Artikel 3 Bedrijf - Windturbinepark
3.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Windturbinepark' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- de opwekking van windenergie door middel van een windturbine met een minimaal vermogen van 2,3 MW en een maximaal vermogen van 3,6 MW;
wegen met een maximale breedte van 5 m;
een opstelplaats ten behoeve van de bouw en het onderhoud van de windturbine met een maximale oppervlakte van 1.260 m2;
agrarisch medegebruik door grondgebonden agrarische bedrijven;
bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals nutsvoorzieningen en hekwerken ten behoeve van het afsluiten van de toegang tot de windturbines nabij de openbare weg;
3.2. Bouwregels
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a) windturbines, b) nutsvoorzieningen en c) hekwerken en gelden de volgende regels:
3.2.1. Windturbines
- per bestemmingsvlak is niet meer dan één windturbine toegestaan;
de windturbines binnen de verschillende bestemmingsvlakken dienen dezelfde ashoogte, tiphoogte, rotordiameter, vorm en kleur en draairichting van de rotorbladen te hebben;
de windturbines dienen in een rechte lijnopstelling te worden gesitueerd;
de bovenkant van de fundering ligt ten hoogste 0,45 meter boven peil;
de ashoogte van een windturbine bedraagt ten minste 75 m;
de ashoogte van een windturbine bedraagt ten hoogste 85 m;
de tiphoogte van een windturbine bedraagt ten hoogste 140 m;
de verhouding rotordiameter ten opzichte van de ashoogte bedraagt ten minste 1,0 en ten hoogste 1,4;
de afstand van het hart van een windturbine tot de insteek van de kavelsloot naast de openbare weg bedraagt ten minste 45 meter.
3.2.2. Nutsvoorzieningen
- per bestemmingsvlak is niet meer dan één nutsvoorziening toegestaan;
de bouwhoogte van een nutsvoorziening bedraagt niet meer dan 3 meter;
de oppervlakte van een nutsvoorziening bedraagt niet meer dan 15 vierkante meter.
3.2.3. Hekwerken
- per bestemmingsvlak is niet meer dan één hekwerk toegestaan;
de bouwhoogte van een hekwerk bedraagt niet meer dan 3 meter;
een hekwerk wordt parallel aan de openbare weg geplaatst;
de afstand tussen een hekwerk en de grens van het bestemmingsvlak bedraagt maximaal 5 meter.
3.2.4 Bebouwingsoppervlak
De totale oppervlakte van gebouwen, waaronder de windturbine (exclusief fundering) en nutsvoorziening, bedraagt per bestemmingsvlak ten hoogste 50 vierkante meter.
3.3. Nadere eisen
In verband met mogelijke landschappelijke effecten kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen aan de exacte positie van windturbines.
3.4. Specifieke gebruiksregels
3.4.1. Opstelplaatsen
Met betrekking tot het gebruik als opstelplaats gelden de volgende regels:
- per bestemmingsvlak is niet meer dan één opstelplaats toegestaan;
de hoogte van de opstelplaats bedraagt ten hoogste 0,10 meter boven peil;
de vorm van de opstelplaatsen is in alle bestemmingsvlakken gelijk.
3.4.2 Overdraaien door rotorbladen
De rotorbladen mogen uitsluitend alleen boven het bestemmingsvlak draaien.
3.4.3 Agrarisch medegebruik
Met betrekking tot het agrarisch medegebruik gelden de volgende regels:
- de opslag van goederen, anders dan agrarische producten afkomstig van het eigen agrarisch bedrijf, is niet toegestaan;
- het huisvesten van seizoensarbeiders is niet toegestaan;
de opslag van dierlijke mest, in hoeveelheden groter dan 600 m³, is niet toegestaan;
de opslag van dierlijke mest ten behoeve van handelsdoeleinden, is niet toegestaan;
het gebruik van kuilvoerplaten en sleufsilo's ten behoeve van de opslag van producten die niet afkomstig zijn van, of worden gebruikt op, het eigen agrarisch bedrijf, is niet toegestaan;
het gebruik van mestbassins is niet toegestaan;
containervelden zijn niet toegestaan;
het gebruik van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen voor een aaneengesloten periode van langer dan 10 weken is niet toegestaan;
een minicamping is niet toegestaan;
paardenbakken zijn niet toegestaan.