waarbij gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en/of kampeerhuisjes ten behoeve van recreatief nachtverblijf, waaronder begrepen dienstgebouwen en andere voorzieningen ten dienste van het kamperen.
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport en spel (waarbij overnachting uitdrukkelijk is uitgesloten) zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
sportactiviteiten waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingsgeluid wordt overschreden, waaronder in ieder geval worden begrepen de autosport, motorsport, karting, (model)vliegsport en de schietsport met de hulp van vuurwapens in de open lucht; de jachtsport wordt hieronder niet begrepen.
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen inzake aanwezige natuurwaarden.
de effectieve, vrije standplaatsruimte per kampeerplaats, gemeten zonder beplantingen, wegen, (schouw)paden, sport- en spelvoorzieningen en parkeergelegenheid.
een standplaats bestemd voor het plaatsen van één of meerdere kampeermiddelen, niet zijnde een stacaravan, gedurende het zomerseizoen.
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut.
voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad inclusief de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die weg behorende paden en bermen of zijkanten.
functie waarvoor maximaal 15% van de vloeroppervlakte als zodanig mag worden gebruikt.
gelegenheid waarbij het doel van de onderneming niet primair gericht is op de verkoop van goederen, maar slechts ter ondersteuning is van de hoofdactiviteit.
gelegenheid waarbij het doel van de onderneming niet primair gericht is op het verstrekken van consumptieve goederen, maar slechts ter ondersteuning is van de hoofdactiviteit. Deze consumptieve gelegenheid richt zich op het verstrekken van eetwaren voor directe consumptie ter plaatse met daarnaast het afzonderlijk verstrekken van dranken voor directe consumptie ter plaatse. Horecagelegenheden bij sportkantines en clubhuizen vallen hier niet onder.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak en maximaal 1 wand, zijnde een wand van het recreatief verblijf.
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies met een maximum van 25 slaapplaatsen, met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en/of dranken aan logerende gasten. In de kamers bevinden zich geen volwaardige keukens.
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf.
een standplaats bestemd voor het plaatsen van een kampeermiddel of een kampeerhuisje en twee bijzettentjes van maximaal 8 m², dat gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
een sanitaire eenheid (voorzien van douche, toilet en wastafel) slechts voor gebruik door de huurder van een standplaats, waarbij de eenheid gedurende het gehele jaar op een standplaats aanwezig is.
een onderkomen en sanitaire voorzieningen voor personeel, een personeelskantine en voorzieningen voor de technische dienst en/of opslag van materialen.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
recreatie, niet zijnde permanente bewoning, in ruimten die zijn bestemd voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, kampeerhuisje, logeergebouw, pension of kampeermiddel, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
terrein waarop gebouwen, overkappingen of verhardingen ten behoeve van recreatie aanwezig zijn. Tot het recreatieterrein wordt gerekend: standplaatsen, gebouwen en overkappingen, terrassen en erven bij gebouwen, wegen, parkeerplaatsen en verharde paden en toegangen tot erven en gebouwen. Tot het recreatieterrein (verhard) wordt niet gerekend openbare speelvoorzieningen, paden in halfverharding en semi-openbaar groen, zwemvijvers, (extensieve) dagrecreatie.
een gebouw, geen woonkeet, geen kampeerhuisje en geen (sta)caravan of andere constructie op wielen zijnde, dat bestemd is voor recreatief nachtverblijf en waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken.
ruimtelijke meerwaarde die bestaat uit de inrichting van het erf, landschaps- of natuurontwikkeling, herstel of herkenbaar maken van de cultuurhistorische waarden of het vergroten van de toegankelijkheid van het gebied ten behoeve van extensieve recreatie.
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin door middel van automaten filmvoorstellingen en/of live-shows van erotische en/of pornografische aard kunnen worden gegeven.
een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid waarin vertoningen van erotische en/of pornografische aard worden gegeven.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
een kampeermiddel dat naar aard en constructie als één geheel verplaatsbaar is en niet aard- en nagelvast verbonden met de ondergrond.
het gedeelte van een kampeerterrein aangewezen voor recreatief nachtverblijf in één of meerdere kampeermiddelen of een kampeerhuisje, waarbij de standplaatsen voor kampeermiddelen nader zijn te onderscheiden in permanente standplaats en niet-permanente standplaats.
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
recreatie in ruimten die zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf, zoals een recreatiewoning, groepsaccommodatie, kampeermiddel of kampeerhuisje, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
voorzieningen, geen verblijfseenheden zijnde, ten behoeve van de verblijfsrecreatie.
het meest naar de wegzijde gekeerde deel van een hoofdgebouw.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een hoofdgebouw tot aan de bouwperceelsgrenzen.
een gebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander gebouw.
