REGELS
Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS 5 Artikel 1 Begrippen 5 Artikel 2 Wijze van meten 11 Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS 12 Artikel 3 Bedrijventerrein - 2 12 Artikel 4 Groen 18 Artikel 5 Natuur 19 Artikel 6 Verkeer 21 Artikel 7 Water 23 Artikel 8 Leiding 25 Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS 27 Artikel 9 Antidubbeltelregel 27 Artikel 10 Algemene bouwregels 27 Artikel 11 Algemene gebruiksregels 28 Artikel 12 Algemene aanduidingsregels 28 Artikel 13 Algemene afwijkingsregels 30 Artikel 14 Algemene wijzigingsregels 31 Artikel 15 Algemene procedureregels 31 Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS 32 Artikel 16 Overgangsregels 32 Artikel 17 Slotregels 33 Hoofdstuk 5 Bijlagen bij de regels 35 Bijlage 1 Staat van horeca-activiteiten 37 Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten 39 Hoofdstuk 1 INLEIDENDE REGELS Artikel 1 Begrippen In deze regels wordt verstaan onder: 1.1 het plan het bestemmingsplan 'Borchwerf II veld C en F' van de gemeente Roosendaal; 1.2 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.3 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.4 ambachtelijk bedrijf een bedrijf -niet zijnde een aan huis gebonden beroep- waarbij het productieproces grotendeels wordt uitgevoerd met de hand of althans niet in hoofdzaak gemechaniseerd, geautomatiseerd of met behulp van werktuigen, die door energiebronnen buiten de menselijke arbeidskracht worden aangedreven; voor zover van laatstbedoelde werktuigen gebruik wordt gemaakt, zijn deze als ondergeschikt te beschouwen aan de menselijke handvaardigheid; 1.5 archeologisch advies advies door een organisatie die werkt conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA); 1.6 archeologisch onderzoek inventariserend veldonderzoek uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA); 1.7 archeologische begeleiding begeleiding uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA); 1.8 archeologische opgraving opgraving uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA) waarbij de aanwezige archeologische waarden worden veilig gesteld; 1.9 archeologische waarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden; 1.10 bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.11 bebouwingspercentage het percentage van een bouwperceel of gedeelte daarvan, dat ten hoogste mag worden bebouwd; 1.12 bedrijfswoning een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk bedoeld voor (het huishouden) van een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is; 1.13 belemmeringenstrook een strook ten behoeve van het onderhoud van een buisleiding. 1.14 belwinkel een ruimte voor het bedrijfsmatig aan het publiek gelegenheid bieden tot het voeren van telefoongesprekken, al dan niet geplaatst in belcabines, waaronder mede begrepen het verzenden van faxen en het toegang bieden tot het internet. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan belwinkel, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'belwinkel'; 1.15 beperkt kwetsbaar object een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden; 1.16 beschermingszone zone ten behoeve van het onderhoud van een waterloop. 1.17 bestaande situatie (bebouwing en gebruik) bouwwerken, zoals aanwezig op het tijdstip van de ter inzagelegging van het ontwerpplan, dan wel mogen worden gebouwd krachtens een vóór dat tijdstip aangevraagde vergunning; het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft gekregen; 1.18 bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak; 1.19 bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.20 bijbehorend bouwwerk uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel funcioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak; 1.21 bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.22 bouwgrens de grens van een bouwvlak; 1.23 bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.24 bouwperceelgrens een grens van een bouwperceel; 1.25 bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.26 bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.27 bruto-bedrijfsvloeroppervlak de totale vloeroppervlakte van winkels, kantoren of bedrijven met inbegrip van daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten; 1.28 consumentenvuurwerk vuurwerk voor particulier gebruik als bedoeld in het Vuurwerkbesluit; 1.29 cultuurhistorische waarde de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid; 1.30 detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, hieronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan diegenen, die goederen kopen voor eigen gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit onder detailhandel wordt mede begrepen: een afhaalservice zonder de mogelijkheid om ter plaatse te consumeren; 1.31 dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting; 1.32 dienstverlening het bedrijfsmatig aanbieden, verkopen en/of leveren van diensten aan personen, zoals reisbureaus, kapsalons en wasserettes; 1.33 erotisch gericht bedrijf c.q. inrichting bedrijf c.q. inrichting, waarin voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard plaatsvinden. Hieronder worden mede begrepen: seksautomatenhal: een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid, waarin door middel van automaten filmvoorstellingen van porno-erotische aard worden gegeven; seksbioscoop: een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid, waarin filmvoorstellingen van porno-erotische aard worden gegeven; seksclub: een inrichting of daarmee gelijk te stellen gelegenheid, waarin vertoningen van porno-erotische aard worden gegeven c.q. gelegenheid wordt geboden voor het verrichten van handelingen van porno-erotische aard, al dan niet gecombineerd met het bedrijfsmatig ten behoeve van gebruik ter plaatse verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken en/of kleine etenswaren; 1.34 garages en bergingen een gebouw bedoeld voor de stalling van vervoermiddelen en voor de berging van niet voor handel en distributie bestemde goederen; 1.35 gebouw een bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.36 geluidgevoelige functie woningen en andere geluidgevoelige gebouwen en geluidgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder; 1.37 geluidshinderlijke inrichtingen bedrijven in de zin van artikel 41 van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99, laatst gewijzigd Stb. 2001, 29) en artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143); 1.38 geluidzone-industrie de zone, zoals bedoeld in artikel 52 en artikel 54 van de Wet geluidhinder; 1.39 gevel zijde van een gebouw; 1.40 gezoneerd industrieterrein een terrein waarvoor een zone industrielawaai geldt, zoals bedoeld in artikel 52 en artikel 54 van de Wet geluidhinder; 1.41 groepsrisico de kans per jaar dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als direct gevolg van één ongeval in een inrichting waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn; 1.42 groothandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of afleveren van goederen aan wederverkopers, instellingen, dan wel aan die personen, die deze goederen in een door hen gedreven onderneming of instelling bedrijfsmatig aanwenden, hieronder vallen zowel detail- als groothandel; 1.43 groothandel in smart- en growproducten het bedrijfsmatig te koop of te huur aanbieden, waaronder mede begrepen de uitstalling ter verkoop, ter huur, het verkopen, het verhuren en/of leveren van goederen die het maatschappelijk verkeer worden aangeduid als smart- en growproducten aan tussenhandelaren of verwerkende bedrijven die deze goederen kopen respectievelijk huren voor gebruik, verbruik of aanwending in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit met dien verstande dat het niet is toegestaan om in groothandel detailhandel te bedrijven; 1.44 growshop een al dan niet zelfstandige ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van kweekbenodigdheden (zoals potgrond, meststoffen, bestrijdingsmiddelen, lampen, ventilatiesystemen, waterpompen) voor psychotrope stoffen, aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan een growshop, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'growshop'; 1.45 handel in softdrugs het verkopen van softdrugs vanuit een horeca-inrichting of een andere voor het publiek toegankelijke lokaliteit en de daarbij behorende erven, dan wel het aldaar aanwezig zijn van middelen als bedoeld in artikel 3 (lijst II) van de Opiumwet, dan wel toegestaan dat bedoelde middelen in de horeca-inrichting gebruikt, bereid, bewerkt, verkocht, geleverd, verstrekt en vervaardigd worden; 1.46 handelsbedrijf een bedrijf dat bedrijfsmatig goederen ten verkoop uitstalt, te koop aanbiedt, verkoopt of levert; 1.47 hoofdgebouw een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken; 1.48 horecabedrijf een bedrijf of instelling waar als hoofdfunctie bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt; 1.49 industrieel bedrijf een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend machinaal verwerken van grondstoffen en/of vervaardigen van producten (nijverheids- en productie-technische bedrijven); 1.50 kantoor een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat door zijn indeling en inrichting kennelijk bestemd is voor het verlenen van diensten en/of het uitvoeren c.q. verrichten van handelingen, die een administratief karakter hebben dan wel handelingen die een administratieve voorbereiding of uitwerking behoeven, al dan niet in rechtstreekse aanraking met het publiek; 1.51 kwetsbaar object een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden; 1.52 landschapswaarden de aan een gebied toegekende waarden in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied; 1.53 lijst monumentale bomen op 8 november 2005 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde lijst met monumentale bomen in de gemeente Roosendaal; 1.54 maaiveld bovenkant van een terrein dat een bouwwerk omgeeft; 1.55 mantelzorg het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband; 1.56 monumentale boom bijzondere voor bescherming in aanmerking komende boom c.q. houtopstand met een relatief hoge leeftijd en met een bijzondere schoonheid- of zeldzaamheidswaarde, of een bijzondere functie voor de omgeving, zoals opgenomen op de gemeentelijke lijst van monumentale bomen; 1.57 natuurwaarden de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied; 1.58 netto-bedrijfsvloeroppervlak de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte, inclusief de etalageruimte(n), bestemd en gebruikt voor het en detail verkopen en leveren van roerende goederen, welke niet ter plaatse worden geconsumeerd en/of verbruikt; 1.59 peil voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: - de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: - de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; indien in of op het water wordt gebouwd: - het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil); 1.60 perifere detailhandel detailhandel in volumineuze goederen en tuincentra in een daarop afgestemde verkoopruimte. Onder volumineuze goederen worden verstaan: bouw- en doe-het-zelf-producten, grove bouwmaterialen, kampeer- en caravanartikelen, auto's, keukens, sanitaire artikelen, meubelen, woningstoffering en -inrichting; 1.61 plaatsgebonden risico risico op een plaats buiten de inrichting, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof, gevaarlijke afvalstof of bestrijdingsmiddel betrokken is; 1.62 prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding; 1.63 retentiegebied gronden en werken ten behoeve van de waterkering, ingericht voor het ontvangen, tijdelijk bergen en daarna geleidelijk lozen dan wel infiltreren van water; 1.64 risicovolle inrichting een inrichting bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico cq. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten; een AMvB-inrichting waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet milieubeheer afstanden gelden met het oog op de externe veiligheid; met uitzondering van gasdrukmeet- en regelstations. 1.65 ruimtelijke kwaliteit de kwaliteit van de ruimte zoals bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van de ruimte; 1.66 seksinrichting de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoning van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.67 smartshop een al dan niet zelfstandige ruimte voor het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van psychotrope stoffen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Ook ruimten die een andere benaming hebben dan smartshop, maar waarin voornoemde activiteiten plaatsvinden, vallen onder het begrip 'smartshop'; 1.68 stedenbouwkundig beeld het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaald beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, natuurlijke waarde en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n); 1.69 stedenbouwkundige waarde de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's en de ter plaatse door de infrastructuur, natuurlijke waarde en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n); 1.70 verblijfsmiddelen een voor verblijf geschikte -al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken- voer- en vaartuigen, arken, caravans en andere soortgelijke constructies, alsmede tenten; 1.71 voorgevel een naar de openbare weg gekeerde zijde van een gebouw; 1.72 voorkeursgrenswaarde de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen; 1.73 vuurwerkbesluit vuurwerkbesluit zoals gepubliceerd in Stb. 2002,33, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 maart 2004, Stb. 2004, 133. Artikel 2 Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de afstand tot (zijdelingse) perceelsgrens de kortste afstand van enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) perceelscheiding van het bouwperceel; 2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde; 2.3 de bouwhoogte van een bouwwerk ten behoeve van railverkeer vanaf bovenkant spoorstaaf tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde; 2.4 de breedte van bouwpercelen tussen de zijdelingse perceelgrenzen van het bouwperceel in de naar de zijde van de weg gekeerde bestemmingsgrens; 2.5 de dakhelling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.6 goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.7 de hoogte van een windturbine vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine; 2.8 lessenaarsdak in afwijking van het bepaalde in de leden 2.2 en 2.6 wordt bij een woning met een lessenaarsdak het hoogste punt van het dak aangemerkt als bouwhoogte en het laagste punt van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen construciedeel als goothoogte. 2.9 de inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.10 de oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.11 toepassing van maten de in deze regels omtrent plaatsing, afstanden en maten zijn niet van toepassing op goot- en kroonlijsten, schoorstenen, gasafvoer- en ontluchtingskanalen, antennes, balkons, galerijen, noodtrappen, luifels, liftkokers, afvoerpijpen van hemelwater, gevellijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en dergelijke naar aard en omvang ondergeschikte bouwonderdelen. Hoofdstuk 2 BESTEMMINGSREGELS Artikel 3 Bedrijventerrein - 2 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Bedrijventerrein - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: industriële en ambachtelijke bedrijven voor zover deze voorkomen in categorie 3.1 en 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten alsmede groothandelsbedrijven; ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - Service Punt' tevens voor: de uitoefening van dienstverlening op administratief, financieel-zakelijk, bedrijfskundig, juridisch, (para-)medisch, sociaal-maatschappelijk en arbeidsbemiddelend gebied, alsmede bedrijfsgebonden sportfaciliteiten ter ondersteuning van bedrijven en horeca waarbij slechts categorie I 'lichte horeca' inclusief vergaderfaciliteiten is toegestaan; een motorbrandstofuitgiftepunt voor zowel traditionele als alternatieve brandstoffen, zonder LPG, voorzieningen ten behoeve van (vrachtwagen)chauffeurs zoals was- en douchegelegenheden en voorzieningen voor onderhoud van motorvoertuigen in beperkte zin (zoals wassen en olie verversen); zelfstandige kantoren; een en ander onder de voorwaarden dat: het totale brutovloeroppervlak van het Service Punt maximaal 4.500 m² mag bedragen; het totale brutovloeroppervlak aan zelfstandige kantoren maximaal 2.000 m² mag bedragen; het totale brutovloeroppervlak van de horeca-functie maximaal 1.750 m² bedragen, exclusief bijbehorende terassen; een (bewaakte) vrachtwagenparkeerplaats; ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' tevens voor een motorbranstofuitgiftepunt voor zowel traditionele als alternatieve brandstoffen; bijbehorende voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals verkeers-, groen-, water-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder voet- en fietspaden, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, abri's, kunstobjecten, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen; met dien verstande dat: per bedrijfsvestiging het kantoorvloeroppervlak niet meer dan 40% van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen tot een maximum van 2.000 m²; de vrachtwagenparkeerplaats ruimte moet bieden aan tenminste 100 vrachtwagens; nieuwe risicovolle inrichtingen niet zijn toegestaan; binnen een risicocontour van PR 10-6/jaar veroorzaakt door een risicovolle inrichting, mogen geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden opgericht. 3.2 Bouwregels 3.2.1 Algemeen Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd c.q. gerealiseerd: gebouwen; bouwwerken, geen gebouwen zijnde; parkeerplaatsen met dien verstande dat: voorzien moet worden in voldoende laad- en losmogelijkheden op eigen terrein, waarbij de laad- en losplaatsen zo dienen te worden gesitueerd dat het ladend en lossend verkeer kan manoeuvreren en zich kan opstellen op het bouwperceel zelf, zodat het openbaar gebied daarmee niet wordt belast; 3.2.2 Gebouwen Voor het bouwen gelden de volgende regels: gebouwen zijn uitsluitend ter plaatse van het als zodanig aangegeven bouwvlak toegestaan; de afstand van gebouwen tot de zijdelingse en achterliggende perceelsgrenzen dient ten minste 5 m te bedragen; de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 16 m bedragen tenzij op de verbeelding anders is aangegeven; het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet minder bedragen dan 40% en niet meer dan 80%, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven; binnen een zone van 9 m vanaf de perceelsgrens waarin het perceel wordt ontsloten, mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van de kantoorfunctie worden gebouwd, het bepaalde onder a en b blijft van toepassing; binnen een zone van 22 m vanaf de weg waarop het perceel wordt ontsloten, mogen buiten of aan de bedrijfsgebouwen geen laad- en losvoorzieningen worden gerealiseerd; de dakhelling mag maximaal 15o bedragen; de oppervlakte van gebouwen van openbaar nut mag maximaal 50 m² bedragen met een maximale bouwhoogte van 3,5 m; 3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van reclame-uitingen, mogen op het gehele bouwperceel worden opgericht ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - Service Punt' mag binnen het als zodanig aangegen bouwvlak een reclamemast worden opgericht met een maximale bouwhoogte van 30 m; de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 8 m bedragen, met uitzondering van: erfafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 2 m mag bedragen; bewegwijzering waarvan de hoogte maximaal 10 m mag bedragen; 3.2.4 Parkeernormen Voor wat betreft parkeren gelden de volgende parkeernormen per functie: industriële, ambachtelijke en groothandelsbedrijven 1,35 parkeerplaatsen per 100 m² bvo; kantoren met baliefunctie 2 parkeerplaatsen per 100 m² bvo; kantoren zonder baliefunctie 1,5 parkeerplaatsen per 100 m² bvo; garages 3,2 parkeerplaatsen per 100 m² bvo ? voor showrooms (auto's) 2 parkeerplaatsen per 100 m² bvo bedrijfsverzamelgebouwen 1,4 parkeerplaatsen per 100 m² bvo opslag (stograge) 0,5 parkeerplaatsen per 100 m² bv horeca (snackbar/fastfood) 5 parkeerplaatsen per 100 m² bvo horeca (restaurant) 13,5 parkeerplaatsen per 100 m² bvo met dien verstande dat de parkeerplaatsen voor de functies genoemd onder 1 tot en met 9 op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd; voor wat betreft het stallen van fietsen, moet voorzien worden in voldoende inpandige fietsvoorzieningen, waarbij de volgende minimale normen gelden: voor bedrijven: 1 fietsvoorziening per 500 m² bruto bedrijfsvloeroppervlak; voor kantoren: 1 fietsvoorziening per 200 m² bruto bedrijfsvloeroppervlak; 3.2.5 Nadere eisen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de op grond van dit artikel toegelaten bepalingen ten aanzien van: de situering van bedrijven en bedrijfsactiviteiten; de situering en afmetingen van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde; de situering en afmetingen van de percelen; de bouwhoogte van gebouwen; de inrichting van de gronden waaronder de aanleg en omvang van parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen en de aanleg en profilering van toegangs- ontsluitingswegen; Indien dit noodzakelijk is: ter waarborging van de ruimtelijke en functionele structuur ter plaatse; voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; ter waarborging van de milieuzonering; ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken; ter waarborging van de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding; in verband met de gewenste parkeer-, laad- en losruimte van voldoende omvang op eigen terrein. 3.3 Afwijken van de bouwregels 3.3.1 Afwijken van de parkeernormen Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.4 onder a en b mits of onder voorwaarden dat: de parkeerdruk in het openbaar gebied niet onevenredig toeneemt; het voldoen aan de normen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of op een andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingruimte wordt voorzien. 3.3.2 Afwijken van parkeren op eigen terrein Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.4 onder a onder de voorwaarden dat: aangetoond wordt dat de parkeerbehoefte van het betreffende bedrijf gevonden wordt in een al dan niet gebouwde parkeervoorziening op een ander bouwperceel; de openbare ruimte niet wordt belast met de parkeerdruk van het betreffende bedrijf; 3.3.3 Afwijken van de bouwhoogten Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder c met dien verstande dat: geen onevenredige aantasing plaatsvindt van: het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzenden gronden. 3.3.4 Afwijken van de bebouwingspercentages Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 onder d onder de voorwaarden dat: geen onevenredige aantasing plaatsvindt van: het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzenden gronden. 3.3.5 Afwijken van de dakhelling Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.2 onder g onder de voorwaarden dat: geen onevenredige aantasing plaatsvindt van: het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzenden gronden. 3.3.6 Afwijken van de plaats van reclame-uitingen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.3 onder a onder de voorwaarden dat: voldaan wordt aan het gestelde in het vastgestelde beeldkwaliteitplan voor het bedrijventerrein: 3.3.7 Afwijken van de hoogte van terreinafscheidingen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.3 onder b1 onder de voorwaarden dat: aangetoond kan worden dat een hogere terreinafscheiding noodzakelijk is voor de beveiliging van het bedrijf c.q. de bedrijfsproducten; geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: het straat- en bebouwingsbeeld; de verkeersveiligheid; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 3.4 Specifieke gebruiksregels 3.4.1 Bedrijven Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken: voor bedrijven als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143) dat als bijlage in de regels is opgenomen; voor nieuwe risicovolle inrichtingen, tenzij de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar vanwege de inrichting op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen ligt; voor AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet op Milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van gasreduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A. 3.4.2 Opslag Het is niet toegestaan de gronden buiten het als zodanig aangegeven bouwvlak en andere onbebouwde gronden te gebruiken: voor open opslag, tenzij deze zodanig plaatsvindt dat de opslag niet zichtbaar is vanaf de openbare weg en aldus achter bebouwing plaatsvindt dan wel is afgeschermd door middel van groenvoorzieningen. 3.4.3 Smart- en growshops, groothandel in smart- en growproducten en belwinkels Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken als smart- en/of growshop en/of groothandel in smart- en growproducten en/of belwinkel. 3.4.4 Wonen Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor wonen. 3.4.5 Handel, bedrijf, dienstverlening Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken ten behoeve van een andere tak van handel (inclusief detailhandel), bedrijf of dienstverlening dan ingevolge het bepaalde in 3.1 is toegestaan. 3.4.6 Horeca Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor horecadoeleinden, met uitzondering van kleinschalige horecavoorzieningen ten behoeve van de eigen werknemers, zoals een bedrijfsrestaurant en met uitzondering van de gronden die zijn aangeduid met 'specifieke vorm van bedrijventerrein - Service Punt'. 3.4.7 Kantoren Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor zelfstandige kantoren, met uitzondering van de gronden die zijn aangeduid met 'specifieke vorm van bedrijventerrein - Service Punt'. 3.5 Afwijken van de gebruiksregels 3.5.1 Staat van Bedrijfsactiviteiten Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde: in 3.1 onder a en daarmee samenhangend 3.4.5,teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan genoemd in 3.1 onder a, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot de toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; in 3.1 onder a en daarmee samenhangend 3.4.5 teneinde bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kunnen worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; in 3.1 onder a en daarmee samenhangend 3.4.5 teneinde bedrijven toe te laten die naar omvang, aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden gelijkwaardig te zijn aan de bedrijven als genoemd in 3.1 onder a; met dien verstande dat: geluidshinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.1, lid 3, van het Besluit omgevingsrecht (Stb. 2010, 143) dat als bijlage in de regels is opgenomen, niet zijn toegestaan; bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf mede in de beoordeling betrokken dienen te worden: geluid; geurproductie; stofuitworp; gevaar; verontreining van lucht en bodem; diversiteit; het al dan niet continue karakter van het bedrijf; visuele hinder; verkeersaantrekkende werking; in 3.1 onder a en daarmee samenhangend 3.4.5 voor de vestiging c.q. uitoefening van een bedrijf dat is opgenomen in categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, onder de voorwaarden dat: een omgevingsvergunning voor het afwijken uitsluitend mag worden verleend indien uit een aan te leveren distributie planologisch onderzoek blijkt dat binnen een winkelcentrum, de woonbebouwing en/of een ander bedrijventerrein geen plaats is voor de vesting c.q. uitoefening van het bedrijf; de maatvoeringseisen zoals bedoeld in dit artikel van toepassing blijven. 3.5.2 Service Punt Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 onder b en daarmee samenhangend 3.4.5 voor: de vestiging c.q. uitoefening van andere vormen van gebruik ten behoeve van een Service Punt; voor andere bedrijfsvormen van horeca als bedoeld in de begripsomschrijving van deze regels; een grotere bruto-vloeroppervlakte. op voorwaarde dat: de ruimtelijke en functionele structuur niet onevenredig wordt aangetast; de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken niet onevenredig worden aangetast; het bruto-vloeroppervlak van de horecafaciliteit maximaal 20% van het totale bruto-vloeroppervlak van de bebouwing mag bedragen; de bruto-vloeroppervlakte van de bebouwing maximaal 6.000 m² mag bedragen, onder de voorwaarde dat de maximale grondoppervlakte van de bebouwing niet meer mag bedragen dan 2.000 m²; voorzien wordt in voldoende parkeer-, laad- en losruimte op basis van de parkeernormen zoals die gelden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan. 3.5.3 Toelaatbaar maximum vloeroppervlakte kantoor bij een bedrijf Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.1 onder f. teneinde de oppervlakte van een bij een bedrijf behorend kantoor te verhogen tot maximaal 2.500 m², op voorwaarde dat: de verhoging van het kantooroppervlak noodzakelijk is voor de bedrijfsvoering; het kantoorvloeroppervlak nooit meer dan 60 % van het totale bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen; aangetoond kan worden dat de verhoging van het kantoorvloeroppervlak geen extra verkeerkeersaantrekkende werking heeft; aangetoond kan worden dat voorzien wordt in voldoende parkeervoorzieningen; inwilliging van een verzoek om afwijking niet mag leiden tot een beperking van de gebruiksmogelijkheden van omliggende bedrijven en niet mag plaatsvinden binnen de plaatsgebonden risicocontour van 10-6/jaar van een risicovolle inrichting. 3.5.4 AMVB-inrichtingen 8.40 Wet milieubeheer Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.4.1 onder c. van de bepaling dat AMVB-inrichtingen waarvoor krachtens artikel 8.40 van de Wet op Milieubeheer afstanden gelden met het oog op externe veiligheid, tenzij de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen op het bedrijventerrein binnen de eigen perceelsgrens of -grenzen liggen en met uitzondering van van gasreduceer-, compressor-, met en regelinstallaties categorie A, voor een afstand gelegen buiten de perceelgrens of -grenzen, op voorwaarde dat: de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van kwetsbare objecten in acht genomen wordt; met de veiligheidsafstanden van de AMVB-inrichting ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden; met dien verstande dat: een omgevingsvergunning niet noodzakelijk is indien de veiligheidsafstanden vanwege de inrichtingen komen te liggen over een openbare weg, openbaar groen of water. Artikel 4 Groen 4.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: beplantingen; bermen; evenementen, zoals kermis, weekmarkt, braderie, vrijmarkt, antiekmarkt e.d.: standplaatsen voor amublante handel; geluidwerende voorzieningen; kunstwerken en kunstobjecten; voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals verkeers-, water-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder voet- en fietspaden, wegen, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, abri's, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling en bergbezinkbassins, watergangen en andere waterpartijen; 4.2 Bouwregels 4.2.1 Algemeen Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van algemeen nut; andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4.2.2 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van algemeen nut Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van algemeen nut gelden de volgende regels: de inhoud van het op te richten gebouw mag maximaal 50 m³ bedragen; de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen; de bouwhoogte van een bouwwerk, niet zijnde een gebouw mag ten hoogste 6 m bedragen, met uitzondering van bewegwijzering en verlichtingsarmaturen waarvan de hoogte maximaal 8 m mag bedragen. 4.2.3 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen. 4.3 Wijzigingsbevoegdheid 4.3.1 Verkeer of Water Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Groen' te wijzigen in de bestemming 'Verkeer' of 'Water', indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake verkeersstructuur, waterhuishouding en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte. 4.3.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in 15.1 in acht te worden genomen. Artikel 5 Natuur 5.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor: het behoud en de versterking van de functie als landschappelijk en natuurlijk waardevol gebied; de aanleg en instandhouding van groenvoorzieningen ten behoeve van het behoud en/of versterking van de in sub a bedoelde functie; waterhuishoudkundige doeleinden; recreatief medegebruik; een en ander met bijbehorende voorzieningen zoals informatie-, entree- dan wel schuilvoorzieningen. 5.2 Bouwregels 5.2.1 Algemeen Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van algemeen nut; andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 5.2.2 Gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van algemeen nut Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van algemeen nut gelden de volgende regels: de inhoud van het op te richten gebouw mag maximaal 50 m³ bedragen; de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen; de bouwhoogte van een bouwwerk, niet zijnde een gebouw mag ten hoogste 3 m bedragen. 5.2.3 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen; 5.3 Specifieke gebruiksregels 5.3.1 Opslag Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, tenzij dit gebruik plaatsvindt ten dienste van de bestemming. 5.3.2 Parkeren Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken voor parkeren, laden en lossen. 5.3.3 Be- en/of verwerken van goederen en producten Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor het bedrijfsmatig vervaardigen, verwerken of herstellen van goederen en/of be- of verwerken van producten. 5.3.4 Lawaaisporten Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken voor de uitoefening van lawaaisporten. 5.3.5 Verblijfsrecreatie Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor verblijfsrecreatie. 5.3.6 Lozen of storten van afvalstoffen Het is niet toegestaan vaste of vloeibare afvalstoffen te lozen of te storten, behalve voor zover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gerichte gebruik 5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 5.4.1 Verbod Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van dere oppervlakteverhardingen; het ontginnen, verlagen of afgraven, ophogen of egaliseren van de bodem; het vellen of rooien van houtgewas; het dempen van sloten en greppels, bemalen of aanbrengen van drainagebuizen dan wel het aanbrengen van wijzigingen in het grondwaterpeil; het graven, verbreden of uitdiepen van watergangen; 5.4.2 Uitgezonderde werkzaamheden Het in 5.4.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken en/of werkzaamheden die: het normale onderhoud en beheer betreffen; het aanleggen van langzaamverkeersroutes betreffen; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt; mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. 5.4.3 Toelaatbaarheid De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 5.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voorzover door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de natuurlijke waarden ontstaat of kan ontstaan. Artikel 6 Verkeer 6.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: wegen met ten hoogste 2 keer 1 doorgaande rijstrook, opstelstroken en busstroken daar niet onder begrepen; voet- en fietspaden; parkeervoorzieningen; evenementen, zoals kermis, weekmarkt, braderie, vrijmarkt, antiekmarkt e.d.; standplaatsen voor ambulante handel; beplantingen; bermen; watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen; civieltechnische kunstwerken, zoals een brug, tunnel of viaduct of daarmee vergelijkbare voorzieningen; voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals groen-, water-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder straatmeubilair, abri's, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve afvalinzameling, bergbezinkbassins en retentievoorzieningen; geluidwerende voorzieningen en daarbij behorende beplantingen; kunstwerken en kunstobjecten. 6.2 Bouwregels 6.2.1 Algemeen Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: bouwwerken ten behoeve van algemeen nut; andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 6.2.2 Bouwwerken ten behoeve van algemeen nut Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van algemeen nut gelden de volgende regels: de inhoud van een gebouw mag maximaal 50 m³ bedragen; de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen; de bouwhoogte van een bouwwerk, niet zijnde een gebouw mag ten hoogste 4 m bedragen, met uitzondering van bewegwijzering en verlichtingsarmaturen waarvan de hoogte maximaal 10 m mag bedragen. 6.2.3 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 4 m bedragen. 6.3 Specifieke gebruiksregels 6.3.1 Opslag Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, tenzij dit gebruik plaatsvindt ten dienste van de bestemming. 6.3.2 Parkeren Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken voor parkeren, laden en lossen. 6.3.3 Be- en of verwerken van goederen en producten Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor het bedrijfsmatig vervaardigen, verwerken of herstellen van goederen en/of be- of verwerken van producten. 6.3.4 Lozen of storten van afvalstoffen Het is niet toegestaan vaste of vloeibare afvalstoffen te lozen of te storten, behalve voor zover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gerichte gebruik 6.4 Wijzigingsbevoegdheid 6.4.1 Groen of Water Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Verkeer' te wijzigen in de bestemmingen 'Groen' of 'Water', indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, waterhuishouding en / of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte. 6.4.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in 15.1 in acht te worden genomen. Artikel 7 Water 7.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: watergangen en andere waterpartijen met de daarbij behorende voorzieningen zoals bruggen en duikers en daarmee vergelijkbare voorzieningen; bergbezinkbassins; retentievoorzieningen; bermen; beplantingen; civieltechnische kunstwerken, zoals een brug, tunnel of viaduct of daarmee vergelijkbare voorzieningen; voorzieningen ten behoeve van algemeen nut zoals verkeers-, groen-, nuts- en daarmee vergelijkbare voorzieningen, waaronder voet- en fietspaden, ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen, straatmeubilair, abri's, transformatorhuisjes, voorzieningen ten behoeve van afvalinzameling; kunstwerken en kunstobjecten. 