Plan: | Platteweg 6 / Kadeweg ongenummerd Zierikzee |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1676.00150BphZZ20131059-VA01 |
het bestemmingsplan Platteweg 6 / Kadeweg ongenummerd Zierikzee met identificatienummer NL.IMRO.1676.00150BphZZ20131059-VA01 van de gemeente Schouwen-Duiveland.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde aanduiding, begrensd door een aanduidingsgrens.
gedeelte van het erf tussen de achtergevellijn en de aan de achterzijde van het hoofdgebouw gelegen erfgrens.
het meest achterwaarts gelegen deel van een hoofdgebouw.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de achtergevel van een hoofdgebouw tot aan de bouwperceelgrenzen.
de gemiddelde hoogte van de gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, omringende grond; bij hellende terreinen: het hoogste punt van de gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, omringende grond.
een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, nader te onderscheiden in:
de provinciaal archeoloog van Zeeland, de Rijksarcheoloog van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed of een ander deskundig archeologisch adviesbureau.
de in het kader van dit plan aan het gebied toegekende waarde gekenmerkt door voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen direct onder het aardoppervlak.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een maatvoeringsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
een nevenactiviteit in een bestaande woning waar logies wordt verstrekt en waar eventueel afzonderlijke maaltijden worden verstrekt aan gasten.
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.
het gebruik van een gedeelte van een woning en/of een bijbehorend bouwwerk voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijk bedrijvigheid geheel of overwegend door middel van handwerk en dat is gericht op consumentenverzorging en waarvan de omvang zodanig is dat de woonfunctie behouden blijft.
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, welke slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon,
het gebruik van een gedeelte van een woning en/of een bijbehorend bouwwerk voor een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, lichaamsverzorgend, haarverzorgend, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied.
ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
architectonisch ondergeschikte uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak.
al dan niet bewerkte agrarische producten, afkomstig van het eigen agrarisch bedrijf of van andere agrarische bedrijven uit de streek (Schouwen-Duiveland).
al dan niet verplaatsbare gebouwen, overtrokken met en omsloten door lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, ten behoeve van de teelt van gewassen.
verhoogd platform voor de ingang van een gebouw bereikbaar via een aantal treden of een trap.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct, hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct, hetzij indirect steun vindt in of op de grond.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen zoals bijvoorbeeld een kantoor, uitzendbureau, reisbureau, kapper, schoonheidssalon, fysiotherapeut, belwinkel en internetcafé.
al dan niet omheind stuk grond dat in ruimtelijk opzicht direct behoort bij, in functioneel opzicht ten dienste staat van, en in feitelijk opzicht direct aansluit aan een gebouw en dat, blijkens de kadastrale gegevens behoort tot het bouwperceel waarop dat gebouw is geplaatst.
de grens van het erf.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersonen die bedrijfsmatig ,of van omvang alsof zij bedrijfsmatig is, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte (van een seksinrichting) wordt uitgeoefend.
stoffen behorende tot klasse 1 van het Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route (ADR), met uitzondering van consumentenvuurwerk zoals gedefinieerd in artikel 1.1.1 van het Vuurwerkbesluit.
een bijbehorend bouwwerk welke ten dienste staat van een woning en welke uitsluitend gebruikt wordt om niet-commercieel logies te bieden aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
denkbeeldige lijn die strak langs de gevel van een gebouw loopt tot aan de bouwperceelgrenzen, dan wel de aangeduide lijn.
een risico als bedoeld in artikel 1.1 onder j van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken.
een gebied als bedoeld in artikel 1.1 onder k van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
alle vormen van langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt. Bij de mogelijk hiervoor benodigde extra woonruimte dient er sprake te zijn van bewoning door één huishouden.
voorziening (dat geen bouwwerk is) ten behoeve van de opslag van mest, zoals mestzakken, foliebassins en daarmee vergelijkbare vormen van mestopslag.
bouwwerk ten behoeve van de opslag van mest
Nieuwe Economische Drager: een niet agrarische nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf, of een vervolgfunctie bij een voormalig agrarisch bedrijf.
Door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut.
gelegenheid waarbij het doel van de onderneming niet primair is gericht op de verkoop van goederen, maar slechts ter ondersteuning is van de hoofdactiviteit.
gelegenheid waarbij het doel van de onderneming niet primair is gericht op het verstrekken van consumptieve goederen, maar slechts ter ondersteuning is van de hoofdactiviteit. Deze consumptieve gelegenheid richt zich op het verstrekken van etenswaren voor directe consumptie ter plaatse met daarnaast het afzonderlijk verstrekken van dranken voor directe consumptie ter plaatse.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
boog- en gaaskassen, overkappingsconstructies en stellingen als teeltondersteunende voorzieningen.
de risicocontour als bedoeld in artikel 1.1, onder o van het besluit externe veiligheid inrichtingen.
