Plan: | Parapluplan Zonebeheerplan bedrijventerrein Bemmer |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1659.BPBDzonebeheer-VG01 |
Voor bedrijventerrein Bemmer is op 21 september 2010 door burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek geluidbeleid vastgesteld. Dit geluidbeleid is vastgelegd in het rapport: “Bedrijventerrein Bemmer geluidbeleid gemeente Laarbeek” en maakt tevens als Bijlage 1 deel uit van de regels onderhavig bestemmingsplan. In verband met de uitbreiding van het bedrijventerein met het 22 ha omvattende bedrijventerrein Bemmer IV is dit geluidbeleid in 2012 geactualiseerd (zie Bijlage 2). Met de vaststelling van dit geluidbeleid is getracht om een optimaal woonklimaat enerzijds en (geluid)ruimte voor de bedrijven anderzijds te scheppen. Hiervoor is op 11 juni 2019 ook het 'Parapluplan Geluidzone bedrijventerrein Bemmer' vastgesteld en is rondom het beleidsmatig gezoneerde bedrijventerrein Bemmer een geluidszone vastgelegd.
Het beleidsmatige gezoneerde bedrijventerrein Bemmer is echter nog niet volledig verankerd in de geldende bestemmingsplannen. Mede gelet op de invoering van de Omgevingswet per 1 januari 2024, is het noodzakelijk om de bestemmingsplannen hierop aan te passen.
Het bestemmingsplan ziet op de doorvertaling van het gemeentelijk geluidbeleid zoals is vastgelegd in het zonebeheerplan naar het bestemmingsplan. Hiermee wordt de rechtskracht van dit beleid verbeterd en kan de huidige werkwijze ten aanzien van het zonebeheer ook na de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden voortgezet. De ontbrekende gebiedsaanduiding 'beleidsmatig gezoneerd bedrijventerrein' wordt met dit bestemmingsplan toegevoegd aan de geldende bestemmingsplannen. Hiermee wordt het zonebeheerplan gekoppeld aan de regels van de onderliggende bestemmingen op het bedrijventerrein en ontstaat voor bedrijven binnen het plangebied de rechtstreekse verplichting om aan het geluidbeleid te voldoen. Voorheen werd, bij vergunningverlening of behandeling van een melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer, door het bevoegd gezag aan dit beleid getoetst.
Gelet op het bij dit plan opgenomen overgangsrecht, heeft dit geen gevolgen voor de bedrijven zoals deze op het moment van vaststelling legaal op het bedrijventerrein zijn gevestigd.
Door het zonebeheerplan in één overkoepelend parapluplan te borgen in plaats van deels in alle onderliggende bestemmingsplannen, wordt de situatie overzichtelijker en wordt de kans op nieuwe knelpunten in de toekomst aanzienlijk verkleind.
Bedrijventerrein Bemmer is gelegen te Beek en Donk nabij de Zuid-Willemsvaart. Van oorsprong zijn op deze locatie, gelegen tussen de Bosscheweg, Mgr. Verhagenstraat, Brakenstraat en Trentstraat, bedrijven gevestigd. Nadien heeft een uitbreiding van dit bedrijventerrein plaatsgevonden in noordelijke richting tot aan de Vonderweg en Schoondonkseweg toe.
Onderhavig bedrijventerrein is een beleidsmatig “gezoneerd bedrijventerrein”. Deze contour vormt het plangebied van onderhavig bestemmingsplan.
-
Plangebied Parapluplan Zonebeheerplan bedrijventerrein Bemmer (plangebied is blauwe contour 'gezoneerd terrein')
In het onderstaande overzicht zijn de geldende bestemmingsplannen opgenomen die, geheel of deels, binnen het plangebied van kracht zijn.