7.2 Bouwregels 7.2.1 Algemeen Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: bouwwerken ten behoeve van algemeen nut; andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 7.2.2 Bouwwerken ten behoeve van algemeen nut Voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van algemeen nut gelden de volgende regels: de inhoud van een gebouw mag maximaal 50 m3 bedragen; de goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen; de bouwhoogte van een bouwwerk, niet zijnde een gebouw, mag ten hoogste 3 m bedragen, met uitzondering van bewegwijzering en verlichtingsarmaturen waarvan de hoogte maximaal 6 m mag bedragen. 7.2.3 Andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 3 m bedragen. 7.3 Specifieke gebruiksregels 7.3.1 Opslag Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor het opslaan, storten of bergen van materialen, producten en mest, tenzij dit gebruik plaatsvindt ten dienste van de bestemming. 7.3.2 Parkeren Het is niet toegestaan de gronden te gebruiken voor parkeren, laden en lossen. 7.3.3 Be- en of verwerken van goederen en producten Het is niet toegestaan de gronden en opstallen te gebruiken voor het bedrijfsmatig vervaardigen, verwerken of herstellen van goederen en/of be- of verwerken van producten. 7.3.4 Lozen of storten van afvalstoffen Het is niet toegestaan vaste of vloeibare afvalstoffen te lozen of te storten, behalve voor zover noodzakelijk in verband met het op de bestemming gerichte gebruik 7.4 Wijzigingsbevoegdheid 7.4.1 Groen of Verkeer Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Water' te wijzigen in de bestemmingen 'Groen' of 'Verkeer', indien is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, verkeersstructuur en/of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur alsmede voor versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte. 7.4.2 Belangenprocedure bij specifieke wijzigingsbevoegdheid Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in 15.1 in acht te worden genomen. Artikel 8 Leiding 8.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, tevens bestemd voor voor aanleg en instandhouding van: ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding -zuurstof', een leiding ten behoeve van het transport van zuurstof met een diameter van ten hoogste 12 inch en een druk van ten hoogste 64 bar, alsmede binnen de met deze dubbelbestemming aangegeven beschermingszone van 5 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding; ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - propyleen', een leiding ten behoeve van het transport van propyleen of een daarmee vergelijkbare andere stof met een diameter van ten hoogste 7 inch en een druk van ten hoogste 100 bar, alsmede binnen de met deze dubbelbestemming aangegeven beschermingszone van 5 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding; ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - hoogspanning' een hoogspanningsleiding alsmede binnen de met deze dubbelbestemming aangegeven beschermingszone van 25 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding; ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - riool', een rioolpersleiding ten behoeve van het transport van afvalwater met een diameter van 1500mm alsmede binnen de met deze dubbelbestemming aangegeven beschermingszone van 10 m aan weerszijden van de hartlijn van de leiding. één en ander met de bijbehorende voorzieningen. 8.2 Bouwregels 8.2.1 Algemeen Binnen deze dubbelbestemming zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet toegestaan met uitzondering van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de leiding zoals markeringspalen en hoogspanningsmasten waarvan de hoogte maximaal 55 m mag bedragen. 8.3 Afwijken van de bouwregels 8.3.1 Algemeen Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.1 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende hoofdbestemming toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de leidingen geen bezwaar bestaat Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. wordt pas verleend indien uit overleg met de betrokken leidingbeheerder van geen bezwaar is gebleken en voor het overige dit bestemmingsplan de oprichting van een bouwwerk toelaat. 8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 8.4.1 Verbod Het is verboden op of in de in 8.1 onder a en b bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren : het aanbrengen van (half-)verhardingen; het vergraven, ophogen, diepwoelen of diepploegen van de bodem; het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen; het verwijderen van beplanting; het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze ingraven c.q. indrijven van voorwerpen; het uitvoeren van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk; het graven van sloten en het leggen van (drainage)leidingen. Het is verboden op of in de in 8.1 onder c bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren : het aanbrengen van hoogopgaande beplantingen of bomen; het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hoger dan 2,5 m; het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren; het ophogen en egaliseren, bodemverlaging of afgraven of anderszins wijzigen in maaiveld- of weghoogte. 8.4.2 Uitgezonderde werkzaamheden Het onder 8.4.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden: waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is verleend; welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren; welke het normale beheer en onderhoud van de leidingen betreffen. 8.4.3 Toelaatbaarheid De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in 8.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voorzover door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen geen veiligheidsrisico's ontstaan en de leidingen niet worden aangetast. Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in 8.4.1 wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk advies ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Hoofdstuk 3 ALGEMENE REGELS Artikel 9 Antidubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. Artikel 10 Algemene bouwregels 10.1 Ondergronds bouwen Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behalve in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen: ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen de bouwvlakken, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen die ook buiten de bouwvlakken zijn toegestaan; de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 1 meter onder peil. 10.2 Percentages Een percentage, dat aangeeft hoeveel procent van een bouwperceel ten hoogste mag worden bebouwd met gebouwen en bijbehorende bouwwerken. Bij het ontbreken van een percentage mag het bouwvlak volledig worden bebouwd, tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald. 10.3 Bestaande afstanden en andere maten 10.3.1 Maximaal toelaatbaar Indien afstanden tot, en hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de wetgeving, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden. 10.3.2 Minimaal toelaatbaar In die gevallen dat afstand tot, en hoogte, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de wetgeving, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden. 10.3.3 Heroprichting In het geval van heroprichting van gebouwen is het bepaalde in 10.3.1 en 10.3.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats. 10.4 Overschrijding bouwgrenzen De aangegeven bouwgrenzen/voorgevellijn mogen/mag uitsluitend worden overschreden door: tot gebouwen behorende stoepen, trappen- c.q. lifthuizen, hellingbanen, funderingen, entreeportalen, veranda's mits de overschrijding niet meer dan 2.50 m bedraagt; Artikel 11 Algemene gebruiksregels 11.1 Gebruik van gronden en bouwwerken 11.1.1 Strijdigheid artikelen Het is verboden gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in de artikelen 3 tot en met 8 aan de grond gegeven bestemming, de bestemmingsomschrijving en de overige regels. 11.1.2 Strijdig gebruik Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen: gebruik van gronden voor het opslaan, storten of bergen van materialen en producten, behalve voor zover dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; een gebruik van gronden als stallings- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer- vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud; gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie. het vestigen danwel oprichten van Bevi-bdrijven; gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van gokhallen, casino’s, amusementshallen; gebruik van gronden, gebouwen, bouwwerken en onderkomens ten behoeve van de opslag en verkoop van motorbrandstoffen. Artikel 12 Algemene aanduidingsregels 12.1 geluidzone - industrie 12.1.1 Omschrijving De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de geluidruimte in verband met de nabijheid van een inrichting als bedoeld in artikel 53 van de Wet geluidhinder. 12.1.2 Bouwregels Binnen de op de verbeelding aangegeven aanduiding 'geluidzone-industrie'is de bouw van nieuwe geluidgevoelige functies niet toegestaaan. 12.1.3 Gebruiksregels Binnen de op de verbeelding aangegeven aanduiding 'geluidzone-industrie'is het in gebruik nemen van bestaande bebouwing met nieuwe geluidgevoelige functies niet toegestaaan. 12.1.4 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen in die zin, dat de gebiedsaanduiding 'geluidzone-industrie' opgeheven of veranderd wordt indien de bron van de geluidzone is opgehouden te bestaan danwel het gebied voor geluidhinderlijke bedrijven is aangepast. 