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een (al dan niet door een afscheiding afgezonderd) stuk grond dat kennelijk is ingericht voor het africhten en/of trainen van paarden en/of het beoefenen van de paardensport.
een inrichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
ruimtelijke meerwaarde die bestaat uit de inrichting van het erf, landschaps- en/of natuurontwikkeling, herstel of herkenbaar maken van de cultuurhistorische waarden of het vergroten van de toegankelijkheid van het gebied ten behoeve van extensieve recreatie.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
bouwwerken ten behoeve van de bescherming van de teeltgewassen en/of de voorkweek van voor het eigen bedrijf benodigd plantenmateriaal en/of de voorkoming van de verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen, ten behoeve van grondgebonden agrarische teelten.
landbouwhuisdieren zoals koeien, schapen, paarden, geiten, enzovoorts.
een agrarisch bedrijf, dat duurzaam werkgelegenheid biedt aan ten minste één volledige arbeidskracht, die een hoofdberoep, hoofdbestaan en volledige dagtaak in het bedrijf vindt (afhankelijk van het aantal en soort dieren, aard van de gewassen, de hoeveelheid grond en inrichting van het bedrijf), waarbij de coninuïteit op langere termijn gewaarborgd is.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de meest naar de weg zijde gekeerde deel van een hoofdgebouw (voorgevel) tot aan de perceelsgrenzen.
een buffertank waarin warm water wordt opgeslagen ten behoeve van het gebruik in glastuinbouwkassen.
voorziening (die geen bouwwerk is) ten behoeve van de opslag van water, zoals een foliebassin en daarmee vergelijkbare vormen van wateropslag.
bouwwerk ten behoeve van de opslag van water, zoals een wateropslagtank en daarmee vergelijke vormen van wateropslag
voorzieningen die nodig zijn voor een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, (riool)gemalen en inlaten.
een detailhandelsbedrijf dat zich toelegt op de verkoop via internet en dat zich kenmerkt door de afwezigheid van een winkelruimte waar uitstalling, verkoop en levering van goederen ter plaatse plaatsvindt.
voor het openbaar verkeer openstaande weg inclusief de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die weg behorende paden en bermen of zijkanten.
het buiten laten lopen van dieren op een substantiële oppervlakte agrarische grond met het oog op het voorzien in (een deel van) de voerbehoefte van de dieren.
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
een kavel bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.
de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
gedeelte van het erf tussen een zijgevellijn en de aan die zijde van het gebouw gelegen erfgrens.
een gevel van een gebouw, die niet een voorgevel of achtergevel is.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een bouwwerk tot aan de perceelsgrenzen.
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede afstanden van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
gemeten in de verticale projectie op het bouwterrein van de grootste buitenwerkse maten van de (denkbeeldige) gevels, exclusief overstekken tot 50 centimeter, boven het afgewerkte maaiveld en eventueel tot het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur.
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
de brutovloeroppervlakte volgens NEN 5077.
de gezamenlijke oppervlakte van vaste vloeren in gebouwen, mestdoorlatende vloeren daaronder begrepen, die worden gebruikt voor de huisvesting van dieren ten behoeve van de intensieve veehouderij,die bstaat uit de ruimten waar de dieren worden gehuisvest, waaronder wordt begrepen de hok- of stalruimten, inclusief scheidingswanden en gangpaden.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
bouwwerk | oppervlakte | inhoud | goothoogte | bouwhoogte | ||||||||||||||||||
bedrijfsgebouwen en overkappingen | niet geregeld | niet geregeld | 6 meter | 12 meter | ||||||||||||||||||
overkappingen | niet geregeld | niet geregeld | 3 meter | 3 meter | ||||||||||||||||||
mestopslagruimte | niet geregeld | 2.500 m³ | 5 meter | 7 meter | ||||||||||||||||||
bedrijfswoningen inclusief aangebouwde bijbehorende bouwwerken | niet geregeld | 750 m³ | 6 meter | 10 meter | ||||||||||||||||||
vrijstaande bijbehorend bouwwerken bij bedrijfswoningen | 60 m² | niet geregeld | 3,3 meter | 6 meter | ||||||||||||||||||
bouwwerken geen gebouw zijnde buiten een bouwvlak | - |
- | - | 1 meter | ||||||||||||||||||
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | - |
- | - | 1 meter | ||||||||||||||||||
erfafscheidingen elders in het bouwvlak | - |
- | - | 2 meter | ||||||||||||||||||
vlaggenmasten, uitsluitend in het bouwvlak | - |
- | - | 8 meter | ||||||||||||||||||
voedersilo, uitsluitend in het bouwvlak | - |
- | - | 12 meter | ||||||||||||||||||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde in het bouwvlak | - |
- | - | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2, onder a voor het bouwen van bedijfsgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak, als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2 voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 meter, voor zover gelegen in het bouwvlak. Deze afwijkingsbevoegdheid geldt niet voor:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2, onder a, voor het bouwen van overkappingen als teeltondersteunende voorziening, buiten een bouwvlak, met in achtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2, onder d, voor het bouwen van een wateropslagruimte als zelfstandig bouwwerk met een hoogte van maximaal 2 meter, buiten een bouwvlak, met in achtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2, onder d, voor het bouwen van een mestopslagruimte als zelfstandig bouwwerk, ter plaatse van een bouwvlak of bouwstede, met in achtneming van het volgende:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.4.1 tot en met lid 3.4.5 kan slechts verleend worden als:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 3.3 gesteld worden.
