direct naar inhoud van Artikel 12 Recreatie - Recreatiewoning
Plan: Recreatieterreinen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1676.00007BpArg-vast

Artikel 12 Recreatie - Recreatiewoning

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. recreatie in gebouwen welke zijn bestemd of opgericht voor recreatief nachtverblijf door personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend voor een parkeerterrein horende bij de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - gezamenlijke dienstverlening': uitsluitend voor dienstverlening, beheer en onderhoud van twee of meer recreatiewoningenterreinen;

en tevens voor:

  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning': één bedrijfswoning;
  • e. ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'bedrijfswoningen': ten hoogste twee bedrijfswoningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening': ondersteunende horeca-activiteiten, voor zover voorkomend in categorie 1a en 1b van de Staat van Horeca-activiteiten, dienstverlening en detailhandel ten behoeve van de verblijfsrecreatie op hetzelfde terrein;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - 3': detailhandel ten behoeve van het recreatiebedrijf, met in achtneming van het bepaalde in lid 12.4;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt': ten hoogste één supermarkt;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie-groepsaccommodatie': een groepsaccommodatie;
  • j. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals voorzieningen voor beheer en onderhoud, groen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen en (ontsluitings)wegen, spel-, sport- en speelvoorzieningen, kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen.
12.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

12.2.1 Toelaatbare bebouwing

Op deze gronden mogen worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

met in achtneming van het volgende:

  • c. ter plaatse van gronden met de aanduiding 'bijgebouwen': uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken, geen overkappingen zijnde;
  • d. ter plaatse van gronden met de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning uitgesloten' zijn geen recreatiewoningen toegestaan;

met in achtneming van het volgende:

12.2.2 Gebouwen en overkappingen
  • a. gebouwen en overkappingen worden gebouwd in het bouwvlak;
  • b. recreatiewoningen worden uitsluitend gebouwd ter plaatse van de aanduidingen 'aaneengebouwd', 'gestapeld', 'twee-aaneen' en 'vrijstaand', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding;
    • 1. 'vrijstaand' en 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand - 1': recreatiewoningen uitsluitend vrijstaand mogen worden gebouwd;
    • 2. 'aaneengebouwd': recreatiewoningen uitsluitend aaneengebouwd mogen worden gebouwd;
    • 3. 'twee-aaneen': recreatiewoningen uitsluitend twee-aaneen mogen worden gebouwd;
    • 4. 'gestapeld': uitsluitend gestapelde appartementen mogen worden gebouwd;
  • c. bedrijfswoningen op percelen met de aanduidingen als genoemd onder b, die worden gebouwd met toepassing van de gebiedsaanduiding 'bedrijfswoningen', zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduidingen als genoemd onder b en met inachtneming van de daarbij behorende bouwregels;
  • d. per recreatiewoning is ten hoogste één bijgebouw toegestaan;
  • e. het aantal recreatiewoningen bedraagt ten hoogste het aantal dat met de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • f. de afstand tussen het hoofdgebouw - inclusief aan- en uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen en overkappingen - en (het verlengde van) de zijgevel van de naastgelegen hoofdgebouwen - inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen - bedraagt minimaal:
    • 1. ter plaatse van de bouwaanduiding 'vrijstaand': 3 m (aan twee zijden);
    • 2. ter plaatse van de bouwaanduiding 'twee-aaneen': 3 m (aan één zijde);
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - vrijstaand - 1' bedraagt de afstand tussen het hoofdgebouw - aan - en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen niet meegerekend - en (het verlengde van) de zijgevel van het naastgelegen hoofdgebouw - aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen niet meegerekend: 3 m (aan twee zijden);
  • h. vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd achter (het verlengde van) de achtergevellijn;
  • i. aangebouwde bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd op minimaal 3 m achter (het verlengde van) de voorgevellijn van het hoofdgebouw;
  • j. het totale oppervlak van gebouwen en overkappingen ten behoeve van de in lid 12.1 onder b tot en met j genoemde bestemmingen bedraagt ten hoogste het met de aanduidingen 'maximum bebouwingspercentage (%)' en 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' aangegeven bebouwingspercentage van het aanduidingsvlak;
  • k. de oppervlakte, inhoud, goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen bedragen ten hoogste de navolgende maten:

gebouw   oppervlakte   inhoud   goothoogte   bouwhoogte  
gebouwen en overkappingen ten behoeve van de in lid 12.1 onder b, d, g t/m k genoemde gebruik   zie onder i   niet geregeld   zie aanduidingen:
'maximale goot- en bouwhoogte (m)'
'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage'  
zie aanduidingen:
'maximale goot- en bouwhoogte (m)'
'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage'  
bedrijfswoning inclusief aangebouwde bijgebouwen   200 m2   750 m3   zie aanduidingen:
'maximale goot- en bouwhoogte (m)'
'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage'  
zie aanduidingen:
'maximale goot- en bouwhoogte (m)'
'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage'  
vrijstaande bijgebouwen bij bedrijfswoning   40 m2 gezamenlijk   niet geregeld   3,5 m   7,5 m  
recreatiewoning inclusief overkappingen, overstekken breder dan 40 cm en aangebouwde bijgebouwen
 
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-1': 85 m2;
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-2': 100 m2;
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-3': 120 m2;
en anders 75 m2  
niet geregeld   zie aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'   zie aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)'  
vrijstaand bijgebouw bij recreatiewoning   ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' zijn geen vrijstaande bijgebouwen toegestaan, en anders 13 m2
 
niet geregeld   2,5 m   3,5 m  

12.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt ten hoogste de navolgende maten:

bouwwerk, geen gebouw zijnde   bouwhoogte  
overkappingen bij een recreatiewoning   3,5 m  
licht- en vlaggenmasten   8 m  
speelvoorzieningen   4 m  
tuin- of erfafscheiding die wordt gebouwd vóór de gevellijn   1 m  
erf- en terreinafscheidingen elders   2 m  
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   2 m  

