Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch - 1
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 4 Agrarisch - 2
Artikel 4.2.4 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. aanbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd;
-
b. overkappingen mogen tot 1,50 meter voor de voorgevellijn, maar niet voor de voorgevel van de
bedrijfswoning, worden gebouwd, mits de afstand tot de voorste perceelgrens minimaal 3,00 meter bedraagt en het voor de voorgevellijn gebouwde niet met enige wand omsloten is;
-
c. de totale oppervlakte van de aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 80 m²;
-
d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
-
e. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;
-
f. de afstand tot de zijdelingse en achterste perceelgrens bedraagt minimaal 1 m, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd.
Artikel 4.2.5 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de
voorgevellijn
mag niet meer bedragen dan 2,00 meter en voor de voorgevel niet meer dan 1,00 meter;
-
b. de hoogte van silo's mag niet meer bedragen dan 15 meter;
-
c. de bouw van antennes is toegelaten achter de achtergevel van de bedrijfswoning, mits de hoogte maximaal 15 meter bedraagt;
-
d. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 meter.
Voor het overige worden de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Kom Leende-Leenderstrijp
2015' van toepassing verklaard.
Artikel 5 Agrarisch met waarden
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 6 Bedrijf
Artikel 6.2.4 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. aanbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 1 meter achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning te worden gebouwd;
-
b. overkappingen mogen tot 1,50 meter voor de voorgevellijn
, maar niet voor de voorgevel van de
bedrijfswoning, worden gebouwd, mits de afstand tot de voorste perceelgrens minimaal 3,00 meter bedraagt en het voor de voorgevellijn gebouwde niet met enige wand omsloten is;
-
c. de totale oppervlakte van de aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag niet meer bedragen dan 80 m²;
-
d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
-
e. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;
-
f. de afstand tot de zijdelingse en achterste perceelgrens bedraagt minimaal 1 m, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd.
Voor de voorgevel van de bedrijfswoning mogen erkers, entreeportalen, balkons, luifels, overkappingen en vergelijkbare bouwwerken worden gebouwd, mits:
-
g. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 meter;
-
h. de hoogte (met uitzondering van balkons) niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met een maximum van 3,25 meter;
-
i. de hoogte van de onderdoorgang onder een balkon niet minder bedraagt dan 2,60 meter;
-
j. de hoogte van de wand van een balkon maximaal 1,50 meter hoog is;
-
k. de gezamenlijke breedte van een erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk niet meer bedraagt dan 70% van de breedte van de voorgevel van de bedrijfswoning indien de breedte minder bedraagt dan 6 meter en niet meer dan 50% indien de breedte van de voorgevel van de bedrijfswoning meer bedraagt dan 6 meter;
-
l. de afstand van de erker, entreeportaal, balkon, luifel of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorste perceelsgrens minimaal 3 meter bedraagt.
Voor het overige worden de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Kom Leende-Leenderstrijp
2015' van toepassing verklaard.
Artikel 7 Bedrijf - Nutsvoorziening
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 8 Bos
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 9 Centrum
Artikel 9.2.4 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. aanbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
-
b.
overkappingen mogen tot 1,50 meter voor de voorgevellijn, maar niet voor de voorgevel van
het hoofdgebouw, worden gebouwd, mits de afstand tot de voorste perceelsgrens minimaal
3,00 meter bedraagt en het voor de voorgevellijn gebouwde niet meer enige wand omsloten;
-
c. de totale oppervlakte van de aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag per hoofdgebouw niet meer bedragen dan:
-
1. 75 m²: bij een perceelsgrootte tot 500 m²;
-
2. 100 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 500 m² tot 2.000 m²;
-
3. 120 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 2.000 m²;
-
d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
-
e. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;
-
f. de afstand tot de zijdelingse en achterste perceelgrens bedraagt minimaal 1 meter, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd;
-
g. tot een afstand van 25 meter achter de
voorgevellijn
moet bij vrijstaande woningen aan één zijde van het perceel een zone van minimaal 3 meter uit de zijdelingse perceelgrens vrij blijven van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen.
Voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen erkers, entreeportalen, balkons, luifels, overkappingen en vergelijkbare bouwwerken worden gebouwd, mits:
-
h. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 meter;
-
i. de hoogte (met uitzondering van balkons) niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met een maximum van 3,25 meter;
-
j. de hoogte van de onderdoorgang onder een balkon niet minder bedraagt dan 2,60 meter;
-
k. de hoogte van de wand van een balkon maximaal 1,50 meter hoog is;
-
l. de gezamenlijke breedte van een erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk niet meer bedraagt dan 70% van de breedte van de voorgevel van de bedrijfswoning indien de breedte minder bedraagt dan 6 meter en niet meer dan 50% indien de breedte van de voorgevel van de bedrijfswoning meer bedraagt dan 6 meter;
-
m. de afstand van de erker, entreeportaal, balkon, luifel of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorste perceelsgrens minimaal 3 meter bedraagt.
Voor het overige worden de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Kom Leende-Leenderstrijp
2015' van toepassing verklaard.
Artikel 10 Centrum - Terrein Kees
Artikel 10.2.3 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. aanbouwen en bijgebouwen mogen alleen binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden opgericht;
-
b. de totale oppervlakte van de aanbouwen en bijgebouwen bedraagt maximaal 150 m²:
-
c. de bouwhoogte van aanbouwen mag niet meer bedragen dan 5 meter;
-
d. de goothoogte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 3,50 meter en de bouwhoogte niet meer dan 5 meter;
-
e. overkappingen mogen tot 2,50 meter voor de
voorgevellijn
worden gebouwd;
-
f. de bouwhoogte van een overkapping mag niet meer bedragen dan 5 meter.
Artikel 10.2.4 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de
voorgevellijn
mag niet meer bedragen dan 2 meter;
-
b. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de
voorgevellijn
mag niet meer bedragen dan 1 meter, met uitzondering van poorten en penanten, waarvan de hoogte niet meer mag bedragen dan 2 meter;
-
c. de hoogte van pergola's voor de
voorgevellijn
mag niet meer bedragen dan 3 meter;
-
d. de bouw van antennes is toegestaan achter de achtergevel van het hoofdgebouw, mits de hoogte niet meer bedraagt dan 15 meter;
-
e. de bouw van schotelantennes is toegestaan achter de achtergevel van het hoofdgebouw, mits:
-
1. de doorsnede niet groter is dan 2 meter;
-
2. de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, niet meer bedraagt dan 3 meter;
-
f. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter.
Voor het overige worden de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Kom Leende-Leenderstrijp
2015' van toepassing verklaard.
Artikel 11 Cultuur en ontspanning
Artikel 11.2.4 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. aanbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
-
b.
overkappingen mogen tot 1,50 meter voor de voorgevellijn, maar niet voor de voorgevel van
het hoofdgebouw, worden gebouwd, mits de afstand tot de voorste perceelsgrens minimaal
3,00 meter bedraagt en het voor de voorgevellijn gebouwde niet meer enige wand omsloten;
-
c. de totale oppervlakte van de aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak mag per hoofdgebouw niet meer bedragen dan:
-
1. 75 m²: bij een perceelsgrootte tot 500 m²;
-
2. 100 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 500 m² tot 2.000 m²;
-
3. 120 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 2.000 m²;
-
4. 150 m²: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - maximum oppervlak';
-
d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
-
e. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;
-
f. tot een afstand van 25,00 meter achter de
voorgevellijn
moet, bij vrijstaande woningen, aan één zijde van het perceel een zone van minimaal 3,00 m uit de zijdelingse perceelgrens vrij blijven van
aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen
;
-
g. de afstand tot de zijdelingse en achterste perceelgrens bedraagt minimaal 1 m, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd.
Voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen erkers, entreeportalen, balkons, luifels, overkappingen en vergelijkbare bouwwerken worden gebouwd, mits:
-
h. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 meter;
-
i. de hoogte (met uitzondering van balkons) niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met een maximum van 3,25 meter;
-
j. de hoogte van de onderdoorgang onder een balkon niet minder bedraagt dan 2,60 meter;
-
k. de hoogte van de wand van een balkon maximaal 1,50 meter hoog is;
-
l. de gezamenlijke breedte van een erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk niet meer bedraagt dan 70% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw indien de breedte minder bedraagt dan 6 meter en niet meer dan 50% indien de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 6 meter;
-
m. de afstand van de erker, entreeportaal, balkon, luifel of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorste perceelsgrens minimaal 3 meter bedraagt.
Voor het overige worden de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Kom Leende-Leenderstrijp
2015' van toepassing verklaard.
Artikel 12 Gemengd
Artikel 12.1 wordt vervangen door:
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. één woning per bouwperceel al dan niet met aan-huis-verbonden-beroep, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
-
b. dienstverlening;
-
c. kantoor;
-
d. maatschappelijke voorzieningen;
-
e. ter plaatse van de aanduiding:
-
1. detailhandel'; detailhandel, niet zijnde handel in volumineuze goederen;
-
2. 'detailhandel volumineus': handel in volumineuze goederen;
-
3. 'specifieke vorm van gemengd - werkplaats': een werkplaats voor assemblage van ter plaatse verkochte artikelen;
-
4.
'supermarkt': supermarkt
met de daarbij behorende:
-
f. erven en terreinen;
-
g. verkeer- en parkeervoorzieningen;
-
h. groenvoorzieningen;
-
i. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Artikel 12.2.2 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. aanbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
-
b.
overkappingen mogen tot 1,50 meter voor de voorgevellijn, maar niet voor de voorgevel van
het hoofdgebouw, worden gebouwd, mits de afstand tot de voorste perceelsgrens minimaal
3,00 meter bedraagt en het voor de voorgevellijn gebouwde niet meer enige wand omsloten;
-
c. de totale oppervlakte van de aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak mag per hoofdgebouw niet meer bedragen dan:
-
1. 75 m²: bij een perceelsgrootte tot 500 m²;
-
2. 100 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 500 m² tot 2.000 m²;
-
3. 120 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 2.000 m²;
-
4. 150 m²: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - maximum oppervlak';
-
d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
-
e. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;
-
f. tot een afstand van 25,00 meter achter de
voorgevellijn
moet, bij vrijstaande woningen, aan één zijde van het perceel een zone van minimaal 3,00 m uit de zijdelingse perceelgrens vrij blijven van
aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen
;
-
g. de afstand tot de zijdelingse en achterste perceelgrens bedraagt minimaal 1 m, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd.
Voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen erkers, entreeportalen, balkons, luifels, overkappingen en vergelijkbare bouwwerken worden gebouwd, mits:
-
h. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 meter;
-
i. de hoogte (met uitzondering van balkons) niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met een maximum van 3,25 meter;
-
j. de hoogte van de onderdoorgang onder een balkon niet minder bedraagt dan 2,60 meter;
-
k. de hoogte van de wand van een balkon maximaal 1,50 meter hoog is;
-
l. de gezamenlijke breedte van een erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk niet meer bedraagt dan 70% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw indien de breedte minder bedraagt dan 6 meter en niet meer dan 50% indien de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 6 meter;
-
m. de afstand van de erker, entreeportaal, balkon, luifel of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorste perceelsgrens minimaal 3 meter bedraagt.
Voor het overige worden de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Kom Leende-Leenderstrijp
2015' van toepassing verklaard.
Artikel 13 Groen
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 14 Horeca
Artikel 14.2.4 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. aanbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
-
b.
overkappingen mogen tot 1,50 meter voor de voorgevellijn, maar niet voor de voorgevel van
het hoofdgebouw, worden gebouwd, mits de afstand tot de voorste perceelsgrens minimaal
3,00 meter bedraagt en het voor de voorgevellijn gebouwde niet meer enige wand omsloten;
-
c. de totale oppervlakte van de aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak mag per hoofdgebouw niet meer bedragen dan:
-
1. 75 m²: bij een perceelsgrootte tot 500 m²;
-
2. 100 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 500 m² tot 2.000 m²;
-
3. 120 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 2.000 m²;
-
4. 150 m²: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - maximum oppervlak';
-
d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
-
e. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;
-
f. tot een afstand van 25,00 meter achter de
voorgevellijn
moet, bij vrijstaande woningen, aan één zijde van het perceel een zone van minimaal 3,00 m uit de zijdelingse perceelgrens vrij blijven van
aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen
;
-
g. de afstand tot de zijdelingse en achterste perceelgrens bedraagt minimaal 1 m, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd.
Voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen erkers, entreeportalen, balkons, luifels, overkappingen en vergelijkbare bouwwerken worden gebouwd, mits:
-
h. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 meter;
-
i. de hoogte (met uitzondering van balkons) niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met een maximum van 3,25 meter;
-
j. de hoogte van de onderdoorgang onder een balkon niet minder bedraagt dan 2,60 meter;
-
k. de hoogte van de wand van een balkon maximaal 1,50 meter hoog is;
-
l. de gezamenlijke breedte van een erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk niet meer bedraagt dan 70% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw indien de breedte minder bedraagt dan 6 meter en niet meer dan 50% indien de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 6 meter;
-
m. de afstand van de erker, entreeportaal, balkon, luifel of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorste perceelsgrens minimaal 3 meter bedraagt.
Voor het overige worden de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Kom Leende-Leenderstrijp
2015' van toepassing verklaard.
Artikel 15 Maatschappelijk
Artikel 15.2.3 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. aanbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
-
b.
overkappingen mogen tot 1,50 meter voor de voorgevellijn, maar niet voor de voorgevel van
het hoofdgebouw, worden gebouwd, mits de afstand tot de voorste perceelsgrens minimaal
3,00 meter bedraagt en het voor de voorgevellijn gebouwde niet meer enige wand omsloten;
-
c. de totale oppervlakte van de aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag per hoofdgebouw niet meer bedragen dan:
-
1. 75 m²: bij een perceelsgrootte tot 500 m²;
-
2. 100 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 500 m² tot 2.000 m²;
-
3. 120 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 2.000 m²;
-
d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
-
e. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;
-
f. tot een afstand van 25,00 meter achter de
voorgevellijn
moet, bij vrijstaande woningen, aan één zijde van het perceel een zone van minimaal 3 meter uit de zijdelingse perceelgrens vrij blijven van
aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen
. Indien de bestaande afstand minder bedraagt dan de genoemde 25 meter en 3 meter, geldt deze afstand als minimale afstand;
-
g. de afstand tot de zijdelingse en achterste perceelgrens bedraagt minimaal 1 meter, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd.
Voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen erkers, entreeportalen, balkons, luifels, overkappingen en vergelijkbare bouwwerken worden gebouwd, mits:
-
h. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,50 meter;
-
i. de hoogte (met uitzondering van balkons) niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met een maximum van 3,25 meter;
-
j. de hoogte van de onderdoorgang onder een balkon niet minder bedraagt dan 2,60 meter;
-
k. de hoogte van de wand van een balkon maximaal 1,50 meter hoog is;
-
l. de gezamenlijke breedte van een erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk niet meer bedraagt dan 70% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw indien de breedte minder bedraagt dan 6 meter en niet meer dan 50% indien de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 6 meter;
-
m. de afstand van de erker, entreeportaal, balkon, luifel of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorste perceelsgrens minimaal 3 meter bedraagt.
Voor het overige worden de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Kom Leende-Leenderstrijp
2015' van toepassing verklaard.