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie of waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, (riool)gemalen en inlaten.
een detailhandelsbedrijf dat zich toelegt op de verkoop via internet zonder showroom en zonder afhaalmogelijkheid ter plaatse.
voor het openbaar verkeer openstaande weg inclusief de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die weg behorende paden en bermen of zijkanten.
het gebruik van en voor recreatief nachtverblijf in de periode van 16 november tot 1 maart.
de jaarlijkse periode van 16 november tot 1 maart van enig jaar.
het stallen van kampeermiddelen in de open lucht op een aparte plaats op een standplaats, zodanig dat daarin geen recreatief nachtverblijf kan plaatsvinden, in het winterseizoen.
een hoofdgebouw dat dient voor de huisvestiging van één afzonderlijk huishouden.
gedeelte van het erf tussen een zijgevellijn en de aan die zijde van het hoofdgebouw gelegen grens van het erf.
een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of achtergevel is.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een hoofdgebouw tot aan de bouwperceelsgrenzen.
de jaarlijkse periode van 1 maart tot en met 15 november van enig jaar.
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van zonnepanelen en ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
gemeten in de verticale projectie op het bouwterrein van de grootste buitenwerkse maten van de (denkbeeldige) gevels, exclusief overstekken tot 50 cm, boven het afgewerkt terrein en eventueel tot het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 3.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.3.1 wordt slechts verleend indien de werken of werkzaamheden, direct of indirect, geen onevenredige aantasting van de landschappelijke inpassing tot gevolg hebben.
De voor 'Groen - Landschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.3.1 wordt slechts verleend indien de werken of werkzaamheden, direct of indirect, geen onevenredige aantasting van de landschappelijke inpassing tot gevolg hebben.
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken, te doen of laten gebruiken van gronden als uitstallings-, opslag-, stand-, of ligplaats voor kampeermiddelen, voer- en vaartuigen.
Het is verboden op gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het college van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden), de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
Het in lid 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De werken of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de waarden van de gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind en indien mitigerende en zo nodig compenserende maatregelen worden getroffen. Hiertoe dient vooraf een inrichtingsplan te worden opgesteld, dat door het bevoegd gezag wordt betrokken bij haar besluit.
Alvorens te beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.4.1 wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in van de natuurbeschermingsdeskundige omtrent de vraag of aan de voorwaarde als bedoeld in 5.4.3 wordt voldaan.
De voor 'Recreatie - Kampeerterrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Gebouw | Oppervlakte (m²) | Inhoud (m³) | Goothoogte (m) | Bouwhoogte (m) | |||||
1. | gebouw binnen het bouwvlak | - | - | zie aanduiding: 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' tenzij in rij 2 t/m 10 uit deze tabel anders is bepaald |
zie aanduiding: 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' tenzij in rij 2 t/m 10 uit deze tabel anders is bepaald |
||||
2. | accenthoogten ten behoeve van een glijbaan bij een zwembad binnen het bouwvlak | 20 m² | - | - | 15 m | ||||
3. | gebouwen voor centraal sanitair | - | - | - | 4 m | ||||
4. | kampeerhuisje (inclusief bordes gebouw) | 75 m² | 250 m³ | - | 5,50 m | ||||
5. | stacaravan(inclusief bordes (sta)caravan) | algemeen: 55 m², ter plaatste van de aanduiding maximum oppervlakte 70 m²: maximaal 11 stacaravans groter met een oppervlakte van 70 m². | - | - | 5 m | ||||
6. | bijgebouw per permanente standplaats | 9 m² | - | - | 3,50 m | ||||
7. | bedrijfswoning inclusief aangebouwde bijgebouwen | 200 m² | 750 m³ | 6 m | 10 m | ||||
8. | vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning | totaal 40 m² |
3,50 m | 7,50 m | |||||
9. | kinderspeelhuisjes en huisdierenverblijven | algemeen: 4 m en ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding - H1' maximaal 8 m |
|||||||
10. | privésanitair | 6 m² per standplaats, waarbij privésanitair van ten hoogste 4 verschillende standplaatsen aaneen mag worden gebouwd of worden gecombineerd in één gebouw | 3,50 m | ||||||
11. | overige gebouwen ten behoeve van het onderhoud en beheer buiten het bouwvlak | 40 m² (gezamenlijke oppervlakte aan overige gebouwen) | 4 m | 8 m |
Bouwwerk, geen gebouw zijnde | Oppervlakte (m2) | Bouwhoogte (m) | ||||||||||
overkapping (bordes (sta)caravan) bij een kampeerhuisje of stacaravan | 13 m² | 5 m | ||||||||||
overkappingen boven centrale (parkeer)voorzieningen, niet zijnde parkeerplaatsen op standplaatsen, en horecaterrasoverkappingen | - | 5 m | ||||||||||
licht- en vlaggenmasten | - | 8 m | ||||||||||
speelvoorzieningen | - | 4 m | ||||||||||
erf- en terreinafscheidingen op gronden die zijn gekeerd naar de openbare weg en die liggen buiten een bouwvlak | - | 1 m | ||||||||||
erf- en terreinafscheidingen elders | - | 2 m | ||||||||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | - | 3,5 m |
Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
In het geval van een bedrijfswoning is het beroepsmatig gebruik van de woning of bedrijfsmatig gebruik van een woning en/of bij deze woning behorende bijgebouwen toegestaan als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het gebruik als bedoeld in artikel 6.1 lid a ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - recreatieterrein Rampweg' is uitsluitend toegestaan, indien:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.3.2 onder h voor het inrichten en/of gebruiken van een aan- of uitbouw of vrijstaand bijgebouw als gastenverblijf, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 onder d sub 4 voor ten hoogste één bouwlaag onder het maaiveld met inachtneming van het volgende:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste:
Bouwwerk | Bouwhoogte |