12.2.4 Zwembaden

bij bedrijfswoningen mogen, binnen het bouwvlak onoverdekte zwembaden worden gebouwd, mits:

  • a. het zwembad minimaal 3 meter achter (het verlengde van) de gevellijn van de woning is gelegen;
  • b. de oppervlakte van het zwembad maximaal 15% van het zij- en achtererf bedraagt met een maximum van 100 m²;
  • c. het bouwen van een zwembad niet tot gevolg heeft dat het zij- of achtererf voor meer dan 50% wordt bebouwd;
  • d. de afstand tot de perceelsgrenzen minimaal 1 meter bedraagt;
  • e. de betreffende grond op basis van het bestemmingsplan ten dienste staat van de bedrijfswoning.

12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Afwijkingsbevoegdheid voor oppervlakte recreatiewoningen

Het bevoegd gezag kan, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - ontheffingsgebied', bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.2 voor het bouwen van recreatiewoningen met een groter oppervlak dan onder j genoemd, met in achtneming van het volgende:

  • a. het oppervlak van de recreatiewoning, inclusief overkappingen, overstekken breder dan 40 cm en aangebouwde bijgebouwen, bedraagt ten hoogste 125 m2;
  • b. het betreffende bouwperceel wordt voor ten hoogste 35% bebouwd;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig geschaad.

12.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik van gronden gelden de volgende regels:

  • a. het permanent bewonen of laten bewonen van gebouwen is niet toegestaan;
  • b. recreatief nachtverblijf in vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan;
  • c. een hotel is niet toegestaan;
  • d. het vloeroppervlak voor detailhandel bedraagt ten hoogste 150 m2;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' bedraagt het vloeroppervlak voor een supermarkt ten hoogste 350 m2;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel-3' bedraagt het vloeroppervlak voor detailhandel ten hoogste 450 m2;
  • g. ondersteunende horeca is toegestaan voor zover:
    • 1. dit een ondergeschikt bestanddeel uitmaakt van de totale bedrijfsuitoefening, zoals ingevolge het voorafgaande toegestaan;
    • 2. de totale oppervlakte exclusief terras niet meer bedraagt dan 350 m²;
  • h. het gebruiken of te laten gebruiken van gronden en / of bouwwerken als seksinrichting of voor straatprostitutie is niet toegestaan;
  • i. verblijfsrecreatie zonder een centrale bedrijfsmatige exploitatie is niet toegestaan, met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is voor terreinen waarvoor overeenkomstig het bepaalde in lid 29.2 de gebiedsaanduiding 'zonder centraal bedrijfsmatige exploitatie' is opgenomen.
12.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.1 onder c, voor het parkeren op een ander terrein dan het eigen terrein in de vorm van een gezamelijke parkeervoorziening met meerdere bedrijven, met inachtneming van het volgende:

  • a. het parkeerterrein heeft een ruimtelijke relatie met de bedrijven;
  • b. het afwijken is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering, kwaliteitsverbetering of productdifferentiatie voor de deelnemende bedrijven;
  • c. de lichtuitstraling naar de omgeving dient te worden beperkt zoveel als technisch mogelijk;
  • d. het terrein is rondom voorzien in een afschermende landschappelijke inpassing die bestaat uit een beplantingsstrook met een afschermende struik- en boomlaag van voornamelijk streekeigen soorten, met een breedte van gemiddeld 10 m of van ten minste 5 m plus een met streekeigen beplanting beplante aarden wal van ten minste 2 m hoog, gemeten vanaf het maaiveld.

12.6 Wijzigingsbevoegdheid
12.6.1 Dienstverlening

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door aan de voor 'Recreatie - Recreatiewoning' aangewezen gronden de aanduiding 'dienstverlening' te vergroten dan wel te verplaatsen, en het bebouwingspercentage voor gronden met de aanduiding 'dienstverlening' te vergroten, met inachtneming van het volgende:

  • a. de wijziging is noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering, kwaliteitsverbetering of productdifferentiatie;
  • b. de gemiddelde netto-oppervlakte van de standplaatsen voor kampeermiddelen wordt niet verkleind;
  • c. het bebouwd oppervlak wordt met ten hoogste 50% vergroot; indien hiermee het bebouwd oppervlak groter wordt dan 15% van het totaaloppervlak van het recreatiebedrijf moet zorg worden gedragen voor ruimtelijke kwaliteitswinst;
  • d. de lichtuitstraling naar de omgeving van de camping wordt zo veel mogelijk beperkt; hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goed te keuren verlichtingsplan overlegd.

12.6.2 Gezamenlijke dienstverlening

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door in lid 12.1 een bepaling en de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - gezamenlijke dienstverlening' op te nemen om dienstverlening, beheer en onderhoud ten dienste van twee of meer bedrijven mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende:

  • a. voorzieningen zijn noodzakelijk voor een doelmatige bedrijfsvoering voor beide bedrijven tezamen;
  • b. de voorzieningen hebben een ruimtelijke relatie met beide bedrijven;
  • c. de lichtuitstraling naar de omgeving van de campings wordt zo veel mogelijk beperkt; hiertoe wordt een door het bevoegd gezag goed te keuren verlichtingsplan overlegd.