direct naar inhoud van Artikel 13 Verkeer
Plan: Bebouwde kom Zonnemaire/Ouwerkerk/Sirjansland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00048BpAwk-vast

Artikel 13 Verkeer

13.1 Bestemmingsomschrijving
13.1.1 Bestemming

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. straten, voet- en fietspaden, rabatten, parkeerterreinen, speelvoorzieningen, straatmeubilair, afvalverzamelvoorzieningen, geluidwerende voorzieningen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, taluds, oevers, bruggen en voorzieningen ten behoeve van het openbare nut;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend garageboxen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'terras': tevens horecaterrassen behorend bij nabijgelegen horecabedrijven of detailhandelsvestigingen met ondersteunende horeca-activiteiten, waaronder inbegrepen terrasschermen, parasols en horecaterrasoverkappingen.
13.1.2 Bebouwing

Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 13.1.1 bedoelde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van gebouwen bedraagt maximaal 15 m²;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3,50 meter;
  • c. in afwijking van het onder 13.2.1, sub a en b bepaalde mag/mogen ter plaatse van de aanduiding 'garage':
    • 1. de gebouwen en overkappingen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden opgericht, met in achtneming van het bebouwingspercentage daar waar een dergelijk percentage is aangeduid;
    • 2. de goot- en bouwhoogte maximaal de aangegeven maat bedragen ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' daar waar een dergelijke hoogte is aangeduid;
    • 3. bij toepassing van hellende dakvlakken de dakhelling maximaal 55° bedragen, tenzij in artikel 22.3, dan wel 22.4 anders is bepaald.
  • d. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal:
    1   antennes   5,00 meter  
    2   speeltoestellen   4,00 meter  
    3   openbare nutsvoorzieningen   3,50 meter  
    4   lichtmasten en overige masten   8,00 meter  
    5   horecaterrasoverkapping   4,00 meter  
    6   horecaterrasscherm   1,50 meter  
    7   parasols   5,00 meter  
    8   overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   2,00 meter  
  • e. de afstand tussen een horecaterrasoverkapping of parasol en de voorgevels van omliggende bebouwing bedraagt minimaal 3,00 meter;
  • f. bij horecaterrasoverkappingen dienen de uitvalschermen onder een hellingshoek van 20° gemonteerd te worden.
13.3 Nadere eisen
13.3.1 Eisen

Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen, nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de plaatsing van gebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten opzichte van de bouwperceelsgrens en ten opzichte van elkaar;
  • b. de dakhelling van hellende dakvlakken van gebouwen;
  • c. de plaatsing en vormgeving van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
13.3.2 Voorwaarden

Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.

13.4 Afwijken van de bouwregels
13.4.1 Afwijking

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 13.2.1 sub d tot een bouwhoogte van maximaal 10,00 meter, met uitzondering van overkappingen;
  • b. lid 13.2.1, sub c.3 tot een steilere dakhelling.
13.4.2 Afwegingskader

De in lid 13.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden verleend, mits:

  • a. dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.
13.5 Afwijken van de gebruiksregels
13.5.1 Afwijking

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.1.1 sub c, om horecaterrassen te realiseren op andere gronden dan aangeduid met een aanduiding 'terras'.

13.5.2 Voorwaarden

De in lid 13.5.1 genoemde afwijking kan slechts worden verleend, mits:

  • a. het terras gelegen is binnen (het verlengde van) de perceelsgrenzen van de inrichting waar het terras bij hoort;
  • b. de afstand van het terras tot de rijbaan ten minste 1,5 meter is;
  • c. er op een trottoir een loopstrook resteert van ten minste 2 meter;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken hierdoor niet onevenredig worden aangetast;
  • e. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de in de omgeving aanwezige architectonische, cultuurhistorische en/of archeologische waarden;
  • f. er na het afwijken zoals genoemd in 13.5.1 op grond van de APV een terrasvergunning kan worden verleend.

Van het bepaalde onder a, b en c kan slechts worden afgeweken wanneer de inrichting of het gebruik van de openbare ruimte ter plaatse hier aanleiding toe geeft. Het bepaalde onder d tot en met f blijft onverminderd van toepassing.