Het aanbieden van bed & breakfast in een bedrijfswoning is toegestaan als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het beroepsmatig of bedrijfsmatig gebruik van een bedrijfswoning en/of bij deze woning horende bijbehorende bouwwerken is toegestaan als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.4 voor het tijdelijk huisvesten van seizoensarbeiders, met in achtneming van het volgende:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5.4, voor het inrichten en/of gebruiken van een aan- of uitbouw of vrijstaand bijgebouw als gastenverblijf, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5.4, voor het inrichten en/of gebruiken van een bijbehorend bouwwerk als woonruimte ten behoeve van het bieden of ontvangen van mantelzorg, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.5.3 voor een beroepsmatig of bedrijfsmatig gebruik van een bedrijfswoning en bijbehorende bouwwerken tot een oppervlakte van ten hoogste 50 m² als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.5.4, onder g ten behoeve van een paardenbak in of direct aangrenzend aan het bouwvlak, onder de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het toekennen van bouwvlakken ten behoeve van de bouw van boog- en gaaskassen als permanente teeltondersteunende voorziening, met inachtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van het vestigen van een NED, met in achtneming van het volgende:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door het toekennen van bouwvlakken ten behoeve van de bouw van stellingen als teeltondersteunende voorziening, met inachtneming van het volgende:
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de bestemming worden gebouwd gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.
bouwwerk | oppervlakte | inhoud | goothoogte | bouwhoogte | |||
bedrijfsgebouwen en overkappingen | zie onder b | niet geregeld | niet geregeld | 10 meter |
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte |
erfafscheidingen vóór de voorgevellijn | 1 meter |
erfafscheidingen elders | 2 meter |
licht- en vlaggenmasten | 8 meter |
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen stellen aan de plaats en de afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.3 voor het bouwen van een bouwwerk, geen gebouw zijnde tot een bouwhoogte van ten hoogste 10 meter. Deze afwijkingsbevoegdheid geldt niet voor:
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 4.4.1 kan slechts verleend worden als:
Aan de omgevingsvergunning kunnen ook de nadere eisen als bedoeld in lid 3.3 gesteld worden.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Een risicovolle inrichting is uitsluitend toegestaan indien de plaatsgebonden risicocontour binnen de eigen bedrijfsperceelsgrenzen van de risicovolle inrichting en aangrenzende gronden met de bestemming verkeer, groen, groen-landschappelijk of water blijft.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1, onder a door bedrijven en bedrijfsactiviteiten toe te staan, die niet zijn opgenomen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - BT, dan wel bedrijven of bedrijfsactiviteiten toe te staan uit één milieucategorie hoger, indien:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden zijn uitsluitend ten dienste van de bestemming gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde toegestaan.
De bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste de volgende maten:
bouwwerk | bouwhoogte | |||
antennes | 5 meter | |||
speelvoorzieningen | 4 meter | |||
licht- en vlaggenmasten | 8 meter | |||
openbare nutsvoorzieningen | 3,5 meter | |||
overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2 meter |
Het bevoegd gezag kanbij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3 tot een bouwhoogte van maximaal 10 meter, met uitzondering van overkappingen en erfafscheidingen.
De in lid 4.3.1 genoemde afwijking kan slechts worden verleend, mits
De voor 'Waarde - Archeologie - 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 6.1.1 genoemde bestemming bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
De bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2 meter bedragen.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2, onder a ten behoeve van het bouwen groter dan 2500 m² en dieper dan 0,50 meter, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 6.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 6.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 6.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk op of in gronden ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Archeologie - 6'.
