direct naar inhoud van 4.5 Cultuurhistorie
Plan: Recreatieterreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00007BpArg-vast

4.5 Cultuurhistorie

4.5.1 Beleid en normstelling

Modernisering Monumentenzorg (MoMo)

Per 1 juli 2011 is de Modernisering Monumentenzorg (MoMo) in werking getreden. Als gevolg van MoMo wijzigt het Bro (artikel 3.6.1. lid 2). De volgende regel is dan kracht:

In de toelichting van het bestemmingsplan dient een beschrijving te worden opgenomen van de wijze waarop met de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden en in de grond aanwezige of te verwachten monumenten rekening is gehouden. De opsteller en vaststeller van het bestemmingsplan is daarmee dus verplicht om breder te kijken dan alleen naar het facet archeologie. Ook de facetten historische (stede)bouwkunde en historische geografie dienen te worden meegenomen in de belangenafweging. Hierbij gaat het om zowel beschermde als niet formeel beschermde objecten en structuren.

Dit betekent dat voor gemeenten er de verantwoordelijkheid komt om cultuurhistorische waarden te betrekken bij de bestemmingsplannen en hierover verantwoording af te leggen in het bestemmingsplan. Dat kan op verschillende manieren en kan van het wettelijk verplichte minimum tot en met uitgebreid eigen beleid.

Provincie Zeeland

Cultuurhistorie is - omdat het in belangrijke mate bepalend is voor de regionale identiteit - benoemd tot één van de omgevingskwaliteiten van Zeeland. Naast het vastleggen van de verschillende objecten zijn in de CHS ook verschillende gebieden opgenomen met bijzondere cultuurhistorische waarden. De provincie benoemd op haar cultuurhistorische waardenkaart het Belvederegebied dat (grofweg) gelegen is tussen Brouwershaven, Zierikzee en Sirjansland. De Provincie Zeeland geeft prioritair aandacht aan deze gebieden en heeft hier inpasbaarheidstrategieën voor opgesteld, afhankelijk van hun waarde en ontwikkelingsmogelijkheden. De strategieën zijn:

  • behoud cultuurhistorische elementen en relicten;
  • behoud door ontwikkeling en versterken van de samenhang;
  • herkenbaarheid als voorwaarde voor inpassen nieuwe ontwikkeling.

Daarnaast overweegt de Provincie in het kader van de nota 'cultuurhistorie en monumenten' om cultuurhistorisch waardevolle provinciale ensembles aan te wijzen. Hierbij wordt gedacht aan ensembles die veelal gemeentegrensoverschrijdend en identiteitsbepalend zijn. Voorbeelden hiervan zijn de verdedigingslinies zoals de Staats Spaanse Linies.

Gemeentelijk monumentenbeleid

Om cultuurhistorische bouwwerken binnen haar grondgebied te beschermen, zijn in het gemeentelijk monumentenbeleid drie categorieën 'monumenten' onderscheiden: de rijksmonumenten, de gemeentelijke monumenten en de beschermde stads- en dorpsgezichten. De rijksmonumenten worden beschermd in het kader van de 'Monumentenwet 1988'. De gemeentelijke monumenten worden voor wijziging of afbraak behoed middels voorschriften opgenomen in de gemeentelijke Erfgoedverordening.

4.5.2 Toetsing

De gemeente onderschrijft het belang van het borgen van cultuurhistorische waarden in bestemmingsplannen. De bestaande structuren worden vastgelegd in de daarop toegespitste (consoliderende) bestemmingen. Daar waar nodig zijn de karakteristieke elementen beschermd. Zo zijn de volgende aspecten geborgd in onderhavig bestemmingsplan:

  • archeologische (verwachtings)waarden (zie paragraaf 4.4), waaronder de Vliedberg in Scharendijke, bij camping De Vliedberg;
  • molenbeschermingszone rond de molens die (deels) binnen het plangebied vallen.

Molens

Onderstaand is een beschrijving opgenomen van de molens waarvan de beschermingszone deels met het plangebied samenvalt.

't Hert, of Oostermolen - Weelweg 14, Elkerzee - Rijksmonument

Deze molen is gebouwd in 1748. Het is een korenmolen van het type grondzeiler. Het is een kleine, ronde stenen bovenkruier zonder stelling die vrijwel ongetailleerd is. De molen is van gele baksteen die geheel gewit zijn. De kap is gedekt met dakleer. Het wiekenkruis heeft een vlucht van 19,25 meter en de wiekvorm is origineel. De baard is een ijzeren plaat die aan de onderrand eenvoudig geschulpt is en groen geschilderd. Op 10 meter ten noordwesten van de molen is bij graafwerkzaamheden een groot houten kruis gevonden die afkomstig was van de voormalige standardmolen. In de gemeente staat een tweede molen van hetzelfde type, molen 'De Lelie', zie hierna.