Artikel 16 Natuur
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 17 Sport
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 18 Tuin
Artikel 18.2.1 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
-
a. op of in deze gronden zijn geen hoofdgebouwen toegestaan;
-
b.
overkappingen mogen tot 1,50 meter voor de voorgevellijn, maar niet voor de voorgevel van
het hoofdgebouw, worden gebouwd, mits de afstand tot de voorste perceelsgrens minimaal
3,00 meter bedraagt en het binnen de bestemming 'Tuin' gebouwde deel van de overkapping
niet met enige wand omsloten is;
-
c. voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen erkers, entreeportalen, balkons, luifels, overkappingen en vergelijkbare bouwwerken worden gebouwd, mits:
-
1. de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan 1,5 meter;
-
2. de hoogte (met uitzondering van balkons) niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met een maximum van 3,25 meter;
-
3. de hoogte van de onderdoorgang onder een balkon niet minder bedraagt dan 2,60 meter;
-
4. de hoogte van de wand van een balkon maximaal 1,50 meter hoog is;
-
5. de gezamenlijke breedte van een erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk niet meer bedraagt dan 70% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw indien de breedte minder bedraagt dan 6 meter en niet meer dan 50% indien de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 6 meter;
-
6. de afstand van de erker, entreeportaal, balkon, luifel of vergelijkbaar bouwwerk tot de voorste perceelsgrens minimaal 3 meter bedraagt;
-
d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouwen 1' is het bestaande, ten tijde van terinzagelegging van het ontwerp plan aanwezige, bijgebouw toegestaan.
Artikel 18.2.2 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van erfafscheidingen gesitueerd achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 2 meter;
-
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen gesitueerd vóór de voorgevellijn van het hoofdgebouw bedraagt maximaal 1 meter;
-
c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 meter.
-
d.
de oppervlakte van overkappingen met maximaal 1 wand mag maximaal 15 m² zijn.
Artikel 18.3 wordt vervangen door:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 18.2 en ten behoeve van het bouwen van erkers, entreeportalen, luifels en overkappingen achter de
voorgevellijn
van het hoofdgebouw, mits:
-
a. het straatbeeld daardoor ruimtelijk niet wordt aangetast;
-
b. de verkeerssituatie zich daartegen niet verzet;
-
c. geen afbreuk wordt gedaan aan de benodigde parkeermogelijkheden op eigen terrein;
-
d. hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.
Voor het overige worden de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Kom Leende-Leenderstrijp
2015' van toepassing verklaard.
Artikel 19 Verkeer
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 20 Water
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 21 Wonen
Artikel 21.2.3 wordt vervangen door:
Voor het bouwen van aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
-
a. aanbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
-
b.
voor de voorgevel van het hoofdgebouw mogen erkers, entreeportalen, balkons, luifels,
overkappingen en vergelijkbare bouwwerken worden gebouwd, mits:
-
1.
de diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedraagt dan
1,50 meter;
-
2.
de hoogte (met uitzondering van balkons) niet meer bedraagt dan de hoogte van de
eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, met een maximum van 3,25 meter;
-
3.
de hoogte van de onderdoorgang onder een balkon niet minder bedraagt dan 2,60
meter;
-
4.
de hoogte van de wand van een balkon niet meer bedraagt dan 1,50 meter;
-
5.
de gezamenlijke breedte van een erker, entreeportaal of vergelijkbaar bouwwerk niet
meer bedraagt dan 70% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw indien de
breedte minder bedraagt dan 6 meter en niet meer dan 50% indien de breedte van de
voorgevel van het hoofdgebouw meer bedraagt dan 6 meter;
-
6.
de afstand van de erker, entreeportaal, balkon, luifel of vergelijkbaar bouwwerk tot de
voorste perceelsgrens minimaal 3 meter bedraagt;
-
c.
