Plan: | Kleine Hoeven 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1667.BPBkh0036-VAST |
Doelstellingen duurzaam stedelijk watersysteem
Voor bedrijventerrein Kleine Hoeven geldt dat het bestaande watersysteem gehandhaafd moet blijven en, indien mogelijk, het natuurlijk watersysteem moet worden hersteld. Hiertoe wordt ingezet op een gecombineerde ontwikkeling van bedrijventerrein en natuur. Daarbij wordt gestreefd naar versterking van het natuurlijke watersysteem en toename van de ondiepe kwel. Dit kwelwater vormt de basis voor de gewenste ecologische verbindingszone van de Rouwenbogtloop. Hierbij wordt bovendien ruimte gezocht voor de realisatie van een natuurlijk(er) en veerkrachtig beeksysteem. 'Veerkrachtig' betekent dat tijdens hevige neerslag en piekafvoeren in de beek, waterberging kan plaatsvinden in de beekdalzone doordat delen van het beekdal vanuit de waterloop kunnen overstromen.
Verder geldt als doelstelling van het duurzaam stedelijk watersysteem dat versnelde afvoer van schoon regenwater moet worden voorkomen door waterconservering. Ook zal de afvoer van schoon regenwater naar de RWZI moeten worden beperkt door afkoppeling, infiltratie en vertraagde afvoer naar de Rouwenbogtloop. Tenslotte is het streven gericht op het waar mogelijk beperken van het gebruik van drinkwater voor laagwaardige toepassingen door benutting van regenwater en gebruik als proceswater.
Samenvattend kan worden gesteld dat op het bedrijventerrein Kleine Hoeven sprake zal zijn van een duurzaam stedelijk watersysteem waarbij de randvoorwaarden worden bepaald door het natuurlijk watersysteem.
Ontwerprichtlijnen
Om bovenstaande doelstellingen te kunnen realiseren zijn de volgende ontwerprichtlijnen van toepassing:
Bij de ontwikkeling van een zo schoon mogelijk regenwaterafvoersysteem dient instroom van verontreinigingen en menging van verontreinigd en schoon water zo veel mogelijk te worden voorkomen. Dit kan worden bereikt door:
Voor de onkruid- en gladheidbestrijding kunnen alternatieve maatregelen worden opgesteld die geen belasting vormen voor het milieu.
Uitwerking duurzaam watersysteem
In overleg met het Waterschap De Dommel is het duurzaam watersysteem voor bedrijventerrein Kleine Hoeven opgesteld. De resultaten van dit overleg zijn neergelegd in de "Watertoets Bedrijventerrein Kleine Hoeven" (Grontmij, juli 2004, doc.nr. 142204/31/Wa10). Onderstaand wordt een samenvatting van deze watertoets gegeven.
Op de hogere delen van het bedrijventerrein wordt het hemelwater afkomstig van de wegen en parkeerterreinen rondom de bedrijfsgebouwen afgevoerd naar greppels langs de wegen. Vanuit deze greppels infiltreert een deel van het water vervolgens in de bodem (de afwateringshoofdstructuur en de ligging van de regenwaterafvoersystemen zijn weergegeven in figuur 5.14 en 5.15).
Figuur 5.14: Hoofdstructuur afwatering
Het overige deel van het aangevoerde hemelwater dat niet in de greppels geborgen kan worden, wordt afgevoerd naar enkele centraal gelegen infiltratievelden in de groenstructuren binnen het bedrijventerrein. De oppervlakkig gelegen greppels en infiltratievelden zijn niet permanent gevuld met water, alleen tijdens perioden met neerslag zal water in de infiltratievoorzieningen zichtbaar zijn.
Door toepassing van oppervlakkig gelegen infiltratievoorzieningen voor de verwerking van hemelwater afkomstig van de wegen en parkeerterreinen, zijn in geval van calamiteiten eventuele verontreinigingen beter zichtbaar en relatief eenvoudiger te saneren dan wanneer ondergronds gelegen infiltratievoorzieningen worden toegepast.
