direct naar inhoud van Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Kernen Maasdonk, herziening hotel Nuland
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1671.BPKM2010DN000014-01VA

Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Algemeen

De voor Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden met een verkeersfunctie;
  • b. in- en uitritten;
  • c. voet- en rijwielpaden;
  • d. verblijfsvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. straatmeubilair;
  • h. beeldende kunstwerken;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. geluidwerende voorzieningen;
  • k. LPG-vulpunt en ondergrondse opslagtank LPG;
  • l. (reclame)mast;
  • m. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;

één en ander met bijbehorende voorzieningen en overeenkomstig de in 6.1.2 opgenomen nadere detaillering van de doeleinden. .

6.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 6.1.1:

a Vulpunt

Uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "vulpunt" is een vulpunt ten behoeve van de aflevering van LPG toegestaan.

b Ondergrondse tank

Voor de ondergrondse tank ten behoeve van de opslag van LPG geldt het volgende:

  • a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van verkeer - ondergrondse tank" is een ondergrondse tank (lpg-tank) toegestaan ten behoeve van de opslag van LPG toegestaan;
  • b. het aansluitpunt van het vulpunt op deze ondergrondse tank is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding "vulpunt".
c (Reclame)mast

Een reclamemast is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer-reclamemast' en uitsluitend nadat de omgevingsvergunning als bedoeld in 6.4.1 is verleend.

d Grondwaterbescherming

Ter bescherming van het grondwater geldt het volgende:

  • 1. nieuwe installaties dienen te worden uitgevoerd met een vloeistofdichte vloer;
  • 2. ondergrondse tanks dienen geplaatst te worden in een vloeistofdichte betonnen bak of een soortgelijke voorziening ter voorkoming van vervuiling van het grondwater.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer bedragen dan 8 m;
  • b. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.
6.3 Specifieke gebruiksregels
6.3.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. een brandstofverkooppunt.
6.4 Afwijken van de gebruiksregels
6.4.1 Reclamemast

De omgevingsvergunning zoals bedoeld in 6.1.2 onder c kan worden verleend, indien:

  • a. de reclamemast voldoet aan het bepaalde in de publicatie 'objecten langs autosnelwegen' van Rijkswaterstaat;
  • b. de bouwhoogte van de reclamemast mag niet meer bedragen dan 25 m;
  • c. de vergunning wordt niet eerder verleend dan nadat Rijkswaterstaat schriftelijk om advies is gevraagd.