Plan: | Buitengebied 2009, herziening fase 1A |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1667.BPBbuit20091A0040-ONH1 |
Het bepaalde in 9.1 onder f wordt aangepast als volgt:
f. erfbeplanting.
Bijlage Tabel bedrijven
Geen onderdeel herziening.
Het bepaalde in 9.2.1 onder b. wordt vervangen door:
b. De afstand tot de perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5 m.
Het bepaalde in 9.2.1 wordt aangevuld met het volgende onder c:
c. Bij vervangende nieuwbouw van de bedrijfswoning(en) mag het hoofdgebouw uitsluitend gesitueerd worden ter plaatse van de bestaande funderingen en, in geval van uitbreiding, daar direct op aansluitend; de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) wijkt niet af van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en).
Geen onderdeel herziening.
Het bepaalde in 9.2.3 onder e wordt aangevuld als volgt:
e. De dakhelling mag niet minder bedragen dan 20° en niet meer dan 60° , met uitzondering van ondergeschikte delen, zoals serres, erkers, aan- en uitbouwen en vergelijkbare bouwwerken.
Geen onderdeel herziening.
Het bepaalde in 9.2.5 onder c wordt aangevuld als volgt:
c. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnd, mag niet meer bedragen dan 4 m. De oppervlakte mag niet meer bedragen dan 30 m2.
Het bepaalde in 9.2.5 onder d sub 4 wordt vervangen door het volgende:
4. de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 10% van de oppervlakte van het bestemmingsvlak tot een maximum van 100 m².
Geen onderdeel herziening.
Het bepaalde in de aanhef van 9.4 wordt vervangen door:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning, mits het past bij de stedenbouwkundige en architectonische uitstraling van de omgeving, afwijken van het bepaalde in:
Het bepaalde in 9.4 onder c wordt vervangen door:
c. lid 9.2.2 onder a voor de eenmalige uitbreiding van de maximale oppervlakte met 15% voor niet agrarische bedrijven en 25% voor agrarisch verwante bedrijven en agrarisch technische hulpbedrijven, uitsluitend indien voorzien wordt in een zorgvuldige landschappelijke inpassing van de bedrijfsbebouwing op basis van een erfbeplantingsplan;
Het bepaalde in 9.4 wordt aangevuld met het volgende onder i:
i. lid 9.2.2 onder d voor een lagere dakhelling, indien dit beter past bij de stedenbouwkundige en architectonische uitstraling van het gebouw ten opzichte van de omgeving.
Aan 9.4 wordt de volgende bepaling toegevoegd onder 9.4.1:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.1 onder c voor het herbouwen van de bedrijfswoning op een andere locatie , mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
De aanhef en het bepaalde onder a wordt als volgt aangepast:
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:
Het bepaalde in 9.6.1 wordt aangevuld met het volgende onder i en j:
i. Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een erfbeplantingsplan.
j. Er vindt een kwaliteitsverbetering van het landschap plaats.
Het bepaalde in 9.6.2 wordt aangevuld met het volgende onder i:
i. De wijziging dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.
Het bepaalde in 9.6.3 vervalt.
Het bepaalde in 9.6.4 wordt aangevuld met het volgende onder g, h en i:
g. De wijziging dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.
h. Er is sprake van een zorgvuldige landschappelijke inpassing op basis van een erfbeplantingsplan.
i. Er vindt een kwaliteitsverbetering van het landschap plaats.