overkappingen mogen tot 1,50 meter voor de voorgevellijn, maar niet voor de voorgevel van
het hoofdgebouw, worden gebouwd, mits de afstand tot de voorste perceelsgrens minimaal
3,00 meter bedraagt en het voor de voorgevellijn gebouwde niet meer enige wand omsloten;
-
d. de totale oppervlakte van de aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak mag per hoofdgebouw niet meer bedragen dan:
-
1. 75 m²: bij een perceelsgrootte tot 500 m²;
-
2. 100 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 500 m² tot 2.000 m²;
-
3. 120 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 2.000 m²;
-
4. 130 m²: uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlak bijgebouwen';
-
5. 350 m²: uitsluitend ter plaatse van het perceel Veestraat 4;
-
6. 325 m²: uitsluitend ter plaatse van het perceel Klooster 4;
-
e. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 meter;
-
f. de bouwhoogte bedraagt maximaal 5 meter;
-
g. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden in afwijking van het bepaalde in de voorgaande leden de volgende regels:
-
1. de goothoogte bedraagt maximaal 3 meter;
-
2. de bouwhoogte bedraagt maximaal 4 meter;
-
3. de totale oppervlakte van de aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak mag per hoofdgebouw niet meer bedragen dan:
- 50 m²: bij een perceelsgrootte tot 5000 m²;
- 100 m²: bij een perceelsgrootte vanaf 5000 m²;
-
h. tot een afstand van 25 meter achter de
voorgevellijn
moet, bij vrijstaande woningen, aan één zijde van het perceel een zone van minimaal 3 meter uit de zijdelingse perceelgrens vrij blijven van
aanbouwen, bijgebouwen en overkappingen
. Indien de bestaande afstand minder bedraagt dan de genoemde 25 meter en 3 meter, geldt deze afstand als minimale afstand;
-
i. de afstand tot de zijdelingse en achterste perceelgrens bedraagt minimaal 1 meter, tenzij in de perceelgrens wordt gebouwd;
Voor het overige worden de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Kom Leende-Leenderstrijp
2015' van toepassing verklaard.
Artikel 22 Wonen - Uit te werken
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 23 Leiding - Riool
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 24 Waarde - Archeologie 1
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 25 Waarde - Archeologie 2
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 26 Waarde - Archeologie 3
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 27 Waarde - Cultuurhistorie
Geen onderdeel van de herziening.
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel 28 Anti-dubbeltelregel
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 29 Algemene bouwregels
Artikel 29.2 wordt vervangen door:
29.2.1 Parkeergelegenheid bij of in gebouwen
a Parkeereis
Bij de afgifte van een omgevingsvergunning en afwijkingsvergunning dienen, indien de omvang
of de bestemming van een bouwwerk aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte
voor het parkeren of stallen van auto's, op of onder dat gebouw dan wel op of onder het
onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort, een door burgemeester en wethouders,
conform de parkeernormen, zoals die zijn neergelegd in Bijlage 1 van de Parkeervisie
Heeze-Leende, te bepalen aantal parkeerplaatsen aanwezig zijn.
b Afwijken van de parkeereis
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
29.2.1 onder a indien:
-
a.
het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren
stuit of voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingsruimte wordt voorzien;
-
b.
op basis van nieuw vastgesteld en gepubliceerd gemeentelijk parkeerbeleid blijkt dat een
andere parkeernorm van toepassing is dan nu is opgenomen in de Parkeervisie
Heeze-Leende.
29.2.2 Afmetingen
De in 29.2.1 bedoelde ruimte voor het parkeren van auto's moet afmetingen hebben die zijn
afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan indien de
afmetingen:
-
c.
van bedoelde parkeerruimten bij langsparkeren ten minste 1,80 meter bij 5,00 meter en ten
hoogste 3,25 meter bij 6,00 meter bedragen;
-
d.
van bedoelde parkeerruimten bij haaksparkeren ten minste 2,40 meter bij 5,00 meter en ten
hoogste 3,25 meter bij 6,00 meter bedragen;
-
e.
van een gereserveerde parkeerruimte voor een gehandicapte -voor zover die ruimte niet in
de lengterichting aan een trottoir grenst- ten minste 3,50 meter bij 5,00 meter bedragen.
29.2.3 Laden en lossen
Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan
ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn
voorzien binnen de bestemming op eigen terrein.
29.2.4 Afwijken
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 29.2.3:
-
a.
indien het voldoen aan die regels door bijzondere omstandigheden op overwegende
bezwaren stuit;
-
b.
voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad- of
losruimte wordt voorzien.
Voor het overige worden de bestemmingsregels van het bestemmingsplan 'Kom Leende-Leenderstrijp
2015' van toepassing verklaard.
Artikel 30 Algemene aanduidingsregels
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 31 Algemene afwijkingsregels
Geen onderdeel van de herziening.
Artikel 32 Overige regels
Geen onderdeel van de herziening.