vlaggenmasten en overige masten | 8 m |
erfafscheidingen voor de voorgevellijn | 1 m |
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | 2 m |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 kan slechts worden verleend, indien:
Het is verboden op of in de in lid 7.1 bedoelde gronden met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) de gebouwen te slopen.
Een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk en/of gebouw kan slechts worden verleend indien:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
In het geval van een bedrijfswoning is het beroepsmatig gebruik van de woning of bedrijfsmatig gebruik van een woning en/of bij deze woning behorende bijgebouwen toegestaan als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het aanbieden van bed & breakfast in een woning is toegestaan als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.6.1 onder d voor het inrichten en/of gebruiken van een aan- of uitbouw of vrijstaand bijgebouw als gastenverblijf, met dien verstande dat:
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor een ondergrondse waterleiding.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere daar voorkomende bestemmingen, met dien verstande dat:
Het is verboden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het bepaalde in lid 8.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt verleend, indien het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad.
Alvorens te beslissen op een aanvraag als bedoeld in sublid 8.4.1 wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de beheerder van de leiding in verband met de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.
De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.2.2, onder a ten behoeve van het bouwen groter dan 2.500 m² en dieper dan 0,5 m, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 9.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is verboden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 9.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 9.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal.
Voor zover de in lid 9.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 9.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen burgemeester en wethouders regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk op of in gronden ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Archeologie 6'.
Aan de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 9.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,3 m boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een archeologische deskundige indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 2.500 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,5 m.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 6', geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2, onder a ten behoeve van het bouwen groter dan 5.000 m² en dieper dan 0,5 m, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 10.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is verboden binnen deze bestemming zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 10.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt verleend, indien is gebleken dat de in lid 10.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden niet zullen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal.
Voor zover de in lid 10.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning worden verleend, indien aan de vergunning de volgende regels worden verbonden:
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 10.5.1 niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kunnen burgemeester en wethouders regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk op of in gronden ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Archeologie 7'.
Aan de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 10.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,3 m boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een archeologische deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 5.000 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,5 m.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kunnen verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen, met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie 7', geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Waterstaatkundige functie' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) tevens bestemd voor:
Op of in de gronden mogen ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regel:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.2 ten behoeve van het bouwen van hogere bouwwerken, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) tevens bestemd voor de waterkering.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regel:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.1 ten behoeve van het bouwen van hogere bouwwerken, met inachtneming van het volgende:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Met betrekking tot bestaande maten geldt het volgende:
Verlichte reclame-uitingen zijn toegestaan met dien verstande dat:
Bij nieuwbouw en/of uitbreiding van gebouwen dient op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid te worden voorzien en in stand te worden gehouden, overeenkomstig het 'Parkeerbeleid 2017-2020' of het daarvoor in de plaats tredende parkeerbeleid. Hierbij wordt de parkeernorm berekend over het nieuw te bouwen of het te wijzigen gedeelte.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.3:
Bij een (bedrijfs)woning mag een onoverdekt zwembad worden gebouwd, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te doen of laten gebruiken voor een doel of op een wijze, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming(en).
Als een gebruik in strijd is met het bestemmingsplan, geldt in ieder geval het gebruik van gronden en bouwwerken:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van dit plan voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 m, indien in de regels van de betreffende bestemming geen afwijkingsbevoegdheid voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is opgenomen. Deze afwijkingsbevoegdheid geldt niet voor:
Wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Helleweg 8, Noordwelle Uitbreiden strandpark de Zeeuwse Kust.