Artikel 4 Bedrijf - Sierteelt
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Bedrijf - Sierteelt aangewezen gronden zijn bestemd voor het uitoefenen van sierteeltondersteunende bedrijven én sierteeltbedrijven zoals genoemd onder de categorieën 1 tot en met 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.
alsmede:
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning (bw)' een bedrijfswoning;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning (bw)': aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten met een maximaal vloeroppervlak dat niet meer bedraagt dan 25% van het vloeroppervlakte van het hoofdgebouw inclusief aan- en uitbouwen en in de omvang van ten hoogste 50 m².
-
c. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor (k)': tevens een zelfstandig kantoor;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf -1';
-
1. tevens ondersteunende horecavoorzieningen ondergeschikt aan- en ten dienste van de bestemming zoals genoemd in de aanhef van artikel 4.1 tot ten hoogste de categorie 'lichte horeca' uit de Staat van Horeca activiteiten;
-
2. sierteeltgerelateerd onderwijs;
-
3. een onderzoeksinstituut;
-
4. een congrescentrum;
-
5. een beursgebouw;
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg (vm)': een verkooppunt van motorbrandstoffen zonder lpg en daarbij behorende doeleinden;
-
f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – koikarperkwekerij (sb-kkw)' een koikarperkwekerij;
-
g. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein (p)' een parkeerterrein;
-
h. voor de daarbij behorende erven en tuinen, (achter)paden, verkeers- en groenvoorzieningen en water, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding - onbebouwd [sba-ob]’ mogen geen bouwwerken worden gebouwd.
4.2.2 Gebouwen
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. het bebouwingspercentage van een bouwperceel zal ten hoogste 80% bedragen;
-
b. de goothoogte van gebouwen mag maximaal 7 meter bedragen en de bouwhoogte mag maximaal 12 meter bedragen;
-
c. hoofdgebouwen dienen te worden afgedekt met een kap van minimaal 15 en maximaal 60 graden;
-
d. de minimaal aan te houden afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt 3 m;
-
e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - koikarperkwekerij' mag bebouwing alleen worden opgericht binnen het bouwvlak;
-
f. ter plaatse van het maatvoeringssymbool 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is de maximale bouwhoogte 5 meter en het maximale bebouwingspercentage 25%;
-
g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - koikarperkwekerij' mogen individuele gebouwen maximaal 200 m2 groot zijn;
-
h. ten aanzien van de genoemde gebouwen in sub g geldt dat deze op een onderlinge afstand moeten staan van minimaal 15 meter in de lengterichting en minimaal 10 meter in de breedterichting;
-
i. de bouw van bedrijfswoningen, met daarbij behorende garages, bergplaatsen, andere gebouwen ten dienste van de woningen, erven en tuinen, is uitsluitend toegestaan op de gronden die zijn aangeduid met de nadere aanduiding 'bedrijfswoning' en onder de volgende voorwaarden:
-
1. per aanduiding mag één bedrijfswoning worden gebouwd waarvan de inhoud niet meer mag zijn dan 750 m³ en de goot- en bouwhoogte niet meer dan 3 respectievelijk 8,5 meter;
-
2. de voorgevel van de woning dient naar de weg gekeerd te worden gebouwd;
-
3. bij iedere woning mogen bijbehorende bouwwerken worden gebouwd, waarvan de oppervlakte niet meer dan 50 m² mag zijn.
-
j. de zelfstandige kantoorvestiging als bedoeld in lid 4.1 sub c is toegestaan mits:
-
1. deze plaatselijk verzorgend en/of plaatselijk gevestigd is en is gericht op activiteiten ten behoeve van de landbouw en de ontwikkeling daarvan;
-
2. de bruto-vloeroppervlakte niet meer dan 1.000 m² bedraagt;
-
k. de ondersteunende horecavoorziening ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1' als bedoeld in lid 4.1 sub d is toegestaan tot een maximale oppervlakte van 200 m2.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
-
a. de hoogte van lantaarnpalen mag maximaal 6 meter bedragen;
-
b. de hoogte van reclamezuilen mag maximaal 5 meter bedragen;
-
c. de hoogte van hekwerken mag maximaal 2 meter bedragen;
-
d. de hoogte van vlaggenmasten mag maximaal 8 meter bedragen;
-
e. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag maximaal 2 meter bedragen.
4.3 Nadere eisen
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan:
-
a. de situering van de voorgevel van hoofdgebouwen, met dien verstande, dat in verband met de versterking van de ontsluitingsstructuur van het plangebied en/of sociale veiligheid geëist kan worden, dat de voorzijde van de hoofdgebouwen aan de hoofdontsluitingswegen of hoofdgroenstructuur wordt gebouwd;
-
b. de situering van hoofdgebouwen tot een zijdelingse perceelsgrens, indien die noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van gronden en bouwwerken op het aangrenzende perceel en het handhaven van parkeergelegenheid op het betreffende perceel, met dien verstande, dat een maximale afstand van 3 meter geëist kan worden;
-
c. de situering en het aantal parkeervoorzieningen op eigen terrein van kantoren, bedrijven en overige voorzieningen;
-
d. de afmeting van de bebouwing en situering, voorzover hier niet boven genoemd, indien dit noodzakelijk is in verband met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken en de stedenbouwkundige en de landschappelijke karakteristiek van de omgeving.
4.4 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
-
a. het bepaalde in lid 4.1 voor een bedrijfsactiviteit die niet in de Staat van
Bedrijfsactiviteiten is opgenomen, dan wel uit een hogere milieucategorie, met inachtneming van de volgende regels:
-
1. de bedrijfsactiviteit valt onder een categorie die maximaal 1 categorie hoger is dan de categorie die volgens de regels is toegestaan;
-
2. de milieu-invloed van de bedrijfsactiviteit is vergelijkbaar met die van bedrijven uit de milieucategorie die volgens de regels is toegestaan;
-
3. de stedenbouwkundige structuur niet onevenredig wordt aangetast;
-
4. de verkeersveiligheid en brandveiligheid is gewaarborgd;
-
b. het bepaalde in lid 4.1 voor sierteeltgerelateerde risicovolle activiteiten met inachtneming van de volgende regels:
-
1. de plaatsgebonden risicocontour PR=10-6 ligt binnen de terreingrens/ perceelsgrens van het risicovolle bedrijf, dan wel over gebieden met de bestemming verkeer, groen en/ of water;
-
2. risicovolle activiteiten liggen minimaal op 200 meter afstand van een (bedrijfs)woning;
-
3. het calamiteitenscenario van de activiteit bedraagt maximaal 10 dodelijke slachtoffers in omliggende woongebieden;
-
c. het bepaalde in lid 4.2.2 sub b voor een goothoogte van maximaal 11 meter en een bouwhoogte van maximaal 16 meter, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsuitvoering noodzakelijk is en overwegingen van landschapsbelang zich daartegen niet verzetten;
-
d. het bepaalde in lid 4.2.2 sub c voor een andere dakhelling met een maximum van 50% van het dakvlak of een platte afdekking, indien zulks voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk blijkt en overwegingen van landschapsbelang zich daarentegen niet verzetten;
-
e. het bepaalde in lid 4.2.2 sub d voor een kortere afstand tot de zijdelingse perceelsgrens aan 1 zijde van de bebouwing indien zulks voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk blijkt, overwegingen van landschapsbelang zich daarentegen niet verzetten en de stedenbouwkundige structuur niet wordt aangetast.
4.5 Specifieke gebruiksregels
Ter plaatse van de specifieke functieaanduiding 'parkeerterrein (p)' dienen in totaal 25 parkeerplaatsen te worden gerealiseerd.