12.2 Vrijwaringszone - beschermingszone 12.2.1 Omschrijving De voor 'Vrijwaringszone - beschermingszone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor waterschapsdoeleinden ten behoeve van de aan deze zone grenzende waterloop. 12.2.2 Bouwregels Op deze gronden mag niet worden gebouwd. 12.2.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.2.2 ten behoeve van bebouwing, die is toegestaan ingevolge de ter plaatse geldende andere bestemming, indien door de bouw en situering van de betreffende bebouwing geen schade wordt toegebracht aan het belang van de waterhuishouding. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a. wordt pas verleend nadat ter zake advies is ingewonnen bij de beheersinstantie van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde waterloop; de beslissing inzake het verlenen van omgevingsvergunning wordt aan genoemde instantie medegedeeld. 12.2.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: een gesloten wegdek aan te brengen; beplantingen en / of bomen aan te brengen c.q. vellen en / of rooien; waterlopen wijzigen en afgravings- en ontgrondingwerkzaamheden uit te voeren anders dan normaal spitwerk, dieper dan 0,30 m; heiwerken uit te voeren en / of scherpe voorwerpen in de bodem te drijven dieper dan 0,30 meter; parallelriolen, nutsvoorzieningen en transportleidingen aan te leggen. Het verbod bedoeld onder a. is niet van toepassing op werken en / of werkzaamheden die: betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. De werken en / of werkzaamheden als bedoeld onder a. zijn slechts toelaatbaar, indien hierdoor geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de beschermingsfunctie ten behoeve van de waterloop. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld onder a. wordt pas verleend nadat terzake advies is ingewonnen bij de beheersinstantie van de in de bestemmingsomschrijving bedoelde waterloop; de beslissing inzake het verlenen van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt aan genoemde instantie medegedeeld. 12.3 Vrijwaringszone - buisleidingenstraat 12.3.1 Omschrijving De voor ‘Vrijwaringszone-buisleidingenstraat’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd als veiligheidszone als gevolg van de buisleidingenstraat. 12.3.2 Bouwregels Op de gronden, gelegen binnen de als 'Vrijwaringszone-buisleidingenstraat’ aangegeven zone mogen geen nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden gebouwd. 12.3.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het onder 12.3.2 bepaalde indien, in relatie tot de naastgelegen buisleidingenstraat, de veiligheid van personen en goederen is afgewogen en het groepsrisico is verantwoord. De beheerder van de buisleidingenstraat is vooraf om advies gevraagd. 12.3.4 Bouwregels Op de gronden, gelegen binnen de als 'Vrijwaringszone-buisleidingestraat' aangegeven zone mogen nieuwe niet (beperkt) kwetsbare objecten worden gebouwd indien eerst vooraf advies aan de beheerder van de buisleidingenstraat is gevraagd. 12.4 Vrijwaringszone - weg 12.4.1 Omschrijving De voor ‘Vrijwaringszone - weg’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd als mogelijke uitbreidingszone van rijksweg A17. 12.4.2 Bouwregels In afwijking van het bepaalde in de bestemmingen zoals opgenomen in hoofdstuk 2 van deze regels, mag ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - weg' (35 m vanuit de kant van de verharding van de huidige weg) geen bebouwing worden opgericht. 12.4.3 Afwijken van de bouwregels Burgemeester en wethouder kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 12.4.2, voor de bouw van bouwwerken welke zijn toegelaten krachtens de onderliggende bestemming nadat de wegbeheerder terzake is gehoord, mits: dit toekomstige infrastructurele uitbreidingen niet onmogelijk maakt; dit niet leidt tot uit milieuhygiënisch en/of veiligheidsoogpunt onaanvaardbare situaties. Artikel 13 Algemene afwijkingsregels 13.1 Afwijking bouwen Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woon- en milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, en tenzij daardoor belangen van derden niet onevenredig worden geschaad, met een omgevingsvergunning afwijken van het in dit plan bepaalde: ten aanzien van de plaats van de bebouwingsgrenzen, voor zover de afwijking van geringe aard is en ten aanzien van andere ondergeschikte punten, wanneer dit met het oog op de praktische uitvoering gerechtvaardigd is, respectievelijk indien de aanpassing aan de terreingesteldheid dit noodzakelijk maakt; in de artikelen 3 tot en met 8 ten aanzien van de genoemde maten, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10%; in 10.1 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m onder peil onder de voorwaarden dat: de waterhuishouding niet wordt verstoord; geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden. Artikel 14 Algemene wijzigingsregels 14.1 Algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van overschrijding bestemmingsgrenzen Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in de vorm van het aanbrengen van geringe veranderingen in de plaats, ligging en/of afmetingen van bestemmingsgrenzen, onder de voorwaarden dat: bestemmingsgrenzen met niet meer dan 5 m mogen worden verschoven. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad. 14.2 Belangenprocedure bij de algemene wijzigingsregels Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de procedureregels zoals opgenomen in 15.1 in acht te worden genomen. Artikel 15 Algemene procedureregels 15.1 Procedure wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen voornemens zijn gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid voor zover naar dit artikel wordt verwezen. 15.2 Procedureregels Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn gebruik te maken van een wijziging als bedoeld in 15.1 gelden hiervoor de volgende procedureregels. 15.2.1 Termijn en terinzagelegging Het ontwerpbesluit, houdende een ontheffing of wijziging als bedoeld in bovenstaande artikelen, ligt gedurende zes weken bij de gebruikelijke gemeentelijke informatiepunten voor belanghebbenden ter inzage. 15.2.2 Wijze bekendmaking Burgemeester en wethouders geven van de nederlegging tevoren op de gebruikelijke wijze bekend. 15.2.3 Zienswijzen De bekendmaking houdt in de bevoegdheid van belanghebbenden om gedurende de termijn van terinzagelegging zienswijzen naar voren te brengen bij burgemeester en wethouders tegen het ontwerpbesluit. Hoofdstuk 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 16 Overgangsregels 16.1 Overgangsrecht bouwwerken en bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 16.2 Omgevingsvergunning Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van 16.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 16.1 met maximaal 10 %. 16.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken 16.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 16.4 Overgangsrecht gebruik Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 16.5 Strijdig gebruik Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 16.4 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 16.6 Verboden gebruik Indien het gebruik, bedoeld in het 16.4 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer van een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 16.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik Lid 16.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. 16.8 Hardheidsclausule Voor zover van toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer personen, kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten. Artikel 17 Slotregels Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Borchwerf II veld C en F' van de gemeente Roosendaal. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van: De voorzitter, De griffier, Hoofdstuk 5 Bijlagen bij de regels Bijlage 1 Staat van horeca-activiteiten Categorie I 'lichte horeca' Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca automatiek; broodjeszaak; cafetaria; croissanterie; koffiebar; lunchroom; ijssalon; snackbar; tearoom; traiteur. 1b. Overige lichte horeca bistro; restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice); pension; hotel. 1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²; restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrives). Categorie 2 'middelzware horeca' Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken: bar; bierhuis; biljartcentrum; café; proeflokaal; shoarma/grillroom; zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen). Categorie 3 'zware horeca' Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen: dancing; discotheek; nachtclub; partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen). Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten SBI-CODE OMSCHRIJVING Af-standen in m. Nr Geur Stof Geluid Gevaar Grootste afstand Cat. 10, 11 - VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN 101, 102 0 Slachterijen en overige vleesverwerking: 101, 102 1 - slachterijen en pluimveeslachterijen 100 0 100 C 50 R 100 D 3.2 101 4 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² 100 0 100 C 50 R 100 3.2 101 5 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m² 50 0 50 C 30 50 3.1 101 6 - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m² 30 0 50 10 50 3.1 101, 102 7 - loonslachterijen 50 0 50 10 50 3.1 108 8 - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² 50 0 50 10 50 3.1 102 0 Visverwerkingsbedrijven: 102 2 - conserveren 200 0 100 C 30 200 4.1 102 5 - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² 100 10 50 30 100 3.2 102 6 - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² 50 10 30 10 50 3.1 1031 0 Aardappelprodukten fabrieken: 1031 2 - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m² 50 10 50 50 R 50 3.1 1032, 1039 0 Groente- en fruitconservenfabrieken: 1032, 1039 1 - jam 50 10 100 C 10 100 3.2 1032, 1039 2 - groente algemeen 50 10 100 C 10 100 3.2 1032, 1039 3 - met koolsoorten 100 10 100 C 10 100 3.2 104101 0 Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten: 104101 1 - p.c. < 250.000 t/j 200 30 100 C 30 R 200 4.1 104102 0 Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten: 104102 1 - p.c. < 250.000 t/j 200 10 100 C 100 R 200 4.1 1042 0 Margarinefabrieken: 1042 1 - p.c. < 250.000 t/j 100 10 200 C 30 R 200 4.1 1052 0 Zuivelprodukten fabrieken: 1051 3 - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j 50 0 100 C 50 R 100 3.2 1052 1 Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² 50 0 100 C 50 R 100 3.2 1052 2 - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m² 10 0 30 0 30 2 1061 0 Meelfabrieken: 1061 2 - p.c. < 500 t/u 100 50 200 C 50 R 200 4.1 1061 Grutterswarenfabrieken 50 100 200 C 50 200 D 4.1 1062 0 Zetmeelfabrieken: 1062 1 - p.c. < 10 t/u 200 50 200 C 30 R 200 4.1 0 Veevoerfabrieken: 1091 5 - mengvoeder, p.c. < 100 t/u 200 50 200 C 30 200 4.1 1092 Vervaardiging van voer voor huisdieren 200 100 200 C 30 200 4.1 1071 0 Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: 1071 1 - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens 30 10 30 C 10 30 2 1071 2 - v.c. >= 7500 kg meel/week 100 30 100 C 30 100 3.2 1072 Banket, biscuit- en koekfabrieken 100 10 100 C 30 100 3.2 1081 0 Suikerfabrieken: 10821 0 Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: 10821 2 - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m² 100 30 50 30 100 3.2 10821 5 - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² 100 30 50 30 R 100 3.2 1073 Deegwarenfabrieken 50 30 10 10 50 3.1 1083 0 Koffiebranderijen en theepakkerijen: 1083 2 - theepakkerijen 100 10 30 10 100 3.2 108401 Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden 200 30 50 10 200 4.1 1089 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 200 30 50 30 200 D 4.1 1089 Bakkerijgrondstoffenfabrieken 200 50 50 50 R 200 4.1 1089 0 Soep- en soeparomafabrieken: 1089 1 - zonder poederdrogen 100 10 50 10 100 3.2 1089 Bakmeel- en puddingpoederfabrieken 200 50 50 30 200 4.1 110102 0 Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: 110102 1 - p.c. < 5.000 t/j 200 30 200 C 30 R 200 4.1 1107 Mineraalwater- en frisdrankfabrieken 10 0 100 50 R 100 3.2 12 - 12 - VERWERKING VAN TABAK 120 Tabakverwerkende industrie 200 30 50 C 30 200 4.1 13 - 13 - VERVAARDIGING VAN TEXTIEL 131 Bewerken en spinnen van textielvezels 10 50 100 30 100 3.2 132 0 Weven van textiel: 132 1 - aantal weefgetouwen < 50 10 10 100 0 100 3.2 133 Textielveredelingsbedrijven 50 0 50 10 50 3.1 139 Vervaardiging van textielwaren 10 0 50 10 50 3.1 1393 Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken 100 30 200 10 200 4.1 139, 143 Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen 0 10 50 10 50 3.1 14 - 14 - VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT 141 Vervaardiging kleding van leer 30 0 50 0 50 3.1 142, 151 Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont 50 10 10 10 50 3.1 15 - 15 - VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) 151 Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) 50 10 30 10 50 D 3.1 152 Schoenenfabrieken 50 10 50 10 50 3.1 16 - 16 - HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. 16101 Houtzagerijen 0 50 100 50 R 100 3.2 16102 0 Houtconserveringsbedrijven: 16102 1 - met creosootolie 200 30 50 10 200 4.1 16102 2 - met zoutoplossingen 10 30 50 10 50 3.1 1621 Fineer- en plaatmaterialenfabrieken 100 30 100 10 100 3.2 162 0 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout 0 30 100 0 100 3.2 162 1 Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2 0 30 50 0 50 3.1 17 - 17 - VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN 1711 Vervaardiging van pulp 200 100 200 C 50 R 200 4.1 1712 0 Papier- en kartonfabrieken: 1712 1 - p.c. < 3 t/u 50 30 50 C 30 R 50 3.1 1712 2 - p.c. 3 - 15 t/u 100 50 200 C 50 R 200 4.1 172 Papier- en kartonwarenfabrieken 30 30 100 C 30 R 100 3.2 17212 0 Golfkartonfabrieken: 17212 1 - p.c. < 3 t/u 30 30 100 C 30 R 100 3.2 17212 2 - p.c. >= 3 t/u 50 30 200 C 30 R 200 4.1 58 - 58 - UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA 1811 Drukkerijen van dagbladen 30 0 100 C 10 100 3.2 1812 Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) 30 0 100 10 100 3.2 19 - 19 - AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN 19202 A Smeeroliën- en vettenfabrieken 50 0 100 30 R 100 3.2 20 - 20 - VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN 2011 0 Vervaardiging van industriële gassen: 2012 Kleur- en verfstoffenfabrieken 200 0 200 C 200 R 200 D 4.1 20141 B0 Methanolfabrieken: 20141 B1 - p.c. < 100.000 t/j 100 0 200 C 100 R 200 4.1 2120 0 Farmaceutische produktenfabrieken: 2120 1 - formulering en afvullen geneesmiddelen 50 10 50 50 R 50 3.1 2052 0 Lijm- en plakmiddelenfabrieken: 2052 1 - zonder dierlijke grondstoffen 100 10 100 50 100 3.2 205902 Fotochemische produktenfabrieken 50 10 100 50 R 100 3.2 205903 A Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken 50 10 50 50 R 50 3.1 205903 B Overige chemische produktenfabrieken n.e.g. 200 30 100 C 200 R 200 D 4.1 22 - 22 - VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF 221102 0 Loopvlakvernieuwingsbedrijven: 221102 1 - vloeropp. < 100 m2 50 10 30 30 50 3.1 221102 2 - vloeropp. >= 100 m2 200 50 100 50 R 200 4.1 2219 Rubber-artikelenfabrieken 100 10 50 50 R 100 D 3.2 222 0 Kunststofverwerkende bedrijven: 222 1 - zonder fenolharsen 200 50 100 100 R 200 4.1 222 3 - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen 50 30 50 30 50 3.1 23 - 23 - VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN 231 0 Glasfabrieken: 231 1 - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j 30 30 100 30 100 3.2 231 Glasbewerkingsbedrijven 10 30 50 10 50 3.1 232, 234 0 Aardewerkfabrieken: 232, 234 2 - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW 30 50 100 30 100 3.2 233 A Baksteen en baksteenelementenfabrieken 30 200 200 30 200 4.1 233 B Dakpannenfabrieken 50 200 200 100 R 200 4.1 2351 0 Cementfabrieken: 235201 0 Kalkfabrieken: 235201 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1 235202 0 Gipsfabrieken: 235202 1 - p.c. < 100.000 t/j 30 200 200 30 R 200 4.1 23611 0 Betonwarenfabrieken: 23611 1 - zonder persen, triltafels en bekistingtrille 10 100 200 30 200 4.1 23612 0 Kalkzandsteenfabrieken: 23612 1 - p.c. < 100.000 t/j 10 50 100 30 100 3.2 2362 Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken 50 50 100 30 100 3.2 2363, 2364 0 Betonmortelcentrales: 2363, 2364 1 - p.c. < 100 t/u 10 50 100 10 100 3.2 2365, 2369 0 Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: 2365, 2369 1 - p.c. < 100 t/d 10 50 100 50 R 100 3.2 237 0 Natuursteenbewerkingsbedrijven: 237 1 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m² 10 30 100 0 100 D 3.2 237 2 - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m² 10 30 50 0 50 3.1 2391 Slijp- en polijstmiddelen fabrieken 10 30 50 10 50 D 3.1 2399 B0 Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol): 2399 B2 - overige isolatiematerialen 200 100 100 C 50 200 4.1 2399 C Minerale produktenfabrieken n.e.g. 50 50 100 50 100 D 3.2 2399 D0 Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur 100 50 200 30 200 4.1 24 - 25, 31 - VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) 251, 331 0 Constructiewerkplaatsen: 251, 331 1 - gesloten gebouw 30 30 100 30 100 3.2 251, 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 3.1 251, 331 2 - in open lucht, p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 200 4.1 2521, 2530, 3311 Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels 30 30 200 30 200 4.1 255, 331 A Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven 10 30 200 30 200 4.1 255, 331 B Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 50 30 100 30 100 D 3.2 255, 331 B1 Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2 30 30 50 10 50 D 3.1 2561, 3311 0 Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven: 2561, 3311 1 - algemeen 50 50 100 50 100 3.2 2561, 3311 10 - stralen 30 200 200 30 200 D 4.1 2561, 3311 11 - metaalharden 30 50 100 50 100 D 3.2 2561, 3311 12 - lakspuiten en moffelen 100 30 100 50 R 100 D 3.2 2561, 3311 2 - scoperen (opspuiten van zink) 50 50 100 30 R 100 D 3.2 2561, 3311 3 - thermisch verzinken 100 50 100 50 100 3.2 2561, 3311 4 - thermisch vertinnen 100 50 100 50 100 3.2 2561, 3311 5 - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) 30 50 100 30 100 3.2 2561,3311 6 - anodiseren, eloxeren 50 10 100 30 100 3.2 2561, 3311 7 - chemische oppervlaktebehandeling 50 10 100 30 100 3.2 2561, 3311 8 - emailleren 100 50 100 50 R 100 3.2 2561, 3311 9 - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) 30 30 100 50 100 3.2 2562, 3311 1 Overige metaalbewerkende industrie 10 30 100 30 100 D 3.2 2562, 3311 2 Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2 10 30 50 10 50 D 3.1 259, 331 A0 Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: 259, 331 A1 - p.o. < 2.000 m2 30 50 200 30 200 4.1 259, 331 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. 30 30 100 30 100 3.2 259, 331 B Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2 30 30 50 10 50 3.1 27, 28, 33 27, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN 27, 28, 33 0 Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie: 27, 28, 33 1 - p.o. < 2.000 m2 30 30 100 30 100 D 3.2 27, 28, 33 2 - p.o. >= 2.000 m2 50 30 200 30 200 D 4.1 26, 28, 33 - VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS 26, 28, 33 - 26, 28, 33 A Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie 30 10 30 10 30 2 26, 27, 33 - 26, 27, 33 - VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. 