direct naar inhoud van Artikel 12 Sport
Plan: Bebouwde kom Zonnemaire/Ouwerkerk/Sirjansland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00048BpAwk-vast

Artikel 12 Sport

12.1 Bestemmingsomschrijving
12.1.1 Bestemming

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dagrecreatieve voorzieningen;
  • b. ondersteunende detailhandels- en/of horeca activiteiten uitsluitend ten dienste van de in lid 12.1.1, sub a bedoelde voorzieningen;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'sportveld': tevens sportvelden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'sporthal': een sporthal;
  • e. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van sport - veldverlichting': lichtmasten;
  • f. wegen, parkeervoorzieningen, waterlopen en andere voorzieningen ten dienste van de bestemming.
12.1.2 Bebouwing

Op deze gronden mogen, met inachtneming van de aanduidingen, uitsluitend ten dienste van de in lid 12.1.1 bedoelde bestemming worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2 Bouwregels

Met betrekking tot het bouwen gelden de aanduidingen en de volgende regels:

12.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. de gebouwen en overkappingen mogen uitsluitend binnen het aangeduide bouwvlak worden opgericht, met in achtneming van het bebouwingspercentage daar waar een dergelijk percentage is aangeduid;
  • b. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag maximaal de aangegeven maat bedragen ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
  • c. in afwijking van het bepaalde in lid 12.2.1, sub a mogen buiten het aangegeven bouwvlak gebouwen worden opgericht ten behoeve van de sportbeoefening, met een oppervlakte van maximaal 20 m² en de bouwhoogte van maximaal 2,50 meter;
  • d. bij toepassing van hellende dakvlakken mag de dakhelling maximaal 55° bedragen, tenzij in artikel 22.3, dan wel 22.4 anders is bepaald.
12.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van een overkapping mag maximaal 3,00 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 4,00 meter;
  • c. in afwijking van het bepaalde in lid 12.2.2, sub b mag de bouwhoogte van vlaggen- en lichtmasten, ballenvangers, ten behoeve van de sportbeoefening, maximaal 20 meter bedragen;
12.3 Nadere eisen
12.3.1 Eisen

Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen, nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de plaatsing van gebouwen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen ten opzichte van de bouwperceelsgrens en ten opzichte van elkaar;
  • b. de dakhelling van hellende dakvlakken van gebouwen;
  • c. de plaatsing en vormgeving van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.3.2 Voorwaarden

Deze nadere eisen mogen slechts worden gesteld met het doel te voorkomen dat de belangen van derden worden geschaad of afbreuk wordt gedaan aan de doeleinden van het plan en met het oog op de bereikbaarheid van gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en gronden in verband met calamiteiten.

12.4 Afwijken van de bouwregels
12.4.1 Afwijking

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 12.2.2, sub b tot een bouwhoogte van maximaal 10,00 meter, met uitzondering van overkappingen;
  • b. lid 12.2.1, sub d tot een steilere dakhelling.
12.4.2 Afwegingskader

De in lid 12.4.1 genoemde afwijkingen kunnen slechts worden verleend, mits:

  • a. dit passend is in het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast.