4.2 Toetsing aan de wijzigingsbevoegdheid
Om het gebruik te wijzigen van bedrijfswoning naar burgerwoning dient te worden voldaan aan de voorwaarden zoals deze zijn opgenomen in artikel 3.7.4 van de planregels van het geldende bestemmingsplan 'Sierteeltgebied'. Deze voorwaarden zijn verwoord in paragraaf 4.1 van voorliggende toelichting van het wijzigingsplan. In onderstaande opsomming is de voorwaarde nogmaals cursief opgenomen met daaronder toegelicht op welke wijze wordt voldaan aan de betreffende voorwaarde:
- er vindt schaalvergroting, reconstructie of in enigerlei vorm een positieve uitwerking op de sierteelt plaats, die mede door de wijziging mogelijk wordt gemaakt, aan deze voorwaarde wordt ook voldaan als in het verleden schaalvergroting of reconstructie heeft plaatsgevonden;
Zoals bij de aanleiding aangegeven heeft initiatiefnemers een sierteeltbedrijf in eigendom aan en nabij de Burgemeester Smitweg 55. Sinds 1999 pacht hij daarnaast de kwekerij aan de Voorweg 108, welke ontsloten is aan de zuidzijde (Dijkgraafweg). De bedrijven liggen feitelijk dicht bij elkaar, waardoor schaalvergroting mogelijk is. In 2012 is initiatiefnemer tevens eigenaar geworden van zowel kwekerij als de bedrijfswoning. Hierdoor is de schaalvergroting in het eigendom vastgelegd.
- de agrarische functie van de bedrijfswoning is niet langer noodzakelijk, hierbij moet per (te reconstrueren) bedrijf één agrarische bedrijfswoning blijven bestaan;
Het bedrijf van initiatiefnemer heeft en houdt haar bedrijfswoning aan de Burgemeester Smitweg 55. De agrarische functie voor de bedrijfswoning aan de Voorweg 108 is daarom niet langer noodzakelijk.
- de ligging van de nieuwe woning staat toekomstige reconstructie, bestaande bedrijvigheid of andere ruimtelijke opgaven (onder andere waterberging en wegen) niet in de weg;
De betreffende om te zetten bedrijfswoning ligt aan de Voorweg. Aan deze weg liggen meerdere woningen met de bestemming 'Wonen' (zie de verbeelding in paragraaf 4.1). De boomkwekerij waar de bedrijfswoning toe behoort, is ontsloten via de (ruilverkavelings-)weg aan de zuidzijde (Dijkgraafweg). De (voormalige) ontsluiting van de kwekerij via de huiskavel is daarom niet meer noodzakelijk. Er ontstaan als gevolg van de omzetting geen problemen voor bestaande bedrijvigheid dan wel het functioneren van toekomstige bedrijvigheid passend binnen het bestemmingsplan.
- de bij het voormalige agrarische bedrijf behorende bedrijfsgronden zijn verkocht, waarbij de oppervlakte van het overgebleven perceel beperkt wordt tot een maximum van 1.000 m²;
De omvang van de huiskavel van Voorweg 108 bedraagt circa 1.000 m2. De burgerwoning en het sierteeltperceel zullen afzonderlijk van elkaar functioneren en in de toekomst afzonderlijk verkocht worden.
- de bijgebouwen hebben na bestemmingswijziging geen groter vloeroppervlak dan 50 m²; bij uitzondering is een ontheffing van 75 m² toegestaan;
Onderhavig wijzigingsplan betreft de omzetting van een bedrijfswoning naar een burgerwoning. Het betreft enkel een functionele wijziging en niet een fysieke wijziging. Het realiseren van bijgebouwen is geen onderdeel van het wijzigingsplan.
- de nieuwe woning dient milieuhygiënisch inpasbaar te zijn;
Om te bepalen of de nieuwe functie wonen inpasbaar is in de omgeving moet beoordeeld worden of de milieuaspecten zoals: bodem, luchtkwaliteit, geluid, externe veiligheid en spuitzones geen belemmering vormen.
De eisen ten aanzien van de aspecten bodem, luchtkwaliteit, geluid en externe veiligheid zijn voor een bedrijfswoning gelijk aan die van een burgerwoning. Op deze onderdelen heeft de toetsing aan de milieuaspecten reeds plaatsgevonden ten tijde van het vastleggen van de bedrijfswoning. Een burgerwoning is op deze aspecten dus reeds inpasbaar. Voor een nadere toelichting van deze onderdelen wordt verwezen naar paragraaf 5.1.
In onderhavig plan komt door de bestemmingswijziging een burgerwoning naast een agrarisch perceel te liggen waar gewassen geteeld worden en waar met bestrijdingsmiddelen gewerkt wordt. Ten aanzien van spuitzones van agrarische percelen dient gemotiveerd te worden dat de nieuwe functie inpasbaar is.
Voor spuitzones bestaat geen afzonderlijke, specifieke wettelijke regelgeving. Wel heeft zich jurisprudentie ontwikkeld ten aanzien van spuitzones om de volksgezondheid voldoende te kunnen garanderen wanneer woningen en agrarische functies nabij elkaar gelegen zijn.
Voor onderhavige locatie speelt vooral het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (Lotv) een belangrijke rol. Dit besluit heeft als doel de reductie van bestrijdingsmiddelen in het water. De afstanden en teeltvrije zones die in het Lozingenbesluit worden genoemd zijn gerelateerd aan het oppervlaktewater. Met de siertelers in de regio is een convenant ondertekend waarin geregeld wordt dat de lozing van gifstoffen geminimaliseerd wordt. Het gaat hier met name om de technieken van bestrijdingsmiddelen spuiten en het niet direct telen op de waterkant. Door het besluit en de daaropvolgende afspraken met de telers is er geen sprake van spuitzones nabij water.
Onderhavig plan wordt in de bestaande situatie aan drie zijden omsloten met water. De noordzijde van het perceel grenst echter direct aan een agrarisch perceel. Voor deze zijde wordt aanvullend een watergang gegraven. Hierdoor kan aan alle zijden als gevolg van het ontbreken van spuitzones nabij open oppervlaktewater voldaan worden aan de minimaal aan te houden afstanden. De watergang wordt direct aangrenzend aan de woonkavel buiten het wijzigingsplan gerealiseerd.
Een belangrijk omgevingsaspect is verder de aan te houden driftafstand van 35 meter bij gebruik van gewasbeschermingsmiddelen tussen een woning en open teelt van omliggende sierteeltbedrijven. Door de aanwezigheid van sloten en/of het graven van sloten kan aan deze driftafstand voorbij worden gegaan. Dit wordt door de Omgevingsdienst West-Holland als advieslijn aangehouden.
Er is gekozen om dit buiten het wijzigingsplan te houden omdat de wijzigingsbevoegdheid de bevoegdheid regelt voor het wijzigen van het gebruik van een bedrijfswoning naar een burgerwoning en niet van agrarisch - sierteelt naar water. Binnen de bestemming agrarisch - sierteelt bestaat wel de mogelijkheid om watergangen aan te leggen. Voor het realiseren van de watergang wordt derhalve gebruik gemaakt van het vigerende bestemmingsplan. Het graven van de benodigde genoemde watergang wordt afgedwongen middels een anterieure overeenkomst.
- er mogen geen onevenredige beperkingen voor omliggende, bestaande agrarische bedrijven optreden (dit betreft zowel de bestaande bedrijfsvoering als de uitbreidings- en ontwikkelingsmogelijkheden);
Om te bepalen of de bedrijven belemmerd worden in hun bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden is in eerste instantie gekeken naar de richtafstanden zoals die zijn opgenomen in de VNG uitgave 'Bedrijven en Milieuzonering. Voor onderhavig plan geldt een richtafstand van 30 meter van een gevoelige bestemming zoals woningen tot aan akkerbouw en fruitteelt en dan specifiek de daarbijbehorende bedrijfsbebouwing. Omdat in de VNG uitgave sierteelt niet specifiek benoemd is, is gebruik gemaakt van de meest passende bedrijfstypologie. Voorts is voor de afstandseis uitgegaan van een rustige woonwijk en of buitengebied.
De meest nabijgelegen agrarische bebouwingskavel behorende bij Voorweg 112 ligt op circa 32 meter. De feitelijke kas bij dit perceel ligt op circa 35 meter. Vanuit het aspect bedrijven en milieuzonering vormen de omliggende bedrijven inclusief hun uitbreidingsmogelijkheden dan ook geen belemmering voor onderhavig plan. In het bestemmingsplan is een nadere invulling ten aanzien van bedrijfsbebouwing en gevoelige bestemmingen gegeven. Onder punt h wordt hier nader op ingegaan.
- er dient in ieder geval te worden voldaan aan het bepaalde in artikel 18 lid 18.4 'Afstand gevoelige objecten ten opzichte van kassen' en artikel 18 lid 18.6 'Minimale afstanden landbouwbedrijven';
In de planregels van het (moeder)bestemmingsplan zijn minimale afstanden gegeven tussen kassen en gevoelige bestemmingen. Het gaat hier om een nadere uitwerking van de bovenstaande bedrijven en milieuzonering methodiek.
Bij afstanden die aangehouden moeten worden ten opzichte van kassen worden de onderstaande definities voor gevoelige bestemmingen gehanteerd:
objecten categorie I:
- aaneengesloten woonbebouwing, zijnde drie of meer woningen, die telkens op minder dan 5 m afstand van elkaar zijn gelegen;
- gevoelige objecten, zijnde gebouwen of delen van gebouwen, bestemd voor het verblijf van personen of objecten, gebouwen of terreinen bestemd voor verblijfs- of dagrecreatie, niet zijnde een kleinschalig kampeerterrein met ten hoogste 15 kampeermiddelen;
objecten categorie II:
- overige woningen van derden;
- restaurants.
Onderhavige burgerwoning valt zodoende onder categorie II. De meest nabij gelegen kas ligt op 35 meter. Er wordt derhalve voldaan aan de afstanden zoals die zijn opgenomen in artikel 18.4 van het vigerende bestemmingsplan.

Bij afstanden die aangehouden moeten worden ten opzichte van landbouwbedrijven worden de onderstaande definities voor gevoelige bestemmingen gehanteerd:
objecten categorie I:
- bebouwde kom met stedelijk karakter;
- ziekenhuis, sanatorium, en internaat;
- objecten voor verblijfsrecreatie;
objecten categorie II:
- bebouwde kom of aaneengesloten woonbebouwing van beperkte omgeving in een overigens agrarische omgeving;
- objecten voor dagrecreatie;
objecten categorie III:
- verspreid liggende niet-agrarische bebouwing die aan het betreffende buitengebied een overwegende woon- of recreatiefunctie verleent;
objecten categorie IV:
- woning behorend bij een agrarisch bedrijf, niet zijnde een veehouderij waar 50 of meer mestvarkeneenheden op grond van een vergunning aanwezig mogen zijn;
objecten categorie V:
- woning, behorend bij een veehouderij waar 50 of meer mestvarkeneenheden op grond van een vergunning aanwezig mogen zijn
Onderhavige burgerwoning valt zodoende onder categorie II. Er liggen geen landbouwbedrijven waar landbouwhuisdieren worden gehouden binnen 100 meter, tevens liggen er geen landbouwbedrijven binnen 50 meter van het plangebied. in de directe omgeving zijn enkel sierteelt bedrijven toegestaan. Er wordt derhalve voldaan aan de afstanden zoals die zijn opgenomen in artikel 18.6 van het vigerende bestemmingsplan.
- op de nieuwe woning is het bepaalde in artikel 13 van overeenkomstige toepassing.
Artikel 13 van het vigerende bestemmingsplan beschrijft de voorwaarden van de bestemming 'Wonen'. Het object voldoet aan de in dit artikel beschreven bestemmingsregels en bouwregels.