De Lelie - Kloosterweg 4, Scharendijke - Rijksmonument

Deze molen is gebouwd in 1866. Het is een korenmolen van het type grondzeiler. Het is een kleine, ronde stenen bovenkruier zonder stelling die licht getailleerd is. De molen is van gele baksteen die geheel gewit zijn. De kap is gedekt met dakleer. Het wiekenkruis heeft een vlucht van 18,50 meter. Deze was origineel 18 meter maar roeden zijn later iets verlengd tot de huidige afmeting. De wiekvorm is origineel en het hekwerk van de wieken is met ongeveer 20 centimeter verlengd met hout. De kuip onder de kap is diagonaal rood-wit-blauw geschilderd. De houten baard is zeer eenvoudig en groen geschilderd. De gegolfde onderrand is wit afgebiesd en in witte letters beschilderd met de naam De Lelie. In de gemeente staat een tweede molen van hetzelfde type, molen 't Hert'.

De Haan - Noordwal 3, Brouwershaven - Rijksmonument

Deze molen is oorspronkelijk in 1724 als lage stellingmolen gebouwd, maar is later verlaagd tot grondzeiler. De molen functioneert nu als vakantieverblijf en is door zijn hoge ligging op de stadswal bijzonder belangrijk voor het landschap. Het is een ronde stenen bovenkruier zonder stelling die ongetailleerd is. De molen is van gele baksteen waarbij een plint van 1,40 meter rond de molen gewit is. De vensters, en deuren zijn voorzien van witte omlijstingen. De kap is gedekt met dakleer. Het wiekenkruis heeft een vlucht van 22,56 meter. De wiekvorm is origineel met op de buitenroede zelfzwichting (1935). Het plooistuk van het bovenwiel is ingesneden met HW Smit 1819. De houten baard is wit geschilderd, aan de onderrand eenvoudig geschulpt en groen afgebiesd. De naam De Haan, twee harten en het bouwjaar zijn erop geschilderd.

De Windlust - Slingerbos, Brouwershaven - gemeentelijk monument

Deze molen is gebouwd in 1935 door de molenmaker de heer den Hamer. Het is een kleine korenmolen van het type stellingmolen. Het doel van de molen, die ongeveer een derde van de grootte heeft van de doorsnee stellingmolen, was het demonstreren van de vindingen van de molenmaker aan zijn klanten. In 1955 werd het molentje verplaatst naar zijn huidige locatie, vlakbij de jachthaven. Het is een ronde stenen bovenkruier zonder stelling die ongetailleerd is. De molen is bekleed met dakleer, de kap is met lood bekleed voor voldoende gewicht. De stelling is 2,45 m hoog en wordt ondersteund door acht schuine stellingschoren. Het wiekenkruis heeft een vlucht van 7,35 meter. De houten baard is wit geschilderd, aan de onderrand eenvoudig geschulpt en rood afgebiesd. De naam Windlust en het bouwjaar zijn erop geschilderd.

Cultuurhistorisch waardevolle boerderijen

In tabel 4.1 is een lijst met de cultuurhistorisch waardevolle boerderijen opgenomen, waarvan de boerderij op Hageweg 1 een Rijksmonument betreft.

Tabel 4.1 Overzicht cultuurhistorisch waardevolle boerderijen

afbeelding "i_NL.IMRO.1676.00007BpArg-vast_0014.png"

4.5.3 Conclusie

Het bestemmingsplan heeft een bestendigend karakter. De bestaande structuren worden vastgelegd in de daarop toegespitste bestemmingen. Door het opnemen van een dubbelbestemming voor archeologische waarden wordt een adequate bescherming geboden aan de archeologische (verwachtings)waarden die in het plangebied voorkomen. Voor De Vliedberg in Scharendijke is de dubbelbestemming 'Waarde Archeologie-1' opgenomen.

Daarnaast zijn met behulp van aanduidingen op de verbeelding (en een passende regeling in de regels) de molenbeschermingszones rondom de molens in de directe nabijheid van het plangebied vastgelegd.

De cultuurhistorisch waardevolle elementen van het plangebied zijn hiermee benoemd en voor zover mogelijk in de regels geborgd. Vanuit het aspect cultuurhistorie bestaan er geen belemmeringen voor onderhavig bestemmingsplan.