Artikel 5 Wonen
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. wonen;
-
b. één paardenbak waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 800 m2, met daarbij behorende lichtmasten,
en tevens voor:
-
c. aan huis gebonden beroepen en bed & breakfast, mits:
-
1. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft;
-
2. de (mede) daarvoor in gebruik te nemen vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning tot een maximum van 35% van de oppervlakte van de begane grond van de woning;
-
3. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte detailhandel ondergeschikt aan de uitoefening van het aan huis gebonden beroep, mits de te koop aangeboden goederen en/ of producten een relatie hebben met het aan huis gebonden beroep;
-
4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
-
5. geen vanaf het openbaar gebied zichtbare reclame-uitingen worden aangebracht, tenzij het een reclameuiting betreft die voldoet aan het bepaalde in de Algemene Plaatselijke Verordening en die niet is aan te merken als een bouwwerk,
met de daarbijbehorende:
-
d. groenvoorzieningen;
-
e. verkeersvoorzieningen;
-
f. nutsvoorzieningen;
-
g. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding.
Het aantal woningen mag per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan 1.
5.2 Bouwregels
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
-
a. de maatvoering van de bebouwing dient te voldoen aan de eisen die in de navolgende tabel zijn gesteld:
Bouwwerken
|
Maximale goothoogte in m
|
Maximale bouwhoogte in m
|
Maximale oppervlakte in m²
|
Maximale inhoud in m³
|
Minimale afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens in m
|
Woning
|
6
|
10
|
-
|
600, tenzij anders is aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum volume (m3)'
|
5
|
Vrijstaande bijgebouwen bij de woning
|
3
|
6
|
100
|
-
|
5
|
Erfafscheidingen voor de voorgevellijn
|
-
|
1
|
-
|
-
|
-
|
Erfafscheidingen achter de voorgevellijn
|
-
|
2
|
-
|
-
|
-
|
Geluidsschermen achter de voorgevellijn
|
-
|
3
|
-
|
-
|
-
|
Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde voor de voorgevellijn
|
-
|
1
|
-
|
-
|
-
|
Overige bouwwerken geen gebouwen zijnde achter de voorgevellijn
|
-
|
6
|
-
|
-
|
-
|
-
b. een vrijstaand bijgebouw mag niet worden gebouwd voor de voorgevellijn van de woning;
-
c. indien de bestaande bebouwing afwijkt van sub a, dan geldt de bestaande bebouwing op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan, mits deze op een legale wijze tot stand is gebracht;
-
d. voor het bouwen van een kelder gelden de volgende regels:
-
1. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte van het hoofdgebouw bovengronds;
-
2. het aantal bouwlagen mag niet meer bedragen dan 1.
5.3 Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg.
5.4 Afwijken van de gebruiksregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken worden van het bepaalde in lid 5.3 ten behoeve het gebruik van vrijstaande bijgebouwen ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat:
-
a. het gebruik noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
-
b. op het perceel al een woning aanwezig is;
-
c. de omgevingsvergunning niet meer dan één keer tegelijkertijd per woning wordt verleend;
-
d. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van belangen van belanghebbenden;
-
e. de voor mantelzorg te gebruiken ruimte wordt ingepast binnen de bouwmogelijkheden voor bijgebouwen en in ieder geval niet groter is dan 80 m²;
-
f. het bijgebouw gelegen is op een afstand van niet meer dan 40 m van de woning, tenzij op ruimere afstand van de woning een bijgebouw is gelegen, dat op relatief eenvoudige wijze geschikt is te maken voor bewoning en er sprake blijft van een relatie tussen woning en bijgebouw;
-
g. de verleende omgevingsvergunning door burgemeester en wethouders wordt ingetrokken indien de bij de verlening van de omgevingsvergunning bestaande noodzaak vanuit een oogpunt van mantelzorg niet meer aanwezig is;
-
h. indien de bewoning van een vrijstaand bijgebouw plaatsvindt door degene die mantelzorg nodig heeft en diens partner, wordt de omgevingsvergunning pas ingetrokken nadat beiden het bijgebouw of bedrijfsgebouw hebben verlaten.