Aan de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 6.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,30 meter boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 2.500 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,50 meter.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kan verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 6', als bedoeld in lid 6.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
De voor 'Waarde - Archeologie - 7' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende enkelvoudige bestemmingen.
Op of in deze gronden mogen uitsluitend ten dienste van de in lid 7.1.1 genoemde bestemming bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
Voor het bouwen gelden de volgende regels.
De bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met inachtneming van de volgende regel: de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2 meter bedragen.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2.2, onder a ten behoeve van het bouwen groter dan 5.000 m² en dieper dan 0,50 meter, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd, waarin wordt aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de archeologische waarden van het terrein naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate worden veiliggesteld.
Indien uit het onder lid 7.3.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning:
Het is binnen deze bestemming verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 7.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Het is verboden bouwwerken die zich op gronden met deze dubbelbestemming bevinden zonder, of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk) te slopen.
Het verbod als bedoeld in lid 7.5.1 is niet van toepassing indien de sloopwerkzaamheden:
In het belang van de archeologische monumentenzorg kan het bevoegd gezag regels verbinden aan een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk op of in gronden ter plaatse van de bestemming 'Waarde - Archeologie - 7'.
Aan de omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk voor de gronden, als bedoeld in lid 7.5.1, kan het bevoegd gezag het voorschrift verbinden dat de sloopwerken vanaf 0,30 meter boven het maaiveld en dieper worden begeleid door een gekwalificeerd deskundige, indien de latere verstoringsoppervlakte groter is dan 5000 m² en de verstoringsdiepte meer is dan 0,50 meter.
Indien tijdens de begeleiding van de sloopwerken vondsten van zeer hoge waarde worden aangetroffen, wordt hiervan terstond melding gemaakt bij het bevoegd gezag die in het belang van de archeologische monumentenzorg aanvullende regels kan verbinden aan de omgevingsvergunning voor het slopen.
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 7', als bedoeld in lid 7.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Voor bouwwerken die op het tijdstip van vaststelling van het plan niet voldoen aan de in het plan voorgeschreven aantallen, afstands-, hoogte-, inhouds-, hellings- en/of oppervlaktematen, terwijl het bouwwerk krachtens een omgevingsvergunning aanwezig is of gebouwd kan worden, gelden deze afwijkende maten als vervangende regel. Bij vervangende nieuwbouw dient de bebouwing op dezelfde plaats te worden herbouwd.
Het aantal toegestane vlaggenmasten bedraagt maximaal 3 per bouwperceel.
Verlichte reclame-uitingen, waaronder skybeamers worden begrepen, mogen geen licht naar boven uitstralen.
Bij een woning mag een onoverdekt zwembad worden gebouwd, mits:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels in dit plan voor het overschrijden van de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens, alsmede van de ten opzichte van de zijdelingse bouwperceelgrens bepaalde minimumafstand door:
Deze regel is van toepassing voor het overschrijden van grenzen voor zover deze niet leiden tot wijziging van bestemmingen.
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.1 kan slechts worden verleend, indien:
Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te doen of laten gebruiken voor een doel of op een wijze, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming(en).
Als een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, geldt in ieder geval het gebruik van gronden en bouwwerken:
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - leiding' zijn de gronden, naast de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming van ondergrondse 50KV leidingen.
Voor het bouwen gelden de volgende bouwregels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1.2, onder a en onder b ten behoeve van bebouwing als toegestaan volgens de andere voorkomende bestemmingen, mits door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt of kan worden toegebracht aan de leiding en nadat advies is gevraagd aan de betreffende leidingbeheerder.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) op of in deze gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te doen c.q. te laten uitvoeren:
Het verbod als bedoeld 11.1.4 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.1.4 wordt slechts verleend indien het belang van bescherming van de leiding(en) door de werken niet onevenredig worden geschaad en er door de werken en/of werkzaamheden geen veiligheidsrisico's ontstaan. Alvorens de vergunning te verlenen, vraagt het bevoegd gezag advies aan de betreffende leidingbeheerder.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van:
Deze regels zijn van toepassing voor het overschrijden van grenzen voor zover deze leiden tot wijziging van bestemmingen;
De wijziging als bedoeld in lid 42.1 tot en met 42.4 kan slechts worden toegepast, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
Voor zover gronden met een (enkelvoudige) bestemming samenvallen met een dubbelbestemming, geldt primair het bepaalde met betrekking tot de dubbelbestemming.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Platteweg 6 / Kadeweg ongenummerd Zierikzee.