Het hemelwater afkomstig van de daken van de gebouwen wordt op de hogere delen van het terrein afgevoerd infiltratiesystemen. Vanuit een dergelijke berging kan het hemelwater vervolgens infiltreren naar de omliggende bodem.
Door de ondiepe grondwaterstanden en slechte doorlatendheid van de bodem in het beekdal, is in het westelijk deel van het bedrijventerrein de infiltratie van hemelwater niet goed mogelijk. Het hemelwater afkomstig van zowel de daken van de gebouwen als de wegen en parkeerterreinen gelegen in de lagere delen van het terrein wordt dan ook afgevoerd naar een retentievoorziening in het beekdal.
De retentievoorziening wordt ingericht als een zuiveringsmoeras waarin het hemelwater een zuivering ondergaat alvorens vertraagd te worden afgevoerd naar de beek. Bij de aanleg van de retentievoorziening in het beekdal dient voorkomen te worden dat de aanwezige leemlagen worden doorsneden. De leemlagen zijn van invloed op het functioneren van het lokale grondwatersysteem en dus van belang voor het herstel van de oorspronkelijke natte natuurwaarden.
De infiltratievoorzieningen worden via een overstortconstructie aangesloten op de greppels. De greppels langs de wegen, de centrale infiltratievelden en uiteindelijke de retentievoorziening in het beekdal zijn eveneens aan elkaar gekoppeld.
Indien de bergingscapaciteit van de verschillende voorzieningen tijdens extreme neerslaggebeurtenissen niet toereikend is, kan het overtollige water via dit stelsel van greppels en infiltratievelden worden afgevoerd naar de centrale retentievoorziening. Vanuit de retentievoorziening in het beekdal kan het water dan worden geloosd op de Rouwenbogtloop.
Bij de nadere uitwerking van het waterhuishoudingsplan voor het bedrijventerrein dient de afwatering van buiten het plangebied gelegen gronden die in de huidige situatie via het plangebied afwateren, gewaarborgd te blijven.
Voor bedrijventerrein Kleine Hoeven wordt als uitgangspunt gehanteerd dat regenwater en vuilwater via gescheiden systemen worden afgevoerd. Het vuilwater afkomstig van het bedrijventerrein kan zijn samengesteld uit huishoudelijk afvalwater en proceswater. Het huishoudelijk afvalwater wordt via een dwa-riolering verzameld en geloosd in het bestaande rioleringssysteem om vervolgens te worden afgevoerd naar de RWZI. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat er mogelijkheden bestaan om het te ontwerpen stelsel voor Kleine Hoeven aan te takken op het bestaande stelsel van de gemeente Reusel-De Mierden.
Het aanbod van proceswater afkomstig van het bedrijventerrein kan in de huidige fase van de planvorming nog niet worden vastgesteld. Het is onbekend of de afvoercapaciteit van het bestaande (gemengde) rioolstelsel en de beschikbare capaciteit van de RWZI toereikend zijn voor de verwerking van proceswater afkomstig van het toekomstige bedrijventerrein. Op basis hiervan wordt geadviseerd om de vestigingsmogelijkheden van bedrijven met een significante proceswaterafvoer in overleg tussen waterschap en gemeente te bepalen. Dit kan betekenen dat de vestigingsmogelijkheden voor dergelijke bedrijven worden beperkt of dat zuivering op eigen terrein verplicht wordt gesteld.
Benutting van regenwater voor proces- of gebruikswater is in een duurzaam watersysteem gewenst. Hiermee wordt het gebruik van drinkwater beperkt en kan de benodigde berging kleiner worden. In de berekening van het benodigde oppervlak voor de berging van het regenwater is hier vooralsnog geen rekening mee gehouden. De mogelijkheden voor (her)gebruik van regenwater of proceswater zijn sterk afhankelijk van het type bedrijvigheid en de behoefte aan dergelijk water (B-kwaliteit). Omdat in de huidige fase van de planvorming nog niet bekend is welk type bedrijvigheid zich op het bedrijventerrein zal vestigen, wordt geadviseerd om de mogelijkheden voor benutting van proceswater of gebruikswater in overleg tussen gemeente, waterschap en waterbedrijf te bepalen.