271, 331 Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie 200 30 30 50 200 4.1 271, 273 Schakel- en installatiemateriaalfabrieken 200 10 30 50 200 4.1 273 Elektrische draad- en kabelfabrieken 100 10 200 100 R 200 D 4.1 272 Accumulatoren- en batterijenfabrieken 100 30 100 50 100 3.2 26,33 - 26, 33 - VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. 261, 263, 264, 331 Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. 30 0 50 30 50 D 3.1 2612 Fabrieken voor gedrukte bedrading 50 10 50 30 50 3.1 26, 32, 33 - 26, 32, 33 - VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN 26, 32, 33 A Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie 30 0 30 0 30 2 29 - 29 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS 291 0 Autofabrieken en assemblagebedrijven 291 1 - p.o. < 10.000 m2 100 10 200 C 30 R 200 D 4.1 291 2 - p.o. >= 10.000 m2 200 30 300 50 R 300 4.2 29201 Carrosseriefabrieken 100 10 200 30 R 200 4.1 29202 Aanhangwagen- en opleggerfabrieken 30 10 200 30 200 4.1 293 Auto-onderdelenfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2 30 - VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) 301, 3315 0 Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: 301, 3315 1 - houten schepen 30 30 50 10 50 3.1 301, 3315 2 - kunststof schepen 100 50 100 50 R 100 3.2 301, 3315 3 - metalen schepen < 25 m 50 100 200 30 200 4.1 302, 317 0 Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: 302, 317 1 - algemeen 50 30 100 30 100 3.2 303,3316 0 Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: 303, 3316 1 - zonder proefdraaien motoren 50 30 200 30 200 4.1 309 Rijwiel- en motorrijwielfabrieken 30 10 100 30 R 100 3.2 3099 Transportmiddelenindustrie n.e.g. 30 30 100 30 100 D 3.2 31 - 31 - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 310 1 Meubelfabrieken 50 50 100 30 100 D 3.2 9524 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 0 10 10 0 10 1 321 Fabricage van munten, sieraden e.d. 30 10 10 10 30 2 322 Muziekinstrumentenfabrieken 30 10 30 10 30 2 323 Sportartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1 324 Speelgoedartikelenfabrieken 30 10 50 30 50 3.1 32991 Sociale werkvoorziening 0 30 30 0 30 2 32999 Vervaardiging van overige goederen n.e.g. 30 10 50 30 50 D 3.1 38 - 35 - 35 - PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER 35 A0 Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe) 35 B0 bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe: 35 B1 - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie 100 50 100 30 R 100 3.2 35 B2 - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa 50 50 100 30 R 100 3.2 35 C0 Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen: 35 C1 - < 10 MVA 0 0 30 C 10 30 2 35 C2 - 10 - 100 MVA 0 0 50 C 30 50 3.1 35 C3 - 100 - 200 MVA 0 0 100 C 50 100 3.2 35 C4 - 200 - 1000 MVA 0 0 300 C 50 300 4.2 35 D0 Gasdistributiebedrijven: 35 D1 - gascompressorstations vermogen < 100 MW 0 0 300 C 100 300 4.2 35 D5 - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D 0 0 50 C 50 R 50 3.1 35 E0 Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt: 35 E1 - stadsverwarming 30 10 100 C 50 100 3.2 36 - 36 - WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER 36 A0 Waterwinning-/ bereiding- bedrijven: 36 A2 - bereiding met chloorbleekloog e.d. en/of straling 10 0 50 C 30 50 3.1 36 B0 Waterdistributiebedrijven met pompvermogen: 36 B1 - < 1 MW 0 0 30 C 10 30 2 36 B2 - 1 - 15 MW 0 0 100 C 10 100 3.2 41, 42, 43 - 41, 42, 43 - BOUWNIJVERHEID 41, 42, 43 0 Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m² 10 30 100 10 100 3.2 41, 42, 43 1 - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m² 10 30 50 10 50 3.1 41, 42, 43 2 Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² 10 30 50 10 50 3.1 41, 42, 43 3 - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m² 0 10 30 10 30 2 45, 47 - 45, 47 - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS 451 Groothandel in vrachtauto's (incl. import) 10 10 100 10 100 3.2 45204 A Autoplaatwerkerijen 10 30 100 10 100 3.2 45204 C Autospuitinrichtingen 50 30 30 30 R 50 3.1 46 - 46 - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING 4621 0 Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders 30 30 50 30 R 50 3.1 4622 Grth in bloemen en planten 10 10 30 0 30 2 4623 Grth in levende dieren 50 10 100 C 0 100 3.2 4624 Grth in huiden, vellen en leder 50 0 30 0 50 3.1 46217, 4631 Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen 30 10 30 50 R 50 3.1 4632, 4633 Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën 10 0 30 50 R 50 3.1 4634 Grth in dranken 0 0 30 0 30 2 4635 Grth in tabaksprodukten 10 0 30 0 30 2 4636 Grth in suiker, chocolade en suikerwerk 10 10 30 0 30 2 4637 Grth in koffie, thee, cacao en specerijen 30 10 30 0 30 2 4638, 4639 Grth in overige voedings- en genotmiddelen 10 10 30 10 30 2 464, 46733 Grth in overige consumentenartikelen 10 10 30 10 30 2 46499 0 Grth in vuurwerk en munitie: 46499 1 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton 10 0 30 10 V 30 2 46499 2 - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton 10 0 30 50 V 50 3.1 46499 5 - munitie 0 0 30 30 30 2 46711 0 Grth in vaste brandstoffen: 46711 1 - klein, lokaal verzorgingsgebied 10 50 50 30 50 3.1 46712 0 Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: 46712 1 - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3 50 0 50 200 R 200 D 4.1 46712 3 - tot vloeistof verdichte gassen 50 0 50 300 R 300 D 4.2 46713 Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) 100 0 30 50 100 3.2 46722, 46723 Grth in metalen en -halffabrikaten 0 10 100 10 100 3.2 4673 0 Grth in hout en bouwmaterialen: 4673 1 - algemeen: b.o. > 2000 m² 0 10 50 10 50 3.1 4673 2 - algemeen: b.o. <= 2000 m² 0 10 30 10 30 2 46735 4 zand en grind: 46735 5 - algemeen: b.o. > 200 m² 0 30 100 0 100 3.2 46735 6 - algemeen: b.o. <= 200 m² 0 10 30 0 30 2 4674 0 Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: 4674 1 - algemeen: b.o. > 2.000 m² 0 0 50 10 50 3.1 4674 2 - algemeen: b.o. < = 2.000 m² 0 0 30 0 30 2 46751 Grth in chemische produkten 50 10 30 100 R 100 D 3.2 46752 Grth in kunstmeststoffen 30 30 30 30 R 30 2 4676 Grth in overige intermediaire goederen 10 10 30 10 30 2 4677 0 Autosloperijen: b.o. > 1000 m² 10 30 100 30 100 3.2 4677 1 - autosloperijen: b.o. <= 1000 m² 10 10 50 10 50 3.1 4677 0 Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m² 10 30 100 10 100 D 3.2 4677 1 - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m² 10 10 50 10 50 3.1 466 0 Grth in machines en apparaten: 466 1 - machines voor de bouwnijverheid 0 10 100 10 100 3.2 466 2 - overige 0 10 50 0 50 3.1 466, 469 Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. 0 0 30 0 30 2 47 - 49 - VERVOER OVER LAND 493 Bus-, tram- en metrostations en -remises 0 10 100 C 0 100 D 3.2 493 Touringcarbedrijven 10 0 100 C 0 100 3.2 494 0 Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m² 0 0 100 C 30 100 3.2 494 1 - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m² 0 0 50 C 30 50 3.1 495 Pomp- en compressorstations van pijpleidingen 0 0 30 C 10 30 D 2 52 - DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER 52241 0 Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen: 52242 2 - stukgoederen 0 10 100 50 R 100 D 3.2 52102, 52109 A Distributiecentra, koelhuizen 30 10 50 C 50 R 50 D 3.1 52109 B Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte) 0 0 30 C 10 30 2 5221 2 Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties) 10 0 100 C 30 100 3.2 53 - 53 - POST EN TELECOMMUNICATIE 531, 532 Post- en koeriersdiensten 0 0 30 C 0 30 2 61 A Telecommunicatiebedrijven 0 0 10 C 0 10 1 77 - 77 - VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN 7712, 7739 Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) 10 0 50 10 50 D 3.1 773 Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen 10 0 50 10 50 D 3.1 772 Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. 10 10 30 10 30 D 2 62 62 - COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE 58, 63 B Datacentra 0 0 30 C 0 30 2 63, 69tm71, 73,74,77,78, 80tm82 - 63, 69tm71, 73,74,77,78, 80tm82 - OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 812 Reinigingsbedrijven voor gebouwen 50 10 30 30 50 D 3.1 74203 Foto- en filmontwikkelcentrales 10 0 30 C 10 30 2 82991 Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten 50 30 200 C 50 R 200 4.1 37, 38, 39 - 37, 38, 39 - MILIEUDIENSTVERLENING 3700 A0 RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: 3700 A1 - < 100.000 i.e. 200 10 100 C 10 200 4.1 3700 B rioolgemalen 30 0 10 C 0 30 2 381 A Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. 50 30 50 10 50 3.1 381 B Gemeentewerven (afval-inzameldepots) 30 30 50 30 R 50 3.1 382 A0 Afvalverwerkingsbedrijven: 382 A2 - kabelbranderijen 100 50 30 10 100 3.2 382 A3 - verwerking radio-actief afval 0 10 200 C 1500 1500 6 382 A4 - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) 50 10 30 10 50 3.1 382 A5 - oplosmiddelterugwinning 100 0 10 30 R 100 D 3.2 382 A7 - verwerking fotochemisch en galvano-afval 10 10 30 30 R 30 2 382 C0 Composteerbedrijven: 382 C3 - belucht v.c. < 20.000 ton/jr 100 100 100 10 100 3.2 382 C4 - belucht v.c. > 20.000 ton/jr 200 200 100 30 200 4.1 382 C5 - GFT in gesloten gebouw 200 50 100 100 R 200 4.1 96 - 96 - OVERIGE DIENSTVERLENING 96011 A Wasserijen en strijkinrichtingen 30 0 50 C 30 50 3.1 96011 B Tapijtreinigingsbedrijven 30 0 50 30 50 3.1 96012 Chemische wasserijen en ververijen 30 0 30 30 R 30 2 96013 A Wasverzendinrichtingen 0 0 30 0 30 2
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 5 Bijlagen bij de regels
1091