type plan | naam |
identificatienummer NL.IMRO.1659.- |
vaststellingsdatum | |
Bestemmingsplan | Bemmer IV | BPBDBemmer4-VG01 | 16-09-2010 |
|
Bestemmingsplan | Bedrijventerrein Bosscheweg (deelgebied Wellestraat-Oost) | BPBDWellestrOost-VG01 | 16-09-2010 | |
Bestemmingsplan | Bedrijventerrein Bosscheweg (deelgebied Wellestraat-West) | BPBDWellestrWest-VG01 | 16-09-2010 | |
Uitwerkingsplan | Boerdonkseweg 1 | BPUBDboerdonkweg1-VG01 | 03-04-2012 | |
Uitwerkingsplan | Boerdonkseweg II | BPUBDboerdonkweg2-VG01 | 11-09-2012 | |
Bestemmingsplan | Bestemmingsplan Kom Beek en Donk | BPBDkombeekendonk-OH01 | 12-12-2012 | |
Uitwerkingsplan | Uitwerkingsplan Vonderweg III | BPUBDVonderwegIII-VG01 | 08-10-2013 | |
Uitwerkingsplan | IV Boerdonkseweg gemeente Laarbeek | BPUBDBoerdonkwegIV-VG01 | 05-11-2013 | |
Uitwerkingsplan | Bemmer IV - Oost | BPUBDbemmer4oost-VG01 | 17-03-2015 | |
Uitwerkingsplan | Bemmer IV - Middengebied | BPUBDBemmer4midden-VG01 | 02-08-2016 | |
Bestemmingsplan | Herziening Bemmer IV | BPBDBemmer4herz1-VG01 | 20-04-2017 | |
Bestemmingsplan | Herziening Komplannen | BPherzkomplannen-VG01 | 06-07-2017 | |
Bestemmingsplan | Vonderweg/Bemmerstraat | BPBDuitbrjeurgens-VG01 | 12-10-2017 | |
Bestemmingsplan | Parkeernormen Laarbeek | BPLBparkeernorm-VG01 | 07-06-2018 |
|
Uitwerkingsplan | Bemmer IV - Noordwest en Zuid | BPUBDBemmer4nwz-VG01 | 24-03-2020 | |
Bestemmingsplan | Brakenstraat 3-5, Beek en Donk | BPBDBrakenstraat3-VG01 | 27-01-2022 | |
Bestemmingsplan | Parapluplan Archeologie en monumenten gemeente Laarbeek | BPARCHMON-VG01 | 29-09-2022 | |
Voorbereidingsbesluit | Supermarkten Laarbeek | VBBPSupermarkten-VG02 | 23-03-2023 |
Deze toelichting bestaat uit vijf hoofdstukken. Na deze inleiding volgt hoofdstuk 2 waarin een beschrijving van het beleid is opgenomen. Hoofdstuk 3 bevat de juridische vormgeving. Hoofdstuk 4 gaat in op de economische uitvoerbaarheid. Hoofdstuk 5 gaat ten slotte in op de gevolgde procedure, inclusief een paragraaf over de maatschappelijke uitvoerbaarheid.
Vaststelling geluidszone industrielawaai in het verleden
Op grond van de Wet geluidhinder en onderdeel D van Bijlage I Bor dient een geluidszone te worden vastgesteld rond industrieterreinen waar inrichtingen zijn gevestigd of zich kunnen vestigen die 'in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken'. Dergelijke inrichtingen worden in de volksmond ook wel 'grote lawaaimakers' genoemd. Het bedrijventerrein Bemmer is niet gezoneerd op basis van artikel 40 van de Wet geluidhinder. Op dit bedrijventerrein zijn geen 'grote lawaaimakers' toegestaan. Wel heeft de gemeente beleidsmatig een geluidszone voor dit bedrijventerrein vastgesteld.
Een beleidsmatig gezoneerd bedrijventerrein is dus een grootschalig bedrijventerrein zonder "grote lawaaimakers" waarvoor door het bevoegd gezag, teneinde beperkingen te stellen aan de door bedrijven veroorzaakte gecumuleerde geluidsbelasting, naar analogie van het wettelijk gezoneerd bedrijventerrein beleidsmatig een geluidszone is vastgesteld.
Grenswaarden
Buiten een geluidszone mag de geluidsbelasting als gevolg van het betreffende bedrijventerrein – dat wil zeggen van alle bedrijven cumulatief - niet meer bedragen dan 50 dB(A). Binnen de geluidszone zijn woonbestemmingen en andere geluidsgevoelige bestemmingen slechts aanvaardbaar indien de geluidsbelasting aan de gevel aan de wettelijke grenswaarden voldoet. Ook binnen de geluidszone geldt voor (nieuwe) woningen een wettelijke voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). In bepaalde gevallen is de vaststelling van een hogere grenswaarde tot 55 dB(A) mogelijk. In enkele gevallen zijn zelfs hogere waarden tot 60 dB(A) mogelijk.
De geluidzone is het gebied tussen de grens van het bedrijventerrein en de zonegrens. Buiten de zonegrens mag de door alle bedrijven die op het bedrijventerrein zijn gevestigd gezamenlijk veroorzaakte geluidbelasting niet hoger zijn dan 50dB(A) etmaalwaarde. De zone is dus het gebied, behalve het bedrijventerrein zelf, waarbinnen vanwege dat bedrijventerrein een geluidbelasting mag heersen van 50 dB(A) etmaalwaarde of meer. Deze eis is vastgelegd in de Wgh en gekoppeld aan de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en de Wabo.