Figuur 5.15: Ligging regenwaterafvoersystemen
Ruimtebehoefte waterhuishoudkundige voorzieningen
Om een indruk te verkrijgen van de benodigde ruimte voor de berging en afvoer van hemelwater afkomstig van de verharde oppervlakken binnen het plangebied, is een globale berekening uitgevoerd.
Het uitgeefbare oppervlak binnen Kleine Hoeven bedraagt circa 12,2 hectare, waarvan al ca. 0,5 hectare is uitgegeven. Het verharde oppervlak in de openbare delen van het plangebied bedraagt circa 2,4 ha (zie ook figuur 5.3) . Indien wordt aangenomen dat het uitgeefbare oppervlak geheel wordt verhard, bedraagt het totale verharde oppervlak binnen het plangebied circa 20 ha. Hiervan watert circa 85% af op een bovengronds gelegen voorziening zoals een infiltratiegreppel, infiltratieveld of retentievijver en circa 15% op een andere (eventueel ondergrondse) voorziening.
De bergingscapaciteit van de regenwaterafvoervoorzieningen moet toereikend zijn om een neerslaghoeveelheid van 40 mm te kunnen bergen, oftewel circa 8.600 m3 voor de bovengronds gelegen voorzieningen en circa 1.400 m3 voor andere (ondergrondse) voorzieningen. Na het bouwrijp maken van de locatie bedraagt de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) minimaal 1 m-mv ter plaatse van de wegen. Dit betekent dat verschillende typen infiltratiesystemen kunnen worden toegepast.
Ten aanzien van de bovengronds gelegen voorzieningen wordt onderscheid gemaakt tussen infiltratiegreppels en – velden in de hogere delen en bergingsvijvers in het beekdal van de Rouwenbogtloop. De bovengronds gelegen infiltratievoorzieningen worden aangelegd in de groenzones binnen het plangebied en hebben een totale bergingscapaciteit van circa 3.600 m3. Uitgaande van een gemiddelde maximale waterdiepte in de voorzieningen van circa 0,3 m, is voor de bovengronds gelegen infiltratievoorzieningen een oppervlak gereserveerd van totaal 12.000 m2. De bergingsvijvers in het beekdal hebben een totale bergingscapaciteit van circa 5.000 m3. Dit betekent dat tijdens een neerslaggebeurtenis met een herhalingstijd van T=10 jaar, de bergingsvijvers in het beekdal een totaal oppervlak beslaan van circa 14.500 m2 bij een gemiddelde waterdiepte van 0,35 m. In de praktijk zal dan een aanzienlijk deel van het beekdal binnen het plangebied worden ingezet voor de berging van hemelwater.
Calamiteiten
Mocht zich een calamiteit voordoen, dan bestaat het gevaar dat verontreinigende stoffen vrijkomen en met het regenwater terecht kunnen komen in het oppervlaktewater. Om een dergelijke calamiteit te kunnen beheersen is het gewenst om de verschillende greppels af te kunnen sluiten (bijv. klepconstructie of dam). Door de watergang zo snel mogelijk na het optreden van een calamiteit af te sluiten wordt de verontreiniging geïsoleerd en wordt het schoon te maken gebied zo klein mogelijk gehouden.
Toetsing ontwerp
Bij brief van 11 augustus 2006 (kenmerk U-06-05989) heeft het waterschap medegedeeld dat zij kan instemmen met de inhoud van de "Watertoets Bedrijventerrein Kleine Hoeven (2004)" en het het bestemmingsplan bedrijventerrein Kleine Hoeven. In overleg tussen de gemeente en het Waterschap heeft het Waterschap aangegeven nog steeds achter het waterhuishoudingsplan van destijds te staan.