De wijze van zonebeheer die van toepassing is op het beleidsmatig gezoneerd bedrijventerrein Bemmer is in anologie met het zonebeheer van gezoneerde terreinen bedoeld voor grote lawaaimakers. Het wettelijk kader voor dergelijke activiteiten is opgenomen in de Wet geluidhinder.
Gevolg hiervan is, dat zowel bij het toetsen van een initiatief aan het vigerend bestemmingsplan, als bij het verlenen van omgevingsvergunningen rekening wordt gehouden met de geluidzone die om het bedrijventerrein is gelegen.
Het doel van de zone is het vormen van een buffer, een ruimtelijke scheiding tussen industriële activiteiten en woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen, zoals ziekenhuizen en onderwijsgebouwen. De keuze van de ligging van de zone is gebaseerd op een afweging tussen de ruimte voor de industrie en de ruimte voor geluidgevoelige objecten. De geluidzone zelf vormt hierbij een aandachtsgebied voor geluid, waar niet zondermeer woningen (en andere geluidgevoelige objecten) mogen worden gebouwd. De geluidzone voorkomt enerzijds dat woonbebouwing oprukt in de richting van bedrijven. Anderzijds geven de geluidzone en de daarbinnen vastgestelde grenswaarden de akoestische grenzen aan waaraan bedrijven op het bedrijventerrein zich dienen te houden.
In de huidige situatie wordt bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor een bedrijf op dit bedrijventerrein door het bevoegd gezag de grenswaarden binnen de geluidzone in acht genomen. Dit wordt ook wel het toetsen aan een geluidzone genoemd. Deze toets is verplicht voor alle bedrijven op het bedrijventerrein die vallen binnen het toepassingsgebied van de Wabo. Dus ook de geluidbelasting vanwege niet-vergunningplichtige bedrijven (zogenaamde AMvB-bedrijven: bedrijven die sinds 1 januari 2008 onder het Activiteitenbesluit vallen) wordt betrokken bij de toets aan de grenswaarden binnen de geluidzone.
Met het onderhavige parapluplan wordt de gebiedsaanduiding 'beleidsmatig gezoneerd bedrijventerrein' binnen het plangebied toegevoegd aan de geldende bestemmingsplannen. Hiermee wordt het zonebeheerplan gekoppeld aan de regels van de onderliggende bestemmingen op het bedrijventerrein en ontstaat voor bedrijven binnen het plangebied de rechtstreekse verplichting om aan het geluidbeleid te voldoen.
Bij dit zonebeheer wordt rekening gehouden met de norm van 50 dB(A) op de zonegrens (= grens van de geluidszone) en de normen die in het verleden voor woningen binnen de geluidszone zijn vastgesteld. Het zonebeheerplan geeft voor de bestaande en nieuwe bedrijven en het bevoegd gezag inzicht in de maximaal vergunbare hoeveelheid geluid die mogelijk is. Dit is eveneens als uitgangspunt genomen bij het uitgevoerde akoestisch onderzoek en de aanpassingen aan de geluidszone.
Voor dit bedrijventerrein is op 21 september 2010 door burgemeester en wethouders van de gemeente Laarbeek geluidbeleid vastgesteld en in verband met de uitbreiding van Bemmer IV geactualiseerd in 2012. Dit geluidbeleid is vastgelegd in het rapport: 'Geluidbeleid bedrijventerrein Bemmer, Beek en Donk 2010' (Bijlage 1) bij de regels van dit het bestemmingsplan) en het geactualiseerde rapport 'Geluidbeleid bedrijventerrein Bemmer, Beek en Donk 2012' (Bijlage 2 bij de regels van dit het bestemmingsplan). Met de vaststelling van dit geluidbeleid is getracht om een optimaal woonklimaat enerzijds en (geluid)ruimte voor de bedrijven anderzijds te scheppen.
Het geluidbeleid is opgezet analoog aan het wettelijke kader voor gezoneerde bedrijventerrein zoals dat in de Wet geluidhinder wordt omschreven. Dit komt erop neer dat voor het bedrijventerrein eerst een grens wordt vastgesteld waarbinnen de bedrijven gevestigd zijn of kunnen worden. Vervolgens wordt om dat terrein heen een zonegrens, de 50 dB(A)-contour, gelegd. Op elk punt van deze zonegrens mag de cumulatieve geluidbelasting, dat wil zeggen de gesommeerde geluidbelasting ten gevolge van alle inrichtingen binnen de grens van het bedrijventerrein, niet meer bedragen dan 50 dB(A) etmaalwaarde op deze zonegrens.
Voor woningen gelegen op het bedrijventerrein of binnen de zone daarvan worden maximaal toelaatbare waarden vastgesteld (MTG-objecten).
Om deze cumulatieve geluidbelastingen te kunnen bepalen is inmiddels de noodzakelijke geluidboekhouding voor dit bedrijventerrein opgezet. Hiervoor heeft de SRE in 2012 geactualiseerd geluidbeleid ((Bijlage 2 bij de regels van dit het bestemmingsplan) opgesteld en een voorstel gedaan voor zonebeheer. Dit is in 2013 overgenomen door de Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant.
Om ervoor te zorgen dat ook in de toekomst wordt voldaan aan de norm van 50 dB(A) op de zonegrens (= grens van de geluidszone) - en de normen die in het verleden voor woningen binnen de geluidszone zijn vastgesteld -heeft de gemeente een zonebeheerplan opgesteld. Met dit parapluplan wordt dit zonebeheerplan, middels een gebiedsaanduiding, aan de regels van de onderliggende bestemmingen op bedrijventerrein Bemmer gekoppeld en ontstaat voor bedrijven binnen het plangebied de rechtstreekse verplichting om aan het geluidbeleid te voldoen. Voorheen werd, bij vergunningverlening of behandeling van een melding op grond van het Activiteitenbesluit milieubeheer, door het bevoegd gezag aan dit beleid getoetst. Gelet op het bij dit plan opgenomen overgangsrecht, heeft dit geen gevolgen voor de bedrijven zoals deze op het moment van vaststelling legaal op het bedrijventerrein zijn gevestigd.
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012). Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
Op de verbeelding is de omvang van het plangebied aangeduid. In dit geval gaat het om de gronden waarop de gebiedsaanduiding 'beleidsmatig gezoneerd bedrijventerrein' van toepassing is.
Voor de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van de digitale ondergrond (Grootschalige Basiskaart).
De regels zijn onderverdeeld in drie hoofdstukken:
In artikel 1 in hoofdstuk 1 zijn enkele begrippen opgenomen. De begripsbepalingen zijn in alfabetische volgorde opgesomd en dienen als referentiekader voor de overige regels.
In artikel 2 is de 'wijze van meten' opgenomen. In artikel 3 worden de bestemmingsplannen opgesomd waar dit plan op ziet.
Artikel 4 gaat in op de antidubbeltelregel uit het Besluit ruimtelijke ordening. In artikel 5 wordt middels de gebiedsaanduiding 'beleidsmatig gezoneerd bedrijventerrein' geregeld dat bedrijven uitsluitend toegestaan voor zover zij voldoen aan het zonebeheerplan vastgesteld 21 september 2010 of een latere geactualiseerde versie.
Hoofdstuk 3 omvat de 'Overgangs- en slotregels', zoals deze twee artikelen zijn opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening met de verplichting deze over te nemen in het bestemmingsplan. In de slotregel is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan deze parapluherziening worden aangehaald.
Onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen heeft in het algemeen betrekking op nieuwe ontwikkelingen waarvoor bestemmingswijzigingen nodig zijn en die door de gemeente worden gerealiseerd. De financiële uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan wordt gewaarborgd doordat de ambtelijke kosten die nodig zijn voor de vervaardiging van het bestemmingsplan worden gedekt uit de algemene middelen van de gemeente Laarbeek.
Het bestemmingsplan bevat geen bouwtitel die voldoet aan de genoemde criteria in artikel 6.2.1. van het Besluit ruimtelijke ordening. Om deze reden is er geen sprake van wettelijk verplicht kostenverhaal en is het niet nodig een exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, Wro.
Gelet op de aard van de bestemmingsplanherziening is in deze situatie afgezien van het vooroverleg met provincie en waterschap zoals bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening.
Het bestemmingsplan ziet op de doorvertaling van het gemeentelijk geluidbeleid zoals is vastgelegd in het zonebeheerplan naar het bestemmingsplan. Hiermee wordt de rechtskracht van dit beleid verbeterd en kan de huidige werkwijze ten aanzien van het zonebeheer ook na de inwerkingtreding van de Omgevingswet worden voortgezet.
Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Met terinzageligging wordt eveneens bedoeld het publiceren en inzichtelijk maken op de website www.ruimtelijkeplannen.nl. Gedurende deze periode heeft een ieder schriftelijke of mondelinge zienswijze naar voren kunnen brengen bij de gemeenteraad. Er zijn geen zienswijzen ingediend op het ontwerpbesluit.